Djurovski Geplaatst 21 november Share Geplaatst 21 november Dat was wel slim van Miquel. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 22 november Auteur Share Geplaatst 22 november CDXIV. Er ontstaat iets moois Onze tweede oefenwedstrijd leek eindelijk een beetje het beoogde doel op te leveren. Voorin had ik een viertal neergezet dat, al zeg ik het zelf, niet zou misstaan op een gemiddelde scoutingsvideo. Vier van mijn beste spelers, het kruim van wat ik hier had kunnen samenstellen, kregen min of meer een vrije rol. Geen vaste posities, geen ingewikkelde tactieken; gewoon zwerven, creëren, chaos veroorzaken. Santi, de beer van een spits, diende als het onverzettelijke aanspeelpunt. Een wandelend anker waar de verdediging van de tegenstander geen antwoord op had, tenzij ze hem met drie man tegelijk zouden vastbinden, wat ze overigens bijna probeerden. Rondom Santi zwierven Cuadros, De Arma en Niño de Guzmán als een stel brutale vogels om een prooi. Cuadros, met zijn sierlijke balbehandeling en onvoorspelbare steekpasses, liet af en toe zien waarom hij ooit op hoger niveau had gespeeld, al moest je hem na elk wapenfeit even opvegen. De Arma en Niño, allebei vinnig en vol bravoure, stoven van links naar rechts, constant op zoek naar die ene opening. Het was een georganiseerde chaos, en eerlijk gezegd, het werkte. De andere zes veldspelers? Die vormden een hoog defensief blok dat misschien niet elegant was, maar wel effectief. Ortega, onze Argentijnse aanwinst en een wandelende muur van cynisme en ervaring, gaf de orders alsof hij al jaren de aanvoerder was. Hij schreeuwde, commandeerde en wist zelfs de meest matige lokale jongens op hun plek te zetten met een blik die je niet durfde te negeren. De bal mocht misschien rondflitsen aan de overkant, maar zodra hij in de buurt van Ortega kwam, was het alsof het spel stilviel. Alles wat hij miste aan snelheid compenseerde hij met positionering en intimidatie. Dit was het plan: laat de voorhoede los om schade aan te richten en laat de rest de schade beperken. Het was geen Barcelona-tica-taca, maar eerder een soort straatvoetbal met een defensieve ruggengraat. En hoewel het niet altijd even verfijnd oogde, zag ik eindelijk de contouren van een team dat iets kon betekenen. Misschien niet prachtig, misschien niet legendarisch, maar wel effectief. Er ging natuurlijk nog een hele discussie met Miguel aan vooraf, die het nut van een hoog blok niet begreep en me aankeek alsof ik had voorgesteld om de verdediging voortaan op stelten te laten spelen. Miguel stond met zijn armen over elkaar naast een whiteboard, zijn gezicht een mengeling van verwarring en scepsis. “Boss,” begon hij, zijn toon voorzichtig maar met een onderliggende scherpte die niet te negeren viel. “This high block... es peligroso, no? Los defensores... they are slow, very slow. If the ball goes over, they can’t correr, no pueden correr rápido.” Ik haalde diep adem en draaide me naar hem om, terwijl ik mijn blik strak op zijn gezicht richtte. “Miguel, listen. If they’re slow, they’re slow, right? Whether we play high or deep, that doesn’t change.” Miguel trok zijn wenkbrauwen op, alsof ik zojuist een kinderlijk eenvoudige logica had uitgesproken, maar hij was duidelijk nog niet overtuigd. “Sí, boss, pero... if they’re high... the ball goes over, es una carrera. They run, they lose. Es simple.” Ik zuchtte en stapte een paar meter van hem weg, terwijl ik met mijn hand naar de verdedigers wees. “Exactly, Miguel. And what happens if we play deep, close to our own goal? The same thing. They’ll get into one-on-one situations, and they’ll still lose the sprint. But if we play high, together, as a unit, we can press the ball higher up the pitch. We don’t give the opponents the time to play those long balls. They can’t exploit our defenders’ lack of speed if they never get the chance.” Miguel bleef staan, zijn armen nog steeds over elkaar, maar zijn gezicht had nu iets twijfelends. “Pero... boss, los defensores... they are not smart. No saben posicionarse. If they stay high... van a cometer errores.” Ik schudde mijn hoofd en keek hem aan met een lichte grijns, een mengeling van frustratie en geduld. “That’s why we work on positioning, Miguel. They don’t need to sprint if they’re in the right place. They need to focus on winning headers, keeping compact, and communicating. It’s not about speed, it’s about awareness. If we sit back, we’re just inviting pressure, and then it’s only a matter of time before we concede. This way, we take the game to them.” Miguel haalde diep adem en liet zijn handen zakken. Zijn ogen flitsten kort naar de verdedigers, die nu hun kopduels aan het oefenen waren alsof hun leven ervan afhing. “You sure, boss?” Ik knikte. “I’m sure, Miguel. Trust me. If we’re going down, we’re going down swinging, not sitting ducks waiting for them to shoot us.” Hij glimlachte kort, met een vleugje berusting en bewondering. “Alright, boss. Es tu plan. Let’s see if it works.” Uiteindelijk kregen we allebei een beetje gelijk, wat in de praktijk betekent dat iedereen een beetje ongelijk had. We wonnen met 5-2 van een ploeg die nog steeds op het hoogste niveau speelt, maar dat zegt in Guatemala niet zoveel. Onze vier voorwaartsen, mijn paradepaardjes, waren fenomenaal. Ze speelden voetbal dat, zeker in deze contreien, met recht oogstrelend genoemd mag worden. De combinaties waren snel en scherp, de steekpassjes sneden door de verdediging als een mes door boter, en Santi, El Tanque, speelde zoals ik gehoopt had. Hij buffelde zich een weg door alles wat in zijn pad stond en gaf met een kopbal waar de keeper nog een week nachtmerries van zou hebben het startschot voor een waar doelpuntenfestijn. Gedurende het grootste deel van de wedstrijd lukte het hoog druk zetten zoals gepland. De tegenstander kreeg nauwelijks tijd om adem te halen, laat staan om een bal naar voren te schieten. Het was alsof mijn spelers eindelijk begrepen wat ik van ze wilde, alsof het kwartje gevallen was. We overrompelden ze, duwden ze terug, en voor even leek het alsof mijn plan waterdicht was. Maar natuurlijk is dat nooit het geval. Zodra de tegenpartij voorbij de eerste linies van drukzettende spelers kwam, dat gebeurde vaker dan me lief was, werd het penibel. Miguels voorspelling begon werkelijkheid te worden. Onze verdedigers, hoe hard ze ook probeerden, liepen continu achter de feiten aan. Ortega, de ervaren Argentijn die normaal gesproken de boel nog redelijk bij elkaar wist te houden, werd langzaam maar zeker overspoeld door een golf van problemen die hij onmogelijk in zijn eentje kon oplossen. Er waren momenten waarop je bijna medelijden kreeg met hem. Hij stond daar, handen in de lucht, schreeuwend naar zijn medespelers, maar het was alsof niemand luisterde. Het was een defensieve chaos van het hoogste niveau. Een back die naar voren stormde zonder terug te kijken. Een centrale verdediger die een tackle inzette alsof hij blind was. En dan Ortega, die als een bezetene probeerde gaten te dichten terwijl hij zich waarschijnlijk afvroeg waarom hij in godsnaam ooit ja had gezegd tegen dit avontuur. De tegenstander had dat natuurlijk door en profiteerde gretig. Twee keer sloegen ze toe, met aanvallen die even simpel als dodelijk waren. Een lange bal over de top, een aanvaller die onze trage achterhoede eruit liep alsof hij op skates stond, en een klinische afwerking. De 5-2 eindstand was flatterend voor ons, maar ik wist wel beter. Het was een overwinning, ja, maar eentje die vooral de zwakheden in mijn plan blootlegde. Toen de scheidsrechter affloot, keek ik naar Miguel, die me met een opgetrokken wenkbrauw stond aan te staren, zijn blik iets wat het midden hield tussen "ik zei het toch" en "en nu?". Ik zuchtte en dacht: oké, misschien moet ik wat fine-tunen. Of we scoren voortaan zes keer, of we hebben meer Ortega’s nodig. Reacties en dergelijke. Spoiler 20 uur geleden zei ElMarcos: De silver lining is dat wanneer het schoonschip maken niet lukt, John altijd nog iets tegen Raúl de Leon zeggen. Of moet je in Guatemala het salaris van spelers in de ziektewet doorbetalen? Als je dat te vaak doet, wil er niemand meer voor je team spelen 18 uur geleden zei Marius: Kan John niet gewoon een lijstje geven aan Raúl om schoon schip te maken? Ja, maar dan houd je geen team meer over De nationale teams van Irak en Libië hebben jarenlang laten zien dat angstige voetballers niet presteren. 15 uur geleden zei Djurovski: Dat was wel slim van Miquel. Een uitgekookt mannetje is het. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 22 november Share Geplaatst 22 november Een beetje finetunen is nooit verkeerd. Voorin lijkt het wel op orde te zijn Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 22 november Share Geplaatst 22 november Zolang je meer scoort dan de tegenstander maakt het op zich niet uit. Maar wat finetunen kan natuurlijk ook nooit kwaad. De vraag is alleen of er zo van die Ortega's zo maar aan de bomen groeien daar? