Nom de Guerre Geplaatst 25 oktober Auteur Share Geplaatst 25 oktober (bewerkt) 21 minuten geleden zei Kyrill: @Nom de Guerre je hebt 2x exact zelfde update gepost maatje Hele fijne vakantie hé, is je gegund en ben je aan toe! Wel mooie en leuke update btw. Dank je wel voor de waarschuwing. Direct gerepareerd. 25 oktober bewerkt door Nom de Guerre Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 25 oktober Share Geplaatst 25 oktober De aftocht van John voelt warm als met een natte spijkerbroek op maandagmorgen naar je werk moeten fietsen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 25 oktober Auteur Share Geplaatst 25 oktober CCCLXXVIII. Losse eindjes Er waren echter losse eindjes en die losse eindjes lagen nog als strakke knopen in mijn maag. Want Alex en haar machtsmiddelen, die verdwenen niet zomaar. Het was alsof ik een zwaard van Damocles boven mijn hoofd had hangen, en het touwtje waar dat zwaard aan bungelde, was in haar handen. Ze had altijd manieren om mensen te breken. En als ze wilde, had ze genoeg om me een meervoudige moord in de schoenen te schuiven. De gedachte dat ik dit land zou verlaten zonder te weten of ze ooit dat wapen tegen me zou gebruiken, hing als een donkere schaduw in mijn achterhoofd. Alex speelde geen spelletjes zonder een lange termijnplan. Ze had nooit iets gedaan zonder reden. En het feit dat ik zou vertrekken, maakte me niet minder kwetsbaar. Ze kon het machtsmiddel dat ze tegen me had in haar zak houden, net zolang tot het haar goed uitkwam. Totdat het moment daar was dat ze me nog eens nodig had, of erger, me moest elimineren als het haar in de weg stond. Ik dacht terug aan de tijden waarin ze subtiele dreigementen liet vallen, altijd verpakt in die kokette glimlach. "John, je moet je vrienden dicht bij je houden... en je vijanden nog dichter." Dat soort uitspraken. En dan altijd die schaduw van dreiging erachter. Dat ze bewijs had, valse getuigen, of gewoon de middelen om de boel zo te draaien dat ik er als schuldige uit zou komen. In een land als dit, of welk land dan ook, maakte het uiteindelijk niet uit of je iets had gedaan. Wat telde, was wie de verhalen vertelde, en Alex vertelde de verhalen zoals ze wilde. Het besef dat ik nooit echt vrij zou zijn van haar invloed, ook al zat ik straks op duizenden kilometers afstand, gaf me een naar gevoel. Alsof je in een boot stapt die je van de kust weghaalt, maar je weet dat je niet echt ontsnapt bent. Het water was misschien wijd en diep, maar het touw dat aan je enkels bungelde, liep nog steeds terug naar de kant, waar zij stond, glimlachend met een schaar in haar hand. Wanneer zou ze het doorknippen? Of sleurde ze me straks weer terug, zodra het haar uitkwam? Het was een onheilspellende gedachte. Eentje die me niet zomaar zou loslaten, zelfs niet als ik straks ergens anders zat, aan een nieuwe opdracht of in een nieuwe stad. De realiteit was dat zolang Alex in het spel zat, ik altijd een pion zou blijven. Of ik het wilde of niet. De gedachte aan die machteloosheid, dat overgeleverd zijn aan de grillen van iemand als Alex, liet me niet los. Het knaagde aan me, als een rotte kies die je wel voelt maar niet durft aan te raken. Het idee dat ze altijd de touwtjes in handen zou houden, dat ik nooit echt vrij zou zijn, vrat me van binnenuit op. Ik was geen marionet meer, maar het voelde alsof de draden nog steeds ergens aan mijn ledematen hingen, onzichtbaar, maar altijd klaar om strakgetrokken te worden. Dat kon ik niet verdragen. Niet nu, niet ooit. Ik zat in een donkere hoek van een bar, het soort plek waar niemand vragen stelde en je jezelf zonder enige moeite kon verzuipen in anonimiteit. De barkeeper kende me niet, en dat was precies hoe ik het wilde. Het was de perfecte plek om na te denken, en whisky na whisky door mijn keel te jagen in de hoop dat de scherpe, brandende alcohol iets van helderheid zou brengen. Maar de whisky deed z’n werk anders dan ik had gehoopt. Het maakte mijn gedachten niet scherper, het maakte ze sluw. Er begon langzaam een plan te ontstaan. Een vaag, onuitgewerkt idee, maar de funderingen waren gelegd. Ik had het lang genoeg laten gebeuren, die machteloosheid. Het werd tijd om zelf iets in handen te nemen. Want zolang Alex dat zwaard van Damocles boven mijn hoofd had hangen, kon ik mezelf wijsmaken dat ik verder ging met mijn leven, maar het zou een illusie blijven. Dat zwaard moest weg. Of ze moest weg. Een van de twee. Ik gooide nog een glas whisky achterover en voelde de warmte in mijn keel zich vermengen met de kilte in mijn gedachten. Het was een wreed soort helderheid, het soort dat alleen naar boven komt wanneer je beseft dat er geen makkelijke uitweg meer is. Er was maar één oplossing: Alex moest buitenspel worden gezet. En niet op haar voorwaarden, maar op de mijne. Ik wist nog niet precies hoe ik het zou doen, maar de basis was er. Langzaam zou ik een weg vinden, iets, een manier om de rollen om te draaien. En als dat betekende dat ik nog dieper in de duistere kant van deze wereld moest duiken, dan was dat maar zo. Beter dat, dan de rest van mijn leven met de wetenschap dat iemand als Alex me in haar greep hield. Ik begaf me op weg, mijn gedachten donker en doelgericht. Iemand als Alex zet je niet zomaar buitenspel. Daar had je geen woede voor nodig, geen impulsieve actie, maar voorbereiding, een ijskoude berekening. De touwtjes moesten strakgetrokken worden, maar dit keer door mij. Ik wist precies wat er nodig was, en in een stad als deze, met zijn grauwe randjes en halfduistere achterkamers, was alles te krijgen. Voor een prijs, natuurlijk. Maar in Turkije had je altijd een levendige zwarte markt, waar de moraal net zo goedkoop was als de goederen. In een van de groezeligste kroegen die ik kon vinden, een plek waar de vloer al jaren geen schoonmaakmiddel had gezien en de lucht naar zweet en oude sigarettenrook stonk, vond ik de man die me kon helpen. Hij zat achterin, in een hoek waar de lamp nauwelijks nog brandde, en zijn gezicht was al net zo bedekt met schaduw als de rest van de bar. Een type dat je niet moest vertrouwen, maar dat was precies wat ik nodig had. Vertrouwen was een luxe die ik me niet meer kon permitteren. De transactie was simpel. Geen woorden meer dan nodig, geen vragen. In Turkije was er een overschot aan ongeregistreerde wapens. Ze kwamen binnen via de grens met Syrië, verdwaalden door corrupte politiehanden en vonden hun weg naar mensen zoals ik, die niets anders wilden dan een oplossing. En omdat de markt zo verzadigd was, viel de prijs best mee. Een paar honderd dollar voor een gebruikt exemplaar. Waarschijnlijk al eens eerder gebruikt in een misdaad, misschien zelfs een moord, maar dat maakte het alleen maar beter. Minder kans op sporen die naar mij terug zouden leiden. Hij haalde het pistool uit een oude, versleten leren tas en schoof het, ingepakt en wel, over de tafel, met de nonchalance van iemand die net een kop koffie had besteld. Het ding was zwaar, koud, en voelde als de belichaming van elke foute beslissing die ik ooit had genomen. Maar dit was anders. Dit was geen fout, dit was een stap vooruit. Een zet op het schaakbord van Alex. Ze had altijd de macht gehad, altijd de controle. Dat eindigde hier. Ik betaalde hem zonder om te kijken, geen afscheid, geen beleefdheden. Wat volgde was aan mij. En voor het eerst in lange tijd voelde ik niet de kou van machteloosheid, maar de kilte van actie. Onderweg naar mijn appartement, met het pistool verstopt onder mijn jas, voelde ik de koude zwaarte tegen mijn zij drukken. Elke stap, elke blik op de weg voor me, herinnerde me eraan dat dit geen spel meer was. Dit was bloedserieus. Mijn vingers gleden langs het metaal van het wapen toen ik in een smalle steeg stopte om het kort te inspecteren. Een Tisas 1911a. Het ding voelde massief en oud, maar niet onbetrouwbaar. Een Turks model, natuurlijk, want Turkije had altijd wel wat achter de hand voor mensen zoals ik. Een replica van de klassieke Colt 1911, het soort pistool dat in oorlogsfilms werd gebruikt om een vijand neer te leggen met één welgemikt schot. Alleen was dit geen film. Dit was mijn leven. De loop was roestvrij staal, glad en zwart, alsof het wapen wachtte om weer eens tot leven te komen. Het handvat voelde ruw aan, de korrelige textuur van bruin kunststof gleed onder mijn vingers. Dit ding was gemaakt om vastgehouden te worden, om gebruikt te worden door mannen die hun problemen niet oplosten met woorden, maar met kogels. De woorden "MODEL 1911A1 U.S. ARMY" waren nog duidelijk te lezen, als een grap, alsof het me moest laten geloven dat ik een of andere held was in plaats van een man die wraak zou nemen op zijn eigen demonen. De Tisas had een simpel ontwerp, zonder poespas, zonder franjes. Geen high-tech lasergeleiding of ander flitsend gedoe dat de moderne wapens zo nodig vonden om indruk te maken. Nee, dit ding was puur, zonder enige glamour. Een functionele dodelijkheid, klaar voor één taak: schade aanrichten. Het voelde goedkoop, in de zin dat het geen waarde hechtte aan schoonheid of prestige. Maar het werkte. En dat was alles wat ik nodig had. Een oplossing. Ik keek snel om me heen, voorzichtig, alsof de muren me konden zien. Het gevoel van paranoia zat diep in mijn lijf verankerd. Dit wapen in mijn hand was de sleutel tot mijn vrijheid, maar ook mijn verdoemenis als het fout ging. Eén foute beweging en dit hele plan zou uit elkaar spatten, net als Alex wanneer ik uiteindelijk zou trekken. Ze zou het niet zien aankomen. Dat was de kracht van deze situatie. Iedereen dacht dat ik gewoon zou verdwijnen, dat ik mijn staart tussen mijn benen zou steken en weg zou lopen. Maar nee, Alex had me in een hoek gedrukt, en ik had besloten dat ik niet de enige zou zijn die daar bleef zitten. De Tisas was mijn uitweg, mijn manier om het touw van dat zwaard van Damocles boven mijn hoofd door te snijden. Het metaal voelde koel aan, net zoals ik nu moest zijn. Toen ik het wapen weer onder mijn jas stopte, voelde ik de adrenaline opkomen. Wraak smaakte altijd bitter, maar dat maakte het niet minder verleidelijk. Reacties en dergelijke. Spoiler 1 uur geleden zei Kyrill: @Nom de Guerre je hebt 2x exact zelfde update gepost maatje Hele fijne vakantie hé, is je gegund en ben je aan toe! Wel mooie en leuke update btw. Errare humanum est. Niet goed opgelet, dus nogmaals bedankt voor de correctie. 17 minuten geleden zei ElMarcos: De aftocht van John voelt warm als met een natte spijkerbroek op maandagmorgen naar je werk moeten fietsen. Dan ben ik benieuwd wat je van deze meer sinistere ontwikkelingen vindt. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 25 oktober Share Geplaatst 25 oktober Geen groots afscheid, geen grote afscheidswedstrijd. Alleen maar verplichte nummertjes. Ik zou er meer van verwacht hebben in John's plaats. Zeker ook vanwege zijn luitenanten, die minder trouw blijken dan gedacht. Op naar betere oorden John! Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 25 oktober Share Geplaatst 25 oktober John die uit is op wraak. Waar hebben wij dit eerder gezien en hoe liep dat af. De vraag is of dit de weg uit is voor John of de volgende nederlaag buiten het gras en de krijtlijnen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 25 oktober Auteur Share Geplaatst 25 oktober CCCLXXIX. Lock and load In mijn appartement aangekomen, gooide ik mijn jas op de vloer en liep zonder aarzeling naar de fles whisky op het aanrecht. Het was een routine geworden, dat inschenken. Alsof mijn hand al wist wat te doen, zonder dat mijn brein nog moest nadenken. Ik liet het amberkleurige vocht langzaam in het glas glijden, alsof ik het ritueel de tijd wilde geven. Misschien was het moed indrinken, misschien de zenuwen kalmeren, noem het hoe je wil, maar ik had het nodig. En dat was misschien nog wel het meest beangstigende van alles: hoezeer ik afhankelijk was geworden van die godverdomde whisky om nog enigszins normaal te functioneren. Ik had mijn gedachten helder moeten houden, dat was wel duidelijk. Dit was geen situatie waarin je beneveld moest zijn, waarin je je verstand op halve kracht kon laten draaien. Maar ja, dat was het wrange aan de zaak. Schijnbaar functioneerde ik beter met een glas in mijn hand en een waas voor mijn ogen. Het was alsof de scherpe randjes van de realiteit dan net iets meer op de achtergrond verdwenen, en ik de beslissingen kon nemen die ik nuchter misschien nooit durfde te nemen. Ik nam een slok. De whisky brandde langs mijn keel, en dat was precies wat ik wilde voelen. Die prikkeling, dat gevoel van iets levends in een anders zo dode situatie. Het glas voelde koud in mijn hand, maar mijn hoofd werd langzaam warmer, zoals altijd. De Tisas zat nog steeds in mijn binnenzak, als een loden last, maar ook als een oplossing die ik niet meer kon ontwijken. De whisky gaf me het valse gevoel dat ik alles onder controle had, dat er een plan was en dat ik precies wist hoe ik het ging uitvoeren. Ik keek naar het glas in mijn hand, de vloeistof die heen en weer wiegde alsof het me wilde hypnotiseren. Misschien was dat wat de whisky echt deed: me in een staat van valse kalmte brengen, net genoeg om me het gevoel te geven dat ik de touwtjes in handen had, terwijl ik eigenlijk gewoon ronddobberde in mijn eigen twijfel en angst. Maar goed, wat maakte het nog uit? Het alternatief was een nuchtere ik, en die had het allang opgegeven. Deze ik, de whisky-ik, had tenminste nog het lef om door te zetten, om de angst opzij te schuiven en het pistool te gebruiken als dat moment kwam. Misschien moest ik me zorgen maken om hoeveel ik de whisky nodig had. Misschien had ik me allang zorgen moeten maken. Maar eerlijk gezegd was het me allang ontgaan wanneer ik dat punt had bereikt. Ik was al ver voorbij de grens waar functioneel drinken overging in puur overleven. En op dit moment, met een wapen onder mijn jas en een glas in mijn hand, was dat alles wat nog telde. Ik zette het glas neer, keek even naar de lege kamer om me heen en voelde de stilte op me neerdalen. De whisky zou me helpen, zoals hij altijd deed. En ik zou doen wat gedaan moest worden. Ik ging zitten op de bank, zette de laptop voor me neer en zocht een YouTube-video op waarin een vlotte knaap met te veel zelfvertrouwen demonstreerde hoe je een M1911 schoonmaakt. Het was eigenlijk belachelijk hoe eenvoudig het allemaal leek als je het door een expert zag doen. Maar goed, ik zat hier niet om me te laten vermaken. Dit was niet het moment om iets over te laten aan het toeval. Als je een wapen ging gebruiken, dan moest je weten hoe je het in topconditie hield, anders kon het zomaar zijn dat je op het verkeerde moment met een verdomd nutteloze ijzeren staaf in je handen stond. En dat risico kon ik me niet veroorloven. Het filmpje begon met een opsomming van benodigdheden: een doek, wat olie, een reinigingsborstel, en een stalen zenuw, al zei hij dat laatste er niet bij. Ik pakte mijn eigen gereedschap bij elkaar, net zo kalm als iemand die zich klaarmaakt voor een zondagse schoonmaakbeurt. Maar dit was geen huisvuil dat ik zou wegpoetsen—dit was de voorbereiding op iets veel groters, iets onomkeerbaars. De eerste stap was het magazijn verwijderen. Simpel zat. Ik klikte het los en legde het op tafel. Het ding voelde licht in mijn hand, leeg, als een belofte die nog vervuld moest worden. De jongen in het filmpje ging ondertussen verder, met het soort enthousiasme dat je zou verwachten bij iemand die net een nieuwe gadget had gekocht. Hij ging snel, maar ik volgde hem op de voet. De slede moest naar achteren worden getrokken en vergrendeld. Je moest de loop controleren, zorgen dat er geen kogel in zat. Geen probleem. Tot nu toe was het allemaal kinderspel. Toen kwam het echte werk: het demonteren van de M1911. De loopveer moest eruit. Dat was altijd een gepriegel. Als je dat ding verkeerd terugzette, kon je de hele boel naar de klote helpen. Ik deed het voorzichtig, mijn vingers strak om het metalen stuk terwijl ik het losschroefde. De veer kwam los met een kleine klik. De loop en slede volgden daarna. Ik legde alles op een doek, netjes uitgestald, alsof ik een chirurg was die zich klaarmaakte voor een operatie. Een operatie die maar één uitkomst kende: wraak. De borstel kwam nu in actie. Ik veegde door de binnenkant van de loop, waarbij ik de borstel voorzichtig heen en weer bewoog zoals in de video. Het vuil en stof kwamen los, het soort resten dat zich opbouwt na maanden van gebruik zonder aandacht. Ik dacht aan hoe lang dit ding misschien al rondzwierf zonder dat iemand erom gaf. Misschien had het zijn werk al gedaan, misschien stond het op het punt om dat nog te doen. En ik was degene die het laatste hoofdstuk zou schrijven. Daarna volgde de olie. De jongen in de video was er lyrisch over, alsof een paar druppels olie dit stuk gereedschap in een godswonder zouden veranderen. Maar ik wist beter. De olie was er alleen om het wapen soepel te houden, om te zorgen dat het niet zou haperen als het moment daar was. Ik liet de olie voorzichtig in de slede lopen en bewoog het mechanisme een paar keer heen en weer, luisterend naar het zachte, vlezige geluid van metaal dat weer tot leven kwam. Toen kwam de laatste stap: alles weer in elkaar zetten. De loop moest terug in de slede, de veer moest weer op zijn plaats, en de slede moest weer over het frame geschoven worden. Ik deed het rustig, bijna ritueel, alsof elke beweging betekenis had. En misschien was dat ook wel zo. Want dit was geen gewone schoonmaakbeurt. Dit was de voorbereiding op iets dat verder ging dan gewoon actie ondernemen. Dit was het wapen dat ik zou gebruiken om mijn eigen demonen te bevechten. Alex. Toen alles weer in elkaar zat, hield ik de M1911 in mijn hand en voelde het gewicht opnieuw. Niet zwaar, maar zwaar genoeg om te weten dat het echt was. Geen speelgoed, geen filmrekwisiet, maar een ding dat levens veranderde. Het wapen was nu klaar voor gebruik. En ergens, diep van binnen, wist ik dat ik dat ook was. Ik hield de M1911 stevig vast, voelde het metaal koel tegen mijn handpalm. De leegte in de loop leek te wachten, net als ik. Droogvuren was een test, een ritueel om te checken of dit stuk vernuft nog functioneerde zoals het moest. Geen kogels, geen dreiging van onmiddellijk geweld, maar dat zou snel genoeg veranderen. Dit was het moment waarop ik het wapen moest leren kennen, alsof het een verlengstuk van mijn eigen lichaam zou worden. Want als het moment daar was, mocht er niets misgaan. Niet één fout, niet één hapering. Ik trok de slede langzaam naar achteren. Het mechanisme gleed soepel, net als in de video, alsof het metaal zich herinnerde waarvoor het was gemaakt. Geen weerstand, geen klikjes van slijtage. Alles werkte zoals het hoorde. Ik bracht de slede terug naar voren, de loper gleed geruisloos over de rails. Het pistool voelde nu geladen, ook al zat er geen enkele kogel in. Maar dat zou snel veranderen. Mijn vinger gleed naar de trekker. Ik haalde adem, wachtte even, alsof ik op een signaal van mezelf wachtte. En toen, zonder na te denken, trok ik de trekker over. De hamer sloeg met een scherpe, ijzige klik tegen het lege slaghoedje. Geen kogels, geen knal, alleen de harde mechanische realiteit van wat er zou gebeuren als er wel een kogel in had gezeten. Ik voelde een korte trilling door het pistool trekken, en diezelfde trilling liep als een rilling langs mijn rug. Alles werkte. Geen haperingen, geen blokkades. Dit ding was klaar voor actie, en ik ook. Het was tijd om te laden. De lege huls van het droogvuren voelde ineens een stuk leger, alsof het niet meer genoeg was. Ik pakte het magazijn op en liet de eerste kogel voorzichtig in de houder vallen. Het metaal van de kogel glom in het schemerige licht van mijn kamer. Eén voor één vulde ik het magazijn, alsof ik langzaam een einde aan het bouwen was. Elke kogel was een stap dichter bij de afrekening. Eén kogel voor elke herinnering aan Alex, aan haar dreigementen, aan haar schijnheilige lach. Ik voelde de zwaarte van het magazijn toenemen met elke kogel die erin gleed, een tastbare metafoor voor het gewicht van wat ik ging doen. Met het volle magazijn in mijn hand voelde ik de macht in mijn vingers kruipen. Dit was niet zomaar een stuk metaal meer. Dit was de lijn tussen wat was en wat zou komen. Ik plaatste het magazijn terug in de pistoolgreep, hoorde het duidelijke, bevredigende klikgeluid toen het vastklikte. Het was alsof alles op zijn plaats viel, niet alleen het magazijn, maar ook de hele rotzooi die ik in mijn hoofd had opgebouwd. Dit was het moment waarop je geen vragen meer stelde. Geen twijfels, geen weg terug. Ik trok de slede opnieuw naar achteren, en deze keer hoorde ik het korte, doffe geluid van een kogel die in de kamer werd geschoven. Het wapen was nu geladen, klaar. Het voelde zwaar in mijn hand, maar niet oncomfortabel. Nee, dit gewicht was precies wat ik nodig had. Ik stond daar, het pistool in mijn hand, en voelde de stilte in de kamer zwaarder worden. Alles om me heen leek te vervagen. Het was alleen nog maar ik, het wapen, en de gedachte aan wraak. Er was geen ruimte voor spijt of tweede gedachten. Alleen actie. De volgende keer dat ik de trekker overhaalde, zou er geen klik zijn. Om mezelf een alibi te verschaffen, begon ik een videochat met Mister K. De man had