Kyrill Geplaatst 16 november Share Geplaatst 16 november Grappige, leuke n mooie update, ben benieuwd hoe dit gaat aflopen haha. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 16 november Share Geplaatst 16 november Een nieuwe femme fatale? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 17 november Auteur Share Geplaatst 17 november CDVII. Gloria Daar stond ze, zonder enige haast, alsof ze precies wist wat ze deed. Haar donkere, golvende haar viel losjes langs haar schouders, met die nonchalante glans die sommige vrouwen hebben zonder er enige moeite voor te hoeven doen. Ze droeg een eenvoudig wit T-shirt, knoopje in de taille waardoor een stuk gebruinde huid zichtbaar was, precies goed om nét te laten zien zonder echt iets te onthullen. De korte, versleten spijkershorts leken speciaal geselecteerd om elke bocht van haar lichaam te accentueren, alsof ze gemaakt waren om aandacht te trekken. Haar blik was gericht op een punt in de verte, iets wat alleen zij leek te zien. Er zat iets gedecideerds in haar ogen, alsof ze alles al lang had doordacht. Ze had een gezicht dat zowel warm als ondoorgrondelijk was, een lichte glimlach om de lippen die je niet helemaal kon vertrouwen. Oorbellen bungelden speels aan haar oren, subtiel maar net opvallend genoeg om te laten zien dat ze wist hoe ze haar uitstraling moest perfectioneren. Haar hele verschijning straalde een soort onaantastbare nonchalance uit, alsof ze precies wist welk effect ze had op iedereen die haar zag. Terwijl ik haar bestudeerde, voelde ik een mengeling van bewondering en argwaan opkomen. Dit was geen onschuldige hotelmedewerkster die toevallig wat klusjes kwam doen. Nee, dit was iemand die wist hoe ze indruk moest maken, al was het maar door simpelweg te staan en niets te doen. Daarnaast was ze gezegend met wat mijn oom Berry ongetwijfeld met een schunnige grijns zou hebben omschreven als "een mooi paar melkzakken," een omschrijving die zowel vulgair als bewonderend bedoeld was. Haar strakke, witte T-shirt liet weinig aan de verbeelding over; het stof spande zich nauw om haar rondingen, die daar met een soort achteloze zekerheid waren neergezet. Het soort zekerheid dat niet vroeg om bewondering, maar het automatisch kreeg. Ze bewoog zich zelfverzekerd, alsof ze precies wist welk effect ze had. Iedere stap liet het T-shirt net even strakker spannen, en het was alsof de natuur zelf besloten had om haar net dat beetje extra charisma mee te geven. Er zat een soort nonchalante kracht in die houding, de manier waarop ze haar schouders iets naar achteren hield en haar kin lichtjes hief. Het was duidelijk: deze vrouw kende haar eigen effect op anderen, en maakte er zonder enige schroom gebruik van. Ik liet mijn ogen even over haar heen glijden, van haar nonchalante houding tot de emmer in haar hand, en besloot dat de vraag toch maar gesteld moest worden. "So..." Ik liet een stilte vallen die net lang genoeg was om ongemakkelijk te worden. "Who are you and what are you doing here?" Ze lachte, oprecht, alsof mijn achterdocht haar eigenlijk wel amuseerde. Ze wees naar zichzelf en zei, simpelweg, “Gloria.” Daarna naar de schoonmaakspullen in haar handen. “Housekeeping.” Ik haalde mijn schouders op, de schijn van mijn wantrouwen langzaam opzij schuivend. Soms is de meest voor de hand liggende mogelijkheid inderdaad gewoon de juiste. Maar toch, ik kon het niet laten om door te vragen. "Don't you guys have like a cart with supplies and stuff?" Ze trok een wenkbrauw op en keek me aan met een blik die ergens tussen verward en geamuseerd lag, alsof ik net iets heel doms had gevraagd. Ik besloot om het uit te beelden, een denkbeeldig karretje voortduwend door de kamer. Ze keek naar mijn theatrale poging en schudde langzaam haar hoofd, met een glimlach die ergens tussen medelijden en spot lag. “No, señor,” zei ze, de woorden uit haar mond rollend met een kalmte die bijna beledigend was. “No cart. Aquí, we carry everything ourselves.” Ze zwaaide even met de emmer, alsof dat al het antwoord was dat ik nodig had. “Todo en la mano.” Er was iets in haar toon, in haar houding, dat me het gevoel gaf dat ze de situatie volledig in de hand had. Alsof zij degene was die hier de controle had, ondanks haar rol als schoonmaakster, ondanks haar simpele antwoord. Haar ogen flitsten van de schoonmaakspullen naar mijn gezicht, en daar verscheen weer die glimlach, een vleugje ondeugendheid erin verstopt. Gloria keek me aan met een mengeling van verbazing en amusement, haar mondhoek net iets omhooggetrokken alsof ze een grapje in haar hoofd had dat ze nog niet wilde delen. Ze lachte zachtjes, een geluid dat iets te onschuldig klonk voor de setting waarin we ons bevonden. “Señor, no tenemos carrito,” zei ze, met een vleugje ironie in haar stem. Ze schudde lichtjes haar hoofd, alsof ze vond dat ik het eigenlijk al had moeten weten. “Aquí, we carry everything ourselves. Todo en la mano.” Ze hief de blauwe emmer op en zwaaide er wat mee, alsof dat het hele probleem oploste. “Is cheaper, no?” Ik knikte langzaam, nog steeds niet helemaal overtuigd. Het voelde als een scène uit een slechte film, en Gloria leek het perfecte karakter dat net iets te nonchalant overkwam. Ze zag mijn achterdocht, want haar gezicht nam een wat ernstiger uitdrukking aan. Ze leunde iets naar voren, haar ogen priemend op mij gericht, alsof ze de waarheid direct in me wilde prikken. “No soy ladrona,” zei ze, langzaam en nadrukkelijk. “I clean. I no steal.” Ze tikte met haar vinger tegen haar borst en herhaalde: “Gloria. Housekeeping.” Haar gezicht werd even zachter, en ze keek me recht aan, zonder een spoor van ironie. “You think all people here are... ¿cómo se dice? Thieves? But no. Yo trabajo.” Ze gebaarde naar de kamer, naar de zorgvuldig rechtgetrokken lakens en het netjes opgevouwen handdoekje op de rand van het bed. "See? All clean.” Ik kon niet anders dan haar geloven, ondanks dat elke vezel in mijn lijf nog steeds riep dat dit allemaal te toevallig was. Ze haalde haar schouders op en gaf me een blik die zowel uitdagend als verontschuldigend was, alsof ze dacht: geloof wat je wilt, maar dit is hoe het hier gaat. Ze keek me nog even aan, de glimlach terug op haar gezicht, en liep toen rustig naar de deur. Vlak voor ze wegging, draaide ze zich om en gaf me een knipoog. “Adiós, señor. Enjoy the clean room. Free paranoia included.” En daarmee verdween ze, met diezelfde zelfverzekerde tred, de gang op, terwijl ik daar bleef staan, half verward, half vermaakt, maar vooral met het besef dat Gloria waarschijnlijk meer wist dan ze liet blijken. Ze draaide zich om en liep weg, haar heupen wiegend in een ritme dat bijna onnatuurlijk perfect was. Elke stap leek bedachtzaam, alsof