Spring naar bijdragen
Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s. ×
Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s.

Statistieken in het voetbal


Maldini

Aanbevolen berichten

  • Antwoorden 345
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

Top Posters In This Topic

Volgens mij levert dat een enorm vertekend beeld op, en heeft dat er voor gezorgd dat mensen die op de statistiek xG af gaan spelers zijn gaan overwaarderen die veel creëren, en echte afmakers zijn onderwaarderen, want: 'die overperformed zijn xG'.

 

 

Dit hebben ze dus ook onderzocht. Puur qua afmaken zouden alle spelers dicht bij elkaar zitten. Ronaldo is bijvoorbeeld niet vele malen beter dan een Ars, dat valt te verwaarlozen volgens de statistieken. De reden waarom een Ronaldo wel veel meer scoort is omdat hij veel meer en betere scoringskansen creëert. Hierdoor heeft hij dus ook meer kans om een bal erin te schieten. Daarom heeft de eigenaar van Brentford ook liever iemand die per wedstrijd 6 grote kansen creëert en er 1 scoort dan iemand die er 3 creëert en 2 keer scoort. Het missen/raken van kansen heeft volgens hem voor een groot deel met geluk te maken. (Zie Pelle bijvoorbeeld)

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Heb je hier een link van? Ik snap inderdaad de redenatie en wat je verder uitlegt alleen heeft mij dat gevoelsmatig altijd tegengestaan, dat de grootste kwaliteit van een spits dus zou zijn in scoringspositie komen.

 

Ik kan het artikel niet terugvinden. Wel een ander leuk interview gevonden:

 

http://www.wijzijnvoetbal.nl/forum/voetbal-algemeen/50130-soccernomics.html

 

Met name het laatste stuk over fysiek vind ik leuk om te lezen. (Aangezien het mijn vermoeden deels bevestigt)

Link naar opmerking
Deel via andere websites

'Ik koop liever een spits die 7 kansen creëert en geen goals maakt dan een spits die 2 kansen creëert en 1 goal maakt' hiermee bedoelen ze toch spitsen die kansen creëeren voor zichzelf? Zo ja dan druist dat ook helemaal in tegen hun eigen denkwijze want dan zou de spits die meer kansen creëert toch ook automatisch meer goals maken, aangezien spitsen nagenoeg even goed kunnen afmaken.

 

Ik denk zelf dat het feit dat bijna alle spitsen dezelfde afwerkingspercentages hebben misschien deels verklaard kan worden doordat spelers pas echt schieten als ze denken enigszins kans te maken, dus dat spelers met een beter schot ook vaker op goal schieten en die kwaliteit dus wordt uitgedrukt in expG en niet in afwerkpercentages. Al vind ik dat net zoals E2E ook nog steeds het enige van dat expG-model waar ik helemaal geen flikker van begrijp, gevoelsmatig klopt het idd totaal niet.

bewerkt door De Stroot
Link naar opmerking
Deel via andere websites

'Ik koop liever een spits die 7 kansen creëert en geen goals maakt dan een spits die 2 kansen creëert en 1 goal maakt' hiermee bedoelen ze toch spitsen die kansen creëeren voor zichzelf? Zo ja dan druist dat ook helemaal in tegen hun eigen denkwijze want dan zou de spits die meer kansen creëert toch ook automatisch meer goals maken, aangezien spitsen nagenoeg even goed kunnen afmaken.

 

Alleen over langere periode. Als je bijvoorbeeld kijkt naar een half (of zelfs een heel) seizoen hoeft dat ivm toevalsfactoren niet zo te zijn. Een spits die vaak dit seizoen vaak in scoringspositie komt, maar weinig scoort, is dan een goede aankoop. Door weinig doelpunten is hij relatief goedkoop, terwijl zijn onderliggende kwaliteit (in scoringspositie komen) er wel is. De verwachting is dan dat het scoren de komende jaren zal bijtrekken. Een spits die uit heel weinig kansen veel scoort zal daarentegen overpriced zijn en dat scoringsgemiddelde niet volhouden. Slechte koop dus.

 

Dat is in elk geval de theorie, die blijkbaar ondersteund wordt door cijfers. Of het ook klopt weet ik niet. Ook weet ik niet precies welke periode lang genoeg is om uit te middelen. Maw, hoe lang moet een speler bovengemiddelde scoringsgemiddelde laten zien om te zeggen dat hij 'defying the odds' is.

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Daarom zou ik wel eens cijfers willen zien van spelers die al een lange tijd meelopen. Spelers zoals Forlan/Pelle/Toni zijn namelijk spelers die pas op latere leeftijd echte topscorers werden en daarvoor niet bepaald gerespecteerd werden als doelpuntenmakers. Ik vraag me dan af of je dit ook zo mooi terug kunt zien.