al genoeg meegemaakt om te weten dat je niet te veel vragen moest stellen, zeker niet als ik belde op een tijdstip dat normaliter gereserveerd was voor rust en drank. Hij nam op met die karakteristieke grom in z’n stem, alsof hij net uit een slecht humeur werd getrokken, maar hij zei niets. En dat was precies waarom ik hem waardeerde. Mister K wilde nooit weten waarom, hij vroeg niet naar details. Hij stemde in zonder te knipperen, zonder zelfs maar een wenkbrauw op te trekken. Dat maakte hem de perfecte medeplichtige, al wist hij dat waarschijnlijk niet eens. "What you want?" gromde hij, terwijl ik mezelf in positie manoeuvreerde om geen geluid te laten verraden wat er werkelijk gaande was. Ik gaf hem de waarheid, puur en onverbloemd. Hij knikte. Mocht iemand hem vragen stellen, dan zou hij antwoord geven vanuit een ander perspectief. Dat ik bezig was met een nieuwe club, dat er papieren rompslomp bij kwam kijken, dat ik wat dingen wilde overleggen. De bureaucratische bullshit die altijd als een waas hing over het voetbalwereldje. Hij knikte traag, nam een slok van wat ongetwijfeld iets sterkers was dan koffie, en gaf af en toe een kort, afgemeten antwoord. Hij had door dat dit meer een formaliteit was dan een serieus gesprek, maar hij deed mee. Dat was het mooie aan Mister K: hij was slim genoeg om de rode vlaggen te zien, maar ook slim genoeg om ze te negeren als het hem beter uitkwam. Mocht men later mijn gangen nagaan, mochten ze ooit de tijdslijnen uitpluizen om te zien waar ik was op dat cruciale moment, dan zouden ze niets vinden dat naar Alex leidde. Nee, dan zou er een nette lijn zijn van gesprekken over transfers, contracten, en de bureaucratische nachtmerries waar voetbalagenten dagelijks mee te maken hebben. De papieren, de ondertekeningen, de onderhuidse stress van een nieuwe club. En daar zat ik, met Mister K als getuige. Geen enkele aanleiding om te vermoeden dat ik tegelijkertijd op weg was om iemand van het leven te beroven. Cynisch? Natuurlijk. Maar dat was de manier waarop je het spel speelde. Niemand verwachtte dat je twee dingen tegelijk kon doen: praten over voetbal en voorbereiden op moord. De absurditeit van het idee was mijn bescherming. Want wie zou er in godsnaam zijn zaakwaarnemer videochatten terwijl hij op het punt stond iemand te vermoorden? Precies. Het was zo ver gezocht dat het bijna perfect was. Ik wist dat dit mijn alibi was. Dit telefoongesprek zou mij op de juiste plek, op het juiste moment plaatsen, ver van Alex en alles wat er die avond zou gebeuren. Mocht de politie ooit op zoek gaan naar een motief, naar een aanleiding, naar een aanwijzing dat ik iets met haar dood te maken had, dan zouden ze stuiten op niets anders dan mijn gesprekken met Mister K over transfers en contracten. Reacties en dergelijke. Spoiler 29 minuten geleden zei Marius: Geen groots afscheid, geen grote afscheidswedstrijd. Alleen maar verplichte nummertjes. Ik zou er meer van verwacht hebben in John's plaats. Zeker ook vanwege zijn luitenanten, die minder trouw blijken dan gedacht. Op naar betere oorden John! Wel nog even een onverwacht sinister intermezzo. 2 minuten geleden zei ElMarcos: John die uit is op wraak. Waar hebben wij dit eerder gezien en hoe liep dat af. De vraag is of dit de weg uit is voor John of de volgende nederlaag buiten het gras en de krijtlijnen. Ik ben benieuwd hoe deze meer duistere stijl bevalt. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 25 oktober Share Geplaatst 25 oktober Wederom een mooie update. John valt in een diep duister gat. Een nieuwe twist in dit verhaal. Een zonder lag, maar meet met een grimas. Ergens zou het mooi zijn als John slaagt, maar diep van binnen hoor je de stem alweer zeggen: dit moet welhaast mis gaan. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 25 oktober Share Geplaatst 25 oktober John met de ultieme revanche op Alex. Alles leek erop te wijzen dat hij dit zou laten rusten, maar dit plaatst natuurlijk alles in een ander perspectief. Maar nu moet het plan nog uitgevoerd worden natuurlijk. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 25 oktober Auteur Share Geplaatst 25 oktober CCCLXXX. Bad men do bad things Onderweg naar Alex' huis, met het pistool als een koud, dood gewicht tegen mijn zij, bleef die ene vraag door mijn hoofd malen: Ging ik dit echt doen? Was ik werkelijk hiertoe in staat? Normale mensen zouden op dat moment een soort moreel kompas voelen. Ze zouden zich afvragen waar de grens ligt tussen wraak en moord, tussen gerechtigheid en egoïsme. Maar ik? Ik voelde alleen maar een koude leegte, een soort berusting. De waarheid was dat ik me schaamde voor het antwoord. Want dat morele kompas waar mensen altijd over praten? Dat was allang kapot. Er was geen twijfel, geen spijt. Ik wist precies wat ik ging doen. Ja, ik ging dit doen. Ik ging Alex van het leven beroven, en ik voelde er verdomme weinig bij. Het voelde bijna bevrijdend, dat gebrek aan twijfel. Alsof het lot van de wereld me eindelijk toestemming had gegeven om gewoon te zijn wie ik altijd al was. Want laten we eerlijk zijn: ik was geen goed mens. Ik was nooit een goed mens geweest. Mijn eigenbelang had altijd zwaarder gewogen dan wat dan ook. Als er ooit een moment was geweest waarop ik het juiste had gedaan, dan was dat een ongeluk geweest, een toevallige samenloop van omstandigheden die meer te maken had met gemak dan met moraliteit. En nu? Nu stond ik op het punt om iemand te doden, simpelweg omdat zij de macht had om mij in de toekomst kapot te maken. Alex had haar zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen, en ik had besloten dat er maar één manier was om dat touw door te snijden. Ergens wist ik dat dit niet alleen om Alex ging. Nee, dit ging om meer. Dit ging om alles waar ik ooit voor had gestaan, alle momenten waarop ik had besloten dat mijn overleving het enige was dat telde. Ik had het spel altijd gespeeld met mijn rug tegen de muur, en nu had ik besloten dat ik er eindelijk genoeg van had. Alex moest weg. Niet omdat ze een slecht mens was, al was ze dat absoluut ook, maar omdat ze in mijn weg stond. En iemand die in mijn weg stond, tja, die moest verdwijnen. Ik dacht aan haar gezicht, haar glimlach, dat verdomde lachje dat altijd iets dreigends in zich had. Hoe vaak had ze me niet subtiel laten weten dat ze iets tegen me kon gebruiken? Hoe vaak had ze haar macht niet uitgespeeld, wetende dat ik niets tegen haar kon beginnen? Maar nu had ik iets. Ik had de controle. Het was simpel: of zij, of ik. En ik was egoïstisch genoeg om die keuze snel te maken. Misschien zou een ander mens zich op dit moment afvragen waar het allemaal mis was gegaan. Misschien zou een ander zich afvragen hoe hij hier terecht was gekomen, met een pistool op weg naar het huis van iemand die hij ooit vertrouwde. Maar ik niet. Ik wist precies waar het mis was gegaan: bij de eerste beslissing die ik ooit in mijn leven had gemaakt om mijn eigen hachje boven dat van een ander te plaatsen. Dit was geen moment van reflectie, geen moment van zelfontdekking. Dit was een logisch gevolg van alles wat eraan vooraf was gegaan. Dus ja, ik zou dit doen. Zonder twijfel, zonder wroeging. Ik was een slecht mens, en dat had ik allang geaccepteerd. Morele verontwaardiging was iets voor mensen die nog in de illusie leefden dat goed en kwaad iets uitmaakten. Ik leefde niet in die illusie. Ik leefde in de realiteit waarin de sterkste overleeft. En als ik Alex niet zou uitschakelen, zou zij mij op een dag vernietigen, of in ieder geval had ze de middelen om dat te doen. Dat was alles wat er toe deed. De straat waar haar huis stond kwam in zicht, en ik voelde geen angst, geen spijt. Alleen het gewicht van het pistool en de wetenschap dat het einde van deze rit onvermijdelijk was. Ik zou dit doen en ik zou ermee kunnen leven. Reacties en dergelijke. Spoiler 2 uur geleden zei ElMarcos: Wederom een mooie update. John valt in een diep duister gat. Een nieuwe twist in dit verhaal. Een zonder lag, maar meet met een grimas. Ergens zou het mooi zijn als John slaagt, maar diep van binnen hoor je de stem alweer zeggen: dit moet welhaast mis gaan. Een beetje zoals die smile van de slachtoffers van The Joker bedoel je? 1 uur geleden zei Marius: John met de ultieme revanche op Alex. Alles leek erop te wijzen dat hij dit zou laten rusten, maar dit plaatst natuurlijk alles in een ander perspectief. Maar nu moet het plan nog uitgevoerd worden natuurlijk. Rest assured, we zijn er mee bezig Gewoon voor mij, zijn we een beetje gelukkig met de wat langere updates en grafische toevoeging? Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 25 oktober Share Geplaatst 25 oktober John is zeker van zijn stuk. Maar zal hij dat ook nog zijn op het moment dat hij de trekker moet overhalen? Om één of andere reden ben ik er nog steeds niet van overtuigd dat dit zal lopen zoals John uitgestippeld heeft. De grafische toevoegingen zijn zeker geslaagd wat mij betreft. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 26 oktober Auteur Share Geplaatst 26 oktober CCCLXXXI. Binnen zonder kloppen Ik zat gehurkt op een nabijgelegen heuvel, net buiten het zicht van de villa, mijn ogen gericht op elk detail dat zich beneden afspeelde. Dit was geen impulsieve actie; ik wilde geen enkel risico lopen. Elke mogelijkheid, elke variabele moest ik kunnen controleren. Vanaf hier had ik een goed overzicht, de hele omgeving lag als een plattegrond onder me, en ik kon precies zien wie er kwam en ging. Ik had geen zin in onverwachte bezoekers, geen trek in gedoe met nieuwsgierige buren of andere toevallige voorbijgangers die roet in het eten zouden gooien. De schemering begon in te zakken, en de lichten rondom de villa gaven alles een grimmig silhouet, alsof het huis zelf in de gaten had dat er iets stond te gebeuren. Ik scande de oprit, de zijpaden, de verborgen hoekjes van de tuin. Alles leek rustig, precies zoals ik had gehoopt, maar ik nam geen genoegen met een oppervlakkige indruk. Rust betekent niets als je niet zeker weet wat er verderop schuilgaat. Elk klein detail moest kloppen, alles moest perfect zijn. Ik bleef even zitten, ademde diep in, en nam de situatie opnieuw in me op. De auto’s die langsreden, de schaduwen die zich bewogen door de tuin, het lege voetpad voor het huis. Dit was niet zomaar een vluchtige inspectie; dit was het soort voorbereiding dat je maar één keer kreeg om goed te doen. Vanaf deze heuvel kon ik de hele situatie in de gaten houden en zorgen dat niets me zou verrassen. Alex verwachtte me niet, en dat was precies de bedoeling. Dit was geen bezoek waarvoor je een afspraak maakte. Ik had geen enkele intentie