ze het effect ervan tot in de puntjes had uitgedacht. Ze liet een zweem van parfum achter, een geur die me even deed duizelen, iets exotisch met een lichte zweem van vanille en iets wat ik niet kon plaatsen. Ze wist wat ze deed, daar was ik zeker van. Ik bleef staan, mijn blik volgde haar als vanzelf, terwijl ik me afvroeg of dit een truc was of gewoon de natuurlijke flair die sommige vrouwen hadden. Hoe dan ook, ik legde haar geen strobreed in de weg. Het voelde simpelweg niet goed om haar tegen te houden, alsof ik de regels van een spel dat ik niet helemaal begreep, zou breken. Terwijl ze om de hoek verdween, bleef ik nog even staan, met dat vreemde mengsel van achterdocht en bewondering dat ze in me had losgemaakt. Reacties en dergelijke. Spoiler 20 uur geleden zei Marius: De schoonmaakster of toch maar niet? Wat er ook van aan is, altijd opletten met een mooie verschijning. Voor je het weet, winden ze je rond hun vinger Dat was wel de bedoeling. Give the people what they want. 17 uur geleden zei Kyrill: Grappige, leuke n mooie update, ben benieuwd hoe dit gaat aflopen haha. Zoals altijd; slecht. Als je het op de lange termijn bekijkt althans. 14 uur geleden zei Djurovski: Een nieuwe femme fatale? Dat zal het wel gaan worden. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Kyrill Geplaatst 17 november Share Geplaatst 17 november Hehe dat was leuk en grappig. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 17 november Share Geplaatst 17 november Interessante ontmoeting, als je dat zo mag noemen. Van die Gloria hebben we het laatste nog niet gezien of gehoord denk ik Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 17 november Share Geplaatst 17 november Mooie deerne. Vermoed dat die nog wel weer voor problemen gaat zorgen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 18 november Auteur Share Geplaatst 18 november CDVIII. De eerste legionair Ik ging zitten op het randje van het bed, schudde mijn hoofd even om dat beeld van Gloria’s heupwiegende silhouet van mijn netvlies te wissen. Het was tijd om mijn focus terug te krijgen en me te richten op het doel waarvoor ik hier was; Guastatoya uit de modder trekken en iets opbouwen dat met een beetje mazzel niet binnen een jaar weer in elkaar zou storten. WyScout stond al open op mijn laptop, en ik scrolde door de lange, eindeloze lijsten van buitenlandse spelers die hopelijk voor een habbekrats bereid waren hun koffers te pakken voor een avontuur in dit godvergeten oord. Legionairs, dat was wat ik nodig had. Spelers die gewend waren aan dit soort halfbakken competities, gasten die geen enkele illusie hadden over glamour of succes, maar gewoon wilden spelen en zo nu en dan een schouderklopje kregen als ze niet al te hard faalden. Mijn ogen gleden over namen die bijna satirisch klonken; jongens uit landen waarvan de gemiddelde supporter hier niet eens zou weten dat ze bestonden. Vasilevski uit Wit-Rusland, een verdediger die eruitzag alsof hij minstens vijf levensmoede scheidingen achter de rug had. Of wat dacht je van Oliveira uit het Braziliaanse binnenland, een spits met een scoringspercentage dat je eerder aan een verdediger zou toeschrijven. Allemaal spelers die, gezien hun statistieken, ooit de hoop op een doorbraak hadden opgegeven en nu genoegen namen met een broodnodige transfer, naar waar dan ook, zolang de belofte van een salaris maar niet in rook opging. Ik moest me door hun cv’s heen worstelen met de wanhoop van een koopjesjager in een halflege kringloopwinkel. Want dat was het: op zoek naar iets dat goed genoeg was, maar waar de glans allang vanaf was. Een oude getapte verdediger, een grillige aanvaller die zijn vorm ergens rond zijn twintigste had achtergelaten, een middenvelder met net genoeg techniek om niet omver te vallen. Spelers die de Guatemalteekse competitie waarschijnlijk een stap omhoog zouden vinden, en dat zei veel over de situatie waarin ik me bevond. Het zoeken naar talent via WyScout was als vissen in een modderige sloot; af en toe vond je iets dat vaag leek op een belofte, maar meestal viste je oude schoenen op. Mijn eerste doelwit was een Boliviaanse aanvaller die luisterde naar de naam Alain Niño de Guzmán. Alleen die naam al, Alain, zoon van Guzmán. Het klonk als iets uit een slecht vertaald fantasyboek of een goedkope Netflix-serie over krijgers en koningen. Je zag het zo voor je: Alain, de stoere zoon van een of andere Boliviaanse stamvader, met een bijna mythologische achtergrond en een blik die door merg en been ging. In werkelijkheid was Alain echter niet meer dan een vergeten talent, een gevallen ster die ooit feller had geschenen maar nu ergens in de krochten van de Boliviaanse competitie rondzwierf, waarschijnlijk balend van de misgelopen kansen en knagend op zijn eigen ambitie. Ooit stond hij bekend als een wonderkind, een begenadigd talent dat in zijn eigen competitie de verdedigers het vuur aan de schenen legde en hen zonder genade op hun achterwerk zette. Zó getalenteerd was hij, dat hij zelfs twee jaar was uitgeleend aan een Braziliaanse club, een prestatie op zich voor een Boliviaan, en een belofte van grootse dingen. Maar zoals dat gaat met beloftes in het voetbal, werd er uiteindelijk niets van waargemaakt. De Brazilianen hadden de optie tot koop kunnen lichten, maar bedankten beleefd, en Alain keerde terug naar zijn geboorteland met niet veel meer dan een hoop gebroken dromen en wat vergeelde foto’s van zijn tijd in Rio. In Bolivia zelf was de ontvangst koeltjes. Terug in de vertrouwde, maar inmiddels te krappe competitie werd hij steevast gepasseerd voor oudere, ervarener spelers die minder risico met zich meebrachten. Geen club wilde nog investeren in een talent dat ooit glansrijk leek maar nu slechts schaduwen van zijn vroegere zelf liet zien. Zo werd Alain, zoon van Guzmán, gedegradeerd tot een voetnoot in de opstelling, een invaller op goede dagen en een vergeten bankzitter op slechte. Toch kon ik niet ontkennen dat ik ergens een zekere aantrekkingskracht voelde. Misschien was het zijn naam, die ronkende bijna epische klank, of misschien waren het die schaarse momenten in zijn WyScout-video’s, waarin hij in flitsen zijn oude flair liet zien. Een onverwachte beweging, een onorthodoxe draai, iets dat nog leek te herinneren aan de speler die hij ooit had kunnen zijn. Het was niet veel, en het was vaag, maar soms is een sprankje potentieel precies wat je nodig hebt als je midden in de voetbalhel van Guatemala zit en wanhopig op zoek bent naar spelers die het niveau net een beetje omhoog kunnen trekken. Reacties en dergelijke. Spoiler Op 17-11-2024 om 10:03 zei Kyrill: Hehe dat was leuk en grappig. Dank je wel. Zijn er nog dingen die jij zou willen zien of die je mist? Op 17-11-2024 om 10:31 zei Marius: Interessante ontmoeting, als je dat zo mag noemen. Van die Gloria hebben we het laatste nog niet gezien of gehoord denk ik Verhaallijnen Op 17-11-2024 om 11:41 zei Djurovski: Mooie deerne. Vermoed dat die nog wel weer voor problemen gaat zorgen Ik vermoed dat je dat goed inschat Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 18 november Share Geplaatst 18 november Klinkt als een belovende speler mocht je de juiste snaar weten te raken Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 18 november Share Geplaatst 18 november Niets leuker, of soms frustrerender ( ) dan zoeken naar een half glimmende diamant tussen een hoopje middelmaat. Hopelijk vind John wat bruikbaar spelersmateriaal dat ook nog bereid is om af te zakken naar zo'n godvergeten oord. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 18 november Share Geplaatst 18 november Gloria de schoonmaakster. Een met een perfect zittende outfit waarvan een wit T-shirt onderdeel vanuit maakt zonder dat er vlekken op zitten. En dan het haar wat nagenoeg perfect zit na het schrobben. Soms vraag ik mij af of John het ooit leert. Hopelijk is hij op WyScout succesvoller in het bepalen of iemand uit het goede hout gesneden is. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 19 november Auteur Share Geplaatst 19 november CDIX. Nog meer gelukszoekers De volgende gelukszoeker die mijn aandacht wist te trekken was Josué de Arma, een Argentijnse spits met een achtergrond die bijna heroïsch zou klinken, als je niet beter wist. Josué had het geschopt tot de jeugdopleiding van Newell’s Old Boys, een club die in de voetballerij klonk als een halfgod. Hier hadden Messi en Maradona hun eerste dribbels gemaakt, hun eerste glorie geproefd. Maar Josué? Josué had het na die droomstart niet veel verder geschopt dan een doffe middenmoter genaamd Belgrano, waar hij zich op de reservebank waarschijnlijk beter thuis voelde dan op het veld. In twee seizoenen had hij acht keer mogen opdraven, zonder ook maar één keer het net te vinden. Sterker nog, hij was een van de passagiers geweest op de treurige rit richting degradatie. Niet bepaald de papieren om de volgende Messi te worden. Maar goed, in een situatie zoals de mijne, waar je je selectie vult met de resten van het wereldwijde voetbalbuffet, zijn geloofsbrieven soms minder belangrijk dan een beetje bravoure en een paar flitsen van talent. En op de video’s die ik van hem vond, leek Josué in elk geval niet geheel hopeloos. Hij was vinnig, had een soort agressieve energie die, als je hard genoeg keek, deed denken aan een jonge bulldog die nog niet doorheeft dat hij tegen een vrachtwagen op moet boksen. Zijn basistechniek was zowaar beter dan die van de meeste lokale knoeiers die ik hier had rondlopen, en hij leek tenminste niet bang om een duel in te gaan. Geen spits die zich verschuilt achter verdedigers of bang is voor een beet van de bal; nee, Josué leek klaar om zich desnoods door het halve elftal van de tegenstander heen te wurmen, al was het puur uit koppigheid. En daar zat hem misschien net de charme. Want ondanks zijn gebrek aan doelpunten en zijn treurige carrièrepad had hij een soort onverwoestbaar geloof in zichzelf. In ieder geval, zo leek het op beeld. Josué de Arma, de naam klonk bijna als een soldaat, als een vechter die, ondanks een gebrek aan ervaring en kwaliteit, door bleef gaan. In mijn ogen was dat al meer dan de halfdode blikken die ik bij mijn eigen jongens had gezien. Ik scrolde door mijn inbox en bleef hangen bij een bericht van een of andere glibberige zaakwaarnemer die zijn cliënt aanprees met de subtiele tactieken van een marktkoopman die zijn laatste rotte vis probeert te verkopen. De speler in kwestie was een 28-jarige Argentijnse centrumverdediger, en eerlijk gezegd sprak niets in zijn CV me aan. Dit was geen verloren parel of vergeten talent dat per ongeluk onder de radar was verdwenen, nee, deze jongen had het grootste deel van zijn loopbaan doorgebracht in de lagere regionen van het Argentijnse voetbal. Niet de Primera Division, niet Boca Juniors of River Plate, maar de plekken waar je eerder denkt aan stoffige velden en halflege tribunes dan aan talentvolle scouts en doorbraakmogelijkheden. Maar dat was nog niet het hele verhaal. Op een of ander dwaas moment had hij besloten zijn geluk te beproeven in Bosnië, een land dat wellicht bekendstaat om zijn goede hartchirurgen, maar zeker niet om zijn voetbalcarrière-reddende mogelijkheden. Het avontuur in Bosnië was schijnbaar niet helemaal geworden wat hij ervan had gehoopt, wat in dit geval betekende dat hij waarschijnlijk vaker de bank warmhield dan het gras van dichtbij zag. Dus was hij afgedropen naar de Dominicaanse Republiek, waar hij drie seizoenen lang ballen stond weg te werken op velden die hoogstwaarschijnlijk omringd waren door palmbomen en half dronken toeristen. En nu, na drie seizoenen in de tropen, was de stap naar Guatemala voor deze jongen zowaar een promotie. Guatemala, waar de voetbalvelden wellicht iets minder groen zijn en de fans nog minder kritisch. Vanuit zijn perspectief was het vast een stap vooruit, maar in werkelijkheid was het alsof je van de ene zinkende sloep naar de andere sprong in de hoop dat je dit keer niet al te snel nat werd. Ik keek nog eens naar de schamele gegevens die ik had. Het was niet bepaald indrukwekkend, maar goed, kieskeurig konden we niet zijn. Een achterhoede vol met lokale oudjes en trage verdedigers had me al genoeg slapeloze nachten bezorgd. Deze Argentijn, Francisco Ortega, met zijn halfbakken avontuur in Bosnië en zijn tropische escapades in de Dominicaanse Republiek, was op papier tenminste jonger en misschien nog niet volledig afgestompt door het uitzichtloze voetbalbestaan. Dus, ondanks mijn instinct dat me zei dat ik weer een kat in de zak aan het kopen was, besloot ik ook hem een contract aan te bieden. Want hier in Guatemala waren de lat en mijn verwachtingen inmiddels even laag gezakt. Diego Cuadros, de man die ik op het oog had om ons middenveld wat creatieve vonken te geven, was in veel opzichten een stereotype; een Colombiaanse spelmaker van de oude stempel, een type dat je nog maar zelden ziet. Hij had een techniek die fluweelzacht was, alsof elke bal die zijn voet raakte meteen een liefdesverklaring kreeg. Prachtige steekpasses en sierlijke dribbels, dat kon hij als de beste. Maar zoals bij veel van die “kunstenaars” was er ook een keerzijde: bij balverlies bleef Diego gewoon stilstaan of sjokte op zijn dooie gemak terug, alsof verdedigen iets voor het plebs was, niet voor een artiest van zijn kaliber. Balbezit was zijn podium, maar zodra de spotlight even verdween, leek hij te vergeten