Spring naar bijdragen
Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s. ×
Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s.

[IDS] [FM24] Altijd blijven lachen


Nom de Guerre

Aanbevolen berichten

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429

 

CCLXXVII. Sportieve revanche

 

Alex leek tevreden, of althans zo tevreden als iemand als zij kon zijn, want ik hoorde helemaal niets van haar. Geen cryptische berichten, geen dreigende telefoontjes, gewoon stilte. Schijnbaar was ze tevreden met de mate van onbedoelde chaos die Colin en ik hadden veroorzaakt. En dat gaf me, vreemd genoeg, een zekere mate van rust in de voorbereiding op de wedstrijd tegen Bursa Yıldırım Spor. Die stilte voelde als een adempauze in de storm, een kort moment waarin ik even niet op mijn tenen hoefde te lopen.

 

Gökhan daarentegen was een ander verhaal. Hij was vooral pissig op Colin, en dat was op zich wel begrijpelijk. Colin had met zijn Londense kort lontje precies gedaan wat hij altijd deed: hij had de boel op scherp gezet zonder na te denken over de gevolgen. In zekere zin had hij onbedoeld als bliksemafleider gefungeerd, waardoor ik vrij spel had. Terwijl Gökhan zijn frustratie op Colin botvierde, kon ik me op de achtergrond houden, mijn eigen kaarten dichter bij de borst.

 

Maar toch, terwijl ik die tijdelijke rust voelde, bleef er een knagend gevoel van onrust. Alex’ stilzwijgen kon net zo goed de stilte voor de storm zijn, en Gökhan’s woede richting Colin kon zomaar omslaan als hij zich realiseerde dat ik net zo goed een hand had in de chaos. Mijn gezicht bleef kalm, mijn houding ontspannen, maar diep vanbinnen voelde ik de spanning opbouwen, als een strakgespannen snaar die elk moment kon breken. En toch, in dat moment, koos ik ervoor om me te concentreren op wat voor me lag: de wedstrijd, het spel, de enige constante in een wereld die verder volkomen onvoorspelbaar was.

 

De arbitrale wanvertoning uit de vorige wedstrijd had in ieder geval iets losgemaakt, iets wat we niet hadden verwacht maar waar we nu gretig gebruik van maakten. De ploeg startte furieus, als een roedel hongerige wolven die de geur van bloed hadden geroken. De spanning zat nog diep in onze spieren, elke beweging doordrongen van de woede en frustratie die we in de vorige wedstrijd hadden opgekropt. Het was alsof al die opgekropte energie nu in één keer naar buiten kwam, een explosie van pure wilskracht.

 

De jongens bewogen als één geheel, alsof er een onzichtbare draad tussen hen gespannen was, een gezamenlijke missie die hen voortdreef. Elk schot, elke tackle, het had allemaal dezelfde vastberadenheid. De bal werd rondgespeeld met een snelheid en precisie die de tegenstander al in de eerste minuten naar adem deed happen. Het publiek, wat er van over was, werd meegesleept in die storm van energie, elke actie op het veld als een klap op de trom, de adrenaline voelbaar in de lucht.

 

Mijn ogen volgden de bewegingen van het team, mijn hart bonzend in mijn borstkas, terwijl ik de intensiteit zag die in hun gezichten stond gegrift. Dit was meer dan een wedstrijd voor ons; dit was een afrekening, een manier om recht te zetten wat onrechtvaardig was geweest. De ploeg speelde met een vuur dat ik zelden had gezien, en elke seconde voelde als een slag in een oorlog die we weigerden te verliezen.

 

Die furieuze start, dat was de echo van de klap in het gezicht die we hadden gekregen. En nu, met elke beweging, elke pas, lieten we zien dat we niet alleen konden terugslaan, maar dat we kwamen om alles te verwoesten wat ons in de weg stond.

 

Enes Yılmaz, de sluipmoordenaar in onze voorhoede, zette de toon al in de negende minuut. Zijn eerste doelpunt was een meesterwerk van precisie, een close-range finish in de linkerbenedenhoek die de keeper van Bursa Yıldırım verbijsterd achterliet. Zijn bewegingen waren soepel, bijna nonchalant, alsof hij precies wist wat hij deed en dat er niets was dat hem kon stoppen. Het publiek, althans de weinige supporters die meegereisd waren, brulde van goedkeuring, hun stemmen vermengd met de opwinding van wat nog zou komen.

 

Nog geen kwartier later was het weer raak. Dit keer vanaf de stip, nadat een onhandige verdediger van Bursa Yıldırım zijn been had laten staan in het strafschopgebied. Enes stapte kalm naar voren, zijn blik ijskoud gefocust, en schoot de bal met chirurgische precisie in de hoek. De keeper dook de verkeerde kant op; het was een afgang in slow motion. Enes, zijn gezicht een masker van kalmte, leek nauwelijks te registreren wat hij zojuist had gedaan. Voor hem was dit business as usual.

 

Het momentum bleef aan onze kant, als een golf die weigerde te breken. Berat Altındağ, onze spits met de uitstraling van een bokser, bewoog zich over het veld met de vastberadenheid van iemand die gewend is om klappen uit te delen en te incasseren. Zijn sterke, hoekige bewegingen hadden iets roekeloos, iets onstuitbaars. En in de tweeënveertigste minuut sloeg hij toe.

 

De bal kwam perfect voor, en Berat aarzelde geen seconde. Hij zette zijn lichaam in de juiste positie, zijn spieren gespannen als een veer, en haalde uit met een volley die recht uit een leerboek had kunnen komen. De bal suiste door de lucht, als een vuist die zijn doelwit zoekt, en boorde zich met vernietigende kracht in het net, recht in het hart van de zes-meter.

 

Het was het soort doelpunt dat je voelt in je borstkas, alsof de impact door de hele tribune golft. Je adem stokt, een moment van pure, rauwe schoonheid in de chaos van de wedstrijd. Berat, zijn vuisten gebald en zijn gezicht een en al vastberadenheid, liet zijn overwinning zien aan iedereen die het wilde zien. Zijn ogen fonkelden van triomf, als die van een krijger die zojuist zijn tegenstander tegen het canvas heeft geslagen. Het was een moment van absolute kracht, van dominantie, en het liet niemand onberoerd.

 

Bursa Yıldırım, verslagen maar niet helemaal gebroken, wist na rust nog een keer terug te slaan. Mustafa Diler, de enige lichtpunt in een verder doffe ploeg, haalde uit met een schot dat via een verdwaald been in het net verdween. Een doelpunt uit nood geboren, maar de schade was al lang geleden. Onze verdediging, even verrast door de wending, herstelde zich snel en de wedstrijd kabbelde voort zonder dat Bursa Yıldırım nog enig serieus gevaar kon stichten.

 

Terwijl de scheidsrechter voor de laatste keer floot, was het duidelijk: dit was 24Erzincanspor op zijn best. De kracht, de precisie, de absolute dominantie. Elke speler had zijn rol gespeeld in een symfonie van gecontroleerde agressie en meesterlijke beheersing. Bursa Yıldırım had misschien een doelpunt gescoord, maar in werkelijkheid hadden ze nooit een kans gehad.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

 

21 uur geleden zei Marius:

Zo lang Colin maar niet het kind van de rekening wordt. Zowel op als naast het veld is van te grote waarde voor de ploeg.

 

Dat zou zonde zijn, ja, maar ik kan niks uitsluiten.

 

14 uur geleden zei Djurovski:

Mooi dat Colin eerlijk is en het voor zijn trainer opneemt. Of het verstandig is...

 

Vast niet :D 

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @Jónstærke @ElMarcos @Mascini @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

spacer.png

 

CCLXXVIII. Nepotisme

 

Het lot is een koude, gevoelloze trut. Dat kan niet anders. Elke keer wanneer ik denk dat ik eindelijk een moment van rust heb gevonden, een klein beetje pais en vree buiten de wedstrijden om, slaat dat verdomde lot me weer vol in het gezicht. Het is alsof het universum het zich heeft voorgenomen om me geen enkel moment van kalmte te gunnen, alsof er een onzichtbare hand is die elke keer weer een steen in de vijver gooit net wanneer het water eindelijk glad begint te worden.

