Spring naar bijdragen
Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s. ×
Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s.

[IDS] [FM24] Altijd blijven lachen


Nom de Guerre

Aanbevolen berichten

xxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b5111586

 

CCCLXXI. Tandjes tuffen

 

De Divan Pub was snel gevonden, amper vijf minuten lopen vanaf de bar waar mijn creditcard was gejat. Typisch zo'n plek waar de schijn van klasse nog overeind werd gehouden door een stel oprechte naïevelingen. De buitenkant gaf een soort grandeur die je enkel van oude zwart-wit foto's van chique diners kende, maar binnen was het een ander verhaal. Een pub die ooit misschien was opgezet voor de elite, maar nu vol hing met opgebrande zakenlui en mensen die de draad van hun leven al jaren geleden waren kwijtgeraakt.

 

Het etablissement ademde de sfeer uit van een plek waar men probeerde de tijd stil te zetten, maar waar iedereen weet dat de klok door blijft tikken. Houten lambrisering, zorgvuldig gepolijst, maar met hier en daar de onvermijdelijke slijtageplekken. De tafels stonden netjes uitgelijnd, zoals de eigenaren vast hadden bedoeld, maar er hing een onuitgesproken chaotische energie in de lucht. Gasten, haast onopvallend, slurpten aan hun drankjes, zonder echt te drinken, hun ogen voortdurend op het puntje van hun neus gericht of starend naar de schuimrand van hun glas. Niemand keek écht rond, op zoek naar iets.

 

Mijn ogen speurden de ruimte af, door een waas van wraakzuchtige focus. De mensen hier waren geen individuen meer, ze waren obstakels of, in het beste geval, instrumenten die me dichter bij mijn doel konden brengen. Een stel aan een hoektafel lachte uitbundig, hun vrolijkheid zo schril dat het pijn deed aan mijn oren. Ik probeerde hen te negeren, concentreerde me op het doel waarvoor ik hier was.

 

Ik bewoog me langs de bar, waar de glazen netjes opgestapeld stonden, maar waarvan de inhoud me op dit moment geen enkele vreugde kon bieden. De barman knikte kort naar me, maar hield zijn mond. Deze plek kende me nog niet, maar dat zou snel veranderen. Hier zou ik vinden wat ik zocht, wie ik zocht.

 

De geur van verse sigaren en dure parfums hing in de lucht, een vage herinnering aan een luxueus verleden dat deze pub al lang achter zich had gelaten. Mensen kwamen hier nu voor iets anders, iets eenvoudigers, iets goedkopers, de waan van alledag vergeten. Ik was hier voor iets anders, eveneens eenvoudig; wraak.

 

De barman verroerde geen vin terwijl ik rondkeek. Zijn gezicht bleef strak in die geoefende uitdrukking van professionele onverschilligheid. Je ziet dat vaak op zulke plekken, beleefd van buiten, maar leeg achter de ogen. Hij zag eruit alsof hij begin dertig was, met een sterke kaaklijn en een mond die net scheef stond, waardoor hij een permanente grijns had die zei dat jouw problemen hem niets konden schelen, zolang jij de zijne maar niet werd.

 

"Can I help you, sir?" Zijn stem was vlak, net zoals zijn gezicht, efficiënt en puur functioneel. Het was geen echte vraag; het was een script. Geen interesse, alleen die mechanische beleefdheid die bij zijn werk hoorde. Beleefdheid die je betaalt met de prijs van een drankje.

 

Mijn kaken spanden zich. Ik voelde de frustratie al opborrelen terwijl ik mijn ogen door de ruimte liet glijden. Twee mannen zaten aan de bar, hun overhemden veel te strak, lachend op een manier die geforceerd overkwam. Niet het soort waar ik naar op zoek was. Aan de linkerkant zat een groepje vrouwen, volledig verdiept in hun telefoons. Waarschijnlijk aan het swipen op Tinder of hun Instagram-likes aan het checken. Nutteloos. Geen van hen keek op. Kevin was hier niet, niet fysiek tenminste, maar ik wist dat hij zijn sporen hier ergens had achtergelaten. Dit soort plekken, met hun goedkope charme en te dure drankjes, waren zijn speelveld.

 

“I’m looking for someone,” zei ik langzaam, terwijl mijn ogen de bar nog steeds aftastten. “Kevin. Big mouth, Dutchman. A smooth guy.”

 

De barman trok een wenkbrauw op, heel even maar, maar het was genoeg. Hij kende hem. Natuurlijk kende hij hem. Ze kennen altijd een Kevin.

 

“Kevin, huh?” zei hij, terwijl hij deed alsof hij moest nadenken, alsof hij het zich moest herinneren. “Might know a guy like that.”

 

Ik schoof een biljet over de toonbank, zonder moeite te doen om subtiel te zijn. Hij keek ernaar, zijn hand net boven de rand. Zijn ogen flitsten terug naar de mijne, peilend. Ik knipperde niet eens.

 

“I bet you do,” gromde ik, mijn stem laag en dreigend.

 

Eindelijk kwam er een smalende glimlach tevoorschijn, alsof hij net doorhad welk spel we aan het spelen waren. Hij stak het geld in zijn zak. Die klootzak zou nu wel praten, dat wist ik zeker.

 

De barman keek me aan met een schuin oog, een glimp van verstandhouding glimmend in zijn blik. Hij draaide zijn hoofd even naar de deur achter de bar, een klein knikje, amper zichtbaar. “Backroom for regulars and VIPs.” Zijn stem bleef vlak, zonder enige intonatie van uitnodiging of afwijzing, gewoon een vaststelling van feiten.

 

Ik schoof nog een bankbiljet zijn kant op, nonchalant, zonder enige haast. Het voelde als een transactie op een rommelmarkt; jij biedt, hij knikt.

 

“You look like a VIP to me,” zei hij met een smalende glimlach, zijn mondhoek net iets te ver omhoog getrokken, alsof hij wist dat hij me had waar hij me wilde. De biljetten verdwenen moeiteloos in zijn zak. Gotcha.

 

Zijn gezicht bleef strak, maar ik zag het; de subtiele spanning in zijn kaaklijn, de lichte fonkeling van winst in zijn ogen. Hij kende het spel, en ik speelde het met hem mee, allebei met hetzelfde doel. Niet dat hij om Kevin gaf, of zelfs om wat ik ermee van plan was, maar geld was een taal die we beiden verstonden. En wraak? Dat was altijd beter met een VIP-pas.

 

“Good luck,” mompelde hij, terwijl hij me met zijn ogen naar de deur leidde. Zijn stem klonk zo ongeïnteresseerd dat het bijna een belediging was, maar toch zat er die ondertoon in, die subtiele insinuatie dat ik het goed had gedaan.

 

Ik knikte, mijn gezicht strak van concentratie, terwijl ik naar de deur liep. Dit was het moment.

 

Oom Berry zei altijd dat je maar één keer een eerste indruk kunt maken. Alsof dat zo’n diepzinnige wijsheid was, alsof iemand ooit succesvol twee keer een eerste indruk had gemaakt. Maar goed, hij had een punt. En dit keer wilde ik meteen de juiste indruk achterlaten. Geen beleefd geklop, geen voorzichtig gedoe. Nee, ik zou duidelijk maken wat de bedoeling was.

 

Met een krachtige trap vloog de deur open, zo hard dat het hout rammelde in de scharnieren. Ik voelde de trillingen in mijn voet door mijn hele lichaam gaan, als een golf van adrenaline die me voorbereidde op wat er zou komen. 