dat hij überhaupt op het veld stond. Het was een loopbaan vol kronkels en mislukkingen. Ooit had hij op het hoogste niveau in Colombia gespeeld, en daar was hij een soort cultfiguur geweest, de man van wie je prachtige dingen verwachtte, zelfs al gebeurde dat maar eens in de zoveel wedstrijden. Toen begon het dwalen. Eerst een avontuurtje in Servië, waar hij al snel begreep dat de harde verdedigers daar weinig geduld hadden voor zijn artistieke neigingen. Daarna een kortstondige flirt met Cyprus, waar hij het warme eilandlicht als enige lichtpunt had ervaren, want op het veld werd hij vooral een passerende schim. En nu kwam hij net uit Bolivia, waar hij had geprobeerd zijn carrière nieuw leven in te blazen, maar waar hij ook niet echt “uit de verf” was gekomen, om het mild uit te drukken. En toch, ondanks alle rode vlaggen die zijn CV opwierp, was er iets aan Diego Cuadros dat bleef hangen. Misschien was het die flits van vernuft, die enkele seconden waarin hij de bal beroerde alsof hij Mozart in voetbalvorm was. Dit was een man die, als alles perfect in elkaar viel, ons elftal van de broodnodige creatieve ingevingen kon voorzien. Maar de prijs was hoog: de hele ploeg zou om hem heen moeten worden gebouwd, zijn grillen zouden worden getolereerd, zijn nonchalante defensieve houding geaccepteerd. Ik twijfelde. Dit soort spelers waren een tweesnijdend zwaard; hij zou ons een wapen kunnen geven dat we nu misten, maar het kon ook zomaar de katalysator zijn voor een seizoen vol frustraties. Toch, wie niet waagt, wie niet wint, toch? En hier in Guatemala waren de mogelijkheden beperkt. Soms moet je met de meest eigenwijze strohalm genoegen nemen in de hoop dat er ergens een sprankje wonder in verscholen ligt. Reacties en dergelijke. Spoiler 22 uur geleden zei Djurovski: Klinkt als een belovende speler mocht je de juiste snaar weten te raken Dat is wel de stiekeme hoop 21 uur geleden zei Marius: Niets leuker, of soms frustrerender ( ) dan zoeken naar een half glimmende diamant tussen een hoopje middelmaat. Hopelijk vind John wat bruikbaar spelersmateriaal dat ook nog bereid is om af te zakken naar zo'n godvergeten oord. Ik denk dat je geen enkele speler van deze lijst ooit zou halen, maar in Guatemala worden zij sterren. Hoop ik. 20 uur geleden zei ElMarcos: Gloria de schoonmaakster. Een met een perfect zittende outfit waarvan een wit T-shirt onderdeel vanuit maakt zonder dat er vlekken op zitten. En dan het haar wat nagenoeg perfect zit na het schrobben. Soms vraag ik mij af of John het ooit leert. Hopelijk is hij op WyScout succesvoller in het bepalen of iemand uit het goede hout gesneden is. AI is niet perfect hehe. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 19 november Share Geplaatst 19 november Het wordt daar wel een klein vreemdelingenlegioen, maar dat zal John wellicht worst wezen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 19 november Share Geplaatst 19 november Klinkt als wederom drie tropische verrassingen die John zijn seizoen, carrière en mogelijk zelfs leven moeten gaan redden. Wat kan er toch mogelijk misgaan? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Kyrill Geplaatst 19 november Share Geplaatst 19 november Nee ik mis helemaal niks, mon amice. Twee heerlijke laatste, updates weer Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 20 november Auteur Share Geplaatst 20 november CDXI. Santi the saviour Al van kinds af aan heb ik de gewoonte om hardop te denken. Het soort gewoonte dat mensen je meestal met opgetrokken wenkbrauwen bekijkt, of op z’n best met een ongemakkelijke glimlach. Het klinkt raar, ik weet het, maar op de een of andere manier helpt het me om de boel op een rijtje te krijgen. Meestal krijgen mensen er geen hoogte van en blijven ze liever buiten mijn gedachtenstroom. Maar Miguel, die bleef hangen. Hij was zo iemand die zelfs de vreemdste kronkels leek te willen volgen. “What are you saying, boss?” vroeg hij, terwijl hij me met die typische half spottende, half nieuwsgierige blik aankeek. Alsof hij benieuwd was wat voor plan ik nu weer aan het uitbroeden was, maar tegelijk verwachtte dat het niets meer dan wartaal zou zijn. Ik keek even opzij en merkte zijn geamuseerde uitdrukking op. “I’m saying we need a target man, Miguel. A strong, ruthless forward. Someone who doesn’t get pushed around, someone who can stand his ground. You understand what I mean?” Miguel trok zijn mondhoek op en liet een lange, expressieve zucht ontsnappen. "Sí, sí, boss. You mean... un tanque, no? A big man. Que no se cae al primer empujón." Precies. Hij begreep het. “Yes, Miguel, exactly. A big guy who doesn’t fall over the second he’s nudged by a defender. Someone who can actually win a header, who can hold up the ball and let others join the play. We need a guy who puts the fear of God into the opposing defenders. You know, someone who eats raw meat for breakfast and has no problem elbowing his way to goal.” Hij knikte bedachtzaam, alsof hij de nuances van mijn woorden proefde. "Boss, in Guatemala… es complicado. Big guys here… they don’t play football, they work... construction," zei hij, zijn schouders lichtjes optrekkend en een spottende blik op zijn gezicht. “Pero puedo preguntar. Maybe... we find one. Someone... con cojones, you know?” Ik kon het niet laten om te grijnzen. “Yes, that’s exactly it, Miguel. Find me someone with cojones, someone who’s not afraid to break a few ribs to get the ball in the net.” Hij schudde zijn hoofd met een mengeling van bewondering en ongeloof, alsof hij zich afvroeg of ik het echt meende of gewoon een beetje doorsloeg. Maar Miguel kende me inmiddels en wist dat ik zelden grapjes maakte over dit soort dingen. Miguel aarzelde, zijn ogen dwaalden even af naar de grond terwijl hij op zijn lip beet, alsof hij niet zeker wist of hij het moest zeggen. "Por que... maybe... maybe there is alguien, someone… quien era muy bueno antes. Santiago ‘Santi’ Gomez." Ik keek hem aan, wenkte met mijn hand. "Go on." Hij zuchtte diep en haalde zijn schouders op, alsof hij het verhaal zelf amper geloofde. “Bueno, boss... Santi, he was... un fenómeno. Five years ago, this guy... he scored 24 goals in one season aquí, en Guatemala. People... they said he was the future, el próximo ídolo del país. Big guy, tough as a rock, metía miedo, you know? He was strong, he could push defenders like they were niños. But then… everything fell apart.” Miguel pauzeerde even, zijn gezicht een mengeling van medelijden en berusting. “Su papá murió. His father... murió muy de repente. Was unexpected, y Santi... he didn’t take it well. He had this big contract waiting, everyone thought he would go to el extranjero, maybe even to Mexico. But after his