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 23 november Auteur Share Geplaatst 23 november (bewerkt) CDXV. Ron Zacapa Uiteindelijk besloot ik mijn heil te zoeken in vloeibare inspiratie. Whisky was hier peperduur, alsof elke druppel rechtstreeks uit een gouden vat in Schotland kwam, en dat was simpelweg niet te rechtvaardigen met mijn huidige gemoedstoestand. Dus schakelde ik over op rum, het nationale levenselixer van Guatemala. Rum, dat maakten ze hier zelf. Dat spul vloeide hier net zo gemakkelijk als water uit de kraan, alleen zat er net wat meer pit in. En eerlijk is eerlijk, de rum uit Guatemala stond internationaal hoog aangeschreven. Neem bijvoorbeeld Ron Zacapa, het paradepaardje van het land. Dit was geen goedkope bocht die je in een plastic fles bij een tankstation koopt, nee, dit was rum die met een zekere trots werd geproduceerd. Men beweerde zelfs dat het tot de beste rum ter wereld behoorde, met prijzen en medailles die dat zouden moeten bewijzen. Gemaakt op duizelingwekkende hoogten, in wat zij hun "House Above the Clouds" noemen. Het klonk bijna spiritueel, alsof elke fles was gezegend door een berggod. Maar wat het vooral betekende, was dat het spul rustig kon rijpen zonder de verstikkende hitte die je in de Cariben vaak hebt. Een technische voorsprong, als je het zo bekijkt. Wat het verhaal nog mooier maakte, was dat ze hun rum niet zomaar in een vaatje gooiden en er daarna niet meer naar omkeken. Nee, ze gebruikten een solera-systeem, overgenomen uit de sherrywereld. Dit hield in dat de jongste rum steeds bij de oudere werd gevoegd, waardoor elke fles die je opent een soort samenvatting is van generaties aan expertise. Het was kunst in een fles, althans, dat zou een reclametekst zeggen. Wat ik proefde was vooral een kruidige, warme kick die alles wat er in mijn hoofd speelde even op pauze zette. Toch bleef ik sceptisch. Hoeveel van dat hele "beste rum ter wereld"-verhaal was marketingpraat en hoeveel ervan was echt? Guatemala was geen land van nuance. Alles was hier of briljant of een ramp, met weinig tussenweg. De rum leek daarin geen uitzondering. Maar voor nu werkte het. De warme gloed verspreidde zich vanuit mijn keel door mijn borst, en ik voelde een soort tijdelijke berusting. Een paar glazen verder kon zelfs ik geloven dat het inderdaad de beste rum ter wereld was. De eerste slok van een goede Ron Zacapa is als een onverwachte klap op je rechterslaap, maar dan eentje die je met plezier incasseert. Het begint met een geur die je meteen nieuwsgierig maakt. Niet die goedkope alcoholwalm die je vaak tegenkomt bij inferieure rums, maar een complexe mix van vanille, geroosterde noten en iets dat bijna naar chocolade neigt. Alsof je in een verlaten bakkerij staat waar de geur van de laatste batch brownies nog net in de lucht hangt. Er zit ook een zweem van tropisch fruit in, wat je even doet twijfelen of je rum drinkt of aan een snoepje likt dat je niet helemaal durft te vertrouwen. En dan komt de smaak. Eerst een zachte zoetheid, net alsof de rum je wil geruststellen. “Geen zorgen,” lijkt het te zeggen, “ik ben hier om je avond aangenamer te maken, niet om je in coma te zuipen.” Die zoetheid gaat over in iets wat je gerust complex mag noemen, zeker voor een rum. Het is alsof je een stuk karamel proeft dat met zorg is verbrand, niet tot as, maar precies genoeg om dat bittere randje te geven dat het interessant maakt. Daarna komt er een kruidigheid bij, iets wat doet denken aan kaneel en nootmuskaat, alsof iemand een herfstwandeling in een fles heeft gestopt. Maar het echte hoogtepunt is de afdronk. Waar goedkope rums vaak met een schurende prikkel uit je keel verdwijnen, blijft Ron Zacapa nog even hangen. Niet onplezierig, maar met een warme, zijdeachtige nasmaak die je bijna uitnodigt om meteen nog een slok te nemen. Je proeft de vaten, die Spaanse sherrytonen, de hint van Amerikaanse eikenhout, alsof de rum een verhaal aan je probeert te vertellen over de jaren dat hij daar in stilte heeft liggen wachten. Het enige nadeel van deze ervaring is dat het te goed is. Je begint te begrijpen waarom dit spul op lijsten van de “beste rums ter wereld” belandt. En tegelijkertijd voel je je een beetje een slachtoffer van de marketing. Want wie drinkt er nu rum om zich als een verfijnde kenner te voelen? Rum is de drank van piraten, van kapotgeschoten kroegen, niet van culinaire verfijning. Maar Ron Zacapa breekt met die traditie. Het is rum die pretendeert meer te zijn dan een doorsnee drankje, en eerlijk is eerlijk: het komt er verdomd dicht bij in de buurt. Het probleem met een drankje dat zo lekker is, is dat je vergeet dat het ook zijn tol eist. Bij de eerste slok denk je nog dat je de touwtjes in handen hebt. Je proeft, je geniet, je geeft jezelf een schouderklopje omdat je geen goedkope troep aan het drinken bent, maar een hoogstaand brouwsel waar zelfs een sommelier respect voor zou hebben. Maar Ron Zacapa heeft een listige kant. Het glijdt zo soepel naar binnen dat je de flessenhals niet eens meer hoort klokken als je glas voor de derde keer gevuld wordt. Je vergeet dat het niet de drank is die jou drinkt, maar jij de drank. En zo komt het dat je op een punt belandt waar je niet meer drinkt om te genieten, maar drinkt omdat het glas nu eenmaal voor je neus staat. En dan, als het feest voorbij is, komt de kater. Ron Zacapa mag dan elegant smaken, maar de gevolgen van een avond met deze godendrank zijn allesbehalve verfijnd. Het begint met een doffe dreun in je hoofd, alsof iemand tijdens je slaap een betonnen vloer over je schedel heeft gegoten. Je probeert je ogen open te krijgen, maar het voelt alsof je oogleden van lood zijn. Zodra je rechtop gaat zitten, doet je maag een poging tot opstand. Niet meteen overgeven, dat zou te simpel zijn, maar een ongemakkelijk gerommel, alsof je ingewanden discussiëren of ze wel of niet in staking gaan. De echte verrassing komt als je probeert op te staan. Je benen voelen aan als pudding, en je mond is zo droog dat je bijna denkt dat je de Sahara in je keel hebt liggen. Het is de typische kater die niet alleen lichamelijk pijn doet, maar je ook mentaal een trap na geeft. Want met elke kloppende hartslag in je hoofd herinnert je brein je aan de keuzes die je de avond ervoor hebt gemaakt. En Ron Zacapa? Die blijft daar stoïcijns onder. De fles staat waarschijnlijk nog ergens op het aanrecht, onaangedaan door het leed dat hij heeft veroorzaakt, alsof hij wil zeggen: “Ik ben niet schuldig. Jij hebt me zelf leeggedronken.” En dan is er nog dat verraderlijke moment van berusting. Je gaat zitten, een glas water in je hand, terwijl je jezelf voorneemt om dit nooit meer te doen. Maar ergens, in de verte, weet je dat het een leugen is. Want de herinnering aan de smaak van Ron Zacapa is sterker dan de kater. De fles zal je blijven roepen, en je weet dat je op een dag opnieuw zult bezwijken. Dat is de tragiek van een drankje dat te goed is voor deze wereld. Reacties en dergelijke. Spoiler Er komt weer een oefenwedstrijdje aan. Jocotán FC om precies te zijn, een ploeg die een niveau lager dan ons speelt. You know the drill. Guess the score. Op 22-11-2024 om 11:55 zei Djurovski: Een beetje finetunen is nooit verkeerd. Voorin lijkt het wel op orde te zijn Aanvallend doen we het erg goed, maar de defensie is een zorgenkindje. Op 22-11-2024 om 11:59 zei Marius: Zolang je meer scoort dan de tegenstander maakt het op zich niet uit. Maar wat finetunen kan natuurlijk ook nooit kwaad. De vraag is alleen of er zo van die Ortega's zo maar aan de bomen groeien daar? Ik vrees van niet. Het niveau van de lokale spelers is bedroevend. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen 23 november bewerkt door Nom de Guerre Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 23 november Share Geplaatst 23 november Twee ervaringen, de ene al herkenbaarder dan de andere Maar dat zo’n godendrank een toevluchtsoord is voor John kan ik zeker begrijpen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 23 november Share Geplaatst 23 november Een ode aan de rum. Is toch wel een beetje vreemd gaan van John 8-2 gok ik Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 24 november Auteur Share Geplaatst 24 november CDXVI. De rauwe werkelijkheid Terwijl ik mijn zonden overdacht en de kloppende ellende in mijn schedel probeerde te negeren, werd de deur van mijn kamer met een klap opengegooid. Een orkaan van fel zonlicht stormde naar binnen, als een genadeloze aanklacht tegen alles wat ik de avond ervoor had gedaan. Ik knipperde gefrustreerd, mijn ogen protesteerden tegen de aanval van licht terwijl mijn hoofd elke straal vertaalde naar een extra hamerklap op mijn hersenpan. Welke dwaas, welke barbaar, welke absoluut hersenloze idioot had het gore lef om me op een dergelijk moment te storen? Mijn hand tastte instinctief naar een kussen, klaar om dat als wapen richting de deur te slingeren, maar zelfs dat voelde als teveel inspanning. De kater woog als een blok beton op mijn lijf en zelfs mijn woede moest zich een weg banen door een moeras van vermoeidheid en zelfhaat. Ik wilde iets roepen, iets dat de diepte van mijn irritatie zou uitdrukken, maar wat er uitkwam was een soort rauw gebrom, een halfslachtige poging tot een “Wat nou?” dat ergens tussen mijn droge keel en trillende lippen verdampte. In plaats daarvan draaide ik mijn hoofd half naar de deur, mijn ogen nog steeds half gesloten, mijn blik een mengeling van haat en wanhoop. Wie het ook was, het moest iemand zijn met een doodswens. Of iemand die absoluut niet begreep hoe een man met een kater behandeld moest worden. Misschien was het Miguel, met zijn gebruikelijke flair voor slechte timing, of iemand van de club met een onbenullig verzoek. God verhoede dat het housekeeping was, want als ik nu weer dat geveinsde vriendelijke “Housekeeping” zou horen, zou ik waarschijnlijk iets onherstelbaars zeggen of doen. "Housekeeping." Fuck it. Natuurlijk. Alsof mijn ellende nog niet groot genoeg was, werd ik nu geconfronteerd met de scherpe stem die dwars door mijn bonkende schedel sneed. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en tuurde naar het silhouet in de deuropening. Daar stond ze: Gloria, de belichaming van tucht en spot, met een uitdrukking die je kon omschrijven als minachtend vermaak. Haar blik gleed door de kamer, alsof ze een crime scene inspecteerde. Een lege fles rum op het nachtkastje, een half opgegeten zak chips op de vloer, mijn kreukelige kleren over de stoel geslingerd. Haar ogen bleven even hangen op de schoenen die ik blijkbaar ergens tegen de muur had geschopt. Toen keek ze naar mij, een hoopje ellende op het bed, en haar gezicht verstrakte. “Dios mío,” begon ze, haar handen in haar zij. Haar stem was scherp, met dat ironische vleugje dat alleen Gloria kon aanbrengen. “Mira esto. Qué desastre. You live like a cerdo. Like... a pig! No hombre adulto should live like this.” Ik wilde iets zeggen, een halfbakken excuus misschien, maar ze gaf me de kans niet. Haar blik gleed van mijn gezicht naar de kamer en weer terug, alsof ze overwoog of ik erger was dan de chaos om me heen. “You sleep all day, like un niño pequeño. Mira, it’s past noon, John. No decent man is still en la cama a esta hora. Qué vergüenza.” Ze schudde haar hoofd en stapte de kamer verder in, haar bewegingen kordaat en zonder een greintje medelijden. “If you drink like a man, si eres un hombre en la noche, entonces... entonces you wake up like one. No excuses, no lazy ass behavior. Un hombre fuerte gets up, even when he drinks too much.” Ze keek naar me, haar blik priemend, haar wenkbrauw licht opgetrokken, alsof ze wilde zien of haar woorden enig effect hadden. Ik probeerde haar blik te ontwijken, maar ze bleef me aankijken met dat intense mengsel van verachting en vastberadenheid. Toen pakte ze een lege fles van de grond en hield die even omhoog, haar lippen in een spottend lachje gekruld. “Ron Zacapa? Bueno, at least you drink something good. But still... no excuse, John. Levántate, vámonos. You want to be un entrenador or a drunk? Decide rápido.” Ik knikte zwakjes, een vlaag van schaamte die zich mengde met irritatie en een opkomend respect voor haar nietsontziende eerlijkheid. Gloria was geen vrouw die klaarblijkelijk geen tijd verspilde aan beleefdheden. Binnensmonds mopperend, zoals alleen vrouwen dat kunnen, sloot ze de deur achter zich. Haar tirade was nog maar net verstomd, maar de echo ervan bleef door mijn bonkende hoofd galmen. Zonder een woord verder te zeggen begon ze de ergste ravage op te ruimen. Haar bewegingen waren kort en geërgerd, alsof elke handeling een persoonlijke belediging was. Een lege fles hier, een chipszak daar. Ik kon haar zacht horen mompelen in een mengeling van Spaans en Engels, woorden die ik niet precies kon verstaan maar waarvan de toon alles zei. Ze was niet onder de indruk. Niet van de rotzooi. Niet van mij. Met een zachte kreun kwam ik overeind, zwaaide mijn benen over de rand van het bed en keek naar de vloer alsof die me persoonlijk had verraden. Mijn hoofd voelde als een visbokaal vol steengruis, maar ergens wist ik dat ze gelijk had. Er was altijd wel iemand die dat soort ongemakkelijke waarheden in je gezicht moest smijten, en Gloria had daar een talent voor. Mijn oom Berry was precies zo’n figuur geweest. Hij had altijd een mening klaar over alles en iedereen, inclusief mij. “Ben je ’s avonds een vent, dan ben je ’s morgens een vent,” had hij altijd gezegd, meestal terwijl hij met een halve liter bier in zijn hand voor de tv zat te schreeuwen tegen voetballers die hem toch niet konden horen. “Niet miepen, maar werken.” Een simpele filosofie van een man die al jaren bij het UWV liep en daar alle tijd had om aan dit soort wijsheden te schaven. Het ironische was dat Berry zichzelf nooit echt aan zijn eigen regels hield. Hij werkte al jaren niet officieel, maar hij had wel een talent om overal wat zwart bij te verdienen. Hier een klusje, daar een handeltje. Berry was de koning van het informele circuit. Misschien zat daar de les. Niet de moraal die hij uitdroeg, maar de manier waarop hij zijn leven runde. Hij wist altijd een uitweg te vinden, ook als die niet helemaal binnen de lijntjes lag. Misschien was dat de manier waarop ik deze situatie ook moest aanpakken. Niet miepen, zoals Gloria het zei, maar gewoon iets doen. Zolang je maar de schijn ophield dat je alles onder controle had. En dat begon, blijkbaar, met mijn benen van het bed halen en me niet door een vrouw als Gloria de les laten lezen, hoe terecht haar woorden ook waren. Reacties en dergelijke. Spoiler Pronostieken so far: Djurovski 8-2; ... Verder inzetten mag altijd nog 15 uur geleden zei Marius: Twee ervaringen, de ene al herkenbaarder dan de andere Maar dat zo’n godendrank een toevluchtsoord is voor John kan ik zeker begrijpen. De kater zal herkenbaarder zijn? Of ben je een rumdrinker? 14 uur geleden zei Djurovski: Een ode aan de rum. Is toch wel een beetje vreemd gaan van John 8-2 gok ik Guatemala is nu eenmaal geen whiskyland. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 24 november Share Geplaatst 24 november (bewerkt) 's avonds grote Jan, 's morgen Dafalgan zeggen wij ook wel eens Maar Gloria heeft wel een punt natuurlijk. Het beeld dat ze van John had zal er in ieder geval niet op vooruit gegaan zijn. Prono: 7-1 PS: De kater inderdaad. Geen rum drinker hier, wel genoeg ervaring met andere sterke drank 24 november bewerkt door Marius Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 24 november Share Geplaatst 24 november Ghehehe heerlijk stukje weer. Niet de manier waar je hoopt dat Gloria je zal zien staan ( of liggen in dit geval ) Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 25 november Auteur Share Geplaatst 25 november (bewerkt) CDXVII. Pinche pendejo! "Now listen here", begon ik, terwijl ik mezelf met moeite rechtop probeerde te houden. Mijn stem klonk schor, alsof ik de vorige avond mijn stembanden in hetzelfde vat rum had laten weken als mijn lever. Gloria draaide zich langzaam naar me om, met die gecontroleerde beweging van iemand die precies weet wat er gaat komen en zich al amuseert met het idee alleen al. Ze plaatste haar handen op haar heupen, een klassiek gebaar dat in elke cultuur hetzelfde betekent: er gaat geen goed woord meer vallen over jouw bestaan. Haar wenkbrauw schoot omhoog, met een combinatie van spot en uitdaging die me meer zenuwachtig maakte dan ik wilde toegeven. Het was een blik die zowel zei "Ga je gang, amuseer me" als "Nog één verkeerd woord en ik maak gehakt van je". Haar lippen krulden lichtjes omhoog in een halve glimlach, maar de rest van haar gezicht straalde niets dan pure minachting uit. Ze leek te genieten van de situatie, alsof ze een arena was binnengestapt waar ze zeker wist dat ze als enige de overwinnaar kon zijn. Ik slikte, een fractie van een seconde twijfelend of dit de juiste aanpak was. Maar ik had al te veel gezegd om nu nog terug te krabbelen. Terwijl haar ogen me vastnagelden aan de vloer, voelde ik een golf van spijt opkomen. Gloria had die zeldzame gave om je met één blik duidelijk te maken dat je jezelf in een penibele situatie had gepraat, en ik was nog niet eens begonnen. Ik twijfelde. Niet omdat ik geen woorden had, maar omdat ik even niet wist of het verstandig was om ze uit te spreken. Die fractie van een seconde waarin ik mijn mond hield, zag zij als een morele overwinning. Haar mondhoeken krulden omhoog in een triomfantelijk lachje, het soort lach dat je doet beseffen dat je de eerste slag al hebt verloren. Ze draaide zich weer half om, alsof ik niet meer de moeite waard was, en mompelde zacht maar duidelijk genoeg: "Pinche pendejo." Mijn wenkbrauwen schoten omhoog. Werd ik, als betalende klant, nu werkelijk beledigd door het personeel? Ik voelde de woorden na-echoën in mijn hoofd terwijl de betekenis doordrong. Pinche pendejo. Een variatie op eikel, sukkel, idioot. Omdat ik mijn vrije tijd invulde zoals ík dat wilde? Omdat ik gisteravond toevallig iets te diep in de fles had gekeken? Het was alsof ze me niet alleen persoonlijk aanviel, maar ook het hele idee van autonomie onder vuur nam. Wie was zij om te bepalen hoe ik mijn avonden en ochtenden doorbracht? Ik voelde de woede in me opborrelen, een langzaam kolkende golf die zich opstapelde