 

In de ruimte staarde iedereen me aan, verbaasd, geschrokken. Blikken vol verwarring en oplopende paniek die elkaar kruisten, en ik genoot van dat moment van pure controle. Je kon bijna de spanning proeven, hoe ze voelden dat er iets serieus mis was.

 

"Good evening, gentlemen," zei ik, mijn stem laag en beheerst, maar doordrenkt van onderliggende dreiging. Geen spoor van vriendelijkheid of diplomatie. De blikken van de aanwezigen wisselden tussen mij en de nog klapperende deur, alsof ze zich afvroegen of ze zojuist waren overvallen, en in zekere zin was dat ook zo. 

 

Ik voelde de spieren in mijn kaak strak trekken terwijl ik de ruimte in liep. Het was die stilte die me voedde, de wetenschap dat ze allemaal wisten dat dit niet goed zou eindigen.

 

Kevin verschoot van kleur zodra hij me zag. Zijn gezicht, dat net nog die zelfvoldane grijns had gehad van iemand die dacht ongestraft weg te komen met zijn trucjes, viel direct weg naar een doodsbleke tint. Zijn ogen flitsten van links naar rechts, als een dier dat een uitweg zoekt, maar hij was te laat. Hij dook weg, haast instinctief, alsof hij zichzelf kleiner kon maken dan hij al was. Hebbes, kleine klootzak.

 

"Kevin!" riep ik, mijn stem scherp en hard genoeg om de rest van het publiek te doen verstijven. Ik zette een stap dichterbij, traag en berekenend, zodat elke beweging zwaar in de lucht hing. De stilte in de ruimte was voelbaar, alleen het gezoem van de airconditioning op de achtergrond leek nog te bestaan. Iedereen wist dat dit geen gezellig gesprek ging worden.

 

Kevin's ogen werden groter, alsof hij net begreep dat hij geen kant meer op kon. "You thought you could just run off with my card, huh? Spend my money, drink my drinks, and disappear?" Mijn stem droop van het cynisme, elk woord uitgesproken met een ijzingwekkende kalmte die de situatie alleen maar erger maakte. 

 

Ik zag hoe hij zijn mond opende om iets te zeggen, maar geen woorden wist te vormen. Alleen zijn lippen bewogen, alsof hij in stilte om genade smeekte, maar ik had geen enkele fuck te geven.

 

De andere aanwezigen leunden achterover in hun stoelen, alsof ze voelden dat dit niet hun gevecht was, maar wel hun vermaak. De blikken van de mannen aan de tafel links van mij verraadden een mengeling van ongeïnteresseerde nieuwsgierigheid en lichte opwinding, zoals je die ziet bij mensen die net iets sensationeels op televisie hebben aangezet. Niemand maakte aanstalten om Kevin te helpen. Waarom zouden ze ook? Hij was geen vriend, geen vertrouweling. Voor hen was hij net zo goed een amuse die ze op hun gemak konden verorberen terwijl ik mijn ding deed.

 

Kevin zat ineengedoken in de hoek van de kamer, zijn ogen wijd open, zijn mond nog steeds stomverbaasd half open alsof hij niet kon geloven dat zijn glansrijke ontsnappingspoging was mislukt. Ik nam de tijd, stapte rustig naar hem toe, mijn schoenen zachtjes knerpend over de vloer. 

 

"Kijk eens wie we hier hebbenl," zei ik met een kalme, lage stem die alleen Kevin kon horen, maar die genoeg kracht in zich had om de rest van de kamer te laten stilstaan, al verstonden ze er niks van. "Het lijkt erop dat wij de hoofdact zijn vanavond, Kevin."

 

Hij slikte, zijn adamsappel ging nerveus op en neer terwijl hij me aankeek met een mix van wanhoop en angst. De sfeer in de ruimte werd steeds benauwder, maar de glimlach die zich op mijn gezicht vormde, was puur cynisme. Dit was geen rechtvaardigheid. Dit was wraak.

 

Kevin besloot niet langer af te wachten en kwam op me af alsof hij dacht dat hij een kans maakte, zijn gezicht vertrokken in een wanhoopspoging om indruk te maken. De vuistslag die volgde was traag, amateuristisch zelfs. Zijn ogen verklapten de slag nog voordat zijn arm überhaupt bewoog. Het scheelde niet veel of hij had een neonbordje boven zijn hoofd gehad met "let op, ik ga slaan."

 

Ik bleef kalm. Oom Berry had me vroeger altijd gezegd dat je nooit de eerste slag moest uitdelen in een gevecht, maar wel het gevecht moest maken als je de kans kreeg. Laat ze komen, had hij gezegd, laat ze denken dat ze de controle hebben. Nou, Kevin dacht dat hij die controle had. Zijn gebalde vuist scheerde langs mijn kaak, een zielige poging, alsof hij probeerde een vliegenmepper te gebruiken op een bijl. Ik voelde niet eens de noodzaak om achteruit te stappen.

 

Zijn momentum bracht hem uit balans, en terwijl hij struikelde naar voren, gaf ik hem een ferme elleboog in zijn ribben. Hij hapte naar adem, alsof alle lucht in een klap uit zijn longen was geslagen. Het klonk als een vis die naar lucht hapt terwijl hij op het droge spartelt.

 

"Dat was een slecht idee, Kevin," zei ik, mijn stem kil en zonder medelijden. Zijn ogen vulden zich met een mengeling van angst en spijt, maar het was te laat. Veel te laat.

 

Kevin keek me aan, zijn ogen groot als schoteltjes, en er was geen greintje zelfverzekerdheid meer te bekennen. Zijn mond hing half open, alsof hij iets wilde zeggen, maar er kwam geen geluid uit. Geen woorden, geen excuses, alleen pure angst. Zijn handen trilden lichtjes, en hij leek kleiner dan toen hij me eerder die avond met een grote bek had aangesproken. 

 

"En nu gaan we tandjes tuffen, Kevin," zei ik met een kalmte die hem nog banger maakte. Mijn vuist hing in de lucht, mijn knokkels gespannen, klaar om in actie te komen. Ik zag hoe hij zijn kaken op elkaar klemde, alsof dat zijn tanden zou beschermen tegen wat er onvermijdelijk aankwam. Zijn gezicht was een wanhopige mix van smeekbede en hopeloosheid, maar het raakte me niet. Geen medelijden, geen aarzeling.

 

"Alsjeblieft...," bracht hij uit, zijn stem dun en schor. Maar het was te laat voor genade. De adrenaline stroomde door mijn aderen, en alles in me schreeuwde om wraak. Ik liet mijn vuist naar voren schieten, hard en doelgericht. Kevin deinsde achteruit, maar hij had geen kans. De klap landde vol op zijn kaak, en ik zag de schok door zijn hele lijf trekken. Zijn ogen draaiden even weg, en er klonk een doffe "krak" van ergens binnenin zijn mond.

 

Hij wankelde, bloed sijpelde langs zijn lippen, en een van zijn tanden tikte tegen de grond. Tandjes tuffen, precies zoals beloofd.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

Op 22-10-2024 om 11:29 zei Marius:

Wraak voor John. Na alles wat hij afgelopen tijd heeft meegemaakt, is het hem ook van harte gegund. Hopelijk kan hij Kevin eens goed te grazen nemen.

 

Minus een tandje voor de Kevin ;) 

 

Op 22-10-2024 om 11:32 zei Kyrill:

Ik ben weer up to date , grappige en leuke stukken. Die meid was een dure prostitue zeg :D

 

 

Linksom of rechtsom, ze kosten altijd geld ;) 

 

23 uur geleden zei ElMarcos:

De keuzes die John heeft om zijn carrière te vervolgen zijn net zo aantrekkelijk als een bezoek aan de tandarts, maar wellicht voorkomt het opnieuw misbruik met de loop van een pistool. Voor nu lijkt er eerst wraak op het programma te staan. Al kan dat natuurlijk nooit goed aflopen. 