 

Mijn hoofd, altijd vol met zorgen, lijkt nooit de kans te krijgen om even op adem te komen. Het is alsof de hele wereld erop uit is om me op de knieën te krijgen, om me te laten voelen dat rust en vrede niet voor mij zijn weggelegd. Elke keer als ik denk dat de storm is gaan liggen, dat ik even kan zitten en mijn gedachten op een rijtje kan zetten, komt er weer iets op mijn pad dat alles overhoop gooit.

 

Het gevoel van onrecht, van het oneerlijke spel dat het leven met me speelt, knaagt aan me, vreet me van binnenuit op. Het maakt niet uit hoe hard ik mijn best doe, hoe vaak ik de juiste keuzes probeer te maken. Het lot lacht me gewoon uit, trekt me weer terug in de maalstroom van problemen, verplichtingen en zorgen. 

 

Het is alsof ik in een vicieuze cirkel zit, gevangen in een spel dat ik nooit kan winnen. En diep vanbinnen, in dat donkere stukje van mijn ziel waar ik zelden durf te kijken, voel ik de wanhoop knagen, voel ik het besef dat het me misschien nooit gegund zal zijn om echt, helemaal, te ontsnappen aan de klauwen van dit genadeloze, koude lot.

 

Ik werd gesommeerd om te verschijnen op het kantoor van Gökhan, op de manier die inmiddels bijna vertrouwd begon te voelen. Een simpel bericht via WhatsApp, zonder uitleg, zonder poespas, enkel een tijdstip en een plek. Alsof ik een marionet was die op elk moment van de dag aan zijn touwtjes getrokken kon worden. Er zat niets anders op dan te gehoorzamen, zoals altijd. De routine, het onvermijdelijke, had zich vast in mijn leven genesteld als een donkere schaduw die ik niet van me af kon schudden.

 

Eenmaal aangekomen voelde ik meteen dat er iets niet klopte. Gökhan zat daar, zijn gezicht ondoorgrondelijk zoals altijd, maar het was de aanwezigheid van Alex die meteen mijn aandacht trok. Ze stond achter hem, haar ogen strak op mij gericht, haar blik een mengeling van koude berekening en iets dat ik niet helemaal kon plaatsen. En dan was er die jongen, nauwelijks vijftien jaar oud, onwennig en stil, zijn ogen schoten zenuwachtig heen en weer, alsof hij niet zeker wist waar hij naar moest kijken.

 

Het gevoel dat me bekroop, was er één van onbehagen, zoals een koude rilling die langs je ruggengraat omhoog kruipt en zich nestelt in je nek. Ik had geen idee wat er zou gaan gebeuren, maar de sfeer in de kamer was zwaar, verstikkend bijna. Elke beweging, elke blik, voelde geladen, alsof er iets verschrikkelijks op het punt stond te ontploffen, iets waar ik middenin zou komen te staan zonder dat ik het had zien aankomen.

 

Ik probeerde mijn ademhaling onder controle te houden, maar diep vanbinnen voelde ik de angst langzaam maar zeker zijn weg naar boven vinden. Het was alsof de muren om me heen langzaam dichterbij kwamen, alsof de ruimte waarin ik stond, steeds kleiner werd. Het zien van dat gezelschap—Gökhan met zijn gesloten gezicht, Alex met haar ondoorgrondelijke blik, en die jongen, zo jong en zo onwetend—maakte dat akelige gevoel alleen maar sterker. Mijn handen voelden klam aan, mijn gedachten raasden, en ik wist dat wat er ook zou komen, het niet in mijn voordeel zou uitpakken.

 

"This is Abdullah," zei Alex, terwijl ze een weids armgebaar maakte richting de jongen die daar verlegen stond te schutteren. Hij was een lange, slungelige puber met een smal gezicht, sluike, donkere haren die als natte slierten langs zijn hoofd hingen. Zijn haviksneus stak scherp naar voren, en zijn adamsappel, zo groot als een kleine meloen, bobbelde onhandig op en neer, alsof hij net iets had proberen door te slikken wat te groot voor hem was.

 

Gökhan zuchtte diep, alsof hij al wist dat dit gesprek een lange en moeizame weg zou zijn. "He is Alex' nephew," zei hij, zijn stem laag en geladen met iets wat ik niet direct kon plaatsen—vermoeidheid, misschien? Of was het onverschilligheid? Zijn ogen glinsterden kort, alsof hij ergens ver weg was met zijn gedachten, of misschien gewoon niet echt om de situatie gaf. Ik wist het niet.

 

Ik kon een grijns niet onderdrukken. Dit joch, Abdullah, wilde waarschijnlijk gewoon een handtekening van het team of misschien een keer meetrainen, dat was het vast. De hele ophef leek me overtrokken, maar goed, ik had al snel door dat in deze wereld dingen zelden zo simpel waren als ze leken. Toch, toen ik naar de jongen keek, die onwennig met zijn voeten stond te schuifelen, voelde ik de spanning in de kamer even wegebben. Mijn gezicht ontspande, de grijns bleef hangen, en ik keek Gökhan even kort aan, mijn wenkbrauw lichtjes opgetrokken, alsof ik wilde zeggen: "Is dit alles?"

 

Maar zijn gezicht vertelde een ander verhaal. Zijn ogen, normaal zo hard en berekenend, hadden nu een bijna zorgelijke glans. Hij probeerde het te verbergen, maar ik zag het in de manier waarop hij zijn lippen stevig op elkaar hield, een kleine, bijna onmerkbare aarzeling in zijn bewegingen. Abdullah keek intussen naar de grond, alsof hij hoopte dat deze hem zou opslokken en hij aan deze situatie kon ontsnappen.

 

Mijn grijns begon langzaam te vervagen. Er zat meer achter dit bezoek, zoveel was duidelijk. De onschuldige gedachte aan een handtekening of een simpele meet-and-greet met het team leek opeens zo ver weg, zo ongepast. De lucht in de kamer voelde zwaar, beladen met woorden die nog niet waren uitgesproken, en een ongemakkelijk gevoel kroop langzaam omhoog vanuit mijn maag. Wat dit ook was, het zou zeker geen simpele zaak worden, en de spanning begon weer op te bouwen, als een tikkende tijdbom waarvan ik de ontploffing vreesde.

 

Alex ging verder alsof ze de sfeer, of liever gezegd het totale gebrek daaraan, in de rest van de kamer niet had opgemerkt. "He will be a part of the team from now on." Ik was even te verbaasd om te reageren. Met stomheid geslagen, het overkomt me niet vaak, maar dit was zo'n zeldzaam moment dat zelfs mijn grote mond even gesloten was.

 

De stilte die daarop volgde was tastbaar, als een dikke mist die zich langzaam over de ruimte uitstrekte. Mijn adem stokte, en ik voelde een kloppend gevoel in mijn borst dat mijn hele lichaam deed verstijven. Gökhan stond daar, zijn ogen strak op mij gericht, een mengeling van onbegrip en lichte ergernis weerspiegelend. Zijn blik was intens, bijna doorlatend, alsof hij probeerde te peilen wat er in mijn hoofd omging.

 

Alex, onverstoorbaar als altijd, liet haar blik niet van Abdullah afwijken. De jongen stond daar, klein en kwetsbaar in zijn ongemakkelijke houding, terwijl hij nerveus zijn voeten bewoog. Zijn sluike, donkere haren vielen nonchalant over zijn prominente haviksneus, en zijn adamsappel, die het formaat had van een kleine meloen, schoot nerveus op en neer, terwijl de jongeman zijn ongemak probeerde weg te slikken. Zijn ogen flitsten van mij naar Alex en terug, op zoek naar een teken, een hint van wat hij nu precies moest doen.

 

Ik voelde de spanning in mijn spieren toenemen, alsof er een onzichtbare kracht me vastklampte. Mijn blik gleed over naar Abdullah, en ik zag de angst en onzekerheid die in zijn ogen weerspiegelden wat ik zelf voelde. Was dit echt? Wat had hij gedaan om hier te belanden, of was hij gewoon een pion in Alex' plannen?

 

Gökhan zuchtte diep, een geluid vol vermoeidheid en een vleugje ongeduld. "We will give Abdullah a chance in first team," vervolgde Alex, haar stem kalm maar vastberaden. "He has potential and we should make the most of it." Haar woorden voelden als een koude douche, onverwacht en confronterend. Ik kon de vastberadenheid in haar stem horen, maar ook de verborgen lagen van stress en misschien zelfs een vleugje wanhoop.