om mijn komst aan te kondigen door aan te bellen als een fatsoenlijk mens. Nee, dit moest stil, snel en zonder sporen. Alex had een mooi huis, een van die plekken waar je niet zomaar binnenwandelt zonder dat het beveiligingssysteem je begroet met een vriendelijk piepje. Maar daar lag nu net mijn kans. De truc was om onzichtbaar te blijven, om een schaduw te worden die later niet meer te traceren zou zijn. Ik wist dat haar beveiligingssysteem de bezoekers vastlegde die zich aankondigden. Gezichten, tijdstippen, alles werd netjes geregistreerd. Ze was geen idioot, en als je macht had zoals zij, zorgde je ervoor dat je altijd wist wie er op je stoep stond. Maar als de politie later dat systeem zou controleren, zouden ze niemand vinden. Geen gezicht, geen naam, niets. Dus, geen belletje, geen aankondiging. Ik was er nooit geweest. Daarmee creëerde ik een flinterdun alibi, dat wist ik ook wel. Maar een alibi was een alibi, en zelfs een dunne draad kon genoeg zijn om te overleven in dit soort situaties. De gedachte aan dat beveiligingssysteem stelde me op een vreemde manier gerust. Ik had altijd geleerd dat je niet alleen moest nadenken over de daad zelf, maar vooral over hoe je eruit kwam. Hoe je het verhaal controleerde nadat alles in elkaar was gestort. Als er geen enkel spoor was van mijn aanwezigheid, zou de politie geen aanknopingspunt hebben. Ze zouden concluderen dat het een onbekende dader was geweest, een inbreker misschien, iemand zonder persoonlijk motief. Geen buurman, geen vriend, geen ex-collega die ooit op haar feestje was geweest. Niemand die bij haar thuis kwam zonder aan te bellen. Ik had geen specifieke ingang nodig. Elk raam, elke deur was een potentiële toegang. Alex leefde in een wereld waarin ze zich onaantastbaar waande, maar het waren vaak de kleine details die mensen over het hoofd zagen. Een raam dat net niet goed vergrendeld was. Een deur waarvan de sensor al weken kapot was, maar niemand de moeite had genomen om het te repareren. De toegang zou makkelijk genoeg zijn, en zodra ik binnen was, zou de rest volgen. Mijn alibi was niet waterdicht, dat wist ik ook wel. Maar zelfs de beste plannen hadden gaten. En de gaten in mijn plan zouden verdomde klein zijn. Als de politie later alles bij elkaar zou rapen, zouden ze niets vinden dat naar mij leidde. Geen telefoontje, geen bezoek, geen hint dat ik in de buurt was geweest. Dat was de kracht van de onzichtbaarheid. Je hoefde niet alles te verbergen, alleen genoeg om twijfel te zaaien. Ik wist dat de wereld vol zat met mensen die te veel op detail letten, te veel vragen stelden, en te vaak naar de verkeerde antwoorden zochten. Maar zolang ik mijn stappen zorgvuldig zette, zou niemand doorhebben dat ik er was geweest. Dat was de kunst van het verdwijnen, van het plannen van iets waar je nooit echt deel van uitmaakte. Alex zou de hoofdrol spelen in haar eigen tragedie, en ik? Ik zou slechts een schaduw zijn in de coulissen. Ik bewoog me in stilte door de straat, het pistool voelde zwaar en koud onder mijn jas, klaar voor wat ik moest doen. Elke stap bracht me dichter bij het moment waarop alles op zijn plaats zou vallen. Het was geen wraak meer, geen emotie. Het was een zakelijk besluit. Een laatste zet in een spel dat allang verloren was voor zij het doorhad. Ik klom ergens aan de zijkant over de omheining, stil en geruisloos. De villa, ooit van Gökhan, stond nu daar als een verlaten kasteel, met alleen Alex erin. Gökhan was dood. Al maanden. Zijn villa was nog steeds omheind, een overblijfsel van zijn obsessie met veiligheid, maar die obsessie was met hem mee het graf in gegaan. Alex, zijn weduwe, had geen zin gehad om de boel te upgraden met camera’s of bewegingssensoren. Waarom zou ze? Iedereen wist dat Gökhan dood was, en de paar overgebleven vuurwapens in de buurt waren in theorie afschrikking genoeg. Maar voor mensen zoals ik, mensen met een doel dat verder ging dan het standaard inbrekerswerk, waren die wapens slechts een detail. Niemand verwachtte dat iemand als ik over het hek zou klimmen zonder zich iets aan te trekken van de dreiging van kogels. De omheining was nog steeds indrukwekkend, maar puur voor de show. Het had de afgelopen maanden niets meer gedaan dan onkruid op afstand houden. Alex had nooit dezelfde controle willen uitoefenen als Gökhan had gedaan. Ze leefde nu alleen in dit huis, dat veel te groot voor haar was, een lege huls vol herinneringen die waarschijnlijk evenveel waarde voor haar hadden als de muren om haar heen. Ik wist dat Alex niet zou verwachten dat iemand haar ooit op deze manier zou bezoeken. Ze had zich allang neergelegd bij de gedachte dat de buitenwereld haar met rust zou laten. Wat kon haar nog bedreigen? Haar grootste bedreiging, Gökhan’s vroegtijdige dood, lag al achter haar. De villa leek in het schijnsel van de buitenlampen op een verlaten schip, dobberend in een zee van stilte. De tuin, ooit strak onderhouden, was inmiddels aan het vervallen, net zoals de schijn van controle die Gökhan ooit had uitgeoefend. De waarheid was dat Alex nooit bezig was geweest met veiligheid. Ze had altijd vertrouwd op haar echtgenoot om dat voor haar te regelen, en nu hij er niet meer was, had ze de boel gelaten voor wat het was. Geen camera’s, geen sensoren, geen nieuwe sloten. Alleen die verdomde hekken die net zo ondoordringbaar leken als Gökhan zelf ooit had geleken, maar net als hij, was het allemaal show zonder echte kracht. Ik sprong soepel over de omheining en landde zacht, met slechts het ritselen van een paar bladeren als getuigen van mijn aanwezigheid. Niemand verwachtte dat ik hier zou zijn, en zeker niet nu. De buurt was in diepe slaap, en zelfs de honden die soms blaften, hielden hun mond vandaag. Alex leefde in haar eigen wereld hier, alleen in dat grote huis, zonder het besef dat ze kwetsbaarder was dan ooit. Ze dacht veilig te zijn, beschermd door de oude gewoontes en dreigingen van een man die er niet meer was. Maar ik was geen gewone crimineel, geen inbreker die op zoek was naar juwelen of geld. Nee, mijn doel was Alex zelf. Dit was geen daad van willekeurig geweld. Het was iets veel persoonlijkers, iets veel diepers. Alex had altijd gedacht dat haar wereld veilig was zolang ze zich omringde met de nalatenschap van Gökhan. Maar dat was haar fout. Gökhan was weg, en daarmee was haar bescherming ook verdwenen. Ik sloop verder door de tuin, mijn ogen gefocust op het huis. Alex zou nu binnen zijn, misschien slapend, misschien wachtend op iets dat nooit zou komen. Maar ik was hier. En voor haar zou deze nacht anders eindigen dan elke andere sinds Gökhan’s dood. Ik sloop om de villa heen, geruisloos, mijn ogen voortdurend op zoek naar een toegang. Het was niet alsof ik hier ingewikkelde inbraakmethoden nodig had. Soms hoeft het leven niet moeilijk te zijn. Mensen als Alex, mensen die zich hadden gewenteld in de luxe en het gemak van een villa zoals deze, hadden een vreemde relatie met veiligheid. Ze dachten dat grote hekken, dure poorten en een reputatie van hun overleden echtgenoot genoeg waren om de buitenwereld op afstand te houden. Maar de werkelijkheid? Die was vaak een stuk eenvoudiger dan dat. Ik bleef laag, mijn schaduw langs de gevel meebewegend, terwijl ik een paar ramen bekeek. Gordijnen dicht. Geen licht. Geen beweging. Het leek alsof de villa zijn adem inhield, alsof het zelf wist wat er ging gebeuren en niets wilde verraden. Geen hond, geen bewaker, geen enkele indicatie dat hier iemand was die zich écht zorgen maakte om zijn veiligheid. En Alex? Ze was zo gewend geraakt aan het idee dat haar man alles voor haar regelde, dat ze het na zijn dood waarschijnlijk nooit eens in overweging had genomen om een slot extra dicht te draaien. Bij de veranda aangekomen bleef ik even stilstaan. Het was belachelijk makkelijk, dit hele plan. Geen alarmen, geen beveiligingscamera’s, niets dat ook maar enige vorm van uitdaging bood. Ik stak mijn hand uit naar de klink van de veranda, zonder echt te geloven dat het zo simpel kon zijn. Maar ja hoor, die gaf mee. Niet afgesloten. Geen piep, geen zoemer, gewoon een deur die open zwaaide alsof ik de eerste de beste gast was die kwam binnenwandelen. “Gotcha,” fluisterde ik tegen mezelf, met een wrange grijns op mijn gezicht. Hoe vaak had ik niet gelezen over criminelen die de meest ingewikkelde plannen uitvoerden, vol met high-tech apparatuur en gestolen toegangscodes? Wat een verspilling van tijd. Hier was ik dan, met een simpele draai aan de klink, alsof ik gewoon op visite kwam. Geen moeite, geen extra stap. Het was bijna lachwekkend hoe makkelijk sommige mensen hun eigen ondergang organiseren door simpelweg te vertrouwen op een illusie van veiligheid. Ik bleef even staan, luisterde naar het huis. Stilte. Niets dat erop wees dat ik was opgemerkt. Alex was daarbinnen, nietsvermoedend, veilig in haar bubbel van luxe en gemak. Ze zou geen idee hebben dat de enige barrière tussen haar en wat er ging komen, een verdomde deurklink was. Het was tragisch, op een bepaalde manier. Maar ik was niet hier voor medelijden. Dat was allang van tafel. Dit was iets anders. Iets dat verder ging dan simpel wraak of kwaadheid. Dit was pure efficiëntie. Een probleem oplossen, zonder dat je de moeite nam om erover na te denken. Reacties en dergelijke. Spoiler 13 uur geleden zei Marius: John is zeker van zijn stuk. Maar zal hij dat ook nog zijn op het moment dat hij de trekker moet overhalen? Om één of andere reden ben ik er nog steeds niet van overtuigd dat dit zal lopen zoals John uitgestippeld heeft. De grafische toevoegingen zijn zeker geslaagd wat mij betreft. Wie A zegt, moet immers ook B zeggen, daar heb je helemaal gelijk in. Dan houden we het grafische spul erin. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 26 oktober Share Geplaatst 26 oktober Geen vuiltje aan de lucht te bespeuren. Alles dat verloopt zonder maar enig onverwacht obstakel onderweg. Dit klinkt haast te mooi om waar te zijn. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Kyrill Geplaatst 26 oktober Share Geplaatst 26 oktober Ik verwacht toch nog een onverwachte wending, het is en blijft Alex. Zelfs haar seks filmpje toen der tijd met Colin, had John totaal geen extra hulp of leverage opgeleverd , dat had ze bv ook zien aankomen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 26 oktober Auteur Share Geplaatst 26 oktober CCCLXXXII. BOOM!!! Headshot!!! Alex had niks meegekregen van mijn entree. Hoe kon ze ook? Met de nonchalance waarmee haar leven zich voortbewoog, had ze zich al lang geleden afgesloten van alles wat buiten haar bubbel gebeurde. Ik hoorde het geluid van de afzuiging uit de keuken komen, een zacht, constant gezoem dat de stilte van de villa vulde. Ze was aan het koken, blijkbaar. Een van die dagelijkse routines die mensen rust geven, alsof het bereiden van een maaltijd je tijdelijk kan laten ontsnappen aan de shitstorm die het leven soms is. Voor haar misschien, maar niet voor mij. Ik sloop dichterbij, mijn voeten nauwelijks hoorbaar op de harde vloer. Elke stap was een zorgvuldig afgewogen beslissing. Dit was niet het moment om fouten te maken, geen tijd om te verslappen. Ik wist wat ik kwam doen en elke beweging die ik maakte, bracht me dichter bij dat doel. Het huis ademde stilte. Geen stemmen, geen andere geluiden dan het monotone gebrom van de afzuiging en het zachte getik van een lepel tegen de rand van een pan. Ik bleef stil staan, net buiten de keuken, en gluurde in haar richting. Daar stond ze, over een pan gebogen, roerend en proevend alsof dit de meest normale avond van haar leven was. Ze was alleen, dat was duidelijk. Haar gezicht was geconcentreerd, bijna vredig, alsof de wereld om haar heen even was stilgevallen en haar alleen had gelaten met haar maaltijd. Het was absurd, op een bepaalde manier, hoe triviaal het allemaal leek. Alsof ze geen flauw benul had van de dreiging die zich in haar eigen huis had genesteld. Ze was waarschijnlijk bezig met een of ander gerecht dat Gökhan ooit lekker had gevonden, een herinnering aan een tijd waarin alles nog in haar voordeel leek te vallen. Maar dat was voorbij. Gökhan was weg, en ik was hier, met een heel ander gerecht in gedachten. Geen liefdevolle maaltijd, geen gedeelde herinneringen. Nee, dit zou een ander soort afrekening worden. En terwijl zij daar in haar eigen wereld stond, onwetend van wat eraan kwam, voelde ik een vreemde kalmte in mezelf opkomen. Dit was het moment waarop de rollen eindelijk zouden omdraaien. Ze stond daar, haar rug naar me toe, volledig in beslag genomen door haar maaltijd. De geur van eten vulde de keuken, maar het rook voor mij naar niets. Het enige wat ik rook, was de afstand tussen ons. Een paar meter, meer niet. Zo dichtbij, en toch nog steeds onwetend van de dreiging die zich achter haar bevond. Het was bijna pijnlijk hoe kwetsbaar ze daar stond, volledig onbewust van wat er om haar heen gebeurde. Voor iemand die altijd beweerde vijf stappen vooruit te denken, was het schrijnend om te zien hoe onvoorzichtig ze in werkelijkheid was. Ze geloofde altijd dat haar slimheid haar onaantastbaar maakte, dat niemand haar ooit te slim af zou kunnen zijn. Ze had een blind vertrouwen in haar eigen intellect, haar strategieën en plannetjes. Voor haar was de wereld een schaakspel waar zij altijd de eerste en de laatste zet bepaalde. Tot vandaag. In al haar slimme plannen had ze nooit een moment stilgestaan bij de mogelijkheid dat iemand anders even sluw kon zijn. Ze dacht werkelijk dat ze onaantastbaar was, dat de wereld zich vanzelf plooide naar haar wil. En eerlijk, tot dat moment had het altijd gewerkt. Ze had altijd de touwtjes in handen gehad, anderen naar haar pijpen laten dansen, mensen in haar greep gekregen en nooit meer losgelaten. Ik was daar ooit een van geweest, verstrikt in haar web van manipulatie en controle. Maar wat ze niet doorhad, wat ze nooit had kunnen voorzien, was dat zelfs de beste spinnen hun eigen web wel eens kunnen verliezen. Ze stond daar, volledig overgeleverd aan haar eigen naïviteit. Voor iemand die zichzelf zo’n strateeg waande, was haar gebrek aan voorzorg lachwekkend, bijna tragisch. Alsof ze werkelijk geloofde dat de wereld altijd zou draaien zoals zij het wilde. Haar zelfverzekerdheid had haar blind gemaakt, had haar het zicht ontnomen op het feit dat ze ooit wel eens een stap achter zou kunnen lopen. Ze had het hele bord overzien, maar de speler die recht achter haar stond, had ze over het hoofd gezien. Ik bleef stil, wachtend, terwijl ze nietsvermoedend in de pan roerde, volledig overtuigd dat ze de controle had, dat ze zoals altijd degene was die het laatste woord zou hebben. Het was ironisch, een ontnuchterende reminder dat zelfs de meest zelfverzekerde spelers hun eigen val kunnen missen. Ze had altijd gegokt op haar eigen intelligentie, haar eigen vermogen om mensen om de tuin te leiden, en ja, het had haar ver gebracht. Maar daar stond ze nu, onwetend, verloren in haar zelfgecreëerde wereld van macht en controle. Voor haar was het spel altijd simpel geweest: ze was de meester, anderen waren slechts pionnen. Maar vandaag zou ik haar laten zien dat zelfs de beste schakers een keer schaakmat gaan. Ik voelde het pistool zwaar en koel tegen mijn zij drukken, klaar voor gebruik, zoals een beproefd instrument dat al wist wat er ging gebeuren. Dit was geen tijd voor onnodige risico's. Ik kreeg één kans om dit te doen, en die moest in één keer goed zijn. Geen ruimte voor theatrale uitspraken, geen moment van zwakte waarin ik haar liet merken dat ik daar stond. Als ik nu een schurk uit een slechte film was geweest, had ik mijn aanwezigheid kenbaar gemaakt, had ik haar laten schrikken en een hele monoloog afgestoken over de zoete smaak van wraak en hoe dit haar eigen schuld was. Dat soort grootspraak, typisch voor mannen die het eigenlijke werk niet aandurfden. Maar ik wist beter. Ik wist waar Alex toe in staat was. Haar macht lag niet in fysieke kracht, maar in haar blik, haar woorden, de snelheid waarmee ze een situatie omdraaide en van een bedreiging een kans maakte. Nee, dat risico zou ik niet nemen. Ze zou geen tijd krijgen om te reageren, geen mogelijkheid om haar gebruikelijke spelletjes te spelen. Dit moest geruisloos, zonder gedoe. Alex draaide zich nonchalant om en liep naar een kast, zich volledig onbewust van mijn aanwezigheid, alsof ik niet meer was dan een onzichtbare schaduw in haar wereld. Haar hand ging naar de kastdeur, soepel, zonder haast, alsof dit niets meer was dan een alledaags ritueel. Ze stond daar, nog steeds volkomen kalm, precies zoals ik haar kende: de zelfverzekerdheid in elke beweging, de routine van iemand die nooit een moment heeft stilgestaan bij het idee dat haar leven weleens abrupt zou kunnen eindigen. Ze reikte naar een klein potje in het kastje, kruiden waarschijnlijk, alsof dat op dat moment het enige in haar universum was dat er nog toe deed. Ze had me niet gezien, en ze zou me ook nooit meer te zien krijgen. Haar hele bestaan hing nu aan een zijden draadje, zonder dat ze ook maar enig besef had van de dreiging die zich achter haar schuilhield. Ik haalde diep adem, langzaam, zodat ik geen enkel geluid maakte. Mijn vingers omklemden de trekker, mijn blik strak gericht op haar, terwijl ze daar stond, volkomen onbewust, volledig in beslag genomen door haar maaltijd. Een meter of vijf, niet meer. Op die afstand kon je bijna niet missen. Zelfs een onervaren schutter had dit in de roos geschoten. Maar ik was geen amateur. Dit was mijn moment, het enige dat ik nog nodig had om haar definitief uit mijn leven te wissen. Ik richtte zorgvuldig, mijn ogen gefocust op het punt dat me zekerheid gaf. Geen drama, geen ruimte voor fouten. Ik haalde diep adem en hield mijn hand zo stil mogelijk. De koude grip van de M1911a voelde als een verlengstuk van mezelf, mijn vingers om de trekker gekruld, klaar om de strijd tot een eind te brengen. Geen aarzeling. Mijn blik was gefocust, mijn gedachten leeg. En toen haalde ik de trekker over. Tweemaal. Double tap, zoals de experts het noemen, de enige manier om echt zeker te zijn. Geen ruimte voor genade, geen ruimte voor fouten. De eerste schot verbrak de stilte, een metalen echo die zich vastbeet in de muren van de keuken. De hamer sloeg met een ijzige precisie naar voren, een harde klik die werd gevolgd door de explosie van de kogel die de loop verliet. Het metaal van het pistool, het gewicht dat ik tot dat moment met kalmte had gevoeld, werd een levend, ademend ding in mijn hand. De terugslag was stevig maar beheersbaar, precies wat je zou verwachten van een wapen als dit. Ik voelde hoe mijn pols zich tegen de druk zette, de kracht die zich vanaf mijn schouder door mijn arm verspreidde, maar mijn hand bleef stil, zoals ik had geoefend, zoals het moest. Nog voordat het geluid van het eerste schot was vervaagd, haalde ik opnieuw de trekker over, een fractie van een seconde later. De tweede kogel verliet de loop met dezelfde dodelijke zekerheid, dezelfde krachtige terugslag. Het was alsof het pistool zelf wist dat het werk nog niet klaar was. De loop blies een lichte rookwolk naar voren, de geur van kruit vermengde zich met de alledaagse lucht van de keuken. En dan die stilte die erop volgde, de stilte van een taak die onomkeerbaar was volbracht. Alex, de vrouw die altijd de controle had gehad, die altijd elke situatie naar haar hand zette, stond daar nog een seconde, alsof ze zich niet kon voorstellen dat dit echt gebeurde. Maar het was al te laat. De impact van de kogels bracht haar uit balans, haar hand verloor de grip op de pollepel die ze vast had gehad. Haar lichaam zakte langzaam ineen, alsof zelfs de tijd nog niet helemaal begreep dat zij nu niet meer de hoofdpersoon was in dit verhaal. De eerste kogel trof Alex recht in het achterhoofd, een perfecte headshot. Ze had niet eens de tijd om te beseffen wat er gebeurde. Het was alsof iemand de stekker uit haar bestaan trok; haar hoofd werd abrupt naar voren geknikt door de impact, en ik zag hoe de scherpte in haar hele gestalte verdween. Geen kans om zich om te draaien, geen mogelijkheid om te reageren. Alles in haar lichaam leek op dat moment lamgelegd, alsof het leven zelf even verrast was door de snelheid en precisie van haar einde. De tweede kogel volgde direct, een fractie lager, in de nek. Het geluid van de impact was dof en genadeloos, en de kogel scheurde door haar hals. Bloed stroomde meteen uit de wond, een donkere, trage stroom die zich een weg vond over haar schouder en verder omlaag over de gladde stof van haar blouse. De stroom leek bijna bedachtzaam, alsof zelfs het bloed nog niet helemaal doorhad dat het nu vrij was om zich overal uit te spreiden. Haar lichaam zakte in elkaar, eerst langzaam, alsof ze nog even de controle wilde houden, en dan sneller, alsof elke kracht in haar wezen verdwenen was. Haar knieën knikten onder haar door, en ze zakte op de vloer, haar bovenlichaam viel voorover met een zwaar en dof geluid. De afwezigheid van leven maakte haar eens zo zelfverzekerde houding hol en zinloos. De vloer, kil en onverschillig, ving haar levenloze lijf op. De M1911a voelde zwaar en definitief in mijn hand. Dit was het einde, geen ruimte meer voor manipulatie, geen spelletjes, geen laatste woorden. Het pistool, dat zo onschuldig had geleken tijdens