achter mijn ribben. Mijn blik vernauwde zich terwijl ik naar haar keek, hoe ze met schijnbare achteloosheid een paar van mijn rondslingerende kleren van de grond oppakte en op de stoel gooide. Haar bewegingen waren snel, efficiënt, maar met een soort onderhuidse frustratie, alsof mijn rommel haar persoonlijk had beledigd. Haar gezicht straalde een mengeling van verachting en vastberadenheid uit, en ze mompelde weer iets in het Spaans. Geen idee wat het precies was, maar het klonk allesbehalve vriendelijk. Mijn hand klemde zich om de rand van het bed terwijl ik mezelf dwong te blijven zitten. Alles in mij schreeuwde om een weerwoord, om haar te laten weten dat ik niet zomaar haar speelbal was, maar ik hield me in. Nog even. De woede moest eerst wat meer sudderen, rijpen, tot het een scherpe, weloverwogen steek kon worden in plaats van een zinloos gebrul. "Listen here, I am a paying guest here," begon ik, mijn stem nog altijd wat schor van de avond ervoor maar met een nadruk die zelfs Gloria niet kon negeren. Ze keek me aan, haar ogen half samengetrokken, alsof ze zich afvroeg of ik daadwerkelijk een punt ging maken of gewoon een scene aan het schoppen was. Haar handen bleven stevig op haar heupen staan, alsof ze zichzelf al schrap zette voor wat komen ging. "I pay good money to stay in this hotel," vervolgde ik, mijn stem een tandje harder, terwijl ik rechtop ging zitten en mijn voeten stevig op de vloer plantte. "And while I understand that cleaning up after someone like me might not be your dream job, it does not give you the right to insult me. Pinche pendejo? Really? Is that how you talk to guests? I don’t think so." Ik keek haar aan, mijn wenkbrauwen licht opgetrokken, mijn blik nu vastberaden. "Let me tell you something, Gloria. In my line of work, respect is everything. If you lose respect for your team, your players, or your staff, you’re done. Finito. And guess what? The same applies here. You don’t have to like me. Hell, I don’t even have to like you. But as long as I am paying to stay in this hotel, I expect a certain level of professionalism. I expect you to do your job, just like I do mine." Gloria bleef me aankijken, haar gezicht strak, maar haar lippen tuitten lichtjes, alsof ze zich inhield om niet iets terug te kaatsen. Ze had een blik die zei: Kom maar op, ik kan nog veel meer hebben. "Now, I get it," ging ik verder, mijn stem iets zachter maar met een scherp randje. "You think I’m just some spoiled gringo who drinks too much and leaves a mess. Maybe you’re right. But that doesn’t change the fact that I’m still the one paying your salary. And if I wanted to, I could take my complaints straight to management. See how they feel about staff calling their guests... what was it again? Oh yeah. Pendejos." Ik leunde iets naar voren, mijn handen op mijn knieën. "So here’s the deal. You don’t have to like me. You don’t even have to pretend. But you will respect me as a guest. You don’t have to smile, you don’t have to be friendly. Just do your job, Gloria. That’s all I’m asking." Haar ogen flitsten even naar de deur, alsof ze zich afvroeg of ze die gewoon dicht kon trekken en mijn preek kon laten voor wat het was. Maar in plaats daarvan haalde ze diep adem en keek me aan, haar gezicht ondoorgrondelijk. Ze zei niks, maar het was duidelijk dat mijn woorden niet volledig langs haar heen waren gegaan. Gloria lachte schamper, een geluid dat ergens tussen verachting en amusement in zat. "Pinche pendejo," herhaalde ze, dit keer met meer nadruk, alsof ze het woord in mijn schedel wilde beitelen. Haar handen bleven stevig op haar heupen staan terwijl ze zich naar me toe boog, haar blik priemend en haar stem druppelend van minachting. "You threaten me with management?" begon ze, haar stem een mengeling van scherpe ironie en oprechte woede. "You think that matters to me? Mira, pendejo, I am the management. This is my place. Mi hotel. I own it. And I clean the rooms porque me gusta, porque I care about this place. Not because I need to, but because I believe in doing things right. But you... you don’t see that, do you?" Ze rechtte haar rug, haar ogen glinsterden van woede terwijl haar vingers kort over haar heup tikten. "You come in here, this gringo with your big ideas and your small respect, and you talk to me like I’m some maid you can threaten? Dios mío, ¿qué piensas? Do you even think for a second that women can run things? That maybe, just maybe, I don’t need a man like you telling me how to do my job?" Haar toon werd scherper, haar woorden sneller, alsof ze zich nauwelijks kon inhouden. "And you. Mira tu. You act like this is nothing. Like CD Guastatoya is some joke to you. You drink, you sleep, you throw your bottles on the floor like a niño mimado, a spoiled child. Do you even know what this club means to people here? Do you understand what it is for the people in this region, who have nothing, to see their team? It is hope, pendejo. Una luz. A light in a place where there is only darkness." Ze zette een stap naar voren en wees naar me, haar vinger trillend van emotie. "And you. You treat it like a joke. Like it doesn’t matter. That makes you... that makes you the biggest pinche pendejo of all. You don’t respect the team, you don’t respect the people, and you sure as hell don’t respect me." Ze bleef me aankijken, haar borst licht op en neer gaand terwijl ze zichzelf weer onder controle probeerde te krijgen. Haar woorden hingen zwaar in de lucht, alsof ze de kamer hadden gevuld met een lading die je bijna kon voelen. Gloria was klaar met me, dat was duidelijk, maar ze had ook iets geraakt. Iets diep van binnen, waar mijn kater niet eens bij in de buurt kwam. Ze had natuurlijk gelijk. En hoe meer ik dat besefte, hoe minder ik iets zinnigs kon zeggen. Mijn mond ging nog even open, alsof er een excuus of een weerwoord aan zat te komen, maar het enige wat eruit kwam was een beschaamde stilte. Ik zweeg, alsof mijn stem me in de steek had gelaten en alleen mijn schuldgevoel had achtergelaten om de klappen op te vangen. Gloria stond daar, triomfantelijk zonder dat ze het hoefde te laten zien, met een blik die me volledig fileerde. "Pinche pendejo," herhaalde ze, dit keer bijna zacht, maar met dezelfde veroordeling als daarvoor. "I am a fan, so for now, you stay. Just be better." Dat was alles wat ze zei voordat ze weer verderging met schoonmaken, alsof ik niet meer dan een vervelend obstakel was in haar schema. Ze bukte, raapte mijn kreukelige shirt op en wierp het achteloos op de stoel alsof het een vod was, wat het waarschijnlijk ook was. Haar bewegingen waren doelgericht, zonder flair, maar met een soort efficiënte minachting. Het geluid van een vuilniszak die openscheurde en gevuld werd met de restanten van mijn avond klonk als een oordeel dat steeds zwaarder werd. Als vanzelf gleden mijn ogen naar haar pronte, stevige derrière, strak omlijst door die korte, bijna karikaturale Daisy Duke-achtige jeansshorts. De manier waarop de stof net genoeg bedekte om fatsoenlijk te blijven, maar genoeg onthulde om je gedachten op hol te laten slaan, was zowel een zegen als een vloek. Het was onmogelijk om niet te kijken. Die subtiele wiegende bewegingen bij elke stap, alsof de zwaartekracht zich speciaal rond haar had gevormd. Een meesterwerk van zowel genen als zelfvertrouwen. "And stop staring at my ass, cabron!" Haar stem sneed door de lucht, scherp en onverbiddelijk, alsof ze een zweep had gekraakt. Beschaamd keek ik weg, alsof ik betrapt was op het stelen van een koekje uit de trommel, mijn gezicht licht rood van schaamte. Gloria draaide haar hoofd half om, haar blik een mengeling van verachting en amusement. Ze had het natuurlijk allang doorgehad, waarschijnlijk vanaf het moment dat ze de kamer binnenstapte. Dit was Gloria: altijd drie stappen voor, altijd met de controle stevig in handen. Ik probeerde iets te mompelen, een soort verontschuldiging die halverwege in mijn keel vast bleef zitten, maar ze was al verder gelopen. Haar korte broek was nog steeds in beeld, maar nu durfde ik niet meer te kijken. Alsof haar woorden een onzichtbare barrière hadden opgetrokken tussen haar en mijn ogen. Ik staarde naar de vloer, naar mijn voeten, naar alles behalve haar, terwijl ik mezelf vervloekte voor mijn onvermogen om ook maar een greintje zelfbeheersing te tonen. Gloria had haar punt gemaakt, op de meest pijnlijke en effectieve manier mogelijk. Ik bleef zitten op de rand van het bed, haar bewegingen stilzwijgend volgend, terwijl ze elke fles, elk papiertje en elk spoor van mijn bestaan met dezelfde mix van routine en ergernis opruimde. Ze gaf me geen enkele blik meer, alsof ik tijdelijk van de aardbodem was verdwenen. En ergens voelde dat nog erger dan haar tirade van net. Zelfs de geur van schoonmaakmiddel die ze achterliet voelde als een subtiele belediging. Toen ze klaar was, keek ze nog een keer rond, alsof ze wilde controleren of er ergens nog een restje van mijn waardigheid lag dat ze had gemist. Vervolgens pakte ze haar spullen en liep naar de deur zonder nog iets te zeggen. De klik van de sluitende deur was bijna een verlossing. Bijna. Reacties en dergelijke. Spoiler Op 24-11-2024 om 09:20 zei Marius: 's avonds grote Jan, 's morgen Dafalgan zeggen wij ook wel eens Maar Gloria heeft wel een punt natuurlijk. Het beeld dat ze van John had zal er in ieder geval niet op vooruit gegaan zijn. Prono: 7-1 PS: De kater inderdaad. Geen rum drinker hier, wel genoeg ervaring met andere sterke drank Ik ken de uitdrukking niet, maar de intentie is glashelder 18 uur geleden zei Djurovski: Ghehehe heerlijk stukje weer. Niet de manier waar je hoopt dat Gloria je zal zien staan ( of liggen in dit geval ) Geduld, geduld... Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen 25 november bewerkt door Nom de Guerre Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 25 november Share Geplaatst 25 november Gloria is dus duidelijk wat meer dan het eerst beste dienstmeisje. En dat terwijl we misschien wel verkeerdelijk dachten dat ze net wel zo'n dienstmeisje was, maar dan met één of ander schimmige bijverdienste. Daar heeft ze John wel goed liggen. Toch maar beter opletten, of John mag op zoek naar een nieuwe slaapplaats Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 25 november Share Geplaatst 25 november John en vrouwen gaat samen als Cola met een Mentos. Vroeg of laat lijdt het altijd tot een explosie die John in de hoek zet als een klein kind. Hopelijk heeft hij op de club meer succes. Anders is zijn waardigheid mogelijk nog wel het minste wat hij kwijt raakt. Oh en wellicht worden de gewonde en verdwenen spelers wel subtiel in John zijn schoenen geschoven als er te veel weg vallen Mijn prono: 9-4 Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 26 november Auteur Share Geplaatst 26 november CDXVIII. Á la Barça Toen Miguel me oppikte in zijn aftandse taxi, een voertuig dat meer rammelde dan reed, begonnen de eerste contouren van een plan zich in mijn hoofd af te tekenen. De kater was nog niet volledig verdwenen, maar het gevoel van schaamte en Gloria’s woorden werkten als een duw in de rug. Miguel keek me van opzij aan terwijl hij met één hand stuurde en met de andere een sigaret opstak. "You look better today, boss. No más rum?" vroeg hij met een mengeling van spot en oprechte nieuwsgierigheid. Ik antwoordde niet en staarde naar buiten, naar de stoffige straten van Guastatoya, waar de geiten en honden evenveel recht op de weg leken te hebben als de mensen. Het was allemaal onderdeel van het decor. Een decor dat ik moest leren beheersen. Toen we bij het trainingscomplex aankwamen, stonden de spelers al op het veld. Een chaotisch groepje mannen, hangend tegen doelpalen of leunend op hun knieën alsof de warming-up al een uitputtingsslag was. Stilletjes vervloekte ik mezelf. Dit was een slecht voorbeeld. Te laat komen was één ding, maar met een kater en een houding van ‘laat maar waaien’ het veld opkomen was funest voor de sfeer. Dit moest anders. Niet voor hen. Voor mij. Ik stapte uit de taxi en voelde meteen de brandende zon op mijn huid. Miguel liep naast me, zijn sigaret achteloos op de grond gooiend en met zijn voet uitmakend, terwijl hij de spelers bekeek met een mengeling van trots en medelijden. "You tell them today, boss? Big speech?" Ik gaf geen antwoord. Mijn blik gleed over de groep, en de ergernis borrelde op. Ortega stond met zijn handen in zijn zij, kijkend naar de horizon alsof hij zijn pensioen al gepland had. Cuadros en Niño de Guzmán waren in een geanimeerd gesprek verwikkeld, duidelijk niet over voetbal. Santi, de nieuwe ster, zat op een bal alsof hij een koning op zijn troon was, met een grijns die jeuk veroorzaakte. Het enige wat ontbrak, was een trommel en een slaapliedje. Met een paar stevige armgebaren riep ik de selectie bij elkaar. Ze strompelden naar me toe, ongeïnteresseerd, alsof dit niet meer dan een verplicht nummertje was. Ortega keek me met zijn doffe blik aan, Santi gaapte openlijk, en Cuadros keek op zijn horloge, alsof hij ergens anders moest zijn. "Alright, listen up," begon ik, terwijl ik mijn ogen over hen liet gaan. Het was tijd om deze verzameling los zand in een ploeg te veranderen, of tenminste iets dat er op leek. "When you think of great footballing teams, which teams pop into your head?" vroeg ik, terwijl ik mijn blik langzaam over de groep liet glijden. Miguel vertaalde mijn woorden met zijn gebruikelijke flair, zijn toon iets te serieus naar mijn smaak, maar het was in ieder geval verstaanbaar. De spelers stonden in een halve cirkel voor me, duidelijk niet gewend aan deze aanpak. Sommigen leunden op één been, anderen wiebelden een beetje heen en weer, alsof ze hun gewicht niet konden verdelen. Een enkeling probeerde een vlieg van zijn gezicht te slaan, de concentratie al lang verloren. Cuadros, altijd haantje de voorste, stak als eerste zijn hand op. "Barcelona. Messi, Xavi, Iniesta." Hij sprak de namen uit alsof hij de heilige drie-eenheid van het voetbal aanriep, en de anderen knikten direct instemmend. Natuurlijk, dacht ik. Barcelona. Het veilige antwoord. Geen verrassingen hier. "Great," zei ik, terwijl ik mijn handen samenklapte. "Now, we are far off from that Barcelona side." Ik pauzeerde en keek naar Miguel, die mijn woorden vertaalde met een gebaar alsof hij een groot geheim onthulde. De meeste spelers grijnsden, waarschijnlijk meer vanwege Miguels theatrale vertaling dan vanwege mijn woorden. Dat werkte tenminste een beetje. "You." Ik wees direct naar Santi, die nog steeds op zijn bal zat alsof hij de koning van Guatemala was. "You are no David Villa." Hij keek op, boerde hardop, en sloeg met een onverschillige blik op zijn borst alsof dat het probleem zou oplossen. De rest van de groep lachte zachtjes, maar je voelde dat niemand het serieus nam. "You." Ik draaide me naar Cuadros en gebaarde naar hem met mijn wijsvinger. "No Xavi." Zijn gezicht vertrok lichtjes, een mix van beledigd en verward, alsof hij zich niet kon voorstellen waarom hij dat niet zou zijn. "And Alain here?" Ik draaide me naar Niño de Guzmán, die een beetje nerveus over zijn schoenen keek. "No Iniesta." Hij haalde zijn schouders op, alsof hij dat allang had geaccepteerd. Ik keek rond, en het was duidelijk dat niemand enig idee had waar ik naartoe wilde met dit verhaal. Ze grijnsden, knikten een beetje, maar er was geen vonk van begrip te zien in hun ogen. Iedereen hier wist donders goed dat dit geen verzameling toptalenten was. Dit was geen Barcelona, geen dreamteam. Dit was een verzameling spelers die net goed genoeg waren om elkaar niet omver te lopen tijdens een wedstrijd. Maar juist daarom moest ik ze breken, ze laten inzien hoe ver ze nog moesten gaan. En misschien, heel misschien, zouden ze na vandaag een sprankje motivatie vinden. Of niet. Het was altijd een gok met dit soort groepen. "For every Messi, Xavi or Iniesta, that team also had a Puyol, Pedro or Abidal," vervolgde ik, terwijl ik met mijn hand een denkbeeldige piramide schetste in de lucht. "Less talented, but the cement that kept the team together." Ik keek naar Miguel, die aarzelend begon te vertalen. Zijn stem was iets zachter dan normaal, alsof hij bang was dat mijn boodschap niet zou aanslaan. Hij had waarschijnlijk gelijk, maar ik had geen zin om me daar nu druk over te maken. Ik liet mijn blik rusten op mijn buitenlandse aanwinsten, die zich op dat moment meer bezighielden met de stof aan hun shirt dan met mijn woorden. Ik wees naar hen, een voor een, en mijn stem werd iets harder. "You can be stars, but only if you work together with the others. No Messi without Puyol." De lokale spelers, die tot nu toe wat gelaten naar de grond hadden gekeken, keken ineens op. Het was alsof er een lampje was gaan branden in hun hoofd. Ze begonnen zachtjes te knikken, en je kon zien hoe de gedachte hen aansprak. Voor hen was dit geen kritiek, maar een kans om van waarde te zijn. Een Puyol, een Pedro, een Abidal; dat waren helden in hun ogen. Cement dat de sterren omhooghield. Het verhaal was voor hen bedoeld, en ze pakten het met beide handen aan. De buitenlanders daarentegen leken niet zo enthousiast. Cuadros trok een wenkbrauw op, zijn gezicht een mengeling van scepsis en irritatie. Santi, altijd goed voor een theatrale reactie, liet een overdreven zucht horen en rolde zijn ogen, alsof ik hem net had verteld dat hij voortaan zijn eigen schoenen moest poetsen. Niño de Guzmán keek me aan alsof ik zojuist had voorgesteld om hem in de verdediging te zetten. Het contrast was bijna lachwekkend. Terwijl de lokale spelers elkaar begonnen aan te stoten, hun enthousiasme nauwelijks onder stoelen of banken stekend, bleef de rest stoïcijns. Ortega stond met zijn armen over elkaar, zijn gezicht als een marmeren beeldhouwwerk: onverstoord en koud. Het was duidelijk dat de boodschap niet bij iedereen hetzelfde resoneerde. Miguel keek naar me, een lichte grijns op zijn gezicht, alsof hij wilde zeggen: Je hebt ze tenminste deels bereikt, boss. Ik negeerde hem en richtte me weer tot de groep. De buitenlandse vedetten mochten dan wel zuur kijken, maar ik wist dat ze niets zouden bereiken zonder het vertrouwen van deze lokale spelers. Als ze