 

[YOUTUBE]6_A6QHdWcXg[/YOUTUBE]

 

Dit kun je wel pech noemen. ;c

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Art: verschil tussen theorie en praktijk

 

Het verschil tussen theorie en praktijk is groot. Deze week werd ik weer een aantal keer geconfronteerd met dit fenomeen. Dat en meer in mijn wekelijkse column.

 

Cijfers zijn feiten

In onze topsportomgeving zijn we constant op zoek naar mogelijkheden om ons te verbeteren. Alles wordt in werking gesteld om percentages te winnen. Er zijn dan ook legio mogelijkheden om dit te doen. Veelal gaat men echter voorbij aan de praktijk, we kiezen snel voor de theorie want dat is tastbaar en kan je laten zien. Cijfers, grafieken, percentages worden als feiten gepresenteerd om een theorie te staven. Hoe er tot deze cijfers gekomen is, is vaak subjectief maar daar gaan we voor het gemak aan voorbij.

 

Voorbeelden uit het onderwijs en uit het voetbal

In het onderwijs wordt helaas nog steeds veelal met cijfers gewerkt. 5,5 is voldoende, 5,4 onvoldoende dat soort criteria. Op de ALO (opleiding voor gymleraar) hadden wij veel studenten die geweldig konden leren. HBO, je moet dus wel iets in je mars hebben! Alle tentamens werden met gemak gehaald. Ik was niet zo’n student en zat meer in de 5,4-categorie. Echter als we stage liepen zag je een ander beeld. De beste ‘theoretische’ studenten hadden de grootste moeite om met kinderen om te gaan, de juiste snaar te raken en/of een klas in de hand te houden. Dit stuk ging mij een stuk beter af. Op mijn eindcijferlijst was het gemiddelde cijfer dan ook laag, maar voor lesgeven in de praktijk juist hoog! Ik denk dan; wat is als gymleraar belangrijker? Goed kunnen leren of goed kunnen lesgeven?

 

Professional

In het voetbal word je tegenwoordig doodgegooid met performance-managers en medewerkers. Zij meten alle mogelijk te vinden data en komen hiermee tot (theoretische) aannames en soms zelfs conclusies. Prima, want met veel data zou je dingen over langere tijd kunnen voorspellen, waar we met z’n allen weer iets beter van worden. Toch is de professional (lees: voetbaltrainer) onmisbaar in dit proces. Als een speler twaalf kilometer in een wedstrijd loopt, is dat veel. De conclusie kan zijn dat deze speler erg goed is en alles geeft voor een goed resultaat. Dat zal ongetwijfeld, maar de vraag die mij te binnen schiet is direct WAAR hij gelopen heeft, WELKE keuzes hij gemaakt heeft en of dit zinvolle of nutteloze meters zijn geweest. En dan hebben we het nog niet eens gehad over wat hij met zijn ‘rengedrag’ ten opzichte van zijn tegenstanders en bal deed. Het is maar een voorbeeld maar u raadt al waar ik naar toe wil.

 

Vragen

Onderzoek en data-verzameling is prima, maar met conclusies en aannames zijn gelukkig toch echt de kenners nodig. In mijn ervaring zijn de fysieke data (die zijn het best en makkelijkst meetbaar) meestal een bevestiging van hetgeen we zelf al gezien hadden. Soms komt hier iets verrassends uit, dat is dan ook fijn om te weten en hier kunnen we dan op inspringen. Dus de testen zijn niet overbodig, maar ook niet revolutionair om te verbeteren. Wat ik dan zou willen weten? Ik zou graag willen dat de performance-wereld komt met feiten over wie er goed is in beslissingen maken in het veld, en hoe je dit vermogen kan trainen. En of en vanaf welke leeftijd je dit kunt zien. En of dit überhaupt te trainen is. En of er een verband is met andere competenties van een mens/kind en zo heb ik nog wel 20 vragen.

 

Als we deze vragen stellen wordt het al rap stiller of worden de cijfers een stuk subjectiever. Voorlopig komen we nog niet veel verder dan het spelen van videogames om dit te testen en te verbeteren. Maar goed, de vraag stellen is op zoek gaan naar antwoorden en dat doen we dan ook. Binnen onze innovatiecommissie brainstormen we hierover, nodigen we mensen uit, doen we pilots en stellen we weer nieuwe vragen in onze eeuwige zoektocht naar verbetering. Ook onze directie is hier zeer proactief in en dat is prettig. Bovendien moet dit ook bij een club als PSV.

 

Ik praat mee, luister mee, stel kritische vragen en laat me verrassen, maar kom nog niet af van de praktijk, die is voor mij altijd leidend en bevestigt vaak mijn gedachten. Daar helpt geen 5,5 tegen.

 

Bron: http://www.psv.nl/psv/nieuws/artikel/art-verschil-tussen-theorie-en-praktijk.htm

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Gast
Antwoord op deze discussie...

×   Plakken als rijke tekst.   In plaats daarvan plakken als platte tekst

  Er zijn maximaal 75 emoticons toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...