 

Een Glock in de poeperd lijkt me geen pleziertje, nee.

 

20 uur geleden zei Djurovski:

John gaat op wraakactie. Benieuwd hoe en wat

 

In ieder geval komt er een gepeperde tandartsrekening aan.

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b511158

 

CCCLXXII. De rollen zijn omgedraaid

 

Kevin trok een grimas die je gerust als triomfantelijk kon omschrijven, ondanks de tanden die hij zojuist had verloren. "Did you get this, Anastasia?" vroeg hij, zijn stem schor van de klap, maar de ondertoon van voldoening was duidelijk. Wie was Anastasia? Ik keek om me heen, mijn vuist nog steeds in de lucht, mijn knokkels wit van de spanning.

 

En daar was ze, het meisje van het toilet. Ze kwam tevoorschijn met haar telefoon in de aanslag, camera gericht op mij, klaar om de situatie vast te leggen. Haar blik was koel, zakelijk bijna, alsof dit allemaal onderdeel van het plan was. De realisatie sloeg in als een mokerslag. Ze had alles gefilmd. 

 

Ik voelde hoe het bloed uit mijn gezicht trok. Dit was slecht, heel slecht. Kevin grijnsde, ondanks de schade die ik had aangericht. Hij wist het net zo goed als ik. Dit was geen uit de hand gelopen ruzie meer, dit was een val. Terwijl ik naar Anastasia’s telefoon staarde, voelde ik de controle wegglippen, zoals zand door je vingers glijdt.

 

"Gotcha," zei Kevin, zijn stem vol minachting, terwijl hij met zijn bebloede hand zijn kaak betastte. Anastasia zwaaide nonchalant naar me, haar gezicht vertrokken in een minachtende grijns. Ze had overduidelijk niet de moeite genomen om ons kleine rendez-vous van eerder te vergeten. Integendeel, het leek erop dat ze ervan genoot om de rollen nu om te draaien. 

 

Haar ogen fonkelden met een bijna triomfantelijke glans, alsof ze wilde zeggen: "Kijk eens wie hier nu de touwtjes in handen heeft." De telefoon in haar hand trilde lichtjes van opwinding, en ik voelde hoe mijn maag samenkneep. Dit was haar wraak, subtiel en geniepig. De zelfverzekerde toon in haar stem was onmiskenbaar toen ze met een zachte, sarcastische ondertoon fluisterde: “Nice to see you again, darling.” 

 

De walging in haar blik was bijna tastbaar. Haar lippen trokken in een kleine, spottende glimlach, alsof ze me niet alleen herinnerde aan wat er gebeurd was, maar vooral aan het feit dat ik nu degene was die vastzat in haar spel.

 

Kevin betastte voorzichtig zijn kaak, zijn lippen in een spottende glimlach terwijl hij zijn ogen half dichtkneep. "Dit gaat je nog meer kosten, ouwe man," zei hij, met een ondertoon van arrogantie die me dwars door het hoofd sneed. Ik haalde mijn schouders op, met een beweging die zowel berusting als nonchalance moest uitstralen. "Misschien moet ik nog een paar tanden losslaan, kleine gladjakker." Mijn vuist kriebelde al om nog een keer toe te slaan, maar Kevin leek niet echt onder de indruk. 

 

Zijn gezicht verstrakte nauwelijks, alsof hij een slecht gespeelde bluf herkende. "Ik twijfel er niet aan dat je dat zou kunnen doen," zei hij met een quasi bewonderende toon, "je vecht beduidend beter dan ik dacht." Hij liet een korte pauze vallen, zijn ogen glinsterden even uitdagend. "Reken er dan wel op dat de politie gebeld wordt... en jij bent degene met coke in zijn systeem." Hij grijnsde breed, bijna triomfantelijk, zijn woorden zwaar van cynisme. "Drie keer raden wiens kant de agenten gaan kiezen."

 

Ik kon niets anders doen dan hem aanstaren, mijn woede kokend maar verstikt door zijn schaamteloze zelfverzekerdheid.

 

Kevin grijnsde breed, zijn tanden ontbloot alsof hij elk moment op me kon neerkijken. "Dus, zoals ik al zei," vervolgde hij met die verachtelijke zelfgenoegzaamheid, "dat gaat je geld kosten. Een paar duizend euro om precies te zijn." Zijn stem was glad, zonder enige spanning, alsof hij dit spel al zo vaak had gespeeld dat het routine was geworden. 

 

Zijn ogen flikkerden van tevredenheid terwijl hij me aan bleef staren, wachtend op mijn reactie. De opgetrokken wenkbrauwen en licht gekantelde kop maakten het af, dit was een man die dacht dat hij de controle had.

 

Uiteindelijk had ik geen echte keuze, niet als ik eerlijk was met mezelf. Financieel zat ik in een neerwaartse spiraal en de reserves van de Abdullah-deal slonken sneller dan mijn geduld. Kevin had natuurlijk wel een punt; als de politie erbij kwam, zou ik degene zijn die voor de bijl ging. Een gevangenisstraf in Turkije? Nee, bedankt.

 

Ik voelde mijn gezicht verstrakken, de spieren rond mijn mond gespannen van ingehouden frustratie. Kevin zag het, dat kon ik zien aan zijn zelfvoldane glimlach, die steeds breder werd naarmate ik me verder in de hoek gedreven voelde. "Goed dan," mompelde ik uiteindelijk, mijn stem laag en met tegenzin. "2,500 euro."

 

Zijn grijns werd nog groter, als een krokodil die net zijn prooi te pakken had. "Wise choice." Hij sprak met een achteloosheid die me nog meer irriteerde, alsof hij dit al lang gewonnen had en ik niets meer was dan een verplicht nummertje.

 

Ik maakte snel de deal rond, mijn vingers trilden lichtjes terwijl ik de transactie afhandelde. Daarna maakte ik dat ik wegkwam, met een zuur gevoel in mijn maag. Ik haatte mezelf evenveel als ik Kevin haatte.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

6 uur geleden zei Marius:

Zet 'm op John. Leef je maar een keer uit en laat alle frustratie van afgelopen tijd maar eens los. Misschien niet het beste advies, maar het is hem zo gegund :D 

 

Die arme drommel heeft ook niet echt geluk in het leven he :D 

 

6 uur geleden zei ElMarcos:

John laat eindelijk zijn woede en frustratie de vrije loop. Kevin verdient wat er komt, maar hij is slechts het slachtoffer van een veel dieper geworteld probleem waar John mee kampt.

 

En zelfs dan wordt hij genaaid.

 

6 uur geleden zei Kyrill:

Lekker bezig John 

 

Onze boy kan boksen.

 

5 uur geleden zei Djurovski:

Even lekker de agressie eruit rossen. Die Kevin is trouwens niet het scherpste mes uit de lade

 

Een gehaaide klant, dat dan weer wel.

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b511158

 

CCCLXXIII. De eindstreep komt in zicht

 

Nog twee wedstrijden te gaan. Twee wedstrijden die nergens meer over gingen, behalve dan misschien voor de paar supporters die zich nog niet hadden afgevraagd waarom ze dit seizoen überhaupt waren blijven volgen. Maar ik had een belangrijkere vraag aan mijn hoofd, eentje die niet bepaald makkelijker werd naarmate de tijd verstreek: waar zou ik volgend seizoen werken? 