father died... fue como si algo se rompió. Like something broke inside him.” Ik knikte, luisterend naar de tragiek in het verhaal, terwijl Miguel door zijn woorden worstelde. “Desde entonces... he just... no sé, se perdió. He lost himself. Santi empezó a beber... lloraba por las noches. One night, he sat in some bar here, en la ciudad, drinking. La gente decía que he just sat there... with una botella de ron en sus manos, y empezó a llorar. Right there, in front of everyone, he drank the whole bottle de un solo trago... just... como si nada. After that, he... desapareció.” Miguel keek me recht aan, zijn ogen donker, zijn stem zacht. “He went back to his pueblo, somewhere far, lejos, where no one could see him. Some people say he still lives there... vive como un fantasma, working in some campo. A ghost of the man he once was. De vez en cuando, they say he comes to the city, just to drink, to look for something, pero... nunca regresa a la cancha. Never plays again.” Ik liet het verhaal even bezinken, het beeld van een man die ooit hoop en ambitie uitstraalde, nu gedegradeerd tot een vergeten figuur die zijn dagen vult met niets meer dan herinneringen en verdriet. Miguel haalde diep adem en keek me met een mengeling van spijt en hoop aan. “Boss,” zei hij langzaam, zijn blik fel maar onzeker, “Santi... he’s no like antes, pero... maybe he just needs un propósito, you know? A reason. If anyone can bring him back, maybe... is you.” Het was een wanhopige gedachte, maar ik kon het niet zomaar van me afschudden. Santi Gomez, een verloren legend, de man die ooit de grootste van het land had kunnen zijn, nu weggedoken in de schaduw van zijn eigen verhaal. Miguel zag de twijfel in mijn ogen. Hij keek me aan met een mengeling van frustratie en overtuiging, alsof hij het idee had dat ik op het punt stond de deal van mijn leven te laten liggen. Hij leunde iets dichter naar me toe, zijn stem vastberaden, zijn blik scherp. “Boss, listen... Santi, he is... rápido, fuerte, una bestia. This guy, he can push through defenses like nadie más. You saw those defenders today, como si fueran papel, weak. Santi, he’s different. Él no tiene miedo. When he plays, cuando está en la cancha... he’s like un toro, you know? You cannot stop him.” Ik bleef hem aankijken, nog niet helemaal overtuigd, maar de felheid in zijn ogen begon langzaam door te dringen. Miguel schudde zijn hoofd en glimlachte spottend, alsof hij wist dat ik gewoon een zetje nodig had. “Mira, you want a target man, alguien que puede luchar. Santi scored 24 goles, boss. Veinticuatro! He’s not just some amateur. He’s a real goleador, and he knows how to play aquí, en Guatemala. You think another extranjero, some gringo, can do better? No, señor. Santi, he knows this game, knows this place. He could be exactly what you’re missing.” Hij maakte een gebaar alsof hij iets uit de lucht plukte en in een denkbeeldige pot gooide, zijn ogen nu bijna gloedvol. “Boss, él es el ingrediente perfecto, the missing link. You have your dribblers, your passers, pero falta fuerza, falta power. Santi... he is el carne in your stew, boss. Without him... is just soup.” Hij lachte kort, maar zijn blik bleef serieus, overtuigd van zijn eigen argument. Ik schudde mijn hoofd en keek even weg, maar Miguel gaf niet op. Hij leunde naar voren, zijn stem nu zachter, bijna smekend. “Boss, I know him. Sé que he’s... broken, sí. But maybe he just needs someone to believe en él otra vez. Maybe he’s just waiting for la oportunidad. You give him a reason, un propósito, and maybe... maybe he can be el goleador you need.” Zijn ogen keken me strak aan, zijn gezicht vol ernst. “If you want to win, si quieres ganar... you need alguien like Santi. Sin miedo. No afraid to fight. Someone who will go through hell if you ask him.” Ik voelde de woorden zwaarder worden, alsof er toch meer aan dit verhaal vastzat dan ik in eerste instantie dacht. Misschien had Miguel gelijk. Misschien was Santi inderdaad het ontbrekende stuk van de puzzel, het breekijzer dat we misten, de kracht die de balans zou herstellen. Natuurlijk waren er risico’s verbonden aan deze deal. Dit was niet zomaar een gokje; dit was een sprong in het diepe zonder te weten of er überhaupt water onder me zat. De afgelopen vijf jaar had Santi Gomez nauwelijks iets van betekenis gepresteerd. Zijn naam stond nog steeds ergens op het roster van de Guatemalteekse voetbalwereld, maar dat was puur uit nostalgie. Als je zijn statistieken van de laatste seizoenen bekeek, zag je een waslijst aan blessuretijd, bankminuten en incidentele invalbeurten waarin hij er niet eens in slaagde om een halve kans te creëren. De man had het talent ooit, dat stond vast. Maar inmiddels was dat talent net zo vervaagd als de herinneringen aan zijn gloriedagen. En dan was er het probleem dat nog zwaarder woog: hij was een alcoholist. En niet zomaar eentje die af en toe een biertje te veel dronk. Nee, Santi was een zuipschuit van de hoogste orde, een man die zichzelf genadeloos de diepte in had gedronken, zonder ooit echt een bodem te vinden. Als de verhalen klopten, dan was hij inmiddels de vaste klant bij elke bar binnen een straal van tien kilometer rondom zijn dorp. De man die ooit de toekomst van het Guatemalteekse voetbal was, stond nu eerder bekend om zijn vermogen om in één avond een fles rum leeg te werken dan om zijn prestaties op het veld. En dat is het lastige met dit soort gevallen: aan de ene kant zie je een flits van potentie, dat kleine beetje hoop dat er nog iets in hem zit dat kan vlammen. Maar aan de andere kant voel je ook de zware ballast van jaren waarin hij die potentie keer op keer heeft laten verpieteren. Toch was er iets dat bleef hangen, iets dat me ervan weerhield om Santi meteen af te schrijven. De man beschikte over precies het profiel dat ik zocht: fysiek sterk, niet bang om een duel aan te gaan en, ondanks alles, met dat vonkje talent dat hem ooit tot een belofte had gemaakt. Het was als een oude auto die ergens in een schuur stond te verstoffen; misschien zou hij nooit meer in volle glorie op de weg rijden, maar als je hem maar de juiste duw gaf, kon hij nog net dat stukje brengen dat we nodig hadden. En laten we eerlijk zijn, Engeland, het walhalla van de voetbalwereld, had hele generaties voortgebracht van spelers die zich net zo hard aan de fles vastklampten als aan hun carrière. Gascoigne, Adams, Merso; stuk voor stuk topvoetballers die zo mogelijk nog harder dronken dan ze speelden, maar op hun piekmomenten een veld konden betoveren als geen ander. Als die mannen met al hun demonen konden presteren op het hoogste niveau, dan zou Santi op z’n minst moeten kunnen meevoetballen in Guatemala, dacht ik cynisch. Dus hakte