 

Mijn gedachten raceten. Waarom nu? Waarom Abdullah? En wat zou dit betekenen voor het team? De emoties overstroomden me: verwarring, onzekerheid, en een vleugje argwaan. Ik wilde iets zeggen, iets dat mijn innerlijke chaos zou weerspiegelen, maar de woorden bleven steken. In plaats daarvan keek ik naar Abdullah, die nu een stap dichterbij kwam, zijn ogen nog steeds zoekend naar geruststelling.

 

Alex legde een hand op zijn schouder, een gebaar dat zowel bemoedigend als afstandelijk was. "He will have to prove himself, just like everyone else on the team. No special treatment, no exceptions." Haar woorden boden geen troost, alleen een voorwaarde, een uitdaging die ik nauwelijks durfde aan te gaan.

 

Hij zou zich moeten bewijzen, yeah sure. Dat klonk allemaal mooi in theorie, maar iedereen wist verdomd goed dat hij familie was van de voorzitter. Die jongen kon misschien wel de bal amper een meter vooruit schoppen, maar dat zou er niet toe doen. De naam die hij droeg, was genoeg om hem een plekje op het veld te garanderen, en ik zat daar met de brokken. Hoe kon ik nu in hemelsnaam rechtvaardigen dat hij de rest van het seizoen op de bank zou blijven zitten? Het was een onmogelijke situatie, een verdomd wespennest waarin ik zonder enige bescherming terecht was gekomen.

 

De jongens zouden het meteen doorhebben. Voetballers voelen dat soort dingen aan als een hond die onraad ruikt. Ze zouden elke beslissing die ik nam met argwaan bekijken, elk moment dat ik Abdullah zou laten spelen met meer kritiek beoordelen dan ze ooit hadden gedaan. En als hij niet goed genoeg bleek te zijn, als hij het tempo niet aankon of de druk niet voelde, dan zou ik in no-time het respect van de spelersgroep kwijt zijn. Ze zouden me zien als een marionet, iemand die zich liet dicteren door de machtigen, niet door de prestaties op het veld.

 

En dat zou het begin van het einde zijn, dat wist ik zeker. Een team dat het vertrouwen verliest in zijn coach, dat de overtuiging kwijtraakt dat de beste spelers op het veld staan om te winnen, is als een schip zonder roer. Ze zouden misschien nog even door de golven blijven klotsen, maar vroeg of laat zouden ze richting de rotsen varen. En ik, ik zou niet meer zijn dan de kapitein die toekeek hoe het hele zootje in elkaar stortte, zonder dat ik er iets aan kon doen.

 

Het gevoel van onmacht kroop onder mijn huid, het vrat aan me. Dit was niet waar ik voor getekend had, niet de manier waarop ik mijn carrière wilde opbouwen. Maar wat kon ik doen? De regels waren al geschreven voordat ik ook maar een vinger had kunnen opsteken. De speelruimte die ik dacht te hebben, bleek ineens een klein hokje te zijn, met muren die langzaam op me afkwamen.

 

Ik wilde schreeuwen, iets kapot maken, maar ik wist dat het allemaal niets zou helpen. De verwachtingen, de familiebanden, de politieke spelletjes—ze waren allemaal sterker dan mijn wil, sterker dan mijn verlangen om gewoon goed voetbal te spelen en te winnen. En dat besef, dat keiharde besef dat ik misschien al verloren had voordat ik ook maar een kans had gekregen, liet een bittere smaak achter. Het voelde alsof ik in een spel was beland waarin de regels steeds veranderden, en ik wist niet meer welke zet ik nog kon doen zonder mezelf volledig buitenspel te zetten. Toch moest ik handelen en snel ook.

 

Mijn gezicht ontspande langzaam, de gespannen lijnen verzachtten zich, maar de onzekerheid bleef hangen als een donkere wolk boven ons. Ik nam een diepe ademhaling, probeerde mijn emoties te temperen, maar het was alsof de kamer gevuld was met een onzichtbare energie die me niet losliet. Het voelde alsof het lot weer zijn zinnen had gezet op ons, ons opnieuw op de proef stelde op manieren die ik niet kon voorspellen.

 

"Very well," zei ik uiteindelijk, mijn stem nog steeds schor van de opgekropte emoties. "Let’s see what young Abdullah here can do." Mijn woorden waren eenvoudig, maar de ondertoon ervan droeg de zwaarte van alles wat er net was gebeurd. 

 

Ik keek nog een laatste keer naar Abdullah, probeerde een vaderlijke glimlach op mijn gezicht te toveren, hoewel ik zelf niet eens precies wist wat dat betekende. Mijn mondhoeken trokken iets omhoog, maar het voelde geforceerd, alsof ik een masker opzette dat niet helemaal paste. Abdullah keek me aan, zijn ogen groot en onzeker, zijn lichaamstaal allesbehalve zelfverzekerd. Hij probeerde terug te glimlachen, maar het was een onhandige poging, een kromme lijn van nervositeit die meer van zijn eigen angst verried dan hem misschien lief was.

 

Ik voelde mijn hart een slag overslaan. Die jongen stond daar, kwetsbaar en verloren, en ik wist dat hij net zo goed aanvoelde als ik dat dit slechts het begin was. Het begin van iets wat we geen van beiden echt begrepen, iets wat ons allebei zou meesleuren in een stroom van onzekerheden, twijfels, en emoties die ons op elk moment van de dag zouden blijven achtervolgen.

 

Mijn ogen bleven even op zijn gezicht hangen, zo jong nog, maar al belast met een gewicht dat hij niet zou moeten dragen. En terwijl ik hem aankeek, drong het besef tot me door dat ik, ondanks mijn beste bedoelingen, hem niet kon beschermen tegen wat zou komen. De onduidelijkheden, de druk, de verwachtingen—ze zouden hem vormen, net zoals ze mij hadden gevormd, maar op manieren die ik nog niet kon voorspellen.

 

Ik probeerde mijn glimlach vast te houden, mijn gezicht een en al geruststelling, maar diep vanbinnen voelde ik de knagende onzekerheid. We stonden allebei aan de vooravond van iets dat we niet konden controleren, en dat besef hing als een zware mist over ons heen. Terwijl ik me omdraaide en de kamer verliet, bleef dat beeld van Abdullah’s onzekere glimlach in mijn hoofd hangen, een constante herinnering aan de onzekere weg die voor ons lag.

 

Ik kon niet met zekerheid zeggen wat Gökhan van dit idee vond, maar ik kon het wel raden. Hij zat daar, zijn gezicht een en al stoïcijnse rust, maar ik zag de kleine tekenen van onbehagen—de lichte frons, de strakgetrokken mondhoeken, de vermoeide blik in zijn ogen. Hij wilde waarschijnlijk de lieve vrede thuis bewaren, dat kon haast niet anders. En eerlijk gezegd, ik nam het hem niet kwalijk. Wie wil er nou een oorlog in eigen huis beginnen? Maar dat maakte de situatie er voor mij niet eenvoudiger op, integendeel.

 

Nepotisme, het is zo'n rotwoord, maar hier was het, levendig en aanwezig, en ik moest ermee dealen. Het maakte me misselijk, dat gedoe met familiebanden die de zakelijke beslissingen beïnvloeden. En hier stond ik dan, middenin die shitzooi, met een glimlach die ik maar moest zien vast te houden, zelfs als het voelde alsof mijn kaken zouden breken van de spanning.

 

Ik voelde de frustratie opborrelen, een mix van onmacht en woede die ik met moeite onderdrukte. Wat kon ik doen? Ik zat gevangen in een web van politieke spelletjes en familiebanden waar ik geen enkele invloed op had. Gökhan zou zijn handen er waarschijnlijk zo veel mogelijk vanaf houden, zich schuilhoudend achter die façade van onverschilligheid, terwijl ik de klappen moest opvangen.

 

Altijd blijven lachen, dat was de enige optie die me restte. Een masker opzetten, doen alsof alles onder controle was, terwijl ik van binnen worstelde met de complexiteit van de situatie. Het was een spel dat ik moest spelen, maar waar ik de regels niet van had bedacht. En die wetenschap, dat ik geen enkele grip had op de uitkomst, vrat aan me. Het voelde alsof ik in een draaikolk zat, meegesleurd door krachten waar ik geen vat op had. Maar wat kon ik anders doen dan doorgaan? Altijd maar doorgaan, met die verdomde glimlach op mijn gezicht, hopend dat ik de boel bij elkaar kon houden voordat alles uit elkaar viel.