het schoonmaken, was nu niet meer dan een middel om de geschiedenis te herschrijven. En ik stond daar, met de geur van kruit in mijn neus, wetend dat dit het slotakkoord was dat ik nodig had. Ik wist dat het onverstandig was, dat elke verstandige cel in mijn lijf riep dat ik dit beter kon laten. Maar toch, ik kon de verleiding niet weerstaan. Mijn hand gleed automatisch naar mijn binnenzak, waar de koude metalen rand van mijn telefoon rustte. Een foto, niets meer dan dat. Een aandenken, een sluitstuk. Dit was wat er gebeurde als je mij dwarszat, als je dacht dat ik een voetveeg was, iemand die je kon manipuleren zonder gevolgen. Ik hield de camera omhoog, mijn blik scherp op de scène voor me. De hoek was precies goed, het beeld perfect in balans. Alex lag daar levenloos, een triest stilleven van zelfverzekerdheid die uiteindelijk te ver ging. Het contrast tussen haar bleke gezicht en de donkere vlek die zich onder haar begon te vormen, gaf het beeld een grimmige schoonheid. Eentje die niemand ooit zou zien behalve ik. De flikkerende buitenverlichting verlichtte net genoeg van de scène om het morbide detail vast te leggen, alsof zelfs het huis nu zijn duistere kant liet zien. Met een kalme beweging drukte ik op de knop en hoorde het zachte klikgeluid van de camera. Een foto, gevangen in een fractie van een seconde, vastgelegd voor altijd. Dit was niet zomaar een impulsieve daad; het was een definitief punt achter mijn tijd hier. De laatste voetnoot, een bewijsstuk voor mezelf, dat ik hier was geweest en mijn zaak had afgehandeld. De lucht voelde zwaar en ijl, de stilte gevuld met een soort voldoening die ik nauwelijks durfde te erkennen. Erzincan was nu verleden tijd, en ik had een aandenken dat niemand me nog kon afnemen. Reacties en dergelijke. Spoiler 5 uur geleden zei Marius: Geen vuiltje aan de lucht te bespeuren. Alles dat verloopt zonder maar enig onverwacht obstakel onderweg. Dit klinkt haast te mooi om waar te zijn. Soms moet je de zaken niet onnodig compliceren. Ik heb me altijd groen en geel geërgerd aan de slechteriken in James Bond-films. Je hebt de held gevangen, hij ligt weerloos voor je neus en wat doe je? Verzinnen ze een krankzinnige, overdreven val, compleet met laserstralen, exotische slangen, en weet ik wat nog meer. Alsof een simpele kogel ineens te gewoontjes is. En dan, de kers op de taart, begint de slechterik trots zijn volledige plan uit de doeken te doen. Elk detail. Alsof Bond meeschrijft voor de notulen of zo. Gruwelijk stom toch? Vervolgens, want het kan altijd erger, draaien ze zich nog eens dramatisch om en lopen weg uit de situatie. Want natuurlijk, je laat je aartsvijand liever achter zonder op hem te letten, met alleen een stel ongeduldige piranha’s of een langzaam neerdalende zaag als gezelschap. En elke keer denk ik: pak gewoon een pistool, schiet de man point blank een kogel door de kop, en klaar. Maar nee, blijkbaar is eenvoud te veel gevraagd. 16 minuten geleden zei Kyrill: Ik verwacht toch nog een onverwachte wending, het is en blijft Alex. Zelfs haar seks filmpje toen der tijd met Colin, had John totaal geen extra hulp of leverage opgeleverd , dat had ze bv ook zien aankomen. En soms moet je de lezer gewoon geven wat ze verwachten, juist omdat ze het niet meer verwachten. Misschien speelt een gebrek aan inspiratie ook een rolletje trouwens. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 26 oktober Share Geplaatst 26 oktober Koudweg. Het heeft zelfs wat weg van Alex haar stijl. Ik had niet durven voorspellen dat dit zo eenvoudig zou verlopen. Maar je kan er natuurlijk al donder op zeggen dat die foto John ooit nog in de problemen gaat brengen. PS: Ik ben een Bond fan avant la lettre, dus ik heb geprobeerd je opinie niet te veel in me op te nemen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 27 oktober Share Geplaatst 27 oktober Koud, berekenend en meedogenloos. Alex haar einde kwam zoals ze leefde. Bijna poëtisch hoe ze aan haar einde komt. Heerlijk geschreven en een genot om te lezen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 27 oktober Auteur Share Geplaatst 27 oktober CCCLXXXIII. Richting het vliegveld Het was uiteraard zaak om niet te lang in Erzincan te blijven hangen. De lucht voelde dikker, benauwder, alsof de stad zelf in de gaten had wat er was gebeurd en op het punt stond zijn adem in te houden. Tijd om te vertrekken, tijd om het hoofdstuk Erzincan voorgoed af te sluiten. Terwijl ik mijn spullen bij elkaar zocht, besloot ik Colin op te bellen. Een kort gesprek, geen sentiment. Gewoon om hem te vertellen over mijn nieuwe klus in Guatemala. Hij nam op met die typisch korte, zakelijke toon, en ik hoorde de verrassing door de lijn komen toen ik hem vertelde over mijn nieuwe bestemming. Guatemala. Niet de eerste plek waar je aan denkt voor een carrièrestap. Het soort plek waar de meeste mensen alleen vanaf weten omdat het ooit in een reisgids stond, ergens tussen de waarschuwingen voor tropische ziekten en de tips voor goedkope hotels. "Guatemala, seriously? That’s... different," mompelde hij. Ik hoorde hem aarzelen, een lachje in zijn stem dat misschien iets van bezorgdheid inhield, maar meer waarschijnlijk verbazing was. Voor Colin was een carrière in het voetbal net een bordspel. Je verplaatste je pionnen naar nieuwe steden, grotere clubs, betere contracten. Guatemala paste niet in dat plaatje. Maar ja, voor iemand zoals ik waren er geen conventionele regels. Dit was een uitweg, een nieuwe kans om alles achter te laten wat hier fout was gegaan, een plek waar mijn naam geen gewicht zou dragen. Het telefoontje met Aykut verliep ongeveer hetzelfde, hoewel de toon wat minder luchtig was. Aykut, altijd die stille toeschouwer, die nooit echt een oordeel uitsprak, maar wiens blik genoeg zei. Hij wenste me sterkte, met een soort gelatenheid die voelde alsof hij allang had besloten dat dit het einde was. En ergens, in die laatste woorden, hoorde ik een vleug van bitterheid, een niet uitgesproken verwijt. "Je ontslag was niet terecht," zei hij met een zucht. "Jij was de architect van dit succes." Maar in dat compliment, dat halve eerbetoon, lag een ander sentiment verstopt. Hij had gelijk: de laatste maanden had ik de boel laten versloffen, en dat wist hij, dat wist ik. Hij zou het nooit hardop zeggen, maar hij voelde het, zoals een oude wond die plots weer ging zeuren. En ja, het was waar. De waarheid was dat Erzincan me op een gegeven moment niets meer kon schelen. Het stadion, de fans, de wedstrijden, ze hadden allemaal hun glans verloren. Het team draaide nog door, maar ik had mezelf allang teruggetrokken. Als architect had ik een gebouw neergezet, maar ik had nooit echt de moeite genomen om het af te maken. Ik had mijn werk verwaarloosd, de structuur laten vervallen, en nu stond Aykut daar in de ruïnes, met een soort gekwetste trots die hij niet wilde laten zien. Ik bedankte hem, kort en beleefd, zonder in te gaan op de wrange waarheid die tussen ons in hing. Guatemala, zei ik, zou een nieuw begin zijn, en voor hem was dat voldoende. De stilte aan de andere kant van de lijn was een duidelijk afscheid, een onuitgesproken conclusie. Erzincan was voorbij. Ik was niets meer dan een voetnoot in hun geschiedenis, een verhaal dat men over een paar jaar misschien nog eens zou ophalen aan de bar, tussen de lege glazen door. Het volgende telefoontje ging richting Mister K, de man die altijd in zijn woorden net zo weinig ruimte voor emoties liet als in zijn agenda. De laatste zaken regelen, de praktische kant van het verhaal waar ik altijd een hekel aan had gehad. Maar goed, als ik naar Guatemala zou vertrekken, dan was het beter om te weten wat me te wachten stond. Wanneer werd ik daar verwacht? Welke doelen had de club voor ogen? Hoe zou ik er in godsnaam geraken, en waar zou ik verblijven als ik eenmaal aankwam? Ik zat nog niet goed en wel in de vraag of Mister K viel al over me heen met een diepe zucht. "Get there ASAP. Win shit. I am not a travel agency." En daarmee verbrak hij de verbinding, zonder een seconde extra aan me te verspillen. Lekker dan. Daar zat ik dan, met mijn half uitgestippelde plan en mijn hoofd vol vraagtekens. Alsof je midden in een oceaan werd gegooid en ze je alleen vertelden dat je aan de overkant moest aankomen zonder verder details te geven. Geen hotelreservering, geen routebeschrijving, zelfs geen vage notities over wie er op me zou wachten als ik daar voet aan de grond zette. Guatemala, dat was het. Een naam op de wereldkaart, een stip op mijn verder lege agenda. Mister K had er niets meer over te zeggen gehad. Geen woorden van aanmoediging, geen praktische tips, niets. Hij was duidelijk: ik moest er gewoon zijn, en snel een beetje, en daarna was het mijn zaak om de boel te winnen. En eerlijk gezegd had ik geen idee wat "de boel winnen" in Guatemala precies betekende. Was het daar net zo’n klucht als hier? Zou ik in een stadion spelen waar het gras nauwelijks groeit, waar de fans niet komen opdagen, waar het bestuur zich net zo snel tegen je keert als dat het je binnenhaalt? Ik wist het niet, en Mister K gaf me ook geen seconde om het te vragen. Ik voelde de onzekerheid in mijn maag knagen, datzelfde gevoel dat je krijgt als je op het punt staat een beslissing te maken die alles kan verwoesten of alles kan redden, en je niet weet welke kant het op gaat. Guatemala, het klonk exotisch, bijna avontuurlijk, maar ik wist dat er in de voetbalwereld niets romantisch of exotisch meer was. Het was gewoon weer een andere plek waar ik mijn kunstje moest opvoeren, alleen dit keer zonder houvast, zonder enig idee waar ik aan begon. Ik zuchtte diep, keek naar mijn telefoon en voelde de kou van Mister K’s woorden nog steeds nagalmen. Geen reisadvies, geen plan, alleen dat ene bevel: "Get there ASAP." Er zat niets anders op. Ik moest mijn spullen pakken, mijn hele hebben en houden bij elkaar schrapen en richting het vliegveld van Istanbul gaan. Het soort afscheid dat niet met drama of sentiment gepaard gaat, maar gewoon praktisch en kaal is. Geen overbodige bagage, alleen het hoogst noodzakelijke, want wat ik daar in Guatemala nodig zou hebben, wist ik zelf ook nauwelijks. Dus daar ging ik, de laatste dingen in een tas gegooid alsof ik een weekendje weg ging en niet naar de andere kant van de wereld. De gedachte aan de lange rit naar Istanbul hing als een koude douche boven mijn hoofd. Het vliegveld waar ik me door de menigte heen moest worstelen, de douane waar ik weer mijn schoenen moest uittrekken en mijn tas zou worden doorzocht alsof ik een of andere smokkelaar was. Het hele proces voelde als een straf die je alleen aan jezelf kon opleggen. Reacties en dergelijke. Spoiler 21 uur geleden zei Marius: Koudweg. Het heeft zelfs wat weg van Alex haar stijl. Ik had niet durven voorspellen dat dit zo eenvoudig zou verlopen. Maar je kan er natuurlijk al donder op zeggen dat die foto John ooit nog in de problemen gaat brengen. PS: Ik ben een Bond fan avant la lettre, dus ik heb geprobeerd je opinie niet te veel in me op te nemen Ik ben een groot liefhebber van de Bondfilms, begrijp me niet verkeerd. Maar dat ene detail, het eeuwige spelletje van “laat ik mijn vijand op een zo ingewikkeld mogelijke manier ombrengen”, heb ik altijd ongelofelijk ongeloofwaardig gevonden. Want laten we eerlijk zijn, als die schurken echt zo meedogenloos en wreed waren als we moesten geloven, zouden ze Bond allang op een veel simpelere manier uit de weg hebben geruimd. In plaats daarvan krijgen we elke keer een zelfingenomen man in een strak pak, die zijn gruwelijke plan uit de doeken doet alsof hij op een TED Talk staat, met Bond als enige publiek. Vervolgens wordt Bond vastgebonden aan een waanzinnige val met een duizend-in-één kans dat hij ooit zal ontsnappen. Want ja, waarom zou je de boel simpel houden als je de situatie tot absurde hoogten kunt opblazen? Het is alsof het niet genoeg is om Bond te doden, nee, hij moet sterven met kunstzinnig spektakel en een lichte show eromheen. Als die slechteriken ook maar half zo intelligent waren als ze ons willen doen geloven, zouden ze een pistool pakken, het werk efficiënt afhandelen, en doorgaan met hun dag. 1 uur geleden zei ElMarcos: Koud, berekenend en meedogenloos. Alex haar einde kwam zoals ze leefde. Bijna poëtisch hoe ze aan haar einde komt. Heerlijk geschreven en een genot om te lezen. Ik ben de schrijfstijl een beetje aan het polijsten, vandaar nog een paar updates met wat minder (of beter gezegd; geen) FM en wat meer verhalende shit. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 27 oktober Share Geplaatst 27 oktober Het afscheid van zijn trouwe luitenanten zorgt ervoor dat het Turkse hoofdstuk helemaal afgesloten lijkt. En het is toch ook een beetje een stilzwijgend teken van respect tussen enkele mensen die toch enkele maanden intensief én goed samengewerkt hebben. Dit voelt toch wat fijner aan dan het eerste afscheid als je 't mij vraagt. Op naar een nieuw begin nu! Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 28 oktober Auteur Share Geplaatst 28 oktober CCCLXXXIV. To Guatemala, one-way Istanbul. De stad die nooit weet wat ze wil zijn, die altijd ergens tussen droom en realiteit bungelt, als een oude barkruk die op het punt staat door zijn poten te zakken. Een stad die zich graag het hart van de wereld noemt, maar in werkelijkheid een chaotische mengelmoes is van toeristen, taxichauffeurs met woedeproblemen en straatverkopers die je iets proberen aan te smeren dat je nooit nodig had. Je zou bijna denken dat het een grap is, maar Istanbul neemt zichzelf bloedserieus. En dat is ergens ook bewonderenswaardig, dat zelfvertrouwen terwijl de muren om je heen bijna uit elkaar barsten van ellende. De Bosporus ligt daar als een grijnzende scheidslijn tussen twee continenten, een blauwgrijze kloof die Azië en Europa net genoeg met elkaar verbindt om iedereen in verwarring achter te laten. Mensen staren ernaar alsof ze iets groots meemaken, alsof het water een of ander mysterie prijsgeeft, terwijl het in werkelijkheid gewoon stroomt en zichzelf helemaal niets aantrekt van de massa’s die eromheen drommen. Fijn dat je er bent, lijkt het te zeggen, maar het zou net zo hard zonder je kunnen. En dan die skyline. Een mix van eeuwenoude moskeeën met hun minaretten die trots de lucht in priemen en lelijke betonblokken die zich voor wolkenkrabbers uitgeven. Het is alsof iemand een stad heeft proberen te bouwen met een bouwpakket van drie verschillende steden, en het eindresultaat was net chaotisch genoeg om niemand te teleurstellen. De Hagia Sophia, het Topkapi-paleis, de Galatatoren… allemaal monumenten die stuk voor stuk zeggen: kijk eens hoe belangrijk we ooit waren. Je zou bijna vergeten dat het ondertussen gewoon toeristenvallen zijn waar je beter uit de buurt blijft als je nog enigszins geloof wilt houden in de schoonheid van de wereld. Istanbul ademt die vermoeide grootheidswaanzin. De straten zweten, de mensen trekken zich terug in een mengelmoes van haast en stilstand. De bazaar waar je struikelt over nep-Rolexen en grappen die al jaren hetzelfde klinken, de ferry’s die als vermoeide mieren heen en weer schuiven over het water, en die geur… Een mix van kruiden, uitlaatgassen en oud water, de stad in geur en kleur, alsof ze zelf ook niet kan kiezen wat ze wil zijn. En toch… Je blijft er terugkomen. Istanbul, die stad die je bedriegt en omarmt tegelijk, die je doet vervloeken maar waar je nooit helemaal afscheid van kan nemen en deze machtige stad zou mijn laatste aanblik van Turkije zijn voordat ik me in een vliegtuig naar het onbekende begaf. Vanuit Istanbul moest ik een overtocht naar Guatemala regelen, alsof het boeken van een vliegticket me zou verlossen van de bagage die ik hier achterliet. Er was iets ironisch aan de gedachte dat ik misschien wel naar een nog grotere puinhoop onderweg was, terwijl ik hier de brokstukken van mijn eigen leven opruimde. Ik baande me een weg door het drukke verkeer, elk straatbeeld, elke bekende geur en geluid nam ik in me op, niet omdat ik er sentimenteel over deed, maar omdat ik wist dat het voorlopig de laatste keer zou zijn. De mensen die langs me heen liepen hadden geen idee, geen besef dat ik op het punt stond een compleet ander hoofdstuk te beginnen. Guatemala. Het klonk alsof ik mezelf in een slecht boek had geschreven. Het betere Googlewerk bevestigde wat ik allang had vermoed: natuurlijk was er geen rechtstreekse verbinding. Er is altijd een obstakel, een omweg, een reden waarom alles net even ingewikkelder moet zijn. Blijkbaar was de route naar Guatemala een test van geduld en uithoudingsvermogen, alsof je eerst een pelgrimstocht moest ondergaan om jezelf het recht te verdienen er aan te komen. Minstens één keer overstappen, en afhankelijk van mijn niveau van zelfkastijding kon ik kiezen voor drie. Maar ja, dit was geen backpackavontuur, en ik had geen zin om urenlang als een sardientje in economy class te zitten, knus tussen huilende baby’s en slapende medepassagiers met adem die naar gisteren rook. Nee, als ik dan toch die kant op moest, dan maar met een beetje stijl. Dus besloot ik mezelf te trakteren. First class. Een absurd idee, bijna onzinnig, maar wat was er nog logisch aan dit hele plan? Istanbul naar Londen, first class. Dan verder naar Miami, weer first class, want als je het doet, moet je het goed doen. En uiteindelijk de laatste etappe naar La Aurora, Guatemala, in wat men nog net een luxe stoel noemt, maar gezien het toestel waarschijnlijk niet meer was dan een opgepimpte bus met vleugels. Comfortabele start, althans voor de eerste helft. Een slimme manier om mezelf nog enigszins beschaafd te voelen voordat ik in een land aankwam waar luxe zich beperkt tot het feit dat je water uit de kraan kunt drinken. Ik dacht aan de ironie van de situatie. Daar zat ik dan, vlucht na vlucht vooruit geboekt, alsof ik een zakenman was met een agenda vol belangrijke afspraken. Alsof iemand in Guatemala werkelijk op me zat te wachten met rode loper en champagne. Nee, dit was geen glorieus avontuur. Dit was een ontsnapping, vermomd als een high-class reis. Het leek bijna op een film, de man die zijn verleden achterlaat en de wereld over vliegt, een drank in de hand, een glimlach van nepcomfort op z’n gezicht. Londen, Miami, Guatemala. Het klonk als een avontuur, maar het voelde als een lange vlucht uit een verleden waar ik zo snel mogelijk afstand van wilde nemen. Bij het vliegveld aangekomen voelde ik de tas aan mijn schouder trekken terwijl ik mijn paspoort tevoorschijn haalde. Niets dan bureaucratische rompslomp die het begin markeerde van een reis die ik zelf amper begreep. Het inchecken, de eindeloze gangen, de blikkerige stemmen door de intercom. Het werd tijd om afscheid te nemen, op de minst glorieuze manier die je je kunt voorstellen. Reacties en dergelijke. Spoiler Kleine disclaimer. Het kan zijn dat de komende dagen wat onregelmatig worden qua updates. Ik ben niet voornemens om er mee te kappen, maar privé wordt het even hectisch. 16 uur geleden zei Marius: Het afscheid van zijn trouwe luitenanten zorgt ervoor dat het Turkse hoofdstuk helemaal afgesloten lijkt. En het is toch ook een beetje een stilzwijgend teken van respect tussen enkele mensen die toch enkele maanden intensief én goed samengewerkt hebben. Dit voelt toch wat fijner aan dan het eerste afscheid als je 't mij vraagt. Op naar een nieuw begin nu! Dat is vaker he, dat je in besloten kring beter overeenkomt met mensen dan in een groep. Alors, dat heb ik althans. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Djurovski Geplaatst 28 oktober Share Geplaatst 28 oktober Een uur pauze is bijna niet genoeg om een weekendje in te halen haha. Maar ben weer bij. Alex op een zeer koude bijna verontrustende manier koud gemaakt..afscheid van beide spelers nog een beetje kunnen opfleuren. Nu op naar Guatemala. Oh de grafische plaatsjes zijn erg fijn er bij Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 28 oktober Share Geplaatst 28 oktober Dat is nog eens een tripje om in Guatemala te geraken. Ben ik de enige die er dan ook rekening mee houdt dat John daar misschien wel nooit zal aankomen? Miami lijkt me ook een fijne bestemming PS: Dit plaatje was een hele mooie aanvulling bij de tekstuele beschrijving van de stad. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