ik de knoop door. We zouden hem een prestatiecontract aanbieden. Geen vaste bedragen, geen grootse beloftes, alleen een beloning voor wat hij op het veld zou laten zien, als hij tenminste bereid was om te bewijzen dat hij nog iets van zijn oude glorie kon terugvinden. Ik voelde een mengeling van twijfel en opluchting, alsof ik mezelf had overtuigd van een gok die net zo goed kon eindigen in een fiasco als in een onverwachte triomf. Maar soms moet je risico’s nemen, zelfs als de kansen minimaal lijken. Reacties en dergelijke. Spoiler 20 uur geleden zei Marius: Het wordt daar wel een klein vreemdelingenlegioen, maar dat zal John wellicht worst wezen Sterker nog, het zal John longaniza wezen. Longaniza, ja, een worstenwonder dat je neus en smaakpapillen meteen in een houdgreep neemt. Je hebt gewone worst, je hebt chorizo, en dan heb je longaniza; een specialiteit op zichzelf, ergens op dat goddelijke spectrum tussen pittig en kruidig, maar toch met een eigen karakter dat je niet meteen thuisbrengt. Een stuk longaniza dringt je neus binnen alsof het je het hele Spaanse binnenland wil laten ruiken, kruidig en toch aards, met vleugjes knoflook en oregano die zich als een walm om je hoofd nestelen. En dat is nog voor je er een hap van hebt genomen. De textuur, dat is ook zoiets. Longaniza is geen alledaagse droge worst die je achteloos in stukjes hakt en erbij neemt. Nee, dit is een worst die je moet voelen met je tanden, moet ondergaan. In de mond begint het meteen met een subtiele weerstand, een soort zachte stevigheid die je dwingt om wat respect te tonen. Je eerste beet brengt die typische mix van varkensvlees en kruiden naar voren, met een peperige ondertoon die zich langzaamaan naar de voorgrond wurmt, als een geheime liefhebber die zich langzaam bekendmaakt. De smaak is warm en intens, niet rokerig zoals chorizo, maar juist wat zachter, subtieler, zonder zijn kracht te verliezen. De knoflook en peper spelen in je mond alsof ze al jaren met elkaar omgaan, met hier en daar een hint van paprika, maar altijd netjes onder controle. En dan heb je die geur die zelfs na de eerste hap nog in je neus blijft hangen, een mengeling van vlees en specerijen, alsof het vlees door een kruidenbos heeft gelopen voordat het werd verwerkt. Longaniza eet je niet, die onderga je. En dan ruik je er uren later nog naar, of je wil of niet. Dat is geen worst, dat is een ervaring. Ik spreek uit ervaring 19 uur geleden zei ElMarcos: Klinkt als wederom drie tropische verrassingen die John zijn seizoen, carrière en mogelijk zelfs leven moeten gaan redden. Wat kan er toch mogelijk misgaan? Ik heb daar wel ideetjes over. Hoe zou jij willen dat het misloopt? 18 uur geleden zei Kyrill: Nee ik mis helemaal niks, mon amice. Twee heerlijke laatste, updates weer Dank je wel. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 20 november Share Geplaatst 20 november Niets beter dan zo'n beest in de spits. Het aantal keren dat je kan scoren met de kop, of oorlog kan maken in de zestien doordat er zo'n onverzettelijke tank op de juiste plaats staat, wordt volgens mij zwaar onderschat. En doe mij ook maar zo'n stukje Longaniza Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Kyrill Geplaatst 20 november Share Geplaatst 20 november Gaaf n geweldig stuk. Benieuwd naar Santi!! Graag gedaan,natuurlijk. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 20 november Share Geplaatst 20 november De George Best van Guatamala lijkt gevonden. Nu hopen dat hij toehapt. Al kan John hem altijd nog een krat gevuld met flessen rum aanbieden. Hoe ik wil dat dit misgaat is best een lastige vraag. Wellicht dat een paar dure aankopen van John hun heil liever elders zoeken dan op het veld, iets wat voor blowback zorgt en John onder druk zet of hem weer doet belanden tussen de schimmige figuren. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 20 november Auteur Share Geplaatst 20 november CDXII. Santi the savage De belofte van een proefperiode, een minimale investering, geen zekerheden, was precies genoeg om Santi, het beest, El Tanque, naar Guatemala te lokken. Hij kwam aan met een bescheiden koffertje en een blik in zijn ogen die zowel onverschilligheid als iets wat op vastberadenheid leek uitstraalde. De eerste keer dat hij het veld op kwam, bewoog hij met een soort lompe gratie die tegelijkertijd intimiderend en hoopgevend was. Zijn postuur alleen al was genoeg om mijn twijfels te doen wankelen. Tijdens de eerste training keek ik met een mengeling van verbazing en opwinding toe hoe Santi, alsof hij in een oude film zijn jeugd terugwon, iedereen op een hoopje speelde. Hij beukte zich door onze verdedigers heen met het gemak van een bulldozer die door een kartonnen muur gaat. Iedere kopbal was een kopstoot, elke aanname een belofte van chaos voor de tegenstander. Het was alsof hij vijf jaar aan woede en verloren potentie losliet op het veld. En de lokale jongens, onze lieflijke verzameling voetballende plichtsgetrouwen, stonden erbij als bange konijnen, verlamd door de kracht en intensiteit die Santi met zich meebracht. Ik stond aan de zijlijn, armen over elkaar, terwijl ik het schouwspel bekeek en de knoop doorhakte. Dit was mijn nieuwe spits. Dit was de ontbrekende schakel, het breekijzer dat we zo hard nodig hadden. Hij was misschien niet verfijnd, misschien zelfs wat roestig na die verloren jaren, maar ik wist genoeg. Wat deze ploeg nodig had was geen finesse, maar pure spierkracht, een sloper met net genoeg talent om tegenstanders in verwarring te brengen. Santi zat daar langs de zijlijn met een flesje Gallo in zijn hand, een lokale pils die hij nonchalant rondwalsde alsof het een fijne wijn was. Toen hij me zag aankomen, keek hij op met die half-uitdagende blik van iemand die net iets te goed weet wat hij waard is. Ik gebaarde naar Miguel, die het vertalen op zich nam. “Señor Santi,” begon Miguel in het Spaans, zijn stem respectvol maar zakelijk, “the boss wants to sign you. Quiere que seas parte del equipo.” Santi’s gezicht klaarde op, een brede grijns gleed over zijn gezicht, alsof hij iets dacht als ‘eindelijk snappen ze het hier’. Hij nam nog een slok van zijn bier, veegde zijn mond af met zijn handrug en begon te praten, zijn toon vastberaden en zijn blik recht op Miguel gericht. Terwijl Santi zijn eisen met een haast provocerende kalmte opsomde, veranderde de gezichtsuitdrukking van Miguel van licht geamuseerd naar iets wat je zou kunnen omschrijven als bezorgd, en toen hij klaar was, keek hij me aan met een schuin gezicht. “What’s the problem?” vroeg ik, een wenkbrauw opgetrokken. Miguel schraapte zijn keel en aarzelde, alsof hij zich afvroeg hoe hij dit precies moest brengen. “Boss... eh, Santi is fine with the