 

Het was het soort vraag dat je nachtenlang wakker hield, niet omdat je ergens diep van binnen om gaf, maar omdat je wist dat je er op een gegeven moment toch iets mee moest. Jamaica, Bulgarije, Guatemala? Een ander zandbakland waar ze dachten dat geld alles goed kon maken, behalve dan het niveau van hun competitie? Of misschien moest ik het helemaal anders doen. Terug naar huis, ergens een zesdeklasser trainen waar je met een biertje in de hand de opstelling bespreekt. Geen fans, geen druk, alleen de geur van vers gemaaid gras en de gedachte dat je voor een keer misschien niet bezig was met het eindeloze geklungel van semi-professionele wanprestaties.

 

Maar ja, wie hield ik voor de gek? Het gras leek altijd groener, maar in werkelijkheid was het overal hetzelfde: droog, dor, en vol troep. Deze clubs boden me een contract aan alsof ik een of andere voetbalfilosoof was, iemand die in één seizoen alles om kon draaien. Alsof ik de Messi onder de managers was, maar dan zonder het talent, de passie, of de behoefte om iets anders te doen dan simpelweg overleven.

 

"Grote ambities," hadden ze me gezegd. Grote ambities, kleine portemonnee, en een bestuur dat je na vier wedstrijden alweer zat was. En dan de fans, oh die fans, die al begonnen te fluiten zodra je je gezicht liet zien. Maar wat kon ik dan wel? Een seizoen in de vergetelheid doorbrengen in een of ander nietszeggend oord, waar zelfs de lokale journalisten je naam niet wisten? Of toch maar ergens blijven waar je in ieder geval wist dat je niet ontslagen werd na drie verliespartijen op rij?

 

Het was een rare gewaarwording, die luxe van kunnen kiezen, terwijl alles om je heen een soort afgrond leek. Alsof je kon kiezen tussen verschillende soorten drijfzand, met het enige verschil dat het ene misschien iets langzamer zou zinken dan het andere. Wat maakte het uit? Ik wist dat ik uiteindelijk toch wel ergens zou belanden, ongeacht mijn keuze, maar het zou weer zo'n seizoen worden waarin alles anders zou zijn, behalve het resultaat: hetzelfde geploeter, dezelfde ergernissen, dezelfde eindeloze dagen waarop ik me afvroeg waarom ik überhaupt in dit wereldje was blijven hangen.

 

Maar goed, ik moest een keuze maken. Niet omdat ik het wilde, maar omdat het moest. Twee wedstrijden nog, dan was het seizoen voorbij, en stond ik weer voor diezelfde klotevraag: wat nu? En ik wist één ding zeker: waar ik ook zou eindigen, het zou nooit beter zijn dan het idee dat ik in mijn hoofd had van hoe het kon zijn.

 

De zon hing boven het stadion alsof hij er zelf ook geen zin meer in had. Het soort warmte waar je eerder van gaat zweten dan dat je er energie van krijgt. Ik zat onderuitgezakt op de bank, half naar het veld te kijken, half naar het verpulveren van mijn eigen carrière. Dit was geen voetbalwedstrijd meer, dit was een toneelstuk waar iedereen zijn tekst was vergeten. Maar ja, hier zat ik dan, de regisseur van dit wanvertoon. Nog een uurtje uitzitten, dacht ik.

 

Serhat Taşdemir, die eeuwige Taşdemir, had nog geen bal aangeraakt of hij schoot er al eentje binnen. Nog geen minuut bezig en het stond al 1-0. Niemand die het echt kon schelen. De paar supporters die er waren, zaten nog op hun telefoon te kijken. Taşdemir deed alsof hij net de Champions League had gewonnen, maar in werkelijkheid ramde hij die bal het doel in zoals je een prop papier in de prullenbak gooit. Geen finesse, geen flair, gewoon erin. En klaar. Hij juichte naar het lege vak achter het doel, waar misschien vijf man stonden, maar zelfs die keken niet op.

 

Ik zuchtte. “Als dit zo doorgaat, ben ik over tien minuten alweer aan een biertje toe,” dacht ik. En ja hoor, zes minuten later was het weer raak. Altar Hidayetoğlu, met z’n terugtrekkende haarlijn en zijn afwezige blik, knalde er nog eentje in. 2-0. De keeper van İskenderun stond erbij alsof hij zich afvroeg waarom hij überhaupt was opgestaan die ochtend. Geen enkele poging om de bal tegen te houden. Hij leek eerder verbaasd dat hij daar stond, alsof hij per ongeluk op een veld terecht was gekomen in plaats van achter een bureau.

 

Toen kwam Koray. Arme Koray. Hij schoot na acht minuten een volley binnen waarvan hij zelf niet eens geloofde dat die raak zou zijn. Je zag hem twijfelen. Moest hij juichen? Hij deed het toch maar, halfslachtig, een klein gebaar naar niemand in het bijzonder. Het publiek, als je het dat kon noemen, gaf geen kick. Het was het soort doelpunt dat je niet eens onthoudt, laat staan dat het in de herhaling iets voorstelt. Maar ach, 3-0, het stond erop. Voor wie het nog iets uitmaakte.

 

De rest van de wedstrijd voelde als een straf, voor zowel ons als voor İskenderun. Zelfs hun fouten waren saai. Kaan Er, hun verdediger, struikelde letterlijk over z’n eigen voeten en gaf Colin Kazim-Richards de kans om er 4-0 van te maken. Colin kopte de bal binnen zoals je een ei in een mandje legt. Het was een actie zonder passie, zonder moeite. Ik stond op en dacht aan alles behalve voetbal: de zomer die eraan kwam, het biertje dat ik straks zou drinken, hoe ik ooit in deze situatie terecht was gekomen.

 

Zelfs toen İskenderun er eentje terugdeed door een fout van Aykut Demir, boeide het niemand. Het stond al 4-1 en de wedstrijd was al lang dood. Zelfs hun doelpunt voelde aan als een vervelende voetnoot in een verhaal dat niemand interesseerde. Hamza Küçükköylü maakte er nog 5-1 van met een knal die zelfs hij waarschijnlijk niet eens serieus nam. Hij juichte halfhartig, een formaliteit meer dan een viering.

 

Toen het eindsignaal klonk, liep iedereen van het veld af zoals ze erop waren gekomen: verveeld en futloos. Ik pakte mijn tas en voelde een lichte opluchting. Niet omdat we hadden gewonnen, maar omdat het eindelijk voorbij was. De zomer kon niet snel genoeg komen. Ik fantaseerde al over dagen zonder schreeuwende spelers, zonder klungelende verdedigers. Misschien zou ik dan eindelijk eens iets nuttigs doen met mijn leven.

 

Maar waarschijnlijk niet.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

11 uur geleden zei Djurovski:

Teleurstellend dit... Hoop toch echt dat hij wel nog even lekker wraak kan nemen hoor

 

Ik heb nog wel een twist in gedachten. 

 

1 uur geleden zei ElMarcos:

Zoals te verwachtten met onze ouwe John, dit kon niet goed aflopen voor hem. Maar hé, wat er ook gebeurt. Altijd blijven lachen?;) 

 

Dat is wel het terugkerende thema :D 

 

19 minuten geleden zei Marius:

Dat kon er ook nog wel bij zeker? Alweer 1-0 voor de tegenpartij. Hoe meer John wint op het veld, hoe meer de nederlagen zich opstapelen ernaast.

 

Nog eventjes en onze boy kan weg uit Turkije.