dat niet begrepen, zouden ze nooit sterren worden. En dat was niet mijn probleem, maar het hunne. "And consider the careers of these stars," ging ik verder, mijn toon nu iets bedachtzamer, alsof ik een groot geheim ging onthullen. "Were they as good when they left Barcelona?" Ik liet de vraag even hangen, keek rond, en ving vooral lege blikken. Miguel sprong meteen in en vertaalde, dit keer met een enthousiasme dat zelfs mij een beetje verraste. Hij hief zijn handen een paar keer in de lucht, alsof hij een prediker was die een groep gelovigen toesprak. Dat hielp. De lege blikken begonnen langzaam te vullen met wat ik hoopte herkenning te zijn. "Because even a star needs his teammates," vervolgde ik, mijn stem iets luider nu. Ik wees met een dramatisch gebaar naar Santi, die achterover leunde tegen een doelpaal, zijn armen over elkaar, alsof hij op het punt stond in slaap te vallen. "Or consider a player like David Villa," zei ik, nu met directe focus op hem. "A star in his own right, who decided to give his all for the team, so others could be the real stars." Miguel sprong er weer in met zijn vertaling, zijn stem vol overtuiging, alsof hij net zelf tot deze waarheid was gekomen. Ik kon zien hoe sommige spelers knikten, hun ogen op mij gericht, alsof ze voor het eerst begrepen wat ik bedoelde. De lokale jongens, in elk geval, leken het verhaal volledig te slikken. Een paar van hen begonnen zelfs een beetje rechter op te staan, alsof ze zich al belangrijker voelden dan ze vijf minuten geleden waren. "You can do that," ging ik verder, nu met mijn handen open gespreid alsof ik ze een kans bood die ze nooit eerder hadden gekregen. "You can grow together as a team, each and every one of you important in their own way." Miguel vertaalde bijna jubelend, zijn ogen sprankelend van enthousiasme. Hij stak zelfs zijn hand op, alsof hij zelf vrijwillig deel wilde uitmaken van het team. Het werkte. De groep leek het op te nemen. Zelfs Ortega, normaal gesproken een stoïcijnse rots, liet een kort knikje zien. Niño de Guzmán keek naar zijn schoenen, alsof hij in stilte nadacht over hoe hij zijn rol zou spelen. Zelfs Cuadros leek even geraakt, zijn armen niet meer defensief over elkaar gevouwen. Maar natuurlijk was er altijd eentje. Santi. Onze sterspeler, onze zelfverklaarde El Tanque. Hij had nog steeds die verveelde blik, zijn ogen half gesloten, terwijl hij met zijn voet tegen de bal tikte alsof hij elk moment van plan was om weg te lopen. Hij keek me aan met een lichte grijns, alsof hij precies wilde laten zien dat dit hele verhaal compleet aan hem voorbijging. Goed genoeg, dacht ik. De rest was op zijn minst geraakt door het idee, en dat was al meer dan ik had durven hopen. Ik keek naar Miguel, die knikte alsof hij wilde zeggen: Laat die ene maar zitten, boss. Hij komt vanzelf wel mee. Ik besloot hem te geloven, wellicht tegen beter weten in. Reacties en dergelijke. Spoiler Pronostieken so far: Djurovski 8-2; Marius 7-1; Marcos 9-4. 23 uur geleden zei Marius: Gloria is dus duidelijk wat meer dan het eerst beste dienstmeisje. En dat terwijl we misschien wel verkeerdelijk dachten dat ze net wel zo'n dienstmeisje was, maar dan met één of ander schimmige bijverdienste. Daar heeft ze John wel goed liggen. Toch maar beter opletten, of John mag op zoek naar een nieuwe slaapplaats Vurige typetjes daar 21 uur geleden zei ElMarcos: John en vrouwen gaat samen als Cola met een Mentos. Vroeg of laat lijdt het altijd tot een explosie die John in de hoek zet als een klein kind. Hopelijk heeft hij op de club meer succes. Anders is zijn waardigheid mogelijk nog wel het minste wat hij kwijt raakt. Oh en wellicht worden de gewonde en verdwenen spelers wel subtiel in John zijn schoenen geschoven als er te veel weg vallen Mijn prono: 9-4 Dat is een mooie en treffende omschrijving. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 26 november Share Geplaatst 26 november Bijna alle neuzen die in dezelfde richting wijzen. Een utopie of gaan John's woorden werkelijk aanslaan? Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 27 november Share Geplaatst 27 november Ik vermoed dat uiteindelijk de puzzel in elkaar valt en iedereen doet wat the boss verwacht, omdat je toch wat plezier wil halen uit FM spelen en dat gaat het beste als je wint. Al heeft zo'n Santi misschien wel de neiging toch het zand in de motor te blijven waardoor het geheel net zo rammelt als de Taxi van Miguel. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 27 november Auteur Share Geplaatst 27 november CDXIX. Een pandoering Misschien ben ik een cynicus, maar ik had heel bewust een oefenpotje geregeld tegen een matige ploeg. Jocotán, een middenmoter uit de divisie onder de onze, was de perfecte tegenstander voor wat ik voor ogen had. Geen grootse uitdaging, geen onverwachte tactische verrassingen. Gewoon een verzameling spelers die net goed genoeg waren om de illusie van weerstand te bieden, maar niet goed genoeg om ons écht in de problemen te brengen. Ideale kandidaten én slachtoffers voor een stukje teambuilding. Niet bepaald sportief, maar laten we eerlijk zijn: het leven is nu eenmaal oneerlijk. Het was een beetje als een leeuw loslaten in een schapenwei. Niet om te kijken of de leeuw sterk genoeg is, maar om hem eraan te herinneren dat hij een roofdier is. Soms moet je een ploeg iets geven dat ze kunnen slopen. Het vertrouwen dat komt met een afgetekende overwinning is onbetaalbaar, zelfs als die overwinning in wezen tegen een stel amateurs is geboekt. Ik stelde me voor hoe Jocotán hun bus had volgeladen met optimisme en dromen, klaar om zichzelf te meten met een "grote club" als Guastatoya. Grote club, dat was natuurlijk relatief. We waren zo groot als de ambitie die ik erin wist te pompen. Maar voor hen waren we een obstakel, een kans om te verrassen. Voor mij waren zij een noodzakelijke opoffering op het altaar van mijn team. Ik weet wat je denkt. Is dat niet een beetje gemeen? Zeker. Maar er zit geen moraal in voetbal. Niet op dit niveau. Een oefenwedstrijd is geen wedstrijd. Het is een toneelstuk, een scripted drama waarin de uitslag van tevoren bekend is, zolang iedereen zich aan zijn rol houdt. En in dit script waren wij de sterren, en Jocotán de figuranten die zich met een beleefde glimlach lieten afslachten. Perfect. Ik had het mijn spelers niet expliciet uitgelegd, maar ik denk dat ze het begrepen. Zelfs de slechtsten onder hen wisten dat dit geen echte test was, maar een kans om te schitteren. Zelfs de grootste eikel onder de sterren wil af en toe applaus horen, en Jocotán was hier om dat mogelijk te maken. Natuurlijk, er schuilt altijd een risico in dit soort plannen. De underdogs, met niets te verliezen, kunnen zich opeens als een stel hongerige wolven op je storten, gedreven door de kans om David te zijn in een verhaal vol Goliaths. In ons geval was die kans even waarschijnlijk als het vinden van een ijsberg in de Sahara. Getuige de uitslag: 16-0. Een slachting waarbij de schapen vrijwillig naar de slachtbank leken te lopen. Onze buitenlandse vedettes, normaal de prinsen van het veld, lieten zien dat ze ook konden heersen als koningen. Hun superioriteit was niet alleen te danken aan hun eigen briljante spel, maar ook aan het zware werk van de anderen. Het was alsof de hele ploeg ineens besefte dat hun succes verweven was met de inspanningen van ieder ander. Zelfs onze sterren, die normaal gesproken de verdediging als een vervelend bijproduct van het spel beschouwden, deden moeite. Ze keerden terug, verdedigden, zetten druk. Hun shirts waren bezweet, hun gezichten vertoonden sporen van inspanning die ik zelden had gezien. Pure winst, dat was het. Niet zozeer de doelpunten die als rijpe appels van de boom vielen, maar de verandering in houding. Onze vedettes, die eerder over het veld paradeerden alsof het een catwalk was, beseften eindelijk dat voetbal een teamsport is. Elke sprint die ze trokken, elke keer dat ze een tegenstander onderschepten, het was als een kleine overwinning in zichzelf. Het harde werk werd een deel van hun spel, bijna als een nieuw ontdekte smaak die ze niet eerder hadden geproefd. Het was een schouwspel, niet alleen door de overvloed aan doelpunten, maar door de zichtbare transformatie van individuele sterren naar een collectief. Elke keer dat een van hen terugliep om een medespeler te helpen, leek het alsof ze een stukje van hun ego op het veld achterlieten, een offer voor het grotere goed. Dit was wat ik wilde zien. Dit was het plan, niet gewoon een gemakkelijke winst, maar een les in nederigheid en teamwork. De echte test zou komen tegen sterkere tegenstanders, maar voor nu was dit een begin. Een goed begin. En terwijl ik daar stond, met mijn armen over elkaar, kon ik niet anders dan een cynisch glimlachje niet onderdrukken. Wie had gedacht dat een oefenwedstrijd tegen een bende amateurs zoveel kon onthullen? Misschien was er toch nog hoop voor dit team. Misschien. Reacties en dergelijke. Spoiler @ElMarcos zat het dichtst in de buurt, dus een sleutelwoordje naar keuze 23 uur geleden zei Marius: Bijna alle neuzen die in dezelfde richting wijzen. Een utopie of gaan John's woorden werkelijk aanslaan? Vooralsnog wel 4 uur geleden zei ElMarcos: Ik vermoed dat uiteindelijk de puzzel in elkaar valt en iedereen doet wat the boss verwacht, omdat je toch wat plezier wil halen uit FM spelen en dat gaat het beste als je wint. Al heeft zo'n Santi misschien wel de neiging toch het zand in de motor te blijven waardoor het geheel net zo rammelt als de Taxi van Miguel. Een beetje de Ibrahimovic van Barça Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 27 november Share Geplaatst 27 november Dat is nog eens de tegenstander met huid en haar opvreten. Als de ploeg dit niveau kan vasthouden wordt ook de competitie wellicht een martelgang voor de opponenten van John’s club. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 27 november Share Geplaatst 27 november Pfoe 16-0 zijn de woorden van John dan echt door gedrongen bij de spelers. Ai daar ging John even keihard onderuit bij het " dienstmeisje" Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 28 november Share Geplaatst 28 november Pandoering is precies het wordt wat past bij een enorme afstraffing als deze. Een overwinning die goed moet zijn voor John en het gevoel in de groep. En misschien de spelers ook het idee geeft dat die gringo weet wat hij doet. Mijn keuze voor het sleutelwoord is gevallen op: folterkelder. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 29 november Auteur Share Geplaatst 29 november CDXX. “Step into my office” "My office, noon." Dat was het berichtje. Geen begroeting, geen uitleg, geen context. Gewoon drie woorden, alsof ik een hond was die hij naar zijn hok terugriep. Wat was dat toch met voorzitters en hun obsessie voor steno? Het leek wel een universele eigenschap van mannen in pak met een te groot kantoor. Wijlen Gökhan deed precies hetzelfde. Hij kon me om half vier 's ochtends appen met een vage “Call me” en vervolgens niet opnemen. Vassilis, de Griekse grootspreker, reduceerde zijn communicatie tot kille, bondige bevelen zodra hij een idee had. En nu Raúl. Geen "Hi John", geen "Hoe gaat het?", gewoon drie woorden die, ondanks hun eenvoud, dreigden met een wereld aan gedoe. Het was niet iets cultureels, dat wist ik zeker. Drie totaal verschillende achtergronden, drie totaal verschillende karakters. Het enige dat ze deelden, was de macht die hun functie met zich meebracht. Misschien was dat het: de wetenschap dat iedereen wel naar je luistert, maakt beleefdheid overbodig. Waarom de moeite nemen om volledig uitgeschreven zinnen te sturen als een paar woorden al genoeg zijn om een hele organisatie in beweging te zetten? Macht corrumpeert, zeggen ze, en blijkbaar corrumpeert het ook je manieren. N = 3, zoals mijn wiskundige vrienden zouden zeggen, dus het was nog geen wetenschappelijk bewezen feit. Maar het voelde wel zo. Macht maakte iets met mensen. Het gaf ze niet alleen het idee dat ze onschendbaar waren, maar blijkbaar ook dat fatsoenlijke communicatie optioneel werd. Je kunt alles in drie woorden gooien en het werkt nog steeds. Wel heel duidelijk, dat dan weer wel. Geen vage passieve agressieve ondertonen, geen lange epistels waarin je moet vissen naar de daadwerkelijke boodschap. Nee, drie woorden. My office, noon. Iedereen weet wat er van je verwacht wordt. Maar je voelt je er toch een beetje minder mens door, alsof je alleen nog maar een functie bent, een pion in hun grotere spel. Een manager, geen John. Misschien was dat wat me het meest irriteerde: niet de beknoptheid, maar het gebrek aan erkenning voor de persoon achter de functie. Ik wierp een blik op de klok. Nog twee uur. Genoeg tijd om een koffie te halen en mezelf mentaal voor te bereiden op wat ongetwijfeld weer een absurde ontmoeting met Raúl zou worden. Ik slenterde richting de tikibar van het hotel, op zoek naar koffie, of iets wat daar op leek. Het was nog vroeg genoeg om geen andere gasten tegen te komen, en dat kwam me prima uit. De kater zat nog ergens achter mijn ogen te loeren, klaar om toe te slaan zodra ik te hard ging nadenken. Bij de bar aangekomen trof ik Gloria, die met een poetsdoek in de weer was alsof ze de eeuwige strijd tegen vlekken persoonlijk had aangenomen. Ze had me niet opgemerkt, wat me de gelegenheid gaf om haar ongestoord te observeren. Ze stond met haar rug naar me toe, haar lange, donkere haar in een losse staart die mee bewoog met haar ritmische bewegingen. De tikibar, met zijn bamboestokken en kitscherige decoraties, leek ineens minder banaal dankzij haar aanwezigheid. Haar T-shirt, dat waarschijnlijk ooit wit was maar nu een beetje grauw van de dagelijkse arbeid, trok strak rondom de welving van haar boezem telkens wanneer ze zich bukte om een laag plankje schoon te maken. De bewegingen waren natuurlijk, functioneel, maar er zat een soort achteloze gratie in die haar werk bijna een choreografie maakte. Ik leunde tegen een van de palen van de bar en liet mijn ogen even afdwalen naar de manier waarop de stof zich strekte en ontspande over haar lichaam. Het shirt was net iets te kort, waardoor bij elke strekking een strookje huid boven haar jeans zichtbaar werd. Die jeans, trouwens, waren net zo strak als het T-shirt, waardoor haar hele verschijning een soort magnetisme uitstraalde dat me onwillekeurig langer liet kijken dan ik van plan was. Ze zette een stap opzij en boog zich voorover om iets uit een kastje te pakken, haar bewegingen soepel en doelgericht, alsof ze zich totaal niet bewust was van de onbedoelde show die ze gaf. Haar vingers bewogen snel over de oppervlakken, haar concentratie volledig gericht op de klus, terwijl ik daar stond als een toeschouwer zonder kaartje. Ik voelde me schuldig, ergens. Maar niet genoeg om weg te kijken. Uiteindelijk merkte ze mijn aanwezigheid. Haar bewegingen stopten abrupt, en ze draaide zich langzaam om, met een blik die ergens tussen irritatie en onverschilligheid zweefde. Haar wenkbrauwen gingen licht omhoog, alsof ze zichzelf moest herinneren dat ze met een gast te maken had, en niet met een irritant huisdier dat ongevraagd in haar territorium was opgedoken. "Can I help you?" Haar stem was neutraal, maar er zat een randje in dat me duidelijk maakte dat haar geduld al op was, en dat ik daar waarschijnlijk debet aan was. Ik grijnsde, alsof dat alles zou oplossen. "A coffee, please." Ik probeerde het luchtig te brengen, maar haar blik bleef me stevig op de plaats houden, alsof ze een oordeel aan het vellen was over mijn hele bestaan. Even leek ze te twijfelen of ze me daadwerkelijk van dienst zou zijn, maar zonder een woord verder te zeggen, draaide ze zich om naar de koffiepot. Zwijgend schonk ze een mok vol. Haar bewegingen waren functioneel, zonder enige haast, alsof ze me precies de tijd wilde geven om te voelen hoe weinig indruk ik maakte. De koffie was zwart, dampend, en rook goddelijk, maar dat was op dat moment bijzaak. Ze zette de mok met een zachte tik op de bar, net stevig genoeg om te laten weten dat dit alles was wat ik kon verwachten. Geen glimlach, geen woorden, alleen een mok koffie en een duidelijke boodschap. Daarna ging ze weer verder met haar werk, alsof ik een vervelende vlieg was die ze net met een enkel gebaar had weggewuifd. Haar rug was weer naar me toegekeerd, en haar aandacht was volledig gericht op de plankjes die ze met een ferme hand schoonmaakte. De poetsdoek bewoog in korte, efficiënte halen, en haar lichaam volgde die bewegingen alsof ze een persoonlijke dans uitvoerde waarin ik geen rol speelde. Schijnbaar had ik nog het een en ander goed te maken. Ik nam een slok van de koffie; sterk, bitter, precies zoals ik het wilde en vroeg me af wat precies mijn volgende zet zou moeten zijn. Gloria was niet iemand die je zomaar met een grapje of een compliment voor je won. Ze was het soort vrouw dat je respect moest verdienen, en voorlopig zat ik daar nog een paar trappen onder. Dergelijke beslommeringen moesten echter wachten. Miguel stond al klaar bij zijn taxi, zijn gebruikelijke grijns dit keer nergens te bekennen. Hij hield de deur open met een zekere tegenzin, alsof hij liever ergens anders was, waar dan ook, als het maar niet in de buurt van Raúl was. Ik stapte in, knikte kort en gaf hem een blik die zei blijf deze keer bij me, geen verrassingen. "Oh, and this time, don't fuck off unless I tell you to," zei ik, mijn stem harder dan nodig om mijn punt te maken. Miguel zuchtte diep, alsof ik hem vroeg om met zijn blote handen een berg te verzetten. "Raúl... cabrón. Ese hombre no es bueno, boss." Hij schudde zijn hoofd terwijl hij de motor startte, zijn vingers iets te strak om het stuur geklemd. "People who he no like? They disappear. Puf. Gone. Sometimes..." Hij maakte een handgebaar alsof hij iets van een tafel schoof. "Car accident. Other times... ¿Cómo se dice? They get robbed or attacked. But is no random, boss. Is Raúl." Ik keek naar zijn gezicht, dat bleek was geworden, alsof hij zichzelf moed probeerde in te praten terwijl hij deze woorden uitsprak. Zijn ogen flitsten naar mij, kort en zoekend, alsof hij me probeerde in te schatten. Zou ik luisteren? Begrijp ik de ernst? "He no like Maya people." Hij spuugde het bijna uit, zijn stem laag en vol afschuw. "He think we are... backwards. Pendejos. He make jokes, si? But not funny. Always about Mayans. How we smell, how we look. He tell me one time... 