 

spacer.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

 

23 uur geleden zei Marius:

Reageren op het veld. Nog altijd de beste manier om een statement te maken.

 

Yep, het zijn vooralsnog wederom de gebeurtenissen naast het veld die voor problemen zorgen.

 

19 uur geleden zei Djurovski:

Sportief blijft het op rolletjes lopen

 

Daarover mogen we inderdaad niet klagen.

 

Voor de liefhebbers. Binnenkort treden we aan tegen de hekkensluiter Fethiyespor. Guess the score (of close enough) en je mag een sleutelwoordje verzinnen.

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Net als je denkt ietwat van Alex verlost te zijn, zorgt ze er eigenhandig voor dat ze weer een stap voor is op de rest. Alsof je teruggefloten wordt door de VAR.

 

Tegen de hekkensluiter durf ik wel gokken op een zeven-nulletje trouwens.

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Wederom blijkt dat Alex van de drie de beste schaker is, want met Abdullah heeft ze niet alleen een extra laag toegevoegd aan de uitdaging van John. Nee, ze heeft ook iemand die ze kan manipuleren en haar ogen en oren laten zijn. Dan nog het hele gedoe met Colin, de persconferentie en die Gökhan. Iets zegt mij dat Colin nog wel een schorsing boven het hoofd hangt of dat Gökhan de vertrouwelingen van John op een goed moment de deur wijst. 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

spacer.png

 

CCLXXIX. Op de training

 

Tijdens de trainingen bleek dat Abdullah op zich wel tegen een balletje kon trappen. De jongen had wat in zijn mars, dat kon je niet ontkennen. Maar al snel werd duidelijk dat hij nog lang niet klaar was om serieus mee te dingen naar een plek in de selectie. Technisch was hij zeker vaardig, dat moest ik hem nageven. Zijn voetenwerk was soepel, bijna elegant, en hij had een scherp oog voor kansen voorin. Maar daar hield het ook wel op. Zijn hele speelstijl ademde één ding: aanvallen. Verdedigen? Dat leek een concept waar hij nog nooit van had gehoord. Zodra hij of een teamgenoot de bal verloor, was het alsof iemand de stekker uit zijn controller trok. De energie stroomde weg, zijn ogen dwaalden af, en hij slenterde ongeïnteresseerd over het veld, wachtend tot de bal weer aan zijn kant kwam.

 

Fysiek gezien had hij ook nog een lange weg te gaan. De jongen was vijftien, en dat zag je. Hij was nog een slungelige puber, die de hardheid van het profvoetbal nog niet in zijn lichaam had. De volwassen profs waar hij tegenop moest boksen, namen geen enkele moeite om hun kracht te verbergen. Ze pakten hem een aantal keren hard aan, zonder enige terughoudendheid, en elke keer dat hij de grond raakte, hield ik mijn adem in, wachtend op de onvermijdelijke klachten. Maar die kwamen niet. In Abdullah’s voordeel pleitte dat hij nooit klaagde of zeurde, hoeveel tikken hij ook te verduren kreeg. Dat was iets waar je respect voor moest hebben, zeker als je wist dat hij net zo goed had kunnen klagen bij tante Alex, die hem als een beschermengel in de gaten hield.

 

Alex was dan ook een ander verhaal. Waar Abdullah zijn mond hield en zijn best deed, daar bleef zij ongeduldig vragen wanneer haar neefje zijn debuut mocht maken. Elke keer als ze die vraag stelde, voelde ik de druk weer toenemen. Ik kon haar geen ongelijk geven; ze zag potentieel in de jongen, en dat was er ook. Maar dat potentieel was nog ver van rijp zijn voor het echte werk. Dit was een edelsteen die moest worden bijgeslepen, een ruwe diamant die nog tijd nodig had om te schitteren. Misschien, dacht ik, misschien over een half jaartje, zou hij klaar zijn voor een invalbeurt hier en daar. Maar nu, op dit moment, was hij simpelweg niet klaar.

 

Toch, ondanks alles, kon ik niet ontkennen dat Alex niet helemaal gelogen had over zijn talent. Abdullah had iets speciaals, iets dat de moeite waard was om in te investeren. Maar terwijl zij de waarde van de diamant al wilde zien schitteren, wist ik dat het nog flink wat polijstwerk zou vergen. Het was een lange weg, en ik moest dat haar, en vooral hem, duidelijk maken zonder hun hoop de grond in te boren. Het voelde als balanceren op een dunne draad, waarbij elke verkeerde stap kon leiden tot een val in een onpeilbare diepte van teleurstelling en misverstanden.

 

De hele zaak kwam in een stroomversnelling, alsof iemand plotseling het gaspedaal had ingetrapt. En natuurlijk was het Alex die achter het stuur zat. Ze had haar spel subtiel gespeeld, maar nu het er echt op aankwam, wist ze precies hoe ze de druk moest opvoeren. Via Gökhan kon ze extra druk op de zaak leggen, en dat deed ze dan ook zonder aarzelen.

 

Gökhan, altijd de man van compromissen en stille deals, voelde de spanning toenemen. Je zag het aan de manier waarop hij zich steeds vaker in zijn kantoor opsloot, de rimpels op zijn voorhoofd dieper dan ooit. Hij zat gevangen tussen zijn vrouw, die hem met elke blik duidelijk maakte wat ze wilde, en de realiteit op het veld, waar Abdullah nog lang niet klaar was voor het grote werk.

 

En ik, ik zat daar middenin, alsof ik in een draaikolk werd meegezogen waar ik geen controle over had. Alex had haar zinnen gezet op het debuut van Abdullah, en ze zou niet rusten voordat ze haar zin kreeg. De druk voelde als een klauw die zich langzaam maar zeker om mijn keel sloot, elke dag een beetje strakker. Het was niet langer een kwestie van wat het beste was voor het team, maar van politieke spelletjes die boven mijn hoofd werden gespeeld, spelletjes waar ik geen invloed op had, maar die mijn lot zouden bepalen.

 

Elke keer als ik Gökhan sprak, voelde ik de onuitgesproken woorden tussen ons hangen, de vraag die hij niet hardop durfde te stellen maar waarvan ik wist dat hij op het puntje van zijn tong lag. Zou ik toegeven aan de druk? Zou ik Alex haar zin geven om de lieve vrede te bewaren? Of zou ik standvastig blijven, zelfs als dat betekende dat ik mezelf in de problemen zou brengen?

 

De emotie kolkte in me op, een mengeling van frustratie, machteloosheid en een vage angst voor wat komen zou. Want diep vanbinnen wist ik dat dit niet zomaar een kwestie was van een jongen die al dan niet klaar was voor het veld. Dit was een test, een proef op de som van hoe ver ik bereid was te gaan om mijn principes te verdedigen in een wereld waar principes vaak weinig waarde hadden. En terwijl de druk van Alex toenam, voelde ik het gewicht van elke beslissing zwaarder op mijn schouders drukken, alsof de muren om me heen langzaam dichterbij kwamen.

 

spacer.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

 

Op 31-8-2024 om 21:41 zei Marius:

Net als je denkt ietwat van Alex verlost te zijn, zorgt ze er eigenhandig voor dat ze weer een stap voor is op de rest. Alsof je teruggefloten wordt door de VAR.

 

Tegen de hekkensluiter durf ik wel gokken op een zeven-nulletje trouwens.

 

Leuke metafoor, die ga ik jatten :D 

 

7-0 staat genoteerd trouwens.

 

21 uur geleden zei ElMarcos:

Wederom blijkt dat Alex van de drie de beste schaker is, want met Abdullah heeft ze niet alleen een extra laag toegevoegd aan de uitdaging van John. Nee, ze heeft ook iemand die ze kan manipuleren en haar ogen en oren laten zijn. Dan nog het hele gedoe met Colin, de persconferentie en die Gökhan. Iets zegt mij dat Colin nog wel een schorsing boven het hoofd hangt of dat Gökhan de vertrouwelingen van John op een goed moment de deur wijst. 

 

Het heeft alle kenmerken van een heuse, onvervalste clusterfuck :D 

 

Wil je nog een gokje wagen qua uitslag?