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b51115

 

CCCLXXIV. De knoop doorhakken

 

Mister K had z’n geduld al lang verloren, dat was wel duidelijk. Hij was nooit iemand van subtiele hints of halfslachtige beleefdheden. Nee, bij hem ging het altijd recht voor z’n raap, zoals nu ook weer in dat bericht dat ik op mijn telefoon zag oplichten: "Make a choice. Tonight. Bulgaria, Jamaica, Guatemala, I do not care. I need time to make it happen. Choose!" Geen enkele ruimte voor twijfel, geen zachte randjes of tijd om er nog eens goed over na te denken. Alsof hij dacht dat ik even een vakantiebestemming moest kiezen in plaats van mijn carrière.

 

Ik las het bericht drie keer, meer uit verveling dan omdat ik het niet begreep. Alsof de inhoud bij elke keer lezen misschien minder onzinnig zou worden. Bulgarije, Jamaica, Guatemala? Wat maakte het in godsnaam uit? Elk van die opties was even belachelijk, even ver van wat ik ooit dacht te bereiken. Drie plekken waar het leven me net zo goed zou kunnen verslinden als waar ik nu zat. Alsof Mister K dacht dat ik met één simpele keuze ineens alles weer op de rails zou krijgen. Maar dat was het probleem niet, natuurlijk. Het probleem was dat er geen goede keuze was. Het was allemaal één pot nat. Of ik nu in Bulgarije zou belanden, waar het voetbal niets meer was dan een slechte soap zonder eind, of in Jamaica, waar ze het woord ‘competitie’ alleen maar kenden van de jaarlijkse chicken wing eating contest, het maakte geen hol uit.

 

Guatemala, dan? Ja, daar hadden ze ook een veld, waarschijnlijk vol met kuilen en half opgevreten door geiten. En ik zou daar weer dezelfde shit moeten doorstaan als hier: een bestuur dat niet weet wat het wil, spelers die met hun hoofd ergens anders zitten, en een publiek dat na twee verliespartijen alweer begint te roepen dat je beter een taxichauffeur kon worden. 

 

Mister K zat daar ergens, waarschijnlijk achter een wodka of iets sterkers, zijn vinger op de knop om mijn volgende stap in gang te zetten. Alsof het zo makkelijk was. Alsof ik zomaar kon zeggen: "Ja, Mister K, ik ga voor Bulgarije!" of "Doe mij maar Jamaica!" zonder dat het hele zootje uiteindelijk weer zou eindigen zoals altijd: in een lange, uitzichtloze strijd tegen de middelmaat.

 

Ik wist dat hij meer tijd nodig had, dat zijn eigen toekomst net zo afhankelijk was van mijn keuze als de mijne. Hij wilde zijn connecties uitspelen, zijn netwerken aanzetten om ervoor te zorgen dat ik ergens een stoel zou krijgen waar ik weer een tijdje op kon zitten, tot ook die weer onder me vandaan getrapt werd. Maar wat maakte het eigenlijk uit? Bulgarije, Jamaica, Guatemala... de namen klonken exotisch, maar ik wist dat het uiteindelijk toch gewoon meer van hetzelfde zou zijn. Weer die lange, grijze dagen, weer dat gevoel dat je ergens vastzat, niet wetend of je ooit nog de weg naar boven zou vinden.

 

Uiteindelijk moest ik dat verdomde keuzeproces maar eens stroomlijnen, want blijven malen had geen zin. Ik kon mezelf wel wijsmaken dat er ergens een perfecte optie lag, maar de realiteit was dat ik gewoon twee slechte keuzes had. Dus begon ik het proces rationeel te benaderen, zoals de voetbaldirecteur die ik ooit had willen zijn. Bulgarije viel als eerste af. Niet omdat het zo'n onmogelijke plek was, maar simpelweg omdat het te dicht bij Turkije lag. Te veel overlap, te veel kans op dezelfde gezichten, dezelfde vragen, dezelfde bende waar ik juist weg wilde. Nee, Bulgarije was geen optie. Weg ermee.

 

Toen bleef er nog één vraag over: hoe kon ik met zo min mogelijk moeite en frustratie het meeste uit die belachelijke vijfduizend dollar per maand halen? Want dat was het voorstel van beide clubs, of je nu in Jamaica of Guatemala zat. Vijfduizend dollar per maand. Klinkt als veel voor iemand die z’n hele leven niet meer had verdiend dan een paar euro’s op een regenachtige markt, maar in mijn wereld was het precies genoeg om niet op te vallen. Geen villa, geen sportwagen, gewoon een degelijk appartement met waarschijnlijk slechte buren, en een auto die net niet uit elkaar viel op de snelweg.

 

Maar toen viel het kwartje. Die vijfduizend dollar, dacht ik, kon ik in Jamaica waarschijnlijk alleen maar omzetten in een gammele bungalow waar de muren elk moment konden instorten door een tropische storm, of in één van die luxe resorts waar je niet uit durft te stappen omdat het buiten vol toeristen en verkopers zit die allemaal iets van je willen. Jamaica klonk leuk, maar daar zou je iedere dag een gevecht moeten leveren om iets van rust en ruimte te vinden, en dat zag ik niet zitten.

 

Guatemala, daarentegen, rook naar een ander soort ellende. Een ellende waar ik misschien wat beter mee kon leven. Voor diezelfde vijfduizend dollar kon ik me daar waarschijnlijk een huis met zwembad veroorloven, een kok die drie keer per dag voor me zou koken en misschien zelfs iemand die mijn schoenen poetste terwijl ik met een koude cocktail aan de rand van dat zwembad zat. Oké, misschien was dat allemaal een illusie, maar toch, het voelde alsof die dollar in Guatemala net iets verder zou komen dan in Jamaica. En als ik dan toch weer in een middenmoot moest zinken, dan liever in een omgeving waar ik tenminste het gevoel had dat ik nog een beetje won. 

 

Dus ja, Guatemala. Dat werd het. Niet omdat ik er zo’n zin in had, maar omdat het net iets minder kut voelde dan de andere opties. 

 

Ik gaf Mister K mijn keuze door. Guatemala dus. Hij reageerde binnen een minuut, alsof hij die hele tijd al met z’n vinger boven de knop had gezeten. "Good. I fix things. You read up on the club." Typisch Mister K. Hij was altijd kort en zakelijk, alsof een extra woord gebruiken iets was waar hij lichamelijk allergisch voor was. En daar zat ik dan, met mijn ‘grote’ beslissing van de dag, en meteen een lading informatie in mijn mailbox. Een bericht vol feiten, statistieken, namen die ik nooit eerder had gehoord en waarschijnlijk ook nooit zou onthouden. De club. Mijn nieuwe ‘familie’. Hoe ze ook heetten.

 

Ik klikte het bericht aan zonder enige verwachting. Dit was de fase waarin ik moest doen alsof ik nog iets van enthousiasme voelde voor mijn werk. De fase waarin ik, als een ‘professioneel voetbalmanager’, mezelf zou verdiepen in de clubcultuur, de spelers, de geschiedenis. Maar eerlijk gezegd was dat allemaal bullshit. Een club in Guatemala is gewoon een club in Guatemala. Of ze nu Club Deportivo Esperanza of FC Middeninergens heetten, het was allemaal hetzelfde. Een stel jongens dat dacht dat ze ooit beroemd zouden worden, een bestuur dat te veel druk uitoefende voor te weinig resultaat, en een handvol fans die boos werden als er drie weken niet gewonnen werd. Het hele wereldje was een groot circus, en ik was de clown die telkens weer het veld op moest.