ElMarcos Geplaatst 29 oktober Share Geplaatst 29 oktober John neem letterlijk een vlucht van zijn verleden. Al knaagt nog altijd die stem. Wat gaat er mis? Als jouw verhalen iets bewezen hebben, dan is het wel dat het leven John zelden tot nooit een break geeft. De vraag is waarom het deze keer anders zou zijn. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Nom de Guerre Geplaatst 29 oktober Auteur Share Geplaatst 29 oktober CCCLXXXV. Daar gaat ze Eenmaal ingecheckt en mijn bagage ergens op een band die hopelijk de juiste kant op zou draaien, had ik even de tijd om tot rust te komen. Het hele circus van paspoorten, boardingpassen en security was achter de rug, en de ruimte om eindelijk even stil te zitten voelde als een vreemd soort overwinning. Dus zocht ik een bar op, bestelde een biertje, en nestelde me op een kruk met uitzicht op de mensenstroom van Istanbul Airport. Mensen kijken, een hobby die nooit teleurstelt. De mensheid aan je voorbij zien trekken in al haar ongeduld, stress en haastige nonchalance, dat was altijd al een van mijn favoriete bezigheden geweest. Hier, op een vliegveld, was het volk nog diverser, nog platter, een parade van individuen die zichzelf net iets te serieus namen. Ik nipte aan mijn biertje en observeerde. Een gezin met vijf koffers en drie jengelende kinderen probeerde zich een weg te banen naar hun gate. De vader leek al lang opgegeven te hebben, zijn ogen stonden dof en uitgeput, alsof hij zichzelf allang verloren was in een eeuwige rol van kofferdrager en kinderoppas. De moeder, iets te strak opgemaakt voor een lange vlucht, gaf de kinderen bevelen alsof ze in een militaire parade liep, een autoriteit die al lang niet meer werkte, maar die ze hardnekkig vasthield. Het was een trieste komedie, een kleine tragedie in de tijdspanne van een paar minuten. Dan waren er de zakenreizigers, strak in het pak, de rug recht en de blik op oneindig. Het soort mensen dat deed alsof ze de wereld in handen hadden, maar ondertussen allang door hun overvolle agenda’s werden opgegeten. Ze gaven orders door hun telefoon, keken boos naar hun laptopschermen en deden hun best om er belangrijk uit te zien. De ironie was dat niemand op een vliegveld écht belangrijk is. Of je nu de CEO van een multinational bent of een vakantieganger met zonnebrand op je neus, uiteindelijk zit je allemaal in hetzelfde wachtruim, afhankelijk van een scherm dat je gate aangeeft. Naast me zat een oudere man, grijs, met een leren jas die zijn beste tijd gehad had. Hij bestelde een wodka, keek even in mijn richting, en knikte kort. Ik knikte terug. Een man van weinig woorden, een man die op dezelfde manier het schouwspel aanschouwde als ik. Het soort persoon dat al lang geleden had opgegeven om de chaos te begrijpen en zich er nu gewoon in liet onderdompelen. Een onuitgesproken verbond, twee figuren aan een bar, elk met hun eigen verleden, elk op hun eigen manier in transit. De tijd ging traag voorbij, maar voor het eerst in tijden had ik geen haast. Het was een vreemde rust, een soort vrede met de wetenschap dat ik geen controle had over wat hierna zou komen. Terwijl ik de laatste slok van mijn biertje nam, zag ik nog een paar toeristen voorbijschuiven, met hun foto’s en hun grote ogen die het vliegveld in zich opnamen alsof het een attractiepark was. Mensen kwamen en gingen, en ik zat daar, ergens tussen vertrek en aankomst, met een onbestemd gevoel van vrijheid. Op dat punt liep ze voorbij, alsof de hele luchthaven decor was in haar persoonlijke film. Een stewardess van British Airways, dat kon niet missen. Het uniform was strak, netjes, bijna beklemmend gepast, met die typische Britse flair die iets pretendeert van klasse en perfectie. Haar blonde haar golfde over haar schouders, zo gepolijst dat het haast kunstmatig leek. Een gouden gloed in de massa van vliegveldvermoeidheid en gehaaste toeristen. Ze bewoog zich met een kalmte die waarschijnlijk maanden, zo niet jaren, oefening vergde. De rolkoffer achter haar rolde alsof het een hondje was dat ze aan een leiband had, trouw en stil. Haar hand, perfect gemanicuurd, hield de koffer vast met een soort achteloze gratie die alleen maar te vinden is bij mensen die allang gewend zijn aan het idee dat iedereen naar ze kijkt. Ik betrapte mezelf erop dat ik ook keek, tegen beter weten in, en vroeg me af wat er achter dat uitdrukkingsloze masker schuilging. Haar gezicht was strak en zelfverzekerd, een glimlachloze muur, zoals een marmeren standbeeld dat het leven al lang zat is. Geen krimp, geen flikkering van emotie, geen enkele hint van de chaos die zich wellicht ergens achter die façade afspeelde. Het was de kunst van het niet-geven-om, het soort professionele onverschilligheid dat je alleen ontwikkelt wanneer je honderden, misschien wel duizenden keren dezelfde gang door bent gelopen, dezelfde blikken hebt gevangen. Maar er zat iets in die perfectie dat bijna cynisch was. Alsof ze met elke stap dacht: “Kijk maar, jullie kunnen het proberen, maar ik ben onbereikbaar.” Een onwrikbaar zelfbewustzijn, dat misschien nog wel steviger was dan het staal van de koffer die ze meesleepte. In die houding zat een mix van arrogantie en vermoeidheid, alsof ze al lang geleden had opgegeven om nog echt geraakt te worden door wat ze onderweg tegenkwam. Het leek alsof ze het publiek om haar heen als een noodzakelijk kwaad beschouwde, obstakels die ze net zo soepel ontwijkt als de geuren van goedkoop eten die door de luchthaven zweven. Ik stond op, liet mijn bijna lege bierglas achter zonder er nog naar om te kijken, en liep een tiental meters achter haar aan, alsof ik door een soort magnetische kracht werd meegetrokken. Er zat iets in haar stap, een ritme dat je niet zomaar negeert, het soort vanzelfsprekende elegantie dat iedereen even stil laat staan. Een wandelend paradox, die stewardess, een figuur van glans en afstandelijkheid die door de terminal bewoog zonder ook maar één blik op de menigte te werpen. Alsof de mensen om haar heen slechts decorstukken waren die zo snel mogelijk weer uit beeld moesten verdwijnen. Ik hield een strategische afstand, niet te dichtbij om op te vallen, maar net dichtbij genoeg om dat uniform in detail te zien. Het donkerblauw strak om haar heen, de gouden knopen die als miniatuurspiegels fonkelden onder de tl-lampen, en die ene blonde lok die eigenwijs los op haar schouder viel, net niet perfect genoeg om niet op te vallen. Het was de kunst van subtiele aantrekkingskracht, de nonchalance waarmee ze alles in haar omgeving leek te verachten. Ondertussen deed ik alsof ik met mijn telefoon bezig was. Het scherm verlichtte mijn gezicht, en met een paar vlotte tikken deed ik wat ik altijd al te goed kende. De camera open, een snelle beweging om haar beeld vast te leggen, een moment bevroren in pixels. Een stiekeme foto, net onopvallend genoeg om niemand op te laten merken dat ik een moment van haar voor mezelf had gepakt. Een aandenken aan een vrouw die hier over een uur al lang weer ergens boven de wolken zou zweven, een schim op weg naar een andere tijdzone. Met het beeld op mijn telefoon opgeslagen, draaide ik me weer om en liep terug naar mijn bier en bagage. Het glas stond nog daar, eenzaam en warm geworden, maar ik had mijn focus allang verloren. In een luchthaven waar iedereen voorbijraast, was het soms maar een fractie van een seconde die je uit de realiteit haalde. Ik nam een laatste slok van het lauwe bier, terwijl de terminal zijn mensenmassa weer over me uitstrooide, en de stewardess verdween in de verte alsof ze nooit had bestaan. Het deed me denken aan het nummer "Daar gaat ze" van Clouseau, een van die sentimentele Vlaamse nummers die je ergens diep vanbinnen toch altijd bijblijven, of je dat nu wilt of niet. Waar zij kwam, draaide iedereen zich om, man of vrouw, jong of oud, even betoverd door dat ene moment. Het was die ongrijpbare aantrekkingskracht, iets wat je niet bewust doet maar wat gewoon gebeurt, alsof ze een magneetveld met zich meedroeg waar iedereen onwillekeurig in werd meegezogen. Haar silhouet in dat strakblauwe uniform had dezelfde impact als een vallende ster in een heldere nacht; iedereen kijkt, maar niemand weet echt waarom. Ze liep langs, en je zag het gebeuren: hoofden die zich subtiel, bijna beschaamd, omdraaiden. Een oude man die even zijn blik verloor en glimlachte, een vrouw met een blik van milde jaloezie, alsof ze wilde begrijpen wat het geheim was van die ene, ontspannen, zelfverzekerde stap. Zelfs de securityagent, stoïcijns en verveeld, liet zijn ogen iets te lang hangen, voordat hij snel zijn blik weer op de eindeloze stroom van passagiers richtte. Een momentopname, maar in die paar seconden had ze iedereen om haar heen even uit hun routine getrokken, alsof ze een muze was die per ongeluk verdwaald was in een luchthaven. Het was bijna lachwekkend, hoe zoiets eenvoudigs als een stap, een beweging, een blik naar de verte, zoveel onrust kon veroorzaken. Ze had geen woord gezegd, geen enkele moeite gedaan om op te vallen, maar het was haar aura, die ongrijpbare mix van afstand en zelfverzekerdheid, die de mensen een fractie van een seconde uit hun eigen wereld haalde. “Daar gaat ze,” dacht ik bij mezelf, en ik kon het niet helpen dat die gedachte iets melancholieks had, alsof ik getuige was van een verhaal waar ik zelf nooit aan deel zou nemen. Terwijl ze verder liep, verdween ze langzaam in de massa, haar silhouet nog even zichtbaar in dat krappe, gestroomlijnde uniform. Een parade van glans en leegte, een wandelend visitekaartje dat British Airways naar de wereld stuurde, maar in wezen even onbenaderbaar als een kunstwerk achter glas. Reacties en dergelijke. Spoiler 22 uur geleden zei Djurovski: Een uur pauze is bijna niet genoeg om een weekendje in te halen haha. Maar ben weer bij. Alex op een zeer koude bijna verontrustende manier koud gemaakt..afscheid van beide spelers nog een beetje kunnen opfleuren. Nu op naar Guatemala. Oh de grafische plaatsjes zijn erg fijn er bij Ja, ik hield er een hoog tempo op na dit weekend. Ik wilde ook gewoon weg uit Turkije. Een nieuw land, een nieuwe verhaallijn. 22 uur geleden zei Marius: Dat is nog eens een tripje om in Guatemala te geraken. Ben ik de enige die er dan ook rekening mee houdt dat John daar misschien wel nooit zal aankomen? Miami lijkt me ook een fijne bestemming PS: Dit plaatje was een hele mooie aanvulling bij de tekstuele beschrijving van de stad. Nee nee, ik ga echt naar Guatemala. CD Guastatoya, het contract is al getekend 24 minuten geleden zei ElMarcos: John neem letterlijk een vlucht van zijn verleden. Al knaagt nog altijd die stem. Wat gaat er mis? Als jouw verhalen iets bewezen hebben, dan is het wel dat het leven John zelden tot nooit een break geeft. De vraag is waarom het deze keer anders zou zijn. Arme John heeft het niet bepaald getroffen, nee. Al zijn er ook heus wel geluksmomentjes. Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill @Titan @Kevinreijnen Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Kyrill Geplaatst 29 oktober Share Geplaatst 29 oktober Ik liep wat updates achter, maar ben weer helemaal up to date. Ook deze Mister-K laat mensen vaak niet uitpraten Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Marius Geplaatst 29 oktober Share Geplaatst 29 oktober Luchthavens. Ik heb ze zelf ook altijd intrigerend gevonden, net zoals de mensen die er passeren. Leuk om John’s perceptie mee te krijgen. Citeren Link naar opmerking Deel via andere websites More sharing options...
Aanbevolen berichten
Join the conversation
You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.