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt


 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429 

CCLXXX. De pandoering van Fethiyespor

 

Na alle politieke machinaties en het eeuwige gekonkel voelde het verdomd goed om weer eens gewoon een wedstrijd te spelen. Even weg van die smeerlapperij in de bestuurskamers, de dreigende blikken en het gezeik om wie wat voor wie moest doen. Vandaag was het simpel. Voetbal. De hekkensluiter van de divisie, Fethiyespor, kwam op bezoek en als er iets was wat we konden gebruiken, dan was het een stevige, nietsontziende overwinning om de koppen weer de goede kant op te krijgen.

 

Abdullah? Die zat netjes op de tribune. Naast zijn tante Alex, uiteraard. Ik had geen zin meer in dat gedoe en besloot dat hij deze wedstrijd best eens vanaf een veilige afstand kon bekijken. "Wennen aan de intensiteit," had ik gezegd. En, voor de zekerheid: "Voorzichtig brengen om overbelasting te voorkomen." Klinkt professioneel genoeg, toch? Niemand die er tegenin kon gaan, zelfs Alex niet. Ze had wel iets geprutteld, maar uiteindelijk knikte ze. Alsof ze mijn geduld niet verder op de proef wilde stellen.

 

De jongen kon vanaf de tribune mooi zien hoe het er echt aan toeging. Dit was geen potje pingpong op het pleintje, dit was de realiteit van het profvoetbal. Die gasten van Fethiyespor wisten dat ze als kanonnenvoer naar ons stadion waren gekomen, maar dat betekende niet dat ze zich zonder slag of stoot zouden laten slachten. Ik hoopte dat Abdullah goed keek. Zag hoe hard het er aan toe ging, hoe elk duel gevoerd werd alsof er een mensenleven van afhing. Als hij klaar wilde zijn voor dit niveau, dan zou hij moeten leren dat talent alleen niet genoeg was.

 

De wedstrijd zelf was een regelrechte pandoering voor de hekkensluiter. Fethiyespor werd van het kastje naar de muur gespeeld, alsof ze een stel schooljongens waren die tegen een team van volwassenen stonden. Vanaf het eerste fluitsignaal was het duidelijk: ze zouden geen schijn van kans maken. Onze jongens van 24Erzincanspor waren simpelweg te goed, te snel, te scherp. Het was een overrompeling, een ware tsunami van klasse die hen keer op keer overspoelde.

 

Elke aanval voelde als een storm die door de verdediging van Fethiyespor raasde, elke pass sneed als een mes door boter. Er was geen houden aan. De gezichten van de tegenstanders vertrokken, pure wanhoop en frustratie in hun ogen. Ze konden het gewoon niet bijbenen. De bal vloog van voet naar voet, en voordat ze ook maar adem konden halen, lag die alweer in hun net.

 

Het was een vernedering. Elke keer als ze probeerden overeind te krabbelen, kregen ze weer een nieuwe klap te verwerken. Fysiek, mentaal, tactisch; op alle fronten werden ze afgetroefd. En onze jongens? Die hadden er plezier in, je zag het aan hun lichaamstaal. Ze genoten van elke goal, elke tackle, alsof ze de boodschap wilden overbrengen: hier valt niks te halen.

 

Het begon al snel, als een regenbui die plotseling opsteekt, zonder waarschuwing, en voordat je het weet, ben je doorweekt tot op het bot. Binnen een minuut lag de bal al in het net. Berat Altındağ, scherp als een mes, zag zijn kans schoon en gleed de bal in de hoek, net buiten bereik van de keeper. De fans schreeuwden van vreugde, een golf van euforie die door het stadion rolde, en je kon de adrenaline bijna in de lucht voelen hangen.

 

En daar stopte het niet. Nog geen tien minuten later was het opnieuw raak. Colin Kazim-Richards, onze aanvoerder, bracht ons verder op voorsprong met een schot dat zo nauwkeurig was dat het leek alsof de bal een eigen wil had, een wil om precies in de hoek te eindigen waar de keeper geen antwoord op had. Zijn lichaamshouding, altijd zo krachtig en zelfverzekerd, straalde een soort rustige vastberadenheid uit. Hij wist wat hij deed, en dat was te zien.

 

Berat was echter nog niet klaar. Met de focus van een roofdier voegde hij zijn tweede doelpunt toe, dit keer met een laag, glijdend schot dat zich een weg vond door de verdediging. De energie op het veld was bijna tastbaar, de spelers bewogen als een geoliede machine, elke pass, elke loopactie was doordrenkt van een onverzettelijke wil om te domineren.

 

En toen, als kers op de taart, de kopbal. Het was een juweel van een doelpunt, geboren uit perfecte timing en precisie. Berat klom omhoog, als een tijger die zijn prooi bespringt, en sloeg toe met een krachtige kopbal die het net deed bollen. Zijn lichaam stond gespannen in de lucht, ogen gefixeerd op de bal, en op dat moment wist iedereen dat de wedstrijd allang was beslist.

 

Kazim-Richards voegde nog een tweede goal toe aan zijn totaal, een doelpunt dat zijn stempel drukte op de wedstrijd. Zijn lichaam, in perfecte balans, stuurde de bal met chirurgische precisie langs de keeper. En toen kwam Adem Metin Türk, die de aanval afrondde met een geplaatst schot dat het geheel nog completer maakte.

 

Maar het was Berat die de show stal, zijn vijfde en laatste doelpunt was een meesterwerk van techniek en inzicht. Na een fout van Fethiyespor’s verdediging lobde hij de bal met ogenschijnlijke moeiteloosheid over de keeper, alsof hij zijn tegenstanders alleen maar wilde herinneren aan zijn dominantie. Het was een kille, koele afwerking die zijn klasse onderstreepte.

 

Bij het laatste fluitsignaal was er geen twijfel mogelijk: dit was een slachting. De energie op het veld, het vuur in de ogen van de spelers, en de euforie van de supporters zorgden voor een magische avond. Maar achter die vreugde zat een stille vastberadenheid, een gevoel dat dit nog maar het begin was. Terwijl de spelers het veld verlieten, was het duidelijk dat ze boven zichzelf waren uitgestegen. Het vertrouwen, de trots, het pure geluk—het was allemaal terug te zien in hun lichaamshouding, in de blikken die ze uitwisselden.

 

Dit was meer dan een overwinning. Dit was een statement, een boodschap aan de rest van de competitie: 24Erzincanspor was niet zomaar een team. Het was een ploeg die op het punt stond iets speciaals te doen, en iedereen wist het.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

Een 8-0 overwinning betekent dat Marius zich wederom mag uitleven qua sleutelwoord.

 

Op 2-9-2024 om 12:42 zei Marius:

Ach John. Laat die jongen gauw een paar minuten invallen in een onbenullige wedstrijd die al lang beslist is. Indien ze hem dan toevallig in twee schoppen, zal Alex wel weten hoe laat het is.

 

Where is the fun in that? 

 

Op 2-9-2024 om 20:59 zei Djurovski:

Kun je hekkensluiter niet omkopen om ala Kramer hem met wat ellebogen het veld uit te werken en dan zorg je ervoor dat je genadig bent. 4-1

 

Het was een optie geweest :D 

 

Op 2-9-2024 om 21:43 zei ElMarcos:

Abdullah kan het Waterloo van John worden, zijn slag om Stalingrad of misschien zijn rode bruiloft. In ieder geval, de leeuwin die Alex heet heeft hem in het vizier en kan hem elk moment in de rug aanvallen. 

 

De uitslag 5-2. 

 

Het gaat in ieder geval voor strijd zorgen, dat is een ding dat zeker is.

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Aha, een ouderwetse afslachting. Zoals ik ook al had voorspeld. Dat blijft toch altijd genieten, zeker als er dan nog eens een speler tussen zit die zo vaak kan scoren.

 

Als sleutelwoord ga ik ditmaal voor Maltipoo. Daar kan je genoeg richtingen mee uit :D 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429

 

CCLXXXI. Never change a winning team

 

Ik had gedacht, of misschien meer gehoopt, dat zo’n overtuigende zege me eindelijk wat krediet zou opleveren. Een beetje lucht, wat ruimte om op adem te komen. Maar dat bleek al snel ijdele hoop. Maandag kreeg ik het bericht: ik moest op audiëntie komen bij Gökhan. Kantoortje, vaste prik. Je kent het wel. Alleen deze keer voelde het alsof er iets zwaarders in de lucht hing.