 

Ik scrolde door de informatie. De naam van de voorzitter, iemand met een naam die klonk alsof hij in een slechte misdaadroman thuishoorde. Spelers met statistieken waar ik nu al niet veel van geloofde. En ergens een regeltje over het stadion: klein, net groot genoeg om een paar duizend mensen in te proppen die hoogstwaarschijnlijk meer met hun telefoon bezig zouden zijn dan met de wedstrijd. Kortom, het was precies wat ik had verwacht. Niets bijzonders, niets dat me wakker zou houden. Gewoon weer een nieuwe plek waar ik kon doen alsof ik er iets van ging maken, terwijl ik stiekem al wist dat het precies hetzelfde zou worden als al die andere keren.

 

"Read up on the club," had Mister K gezegd. Ja hoor, Mister K, ik zou het doen. En dan zou ik net zo doen alsof het me iets kon schelen. Maar het enige dat ik echt dacht, was: hoe snel kan ik mijn koffers pakken en daar naartoe vliegen? Want hoe eerder ik daar was, hoe eerder ik deze nieuwe routine kon laten beginnen.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

1 uur geleden zei Djurovski:

One to go. Hopelijk spelen ze dan met iets meer passie als afscheidstournee 

 

Ik wil eigenlijk vooral door, dus ik geef er weinig om :D 

 

1 uur geleden zei Marius:

Als zelfs de prestaties op het veld John niet meer kunnen boeien ... dan weet je hoe diep hij ziet. Hopelijk geven de spelers hem toch nog een gepast afscheid. 

 

Dat zal op zich wel, ik wil eigenlijk vooral door.

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen


 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b51115

 

CCCLXXV. CD Guastatoya

 

Club Deportivo Guastatoya. Een naam die klinkt alsof hij per ongeluk op een voetbalshirt is beland, maar hier was het bittere ernst. Dit was dé club van de stad Guastatoya, gelegen in een uithoek van Guatemala waar zelfs de muggen te lui waren om je te prikken. De club was ooit opgericht met de nobele gedachte dat er in dit godvergeten stukje van de wereld ook iets te beleven moest zijn. Dat ‘iets’ was dus voetbal. Maar ja, zoals alles hier was ook dat met een flinke scheut middelmatigheid overgoten.

 

Het stadion, Estadio David Cordón Hichos, was de trots van het dorp, pardon, de stad, Guastatoya. Dat klinkt groter dan het is, geloof me. Dit stadion had officieel plek voor 3.000 toeschouwers, maar het was een wonder als de helft daarvan überhaupt op kwam dagen. Het veld lag er meestal bij alsof de lokale geiten er net doorheen waren gewandeld, met her en der een plukje gras dat hardnekkig probeerde te overleven in een zee van dorheid. David Cordón Hichos, de man naar wie het stadion was vernoemd, was ongetwijfeld iemand van lokaal belang, maar of dat belang verder reikte dan zijn eigen familie, dat wist niemand. Waarschijnlijk een of andere politicus die een paar zakken met geld in de juiste handen had geduwd.

 

Guastatoya zelf, tja, wat moet je ervan zeggen? Het was officieel een stad, maar in werkelijkheid was het meer een uit de kluiten gewassen dorp. Je had een paar straten met winkels waar ze dingen verkochten die je eigenlijk niet wilde hebben, en een markt waar je vooral werd aangesproken door mensen die iets van je wilden, meestal geld. De meeste inwoners waren wel vriendelijk, maar je kon het ook niet echt onvriendelijk noemen, het was meer een soort onverschilligheid. Alsof ze allang geaccepteerd hadden dat hun leven in een sleur zat en het enige wat hen nog een beetje uit die dagelijkse grijze massa kon trekken, was het gerommel van hun voetbalclub. Of ze nu wonnen of verloren, dat maakte eigenlijk niet eens zo veel uit. Zolang er maar een wedstrijd was, iets om naar te kijken op een zaterdagmiddag wanneer de hitte te ongenadig was om iets anders te doen.

 

De club zelf had zo z’n hoogte- en dieptepunten gekend, maar vooral die laatste categorie vulde de geschiedenisboeken. Ze hadden ooit een kampioenschap gewonnen, maar dat was alweer zo lang geleden dat zelfs de oude mannen in het plaatselijke café het nauwelijks nog konden herinneren zonder eerst een paar shotjes rum achterover te slaan. Het was een club zoals zoveel clubs in deze regionen: een paar spelers die ooit droomden van iets groters, maar uiteindelijk bleven hangen omdat er simpelweg niets beters voorbij kwam.

 

En het publiek? Ach, het publiek kwam opdagen als ze niks beters te doen hadden. De harde kern bestond uit een groepje dat meer geïnteresseerd leek in de biertjes die ze onderweg naar het stadion hadden opgedronken dan in de wedstrijd zelf. Ze schreeuwden wel, natuurlijk, maar dat was meer uit gewoonte dan uit echte passie. Het soort schreeuw dat je maakt als je weet dat je zondag weer op de bouw moet staan en je niet anders weet te doen dan de ellende van je af te brullen.

 

Dus dit zou mijn nieuwe bestemming worden, Guastatoya, een stad die niet wist wat het moest doen met zijn eigen bestaan, en een club die eigenlijk dezelfde vraag stelde. En toch, ergens tussen de stoffige straten en het uitgestorven stadion, lag er iets van hoop. Niet veel, maar genoeg om die vijfduizend dollar per maand misschien nét iets minder waardeloos te maken.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

1 uur geleden zei Marius:

Guatemala it is! Qua vrouwelijk schoon - geen onbelangrijk detail - misschien ook wel de beste keuze. Je weet nooit of er nog zo'n engel als Eleni opduikt  

 

Ik heb zo'n vermoeden van wel. Sterker nog, ik durf het haast met zekerheid te zeggen.

 

5 minuten geleden zei Kyrill:

De echte Mister K is juist van heel veel ipv weinig tekst

  Toon verborgen inhoud
  Toon verborgen inhoud

Mooi stuk weer, succes in Guatemala

 

 

 

Ja, maar dan is het geen novelle meer, maar een roman.

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Op deze manier klinkt het niet als een bestemming waar je met heel veel zin naartoe zou trekken. Maar die 5.000 dollar zal de pijn ook wel verzachten. En John kan sowieso niet ver genoeg van Turkije vandaan reizen natuurlijk.

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b5111586

 

CCCLXXVI. De laatste wedstrijd

 

Normale mensen hopen dat hun afscheid gepaard gaat met vuurwerk. Ze dromen van een spectaculair einde, van een viering die klinkt als het hoogtepunt van een grootse carrière. Ze willen dat mensen terugkijken op wat ze hebben gedaan met lofuitingen, applaus, tranen misschien. De hele mikmak: speeches, bloemen, handdrukken die net iets langer duren dan normaal. De illusie dat het allemaal belangrijk was, dat het ertoe deed. Maar ik? Ik hoopte vooral dat het snel voorbij was. Geen bombarie, geen ophef. Gewoon klaar, weg, en met het eerste vliegtuig richting Guatemala.

 

De waarheid was simpel: niemand gaf er echt om. De fans? Ach, die waren vooral blij dat ik weg was, al zouden ze dat nooit hardop zeggen. Niet omdat ze me haatten, maar omdat ze te veel gewend waren geraakt aan de routine. Mijn vertrek was gewoon het volgende hoofdstuk in een boek dat ze eigenlijk nooit gelezen hadden. De spelers? Die wisten het ook al een tijdje. Colin nam het roer over, en ze konden wel doen alsof dat een grote verandering was, maar we wisten allemaal dat er niet veel ging veranderen. Het was zoals altijd: de ene pion ging weg, de volgende kwam ervoor in de plaats. Dus waarom zou ik me druk maken?

 

Ik stond daar, tussen een paar mannen die nog net deden alsof het hun iets interesseerde. Ze wisten dat ik vertrok, ik wist dat ik vertrok, en de wereld draaide gewoon door. Geen tranen, geen schouderklopjes die er echt toe deden. Misschien een beleefde "het ga je goed", maar zelfs dat klonk al hol in mijn oren. Het was geen haat of minachting, het was gewoon onverschilligheid. En dat was misschien wel erger dan haat. Haat impliceerde nog een soort van passie, een emotie. Dit was gewoon het leven dat voortkabbelde, zonder dat iemand er echt iets van vond.

 

De fans, als je ze al zo kon noemen, stonden in de verte met hun handen in hun zakken, waarschijnlijk meer bezig met wat ze vanavond zouden eten dan met mijn afscheid. En terecht. Waarom zouden ze me missen? Ik was geen icoon, geen legende, maar gewoon de man die de poppetjes op de juiste plek had gezet. Geen held, geen verliezer, gewoon een figuur die zijn werk had gedaan en nu plaatsmaakte voor de volgende.

 

Het enige dat nog door mijn hoofd ging, was hoe snel ik uit deze situatie kon ontsnappen. De geur van gras en zweet begon me tegen te staan, de lucht van routine hing als een zware mist om me heen. Mijn gedachten dwaalden al af naar Guatemala, naar de volgende stap, hoe troosteloos dat ook klonk. Misschien zou het daar niet beter zijn, misschien zou het erger worden, maar het maakte niet uit. Alles was beter dan hier blijven hangen in de vergetelheid van een leven dat altijd maar doordraait zonder dat iemand er echt bij stil staat.

 

En terwijl de wereld om me heen langzaam verder ging, met dezelfde vermoeide tred als altijd, dacht ik alleen maar: laat dit snel voorbij zijn. Geen vuurwerk, geen tranen, geen mooie woorden. Gewoon weg, de horizon tegemoet, en nooit meer omkijken.

 

De wedstrijd paste bij mijn stemming. De zon scheen, ja, maar zelfs die leek er met tegenzin bij te zijn, zoals een gast op een feestje waar niemand zin in heeft. Het was zo’n typische lentedag in Erzincan, de lucht helderblauw, maar leeg, alsof de natuur zelf zich verveelde. Zelfs de wind, normaal gesproken nog wel bereid om af en toe een briesje te sturen, had besloten dat het vandaag wel genoeg was geweest. En dus werd er gevoetbald. Althans, dat beweerden ze. Wat er op het veld gebeurde, leek eerder een oefening in doelloosheid dan een echte wedstrijd. De ene ploeg, 24Erzincanspor, deed z’n ding, zoals een kantoorklerk om vijf voor vijf nog even snel de laatste mails doorstuurt voor hij naar huis mag. De tegenstander? Die was er vooral om niet al te hard onderuit te gaan, wat ze overigens niet eens zo slecht afging.

 

Maar dan was er Serhat Taşdemir. Altijd op zoek naar aandacht, altijd in het middelpunt, of hij nu wilde of niet. Maar vandaag was het niet zijn dag. Nog voor hij z’n moment had kunnen pakken, lag hij al op het gras, met een enkel die eruitzag alsof hij net door een stoomwals was overreden. De brancard kwam al snel. De enige actie op het veld die nog enigszins dramatisch was. Serhat lag erbij als een gesneuvelde soldaat, terwijl hij zich afvroeg of hij ooit nog zonder pijn zou kunnen lopen. Ondertussen vroeg de rest van het team zich waarschijnlijk vooral af hoe ze de avond zouden doorkomen zonder hun geliefde nummer tien. Maar goed, de show moest doorgaan, en dus ging de wedstrijd verder, alsof er niets aan de hand was.

 

Batuhan Artarslan was de eerste die besloot dat het tijd was om de bal eens in het doel te schoppen. 13e minuut, nette schuiver in de hoek. De keeper van de tegenstander kon net zo goed nog een slokje van zijn waterfles nemen in plaats van een poging te doen om de bal te pakken. Het was een doelpunt zoals je ze in trainingssessies ziet: niemand gaf er echt om, maar het moest gebeuren. Het publiek, zo’n handjevol mensen dat meer met hun telefoons bezig was dan met het spel, keek even op, knikte misschien, en ging toen weer verder met swipen. 1-0. Het leek allemaal van tevoren uitgestippeld.

 

Dan hadden we Koray Yağcı, die in de 36e minuut besloot dat hij ook wel zin had in een doelpunt. Koray was zo’n type dat altijd rondliep met een gezicht alsof zijn kat net was overleden, zelfs als hij scoorde. Een lage schuiver, zonder enige moeite, in het net. Geen tierelantijnen, geen trucjes, gewoon bal erin en klaar. Het was het soort goal dat je maakt als je de enige in het team bent die beseft dat er een wedstrijd gaande is. 2-0. Het publiek? Ze waren waarschijnlijk al bezig hun eten te bestellen via een of andere bezorgdienst. Niets aan de hand hier.

 

De tweede helft begon zoals je zou verwachten: futloos, zonder enige vorm van opwinding. Maar toen kwam Colin Kazim-Richards. De man die geen behoefte had aan poespas of ingewikkelde dribbels. Hij frommelde de bal van dichtbij binnen in de 47e minuut. Gewoon erin, zonder gedoe. De bal rolde het net in met de precisie van een routinematige handeling. Je zag aan zijn houding dat hij het al lang verwachtte. Geen grootse juichpartijen, geen drama. Hij stak z’n handen even in de lucht, meer voor de vorm dan uit echte vreugde. Iedereen wist dat deze wedstrijd allang over was, behalve misschien Serhat, die nog ergens in de catacomben lag met zijn enkeldrama.

 

Toen, alsof de tegenstander al geen zelfrespect meer over had, kreeg Koray nog een keer de kans om het af te maken. 88e minuut, hij schoot de bal van 20 meter afstand op de paal. Maar zelfs de paal had er genoeg van en liet de bal toch maar in het doel stuiteren. 4-0. Een curling shot, noemden ze dat. In werkelijkheid was het meer een laatste opwelling van een team dat zich realiseerde dat de wedstrijd net zo goed al voorbij had kunnen zijn. Koray knikte kort, alsof hij een beker lauwe koffie had gewonnen. Het publiek? Waarschijnlijk druk bezig hun volgende maaltijd te plannen, zonder echt oog voor wat er op het veld gebeurde.

 

En zo was het dat 24Erzincanspor de titel omhoog tilde in de Spor Toto 2. Lig Beyaz Grup. Niet met gejuich, niet met een daverend feest, maar met een nonchalante vanzelfsprekendheid. We hadden 37 punten meer dan Altınordu, maar wie telde er nog? Zelfs de 4.137 aanwezigen in het stadion leken eerder bezig met hun avondeten dan met de overwinning. Want ja, dit was geen wedstrijd meer. Dit was gewoon een verplicht nummertje dat afgewerkt moest worden.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

19 uur geleden zei Kyrill:

Hehhe is goed vriendje, leuke update. Intussen zijn jouw updates meestal rond 900-1100 woorden, wat is er nou een roman:cheer:

 

Een roman heeft toch meer een verhaallijn en thematiek. Tenzij je drugs, seks en vunzigheid als thema's ziet, ontbreekt die wel. De verhaallijn is ad hoc, jullie hebben er als lezers behoorlijk veel invloed op :D 

 

19 uur geleden zei Djurovski:

Van de 3 wel de leukste keus sowieso qua vrouwelijk schoon wat hierboven ook al gezegd is

 

Oh en 1 gemist. Het klinkt niet als een omgeving vol glitter en glamour

 

Dat is het ook niet, maar het is een beetje zoals John zelf; goedkoop.