deal, he wants... el contrato de rendimiento, prestatiecontract,” begon hij langzaam, alsof hij de woorden zorgvuldig afwoog. “But, he has... algunas condiciones.” Ik zuchtte. “Of course he does. What conditions?” Miguel ging verder, voorzichtig. “Santi says... él quiere to come only cuando tiene ganas. Only when he wants to. He no like... entrenar every day.” Hij keek me aan om te zien hoe ik dit zou opnemen, maar ik knikte slechts lichtjes, een beetje cynisch – het was niet het eerste ego dat ik moest masseren. Maar Miguel was nog niet klaar. “Y otra cosa... he likes... cómo decirlo... la fiesta. He likes... the nightlife, boss. Says... no problem, he will come fit, but él no quiere problemas if he goes out. Quiere libertad para salir, no questions, nada de problemas.” Miguel’s gezicht vertoonde een mengeling van zorgen en verbazing. “Dice que... él promises, boss. Promises que he’ll be ready cada partido. He will be fit. Y... he will score, eso también promete. But, no... he doesn’t want any... restrictions.” Ik leunde achterover, terwijl ik Santi observeerde. Hij keek me recht aan, met een grijns die iets spottends had, alsof hij me uitdaagde om ‘nee’ te zeggen. De man zat daar met zijn flesje Gallo in de hand, nonchalant maar vastberaden, als een oude rockster die je de wereld belooft zolang je hem zijn vrijheid laat. Voordat ik ook maar iets kon zeggen, besloten een paar van zijn toekomstige ploegmaats hun mond open te trekken. Natuurlijk hadden ze elk woord gehoord van wat Santi had geëist, het nieuws was zich als een lopend vuurtje door de selectie aan het verspreiden. Een paar van de routiniers stapten op hem af, hun gezichten donker en verongelijkt, en je hoefde geen Spaans te spreken om de onderliggende boodschap te begrijpen: ze gingen dit niet zomaar slikken. Maar nog voor iemand echt iets kon uitbrengen, zag ik het gebeuren; de Colombiaanse reus voor me verstarde, zijn gezicht veranderde razendsnel van een grijns in een masker van pure woede. Met één snelle, bijna vloeiende beweging, sloeg hij het flesje Gallo in zijn hand kapot op de rand van de bank waar hij zat. Scherven, scherpe randen, een dreigend wapen. Hij hief het afgebroken glas op, zijn ogen priemend en zwart, zonder een greintje humor, en richtte het recht op zijn teammaats. Niemand sprak nog een woord. De routiniers, die zojuist nog dachten dat ze de moraalridders waren, voelden plots de moed uit hun benen wegzakken. Ze keken elkaar even aan, een kort, ongemakkelijk knikje, en dropen af als bange hazen, met gebogen hoofden en een respect dat je met geen woorden kon afdwingen. Santi snoof, een geluid van pure minachting, alsof hij zich afvroeg hoe hij ooit in één team zou moeten spelen met deze bende amateurs. Hij liet het kapotte flesje in het gras vallen en pakte, zonder een seconde aarzeling, een nieuw flesje uit de koelbox naast hem. Met een kille rust opende hij het, nam een slok, alsof er niets gebeurd was, en richtte zijn blik weer op mij. Hij trok één wenkbrauw op en keek me recht aan, zijn ogen vragend, uitdagend. Het was alsof hij wilde zeggen: “Dus, wat gaan we doen, chef?” En hoewel er geen woord uit zijn mond kwam, was de boodschap kraakhelder. Hier stond een man die geen tijd had voor discussies, geen ruimte voor compromissen. Je accepteerde hem zoals hij was, met alles erop en eraan, of je had hem niet. Ik hoefde geen Spaans te spreken om zijn boodschap te begrijpen. De vraag drong zich aan me op als een dreigende donderwolk boven een zomerpicknick: hoe ging ik hier in godsnaam mee om? Wat moest ik doen? De situatie zat muurvast. Als ik hem direct afwees, was dat een belediging. Niet alleen zou ik een veelbelovende spits verliezen, maar ik zou ook een voorpaginaverhaal worden in de Guatemalteekse tabloids: 'Nieuwe coach CD Guastatoya vernederd door woeste Santi Gomez'. En dan nog de andere kant: wat als ik toegaf? Wat als ik knikte, hem een hand gaf en zei: “Welkom aan boord, El Tanque, doe wat je wilt zolang je maar scoort”? Wat voor precedent schepte ik daarmee voor de rest van de selectie? Wat voor leiderschap liet ik zien als ik mijn autoriteit op dag één verkocht aan een ex-alcoholist met losse handjes en een indrukwekkende fysiek? Santi zat daar ondertussen alsof hij de boel volledig onder controle had. Hij nam nog een slok van zijn verse flesje Gallo, leunde iets achterover en keek me aan met een blik die zei: “Ik heb tijd, jefe. Neem jij maar rustig een beslissing.” Miguel stond naast me, zijn handen diep in zijn zakken gestoken, een halve grijns op zijn gezicht. “Boss,” zei hij zacht, nauwelijks hoorbaar, “he’s a big problem... but also maybe a big solution.” Zijn woorden klonken net zo dubbelzinnig als de situatie zelf. Mijn gedachten waren een chaos. Dit was de soort speler die je nodig had om een kampioensteam te bouwen: rauw, krachtig, meedogenloos. Maar hij kwam met een prijskaartje dat je carrière kon kosten. Het was niet alleen zijn salaris – dat zou hij misschien zelfs niet eens zo hoog stellen – maar zijn houding, zijn invloed op de ploeg, de controle die je uit handen gaf zodra je hem zijn zin gaf. Hij was een gok, een wild paard dat je misschien kon temmen, of dat je volledig uit de bocht zou slingeren. Ik schraapte mijn keel, keek naar Miguel en terug naar Santi. “Alright, let’s talk.” Reacties en dergelijke. Spoiler 1 uur geleden zei Marius: Niets beter dan zo'n beest in de spits. Het aantal keren dat je kan scoren met de kop, of oorlog kan maken in de zestien doordat er zo'n onverzettelijke tank op de juiste plaats staat, wordt volgens mij zwaar onderschat. En doe mij ook maar zo'n stukje Longaniza Op dit soort niveaus kun je er prima meer voor de dag komen. Ik heb zelf het geluk dat ik het kon proberen dankzij een collega met een vrouw uit Guatemala. Stevig spul 1 uur geleden zei Kyrill: Gaaf n geweldig stuk. Benieuwd naar Santi!! Graag gedaan,natuurlijk. Santi, at your service. 59 minuten geleden zei ElMarcos: De George Best van Guatamala lijkt gevonden. Nu hopen dat hij toehapt. Al kan John hem altijd nog een krat gevuld met flessen rum aanbieden. Hoe ik wil dat dit misgaat is best een lastige vraag. Wellicht dat een paar dure aankopen van John hun heil liever elders zoeken dan op het veld, iets wat voor blowback zorgt en John onder druk zet of hem weer doet belanden tussen de schimmige figuren. Met wat pech is het niet alleen drank Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 20 november Share Geplaatst 20 november Dit gaat nog genieten worden hoor. Met spelers die letterlijk vechten voor hun laatste kans Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 20 november Share Geplaatst 20 november Niets mis met een gangmaker om de selectie op sleeptouw te nemen voor een stevig feestje, toch? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 20 november Share Geplaatst 20 november Verkoopt John zijn ziel aan de duivel die hij kent door Santí niet te tekenen of kiest hij voor de duivel die hij nog niet kent in de vorm van Santí. Hoewel.... de vraag is of John nog een ziel heeft die te verkopen is. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 21 november Auteur Share Geplaatst 21 november CDXIII. El Tanque tekent De deal kwam sneller tot stand dan ik had verwacht. Ondanks de dramatische vertoning aan de zijlijn en Santi’s onnavolgbare eisen was het voor iedereen duidelijk wat hij kon betekenen. Zelfs de dwarsliggers in de selectie, die eerder nog protesteerden tegen zijn komst, waren snel overgehaald toen ik hen een simpele vraag stelde: “Do you want to stay in this shithole division? No? Then we need Santi.” Miguel vertaalde mijn woorden met een vlotte tong, en terwijl hij sprak, voegde hij blijkbaar nog wat eigen accenten toe. De gezichten van de spelers veranderden, hun eerder sceptische blikken maakten plaats voor gedwee knikken. Het was alsof Miguel een soort magisch woord had uitgesproken dat hun bezwaren in één klap had weggevaagd. Alles was geregeld. De papieren lagen klaar, Santi grijnsde alsof hij zojuist een miljoenendeal had gesloten, en ik voelde me net iets te tevreden over hoe soepel het allemaal was verlopen. Toen we even later alleen stonden, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken. “What did you add to my bit, Miguel?” vroeg ik, terwijl ik hem strak aankeek. Hij trok een wenkbrauw op en grijnsde breed, alsof hij zich nauwelijks kon inhouden. “Ah, boss,” begon hij, zijn stem een mengeling van amusement en zelfvoldaanheid. “I told them... Raúl de Leon quiere a Santi. He wants this transfer. And you know... cuando Raúl quiere algo, siempre lo tiene. Always.” Ik keek hem aan, half verbaasd, half gefascineerd. “And that worked?” Miguel knikte, zijn gezicht nu serieus. “Of course, boss. They know Raúl. Él es el patrón. If he wants Santi... nadie se opone. Nobody goes against Raúl. Los jugadores, they know... si dices no a Raúl, there will be problems. Problemas grandes. Maybe... they lose their place. Or maybe... they disappear.” Hij glimlachte wrang, alsof hij zelf niet helemaal geloofde dat hij dat had gezegd, maar er toch zeker van was dat iedereen het begreep. Ik haalde diep adem en keek even weg, terwijl Miguel doorging. “Boss, Raúl gets what he wants, siempre. So I told them... if you want to stay en este equipo, if you want... seguridad... you agree. And, boss, they agreed.” Hij haalde zijn schouders op alsof het de normaalste zaak ter wereld was. “It’s Guatemala, boss. Aquí, las cosas funcionan diferente. Things work different here.” Ik wist niet zeker of ik moest lachen of huilen. Raúl de Leon, de schaduw achter mijn transferpolitiek, had opnieuw laten zien wie hier echt de baas was. En Miguel? Die grijnsde breed en leunde tegen zijn taxi, alsof hij zojuist een onzichtbare oorlog had gewonnen. Wat me nog restte, was misschien wel het smerigste klusje van allemaal: financieel schoon schip maken. Het soort werk waar je altijd een vieze nasmaak aan overhoudt, hoe noodzakelijk het ook is. Diverse grootverdieners in de selectie hadden vorig seizoen, getuige de degradatie, niet geleverd naar wat ze op hun loonstrook hadden staan. Spelers die ooit met veel bombarie waren binnengehaald als redders van de club, maar die op het veld eerder aan het gras stonden te snuffelen dan hun schoenen vuil te maken. Dergelijke spelers moesten weg, dat stond buiten kijf. De vraag was alleen: hoe kreeg ik ze loepzuiver van de loonlijst zonder dat ze hun contractuele nagels in de club sloegen? Ontslag was altijd een optie, maar dat betekende compensatie, en die zouden deze jongens gegarandeerd proberen uit te melken. Het alternatief was subtieler; hen ‘overtuigen’ dat ze elders betere kansen hadden. Misschien een vage belofte hier, een knipoog daar, of zelfs een kaartje voor een vliegtuig naar een competitie waar niemand ooit van had gehoord. Ik moest ook rekening houden met de realiteit van de lokale markt. Het gebrekkige niveau van de Guatemalteekse liga bood niet veel alternatieven. Als ik deze dure gasten verving, dan waarschijnlijk door een nieuwe lichting lokale spelers die, met alle respect, in de meeste competities nog niet eens als ballenjongen aangenomen zouden worden. Maar wat moest ik? De buitenlandse versterkingen waren al duur genoeg en moesten het verschil gaan maken, en dat betekende dat de rest van de selectie met minimale middelen moest worden opgevuld. Het werd een kwestie van schiften, wikken en wegen. Wie kon ik misschien nog rehabiliteren, en wie moest er linea recta de deur uit? Want zelfs de slechtste spelers hebben zo hun momenten. Soms is een mislukkeling niets meer dan een kanshebber met een verkeerd moment. Maar eerlijk gezegd, als je in de degradatieploeg van vorig jaar al niet was opgevallen, waarom zou dat nu ineens anders zijn? Ik voelde me als een directeur van een failliete fabriek, aan de lopende band beoordelend welk verroest stukje apparatuur nog nét een rondje mee kon en welk stuk schroot zonder pardon de sloop in moest. Dit zou een lange, onaangename operatie worden, en ik zou een hoop ‘por favor, míster’ en ‘dame otra oportunidad’ moeten negeren. Maar goed, wie niet presteert, betaalt de prijs. Dat gold voor iedereen, zelfs in Guatemala. Reacties en dergelijke. Spoiler 22 uur geleden zei Djurovski: Dit gaat nog genieten worden hoor. Met spelers die letterlijk vechten voor hun laatste kans A band of misfits. 20 uur geleden zei Marius: Niets mis met een gangmaker om de selectie op sleeptouw te nemen voor een stevig feestje, toch? Lijkt me niet, nee. 18 uur geleden zei ElMarcos: Verkoopt John zijn ziel aan de duivel die hij kent door Santí niet te tekenen of kiest hij voor de duivel die hij nog niet kent in de vorm van Santí. Hoewel.... de vraag is of John nog een ziel heeft die te verkopen is. John heeft geen ziel meer, maar het blijft een interessant moreel vraagstuk Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 21 november Share Geplaatst 21 november De silver lining is dat wanneer het schoonschip maken niet lukt, John altijd nog iets tegen Raúl de Leon zeggen. Of moet je in Guatemala het salaris van spelers in de ziektewet doorbetalen? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 21 november Share Geplaatst 21 november Kan John niet gewoon een lijstje geven aan Raúl om schoon schip te maken? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Aanbevolen berichten
Join the conversation
You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.