 

Gökhan zat daar, zoals altijd, achter zijn bureau. Zijn ogen stonden moe, alsof hij net een marathon had gelopen. "Alex wants to see Abdullah make his debut as soon as possible." De woorden kwamen er zonder enige omhaal uit. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik voelde mijn maag ineenkrimpen.

 

"Waarom zou ik het team uit balans halen? We winnen, Gökhan. Je weet wat ze zeggen: never change a winning team." Mijn stem trilde lichtjes van ingehouden woede, de woorden kwamen harder uit dan ik van plan was. Maar ik had gelijk, dat wist ik. Dit was waanzin.

 

Gökhan leunde achterover, zijn vingers wreven over zijn slapen alsof hij een bonkende hoofdpijn probeerde weg te masseren. Hij zuchtte diep, het geluid was zwaar, beladen. "I know, and I agree," zei hij, bijna smekend, alsof hij wilde dat ik hem zou begrijpen. "But she wants to see the kid play."

 

Er viel een stilte. Ik staarde hem aan, mijn kaken gespannen. Zijn blik bleef op de vloer gericht, alsof hij daar de antwoorden zou vinden die hij zelf niet had. Hij leek met zichzelf in de knoop te zitten, gevangen tussen zijn eigen gezonde verstand en de eisen van zijn vrouw. "Her reasoning is that we are so much better than most teams that it won't hurt us to have him play," vervolgde hij, zijn stem klonk leeg, alsof hij al lang geleden had opgegeven. 

 

Ik kon mijn frustratie nauwelijks verbergen. Mijn handen begonnen licht te trillen. Gökhan wist dat dit niet de juiste zet was, dat was duidelijk. Maar hij zat klem, vast in de tang van Alex. Zijn ogen, vol twijfel en misschien zelfs schaamte, keken niet eens meer mijn kant op. Het was alsof hij wilde dat ik een oplossing zou bieden, maar we wisten allebei dat die er niet was.

 

"She promised her sister, the kid's mother, John." Gökhan’s stem klonk hol, als een ballon waar langzaam de lucht uit ontsnapt. Hij keek me niet eens aan toen hij de woorden uitsprak. Het was meer alsof hij ze in de kamer wierp, zonder er zelf nog echt in te geloven. Ik zag hoe hij langzaam, bijna mechanisch, een creditcard uit zijn binnenzak haalde en op zijn bureau legde. Een routine die te vaak was herhaald. Zonder iets te zeggen pakte hij een klein zakje en strooide wat van het witte poeder op een spiegeltje. Het was alsof ik er niet eens was, alsof hij me negeerde in een poging zijn eigen demonen op afstand te houden.

 

Zijn ogen, die eens zo fel en levendig waren, leken nu leeg. Een man die het gevecht met zichzelf had verloren nog voor het goed en wel begonnen was. Hij boog zich over het bureau, en met precieze, bijna kille bewegingen, trok hij een lijntje. Het enige geluid in de kamer was het zachte schrapen van de creditcard over het spiegelglas. 

 

Ik stond daar, verstijfd. De woorden "ze heeft het haar zus beloofd" echoden in mijn hoofd, maar ze brachten geen begrip, geen sympathie. Het was een wanhopige poging van Gökhan om een emotioneel argument te maken voor iets dat geen enkel zinnig mens zou ondersteunen. Zijn blik bleef op het lijntje hangen, alsof dat de enige manier was om nog controle over iets te hebben.

 

"En daarom moet ik het team in de war schoppen?" Mijn stem was schor, scherp. Het voelde alsof ik naar een man sprak die al lang geleden het contact met de realiteit had verloren. "Omdat ze een belofte heeft gedaan?" 

 

Gökhan zuchtte diep, het leek bijna een laatste ademteug. Hij keek eindelijk op, zijn ogen waren dof, uitgeblust. "It's complicated, John," fluisterde hij. Hij boog zich voorover en snoof het lijntje op, zijn schouders zakten daarna nog dieper naar beneden, alsof dat kleine beetje coke niet meer de oppepper gaf waar hij op hoopte. 

 

Hij leek verslagen, letterlijk en figuurlijk. Alsof hij zijn laatste troef had gespeeld en nu maar moest afwachten of ik het zou accepteren. Maar er viel niks te accepteren. De man voor me was niet de voorzitter die ik dacht te kennen. Dit was iemand die vastzat in zijn eigen val, iemand die op was, die zijn leven aan het uitgummen was met elk lijntje dat hij snoof.

 

Gökhan keek me aan met een vermoeid die deed vermoeden dat hij een chronisch slaapgebrek had. "You see, John, cocaine isn’t just a drug. It's a tool, a bloody essential one. Think of it like a Swiss Army knife for the soul. When life’s got those jagged edges, and everything’s a bit too much, a bit too real, a bit too close to the bone, a good line can smooth it all out. You get focus, clarity. Suddenly, all those little distractions, those tiny worries, they fade away. You’re left with what really matters, the core of it all. It’s like cleaning the lenses of your glasses, mate. Everything becomes sharp, crisp, and clear. You see things for what they truly are, and you can cut through the bullshit. Important decisions become easier to make because you’re not bogged down by the noise. The pressure? It’s still there, but it’s manageable, it’s... focused. You can channel it, use it. Besides, in our line of work, who the fuck can afford to be off their game? Cocaine helps you stay on top, to see three steps ahead of everyone else. It’s not about addiction, it’s about staying sharp, staying ahead of the curve. So, yeah, I do a bit now and then. Keeps me on my toes, keeps me sharp. And trust me, John, in this game, you need every edge you can get.”

 

Zijn woorden hingen in de lucht terwijl ik probeerde te begrijpen wat hij net allemaal had gezegd. Gökhan's ogen hadden een vreemde glans gekregen, een mengeling van vastberadenheid en waanzin. De lijnen rond zijn mond waren strak, alsof hij zichzelf wilde overtuigen van de waarheid van zijn eigen woorden.

 

"But Gökhan," begon ik voorzichtig, "that is no way to live. You can’t keep relying on drugs to keep everything sharp. It’s a slippery slope, a path to ruin."

 

Zijn ogen vernauwden zich. "Bullshit, John. You don’t get it. In this world, in this work, you have to be sharp all the time. You can’t afford to relax, to let go. Cocaine keeps me at my best, always. It makes everything clear, like I said. Without it, I’d drown in the chaos."

 

Ik probeerde de verwarring uit mijn hoofd te verdrijven, probeerde zijn standpunt te begrijpen, maar het voelde alsof ik in een wirwar van waanideeën en rechtvaardigingen was beland. "But what if it goes wrong, Gökhan? What if you lose control? It’s not a stable solution."

 

Hij lachte, een scherpe, harde lach zonder vreugde. "Control? Control is an illusion, John. No one really has control. We just pretend. Cocaine helps me keep that illusion, it helps me play the game. The game you play too, John. Do you think you’d be here without your own tools? Everyone has their ways of dealing with reality."

 

Ik keek naar hem, zoekend naar een glimp van twijfel, iets dat aangaf dat hij wist dat hij fout zat. Maar er was niets. Alleen die vastberadenheid, dat absolute geloof in zijn eigen woorden. Het was verontrustend, beangstigend zelfs, te zien hoe diep hij in zijn eigen leugens geloofde.

 

"Gökhan, I understand you feel pressure, that you want to stay sharp. But there are other ways, healthier ways to do that. You don’t have to destroy yourself to be successful."

 

Zijn blik was ijskoud. "Maybe you have that luxury, John. Maybe you can afford to take it easy. But I can’t. I have to stay ahead, always. And if that means I need a bit of help, so be it."

 

Ik voelde een golf van onrust door me heen gaan. Dit was niet zomaar een gesprek over drugs; het ging dieper, het was een reflectie van zijn hele manier van leven, zijn hele filosofie. En het maakte me bang. Bang voor hem, bang voor wat hij kon doen, bang voor wat dit zou betekenen voor de club.

 

"Okay, Gökhan," zei ik uiteindelijk, mijn stem zacht. "I just hope you know what you’re doing. And that you see in time when it’s too much."

 

Hij glimlachte, maar het was een glimlach zonder warmte. "Don’t worry, John. I have everything under control." Zijn ogen dwaalden even af, alsof hij zichzelf probeerde te overtuigen van zijn eigen woorden. "I know exactly what I’m doing."