 

14 uur geleden zei Marius:

Op deze manier klinkt het niet als een bestemming waar je met heel veel zin naartoe zou trekken. Maar die 5.000 dollar zal de pijn ook wel verzachten. En John kan sowieso niet ver genoeg van Turkije vandaan reizen natuurlijk.

 

Met wat er nog in het vat zit, zeker weten!

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

John zijn afscheid is al even somber als zijn tijd in Turkije zelf. Beleefde hij op Cyprus nog enige vorm van plezier, dit voelde als twaalf maanden de loop van een glock in zijn kont. Meestal figuurlijk, maar soms ook letterlijk. Guatamala kan nooit erger worden. Hooguit vunziger. :-D

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxA.thumb.png.10dcdd1afcdb3b511158

 

CCCLXXVII. Afscheid nemen

 

De laatste wedstrijd was gespeeld, en eerlijk gezegd kon het me weinig schelen. Het was al een tijdje een publiek geheim dat mijn contract niet verlengd zou worden, maar nu had Alex het officieel bekendgemaakt. Zij deed dat op de manier waarop je een oude hond naar de dierenarts brengt, niet omdat je het wil, maar omdat het moet. "His contract won’t be renewed," zei ze. Geen drama, geen poespas. Gewoon een feit. En mijn opvolger? Ja, die was ook al bekend. Colin zou de nieuwe manager worden. Colin, die elke week deed alsof hij de oplossing voor al onze problemen in zijn broekzak had zitten. Aykut werd z’n assistent. Die twee hadden al tijden zitten lonken naar mijn baan, en nu was het zover. De kroonprinsen waren gekroond, zonder dat ze ooit een veldslag hadden hoeven winnen.

 

Het mooie was dat ze mijn blik niet ontweken. Nee, Colin en Aykut stonden daar als twee schooljongens die net hun diploma hadden gekregen. Geen schaamte, geen excuses. Zo ging dat in de voetballerij. Ze hadden hun kans gezien en die gepakt. Ik kon het hen niet eens kwalijk nemen. Waarom zou ik ook? In dit wereldje was het altijd je kop of die van een ander. Vandaag was het de mijne.

 

Colin stak z’n hand uit. "We wish you success in your future endeavors," zei hij met een a-typisch zakelijke, afstandelijke stem die je vaak hoort bij mensen die allang ergens anders met hun hoofd zitten. Zijn handdruk was stevig, net iets te stevig, alsof hij al moest bewijzen dat hij sterker was, nu hij aan het roer stond. Zijn ogen keken me strak aan, zonder enige vorm van emotie. Aykut stond ernaast, zwijgend, maar met een glimlachje dat nauwelijks onderdrukt kon worden. Hij had gewonnen zonder ook maar één keer op het veld te staan.

 

Ik knikte. "Good luck with the survival next season," zei ik droog. Geen sarcasme, geen venijn, gewoon een nuchtere constatering. Ze zouden verdomme hard hun best moeten doen om het niet te verknallen. Maar dat was nu hun probleem, niet het mijne. Colin glimlachte kort, een beleefd knikje dat weinig meer betekende dan dat hij het had gehoord. Daarna draaiden ze zich om en liepen weg, zonder nog een blik achterom te werpen. Zo gaan die zaken.

 

Ik bleef even staan, mijn handen in mijn zakken, en keek naar het lege veld voor me. Het gras lag er verdord bij, precies zoals ik me voelde. Het was niet dat ik boos was of teleurgesteld, dat zou een emotie impliceren die ik allang niet meer had. Nee, ik voelde niets. Geen opluchting, geen verdriet, gewoon leegte. In de voetballerij was dit de natuurlijke gang van zaken. Vandaag was het mijn laatste dag, morgen die van iemand anders. Het enige verschil was dat ik de bodem van deze cirkel al te vaak had gezien.

 

Alex was zoals altijd kil en zakelijk, de kou die van haar woorden afdroop voelde als een koude douche na een lange dag in de hitte. "Fuck off and stay gone, John. You did a great job with the club, but your personality doesn't belong here." Ze liet er geen twijfel over bestaan dat mijn tijd hier voorbij was. Dat was Alex ten voeten uit: zakelijk tot op het bot, en als ze je aan de kant zette, was dat met het soort finesse waarmee je een vuilniszak aan de straat zet. Klaar, weg, niet meer omkijken. 

 

Maar dan, alsof ze het hele gesprek nog een smerige twist moest geven, trok ze haar mondhoek omhoog in die halve glimlach van haar. "Though we did have some fun times, did we not?" Het klonk bijna plagerig, met een vleugje koketterie dat je op een slechte dag misschien sexy zou noemen, maar nu niets anders was dan koud. Te koud.

 

Fun times? Ja, als je een psychopaat was, misschien. Ik huiverde bij de herinnering. De druk, de dreiging, de constante chantage die als een donkere wolk boven mijn hoofd had gehangen. De avonden waarop je dacht dat het wel voorbij was, dat ze je eindelijk met rust zou laten, en dan kwam ze met die blik, die lach, en de stille dreiging in haar woorden. En ja, die keer dat het letterlijk uit de hand liep, de loop van een pistool in mijn anus als een zieke grap die niemand behalve Alex leuk vond.

 

"Fun times, yes," zei ik vlak, meer als een echo van haar woorden dan als een oprechte reactie. Ik kon geen spoor van humor in mijn stem leggen, al had ik gewild. Dat was ook niet nodig. Ze wist precies wat ze deed, wat ze zei. Ze hoefde me er niet meer aan te herinneren, maar toch deed ze het, alsof het een laatste spel was dat ze moest winnen. 

 

Ze leunde iets naar achteren, haar ogen even smal en berekenend als altijd. De glimlach bleef staan, dat verdomde lachje dat ik al die tijd had gehaat, omdat ik wist wat erachter schuilging. Ze dacht nog altijd dat ze de touwtjes in handen had, en misschien had ze dat ook. Niet meer over mij, maar over de hele bende hier. Dat was haar kracht, de manier waarop ze mensen kon breken en het daarna afdoen als een 'leuke tijd'.

 

Ik stond op, wierp een laatste blik op haar, en besloot dat ik niks meer te zeggen had. Ze had haar woorden zorgvuldig gekozen, en ik had geen zin om nog langer mee te spelen. "Stay gone," had ze gezegd, en dat zou ik doen.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

3 uur geleden zei Djurovski:

Toch ben ik wel benieuwd hoe Spartacus Spartocos en en nu dit team het gaaat doen in de toekomst. Denk dat John hier wel degelijk invloed op had. Overpresteren ligt niet alleen aan de spelers

 

Ik zal straks eens terugblikken :D 

 

3 uur geleden zei ElMarcos:

John zijn afscheid is al even somber als zijn tijd in Turkije zelf. Beleefde hij op Cyprus nog enige vorm van plezier, dit voelde als twaalf maanden de loop van een glock in zijn kont. Meestal figuurlijk, maar soms ook letterlijk. Guatamala kan nooit erger worden. Hooguit vunziger. 

 

Dat laatste zit er dik in.

 

Tags voor @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt @Rikkert90 @Kyrill  @Titan @Kevinreijnen

 

bewerkt door Nom de Guerre
Link naar opmerking
Deel via andere websites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Gast
Antwoord op deze discussie...

×   Plakken als rijke tekst.   In plaats daarvan plakken als platte tekst

  Er zijn maximaal 75 emoticons toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...