'Miguel, you lucky I let you work for me.' Lucky, he say! Pfft. Cabron." Zijn vingers trommelden nerveus op het stuur, zijn gezicht strakgetrokken van woede die hij duidelijk had moeten slikken. Miguel draaide zijn hoofd naar mij, zijn gezicht nu ernstiger dan ik hem ooit had gezien. "Boss, be careful. Raúl... he smile, but he dangerous. He no like you? He no like me? Then... problema. Big problema." Zijn stem had nu een waarschuwende toon, alsof hij wilde dat ik het echt begreep. Ik knikte langzaam, meer uit beleefdheid dan overtuiging. Het verhaal van de verdwenen mensen en Raúl’s vooroordelen klonken als iets uit een slechte film, maar de ernst in Miguels stem gaf me een ongemakkelijk gevoel. Dit was geen man die zomaar verhalen verzon. "Boss, just... do what he want, si? No fight. No argue. And if he angry, we go. Fast." Hij keek naar me, zijn blik gespannen, en ik zag dat hij het meende. Raúl was niet alleen een machtige voorzitter, hij was iemand die zijn eigen regels schreef. Dat soort mensen moet je of behagen of vermijden. En ik had net besloten hem frontaal tegemoet te treden. Fantastisch. Reacties en dergelijke. Spoiler Op 27-11-2024 om 15:09 zei Marius: Dat is nog eens de tegenstander met huid en haar opvreten. Als de ploeg dit niveau kan vasthouden wordt ook de competitie wellicht een martelgang voor de opponenten van John’s club. Het zou het tempo van het verhaal wel helpen Op 27-11-2024 om 20:50 zei Djurovski: Pfoe 16-0 zijn de woorden van John dan echt door gedrongen bij de spelers. Ai daar ging John even keihard onderuit bij het " dienstmeisje" You can't win 'em all Op 28-11-2024 om 09:00 zei ElMarcos: Pandoering is precies het wordt wat past bij een enorme afstraffing als deze. Een overwinning die goed moet zijn voor John en het gevoel in de groep. En misschien de spelers ook het idee geeft dat die gringo weet wat hij doet. Mijn keuze voor het sleutelwoord is gevallen op: folterkelder. Komt voor de bakker. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 29 november Share Geplaatst 29 november Miguel is echt een angsthaas als het op Raúl aankomt. Wellicht met reden, maar uiteindelijk is het wel de voorzitter zelf die John uitnodigt. Daar niet op ingaan zou wellicht nog veel meer een probleem vormen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 29 november Share Geplaatst 29 november Benieuwd wat Raul wilt. Miquel is wel vrij angstig uitgevallen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 30 november Auteur Share Geplaatst 30 november CDXXI. Sacrifices must be made Raúl stond bij het raam, zijn armen achter zijn rug gevouwen in die overduidelijk ingestudeerde pose die vooral mannen aannemen wanneer ze kracht, leiderschap en bedachtzaamheid willen uitstralen. Zijn brede rug naar ons toe, zijn hoofd lichtjes gekanteld, alsof hij ergens in de verte een grootse toekomst zag die alleen hij kon begrijpen. Het was bijna lachwekkend in zijn voorspelbaarheid. Zo’n houding betekende altijd maar één ding: er kwam een vervelende boodschap aan. En niet zomaar vervelend, nee. Het soort mededeling waarbij je wist dat er nul ruimte was voor discussie, geen enkel gesprek over de nuances, en zeker geen mogelijkheid om de uitkomst te beïnvloeden. Ik stond daar, mijn handen in mijn zakken, en wachtte af. Miguel, die naast me stond, schuifelde een beetje met zijn voeten, alsof hij het liefst nu al door de vloer zou zakken. Raúl draaide zich niet om, natuurlijk niet. Dat zou de illusie van zijn macht doorbreken. Nee, dit was een man die zijn woorden zorgvuldig aan het voorbereiden was, die elk woord woog alsof hij een generaal was die het lot van een hele natie moest bepalen. "Do you know," begon hij uiteindelijk, zijn stem laag en langzaam, alsof hij zichzelf graag hoorde praten, "what it means to build something great?" Hij liet een stilte vallen, de retorische vraag in de lucht hangend als een sigarenrook die niet wilde vervliegen. Ik antwoordde niet, en Miguel al helemaal niet. Raúl hield van stilte. Hij vond het vast prettig om zijn eigen woorden te laten echoën in de kamer. Hij draaide zich om, langzaam, met de precisie van een man die zijn bewegingen had gerepeteerd. Zijn gezicht was ondoorgrondelijk, zijn mondhoeken licht naar beneden getrokken, wat hem een bedachtzame, bijna strenge uitstraling gaf. In werkelijkheid zag ik vooral een man die genoot van zijn eigen spel. "Sometimes," vervolgde hij, terwijl hij naar zijn bureau liep en zijn vingers lichtjes over het donkere hout liet glijden, "to build something great, you must make... sacrifices." Hij keek me aan, zijn blik zwaar, alsof hij net een diepe levensles had onthuld die mijn hele wereld op zijn kop moest zetten. Ik knikte traag, meer omdat ik wist dat hij op een reactie wachtte dan omdat ik zijn woorden echt voelde binnenkomen. Miguel, aan de andere kant, keek naar de vloer en bewoog geen spier. Zijn gezicht was strak, zijn lippen op elkaar geperst. Hij wist waarschijnlijk beter dan ik wat deze pose en deze woorden betekenden. En eerlijk gezegd had ik er geen zin in om te ontdekken wat voor "sacrifices" Raúl deze keer in gedachten had. "The squad is too big and some of the locals, they earn too much money for what they delivered last season," zei Raúl, zijn stem rustig, alsof hij zojuist een onschuldige observatie deed en niet de fundering onder mijn hele voorbereiding wegsloeg. Ik zweeg. Wat kon ik hier überhaupt aan toevoegen? Zijn inschatting was feitelijk correct, maar het was duidelijk dat dit niet zomaar een gesprek was. Hij had al een beslissing genomen, en ik zat hier alleen maar om op de hoogte te worden gebracht. "I sold ten of them," vervolgde hij, alsof hij me net vertelde dat hij nieuwe stoelen voor de tribune had besteld. Zijn toon was zakelijk, emotieloos. "You can not use any of the transfer fees and only half of the freed up wages." Ik bleef hem aankijken, mijn blik verstrakte. Het duurde even voordat zijn woorden volledig landden. Tien spelers verkocht. Tien. Halverwege de voorbereiding, met de competitie die bijna begon, had hij doodleuk een derde van mijn selectie weggeveegd. Zonder overleg, zonder waarschuwing, zonder enige vorm van tact. En dat niet alleen – hij had er ook nog eens voor gezorgd dat ik met een half budget moest werken om die leegte op te vullen. Het was alsof je iemand een oude, gammele auto geeft, vervolgens de motor eruit haalt, en zegt: "Fix it, maar je mag alleen ducttape en een blikje cola gebruiken." "Are you serious?" vroeg ik uiteindelijk, mijn stem vlak, hoewel ik voelde hoe mijn bloed begon te koken. Raúl leunde achterover in zijn stoel, zijn handen in elkaar gevouwen over zijn buik. Zijn gezicht was een maskerade van kalmte, maar zijn ogen hadden die flikkerende glinstering van iemand die precies wist wat hij deed. "Of course. This is business, John. Those players were a burden. Now you have more space to work with. Freedom, no?" Vrijheid? Was dit zijn idee van vrijheid? Het voelde meer alsof ik net een ketting om mijn nek had gekregen met een extra slot erop. Ik liet mijn blik even afdwalen naar Miguel, die naast de deur stond, starend naar een plek op de vloer alsof daar de antwoorden op alle levensvragen lagen. Zijn gezicht had die uitdrukking van iemand die dacht: *Ik zei het toch, boss?* "Freedom," herhaalde ik, mijn stem doordrenkt van sarcasme. "You mean freedom to scramble for players who aren’t good enough for any other club in this country?" Raúl glimlachte dun, alsof hij mijn irritatie als een compliment beschouwde. "I trust you to make it work," zei hij simpelweg, alsof dat het hele probleem oploste. Natuurlijk deed hij dat. Hij had geen idee wat voor chaos hij net had veroorzaakt, en eerlijk gezegd gaf hij er waarschijnlijk ook niets om. Ik zuchtte diep, wendde mijn blik af en probeerde mijn gedachten te ordenen. Hoe kon ik dit rechtbreien? Hoe kon ik überhaupt een team bouwen met wat hij had achtergelaten? Het was alsof ik een puzzel moest maken, maar de helft van de stukjes zat in zijn achterzak, en ik kreeg ze pas terug als ik precies deed wat hij wilde. Reacties en dergelijke. Spoiler Op 29-11-2024 om 15:42 zei Marius: Miguel is echt een angsthaas als het op Raúl aankomt. Wellicht met reden, maar uiteindelijk is het wel de voorzitter zelf die John uitnodigt. Daar niet op ingaan zou wellicht nog veel meer een probleem vormen. Dat is zeer zeker waar. 23 uur geleden zei Djurovski: Benieuwd wat Raul wilt. Miquel is wel vrij angstig uitgevallen. Ellende veroorzaken. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 30 november Share Geplaatst 30 november Oef dit is niet fijn werken zo. Zomaar 10 spelers weg zonder overleg... Hopelijk waren het alleen de echte kneusjes... Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Aanbevolen berichten
Join the conversation
You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.