 

Ik knikte, niet helemaal overtuigd, maar wetende dat dit gesprek nergens heen zou gaan als ik zou blijven aandringen. "Fine then," zei ik. "Let’s hope you’re right."

 

Terwijl ik wegliep, bleef zijn stem in mijn hoofd naklinken, zijn overtuiging, zijn vastberadenheid. Het was beangstigend om te zien hoe iemand zo diep in zijn eigen wereld kon zitten, zo overtuigd van zijn eigen gelijk, zelfs als het duidelijk was dat hij zichzelf aan het vernietigen was. Ik kon alleen maar hopen dat hij inderdaad wist wat hij deed, en dat zijn wereld niet op instorten stond.

 

Maar ergens diep van binnen wist ik dat dit niet goed kon aflopen. Niemand kon zo lang op zo’n hoog niveau presteren zonder uiteindelijk te bezwijken onder de druk. En ik vreesde het moment waarop Gökhan's wereld in elkaar zou storten, want ik wist dat het niet alleen zijn wereld zou zijn die zou instorten, maar die van ons allemaal.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

Spoiler

 

10 uur geleden zei Marius:

Aha, een ouderwetse afslachting. Zoals ik ook al had voorspeld. Dat blijft toch altijd genieten, zeker als er dan nog eens een speler tussen zit die zo vaak kan scoren.

 

Als sleutelwoord ga ik ditmaal voor Maltipoo. Daar kan je genoeg richtingen mee uit  

 

Okay, okay, schoothondjes dus...

 

9 uur geleden zei ElMarcos:

Het voetbal is een mooie afleiding voor John. Zeker wanneer de uitslagen zo groot zijn. 

 

Dat helpt wel :D 

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429

 

CCLXXII. Soccer mom to the rescue

 

De training bracht weinig verlichting van mijn zorgen. Mijn hoofd zat vol, als een drukke rotonde waar alle auto’s tegelijkertijd doorheen probeerden te komen. Toen ik aankwam op het trainingsveld, zag ik dat Colin en Aykut de boel al onder controle hadden. Colin stond er zoals altijd, met die brede, imposante houding van een man die weet hoe hij een groep moet leiden. Aykut ernaast, iets ingetogener, maar scherp, zijn ogen als valken gericht op elke beweging van de spelers. De mannen waren al aan het zweten, passjes geven, dribbelen, een beetje dollen, zoals het hoort. Maar mijn aandacht werd getrokken door wat er langs de zijlijn stond.

 

Twee dames. Eén van hen kon ik meteen plaatsen: Alex. Ze stond daar, nonchalant maar met die valse zelfverzekerdheid die ze altijd uitstraalde. Haar gezicht strak, ogen verborgen achter een zonnebril die net te groot was voor haar gezicht. Ze gaf geen krimp, maar ik kon het voelen, die constante druk die ze uitoefende. Ze was hier voor haar neefje, dat wist ik. Elk gebaar van haar, hoe klein ook, leek doordrenkt met een onuitgesproken boodschap: “Hij moet spelen.”

 

Maar de ander? Die kende ik niet. Ze leek het type Amerikaanse soccer mom dat je zo uit een sitcom kon plukken. Achter in de dertig, maar ze probeerde krampachtig vast te houden aan haar jeugdige uitstraling. Haar haar was overduidelijk geblondeerd, met die onnatuurlijke gele gloed die haar uitgroei niet kon verbergen, alsof ze zichzelf elke maand in een strijd stortte om de tijd terug te draaien. Meestal had ze het in een strakke paardenstaart, een kapsel dat bedoeld leek om strak en sportief te ogen, maar dat in werkelijkheid vooral spanning op haar gezicht trok, alsof elk haartje dat niet op zijn plek zat haar uit balans kon brengen.

 

Ze droeg één van die strakke yogabroeken, zwart, net te strak, die bedoeld was om sportief te lijken, maar vooral haar frustraties leken in te snoeren. Haar bovenlijf was gehuld in een tanktop met een flitsende merknaam erop, maar de stof spande rond haar lichaam op een manier die duidelijk maakte dat de jaren en ten minste één kind hun sporen hadden nagelaten. Haar borsten, ooit stevig en vol van zelfvertrouwen, leken nu een voortdurende strijd te voeren tegen de zwaartekracht, ingesnoerd in een te strakke sportbeha die alles op zijn plek moest houden.

 

Op haar gezicht droeg ze altijd een vleugje make-up, net genoeg om te laten zien dat ze moeite had gedaan, maar te weinig om het natuurlijke verval echt te verbergen. De lichte lijnen rond haar ogen en mond verrieden een leven dat net wat anders was gelopen dan ze zich had voorgesteld. Haar lippenstift was vaak net te fel, alsof ze daarmee een deel van de vurigheid probeerde terug te halen die ergens onderweg verloren was gegaan.

 

En dan die blik in haar ogen, die constante mengeling van vermoeidheid en een onderhuidse spanning. Haar ogen stonden vaak scherp, zoals een roofdier dat zijn kans afwacht, maar tegelijkertijd was er iets dofs, iets onvervuld in die blik. Je kon het voelen: de spanning die zich had opgebouwd, de onbeantwoorde verlangens die zich tussen de dagelijkse ritjes naar het voetbalveld en het gevecht tegen de weegschaal hadden genesteld.

 

Ze bewoog zich altijd haastig, alsof ze nooit de tijd had om even stil te staan, maar tegelijkertijd straalde ze een soort ingehouden frustratie uit. Het was alsof ze elke dag in dezelfde sleur zat, vast in een leven dat ooit vol beloften leek, maar nu vooral gevuld was met carpoolen, sportsessies en eindeloze boodschappenlijstjes.

 

Je zag het aan haar hele houding, haar gebaren, de manier waarop ze zich door het leven bewoog: een vrouw die het gevoel had dat er meer moest zijn, dat er ooit iets was dat haar echt deed stralen, maar dat nu was weggezakt onder de laag van dagelijkse verantwoordelijkheden.

 

Naast haar, op de grond, stond een kleine maltipoo, het soort hond dat je vooral ziet bij vrouwen die te veel tijd en geld hebben om iets anders te doen dan een beestje aankleden alsof het hun kind is. Het dier was wit, maar niet dat zuiver witte van een sneeuwvlok—eerder het wit dat na een regenbui nog net door de modder is gerold. Zijn vacht was gekruld en te lang, zoals het hoort bij dit soort schoothondjes, en het was duidelijk dat hij minstens een keer per week door een dure trimster onder handen werd genomen. Maar ondanks al die moeite zag hij eruit alsof hij elk moment kon imploderen van verwaarloosde waardigheid.

 

De maltipoo had zo’n irritant overdreven schoothondjesgedrag dat het bijna aandoenlijk werd. Het beestje was niet alleen klein, maar ook de definitie van neurotisch. Zijn ogen, donker en glimmend als twee zwarte kraaltjes, volgden zijn baasje constant, alsof hij bang was dat ze elk moment zou verdwijnen. Elk schouderophalen, elke beweging die ze maakte, deed het diertje huppelend om haar benen draaien, piepend, opgewonden blaffend alsof het de bedoeling was dat hij zich iedere seconde opnieuw moest bewijzen. Een snikje hier, een jankje daar; pure onrust in de vorm van een pluizige wolk.

 

Alles aan die hond schreeuwde afhankelijkheid, een overdreven adoratie die bijna lachwekkend was. Het was het soort gedrag dat je doet afvragen of het beest ooit zonder haar zou kunnen functioneren, of dat het simpelweg zou smelten als een verloren ijsklontje in de zon als ze even niet in de buurt was.

 

Ik voelde de onrust in mijn buik toenemen. Alex en haar constante aanwezigheid waren al genoeg om me het leven zuur te maken, maar nu stond daar ineens een onbekende vrouw naast haar, als een nieuwe pion op een bord dat ik al niet meer begreep. Wat was dit nu weer? En wat moest ik ervan denken? Mijn kaken verstrakten, en ik merkte dat ik de neiging had om meteen iets te willen zeggen, iets te willen vragen, maar mijn stem bleef steken in mijn keel.

 

De training ging door, Colin schreeuwde een paar instructies naar de jongens, zijn stem zwaar en vol autoriteit. Maar ik kon mijn ogen niet van die twee figuren langs de zijlijn afhouden. Alex stond daar nog steeds met die half verveelde, half berekenende blik. De ander... die bleef een raadsel. Maar ik voelde het al. Dit zou geen gewone training worden.

 

Tijdens een rustmomentje, terwijl de jongens naar adem snakten en de zweetdruppels van hun voorhoofd wisten, schoot ik Aykut aan. "Wie is die chick?" vroeg ik, terwijl ik met mijn kin een knikje gaf in de richting van de zijlijn. Alex stond er nog steeds als een sfinx, maar die andere vrouw… die had mijn nieuwsgierigheid gewekt. Aykut grijnsde naar me, zijn ogen fonkelden zoals altijd als er iets te lachen viel. 

 

"Geen idee," antwoordde hij met een speelse blik in zijn ogen, "maar ik zal eens rondvragen voor je." En weg was hij, met die losse, bijna nonchalante manier van bewegen die hij altijd had. Aykut was het type dat overal en nergens informatie vandaan wist te halen, alsof hij overal oren had. Ik wist dat het niet lang zou duren voor hij met een antwoord kwam.

 

En inderdaad, binnen een paar minuten stond hij weer naast me, zijn grijns breder dan voorheen, bijna triomfantelijk. Ik wist meteen dat hij iets had ontdekt. "Dit geloof je niet, John," zei hij, terwijl hij me van opzij aankeek, alsof hij nog even wilde genieten van het moment voor hij het nieuws zou brengen. Hij leunde iets naar me toe, alsof hij een groot geheim ging delen. "Het is de moeder van Abdullah die haar oogappeltje komt aanmoedigen."

 

Mijn ogen sperden zich automatisch iets verder open. "Zijn moeder?" Ik liet de woorden langzaam bezinken. Dus dát was het. Alex' zus, de mysterieuze vrouw die haar zoon kwam aanmoedigen, misschien wel het laatste stukje van de puzzel. Mijn kaken spanden zich. De lucht om me heen leek ineens wat zwaarder te worden.

 

Aykut stond er met zijn grijns, zichtbaar genietend van de situatie, maar ik voelde een golf van ongemak door me heen trekken. Dit was niet zomaar een toeschouwer. Dit was de vrouw waarvoor Alex al die druk had gezet, de vrouw voor wie Gökhan zich in bochten wrong. De moeder van Abdullah, met haar schijnbaar onschuldige blik en ongemakkelijke houding, maar tegelijkertijd een cruciaal deel van het machtsdoolhof waarin ik gevangen zat.

 

"Mooi," bromde ik, meer tegen mezelf dan tegen Aykut. "Dat maakt het er niet eenvoudiger op." Ik wist dat het spel nu nog ingewikkelder was geworden. De lijnen tussen familie, voetbal en macht vervaagden, en ik zat er middenin, omgeven door mensen met hun eigen agenda's, hun eigen verlangens. De moeder van Abdullah, een nieuwe pion op het bord, en ik voelde dat ik het spel niet langer begreep.

 

De rest van de ploeg had nergens last van, geen machtsstrijd, geen politiek gedoe. Voor hen was het simpel: de moeder van hun jongste ploeggenoot stond langs de lijn. En zoals je kon verwachten, werden de onvermijdelijke opmerkingen al snel door de lucht geslingerd. Flauwe grappen, lachende gezichten, een paar schouderduwtjes onderling. Abdullah, de arme jongen, zag eruit alsof hij het liefst ter plekke door de grond wilde zakken. Zijn blik was dof, zijn schouders hingen laag, alsof hij elk moment kon instorten onder het gewicht van de spot.

 

Maar hij revancheerde zich tijdens het afsluitende partijspel. Abdullah was ingedeeld bij de reserves, maar de jongen speelde de sterren van de hemel. Serieus, het leek alsof hij iets had gevonden, een soort innerlijke kracht of trots, misschien juist door die onhandige situatie langs de zijlijn. Op een gegeven moment speelde hij twee tegenstanders uit met een finesse die niemand had zien aankomen. Hij sleepte de bal subtiel langs de eerste speler, alsof het niets was, en gaf de tweede een panna die de andere jongens op de bank deed opspringen van opwinding. Een moment van pure klasse.

 

Maar toen kwam de onvermijdelijke klap. Een derde tegenstander, duidelijk geïrriteerd door Abdullah's show, besloot dat het genoeg was. Met een lompe tackle werd Abdullah hardhandig tegen de grond gewerkt. Hij vloog met een klap neer, en even leek het alsof de hele training stilviel. Zijn moeder, die de hele tijd gespannen langs de zijlijn had gestaan, zag het gebeuren en zonder een seconde na te denken, rende ze gillend het veld op. "Abdullah! Abdullah!" Haar stem klonk hoog, paniekerig, en de rest van de jongens hield het niet meer. De spelers barstten in lachen uit, hun ogen twinkelend van het amusement.

 

En dan die scène… Ze stond daar over haar zoon heen gebogen, haar hand beschermend op zijn rug, terwijl ze hem haast wanhopig vroeg of hij in godsnaam nog leefde. Abdullah lag daar, duidelijk ongemakkelijk met zijn moeder bovenop hem, terwijl de rest van de ploeg met open mond naar haar derrière keek. De jongens hielden zich niet in. Fluisterende opmerkingen, ondeugende blikken, een collectieve grijns die als een golf door het veld ging. Het was pure hilariteit. Voor hen was het maar al te duidelijk: Abdullah had misschien een goeie partij gespeeld, maar de show werd toch echt gestolen door zijn moeder, die de aandacht zonder enige moeite van hem had weggetrokken.

 

Daarnaast was er de hond nog. De maltipoo sprong direct tegen haar been aan, krampachtig in de veronderstelling dat zijn baasje in gevaar was, of misschien gewoon jaloers dat haar aandacht even niet op hem gericht was. Zijn staart zwiepte als een razende met die typische nerveuze energie, en het dier piepte continu, alsof het wilde zeggen: "Vergeet mij niet! Ik ben er ook nog!" Het leek haast alsof het beest ervan overtuigd was dat de wereld zou vergaan als zijn baasje hem niet minstens elke vijf seconden zou aaien.

 

Nadat ze eindelijk overtuigd was dat haar zoon niets ernstigs had opgelopen, wat overigens een hele tijd duurde, keek ze ineens met vuur in haar ogen op naar zijn belager. Die jongen, onschuldig maar stevig in zijn schoenen, stond daar met een half schuldbewuste glimlach, nog een beetje verward door de tackle en de daaropvolgende paniek. Maar zij zag er geen grap in. Haar gezicht vertrok in een uitdrukking die even veel woede als verontwaardiging uitstraalde, haar lippen strak op elkaar geperst en haar ogen vernauwd tot spleetjes van pure haat.

 

Voordat ik het goed en wel doorhad, vloog ze bijna op hem af. "Wat denk je wel niet?" schreeuwde ze, haar stem scherp en hoog, trillend van woede. Ze stapte naar voren met de vastberadenheid van een moederbeer die haar jong beschermt, klaar om verhaal te halen. De jongen, duidelijk niet voorbereid op deze menselijke storm, zette een stap achteruit, zijn handen half in de lucht, alsof hij wilde zeggen: "Rustig aan, het was maar een tackle."

 

Het was op dat moment dat ik mijn eigen bloed begon te voelen koken. Dit kon niet langer zo doorgaan. "Genoeg!" riep ik, mijn stem harder dan ik eigenlijk van plan was. De rest van de ploeg stond erbij als versteende standbeelden, hun blikken afwisselend gericht op haar en op mij, alsof ze niet konden geloven wat er zich voor hun ogen afspeelde. "We stoppen hier," zei ik, nu iets rustiger, maar nog steeds vol frustratie.

 

Ik keek naar het veld, waar de training in volle chaos was ontaard. De moeder stond nog steeds trillend van boosheid naast haar zoon, haar gezicht vuurrood van de adrenaline. Haar hand trilde nog lichtjes, alsof ze op het punt stond opnieuw uit te halen. En de rest van de jongens? Die stonden erbij alsof ze het liefst allemaal tegelijkertijd in de grond wilden verdwijnen. De sfeer was om te snijden, de energie totaal verpest.

 

"Wat een clusterfuck," mompelde ik, meer tegen mezelf dan tegen iemand anders. De training vroegtijdig beëindigen was nu nog de enige optie. Het veld verlaten, de rust herstellen, en hopen dat dit hele gedoe snel achter ons zou liggen.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

En dat was sleutelwoordje drie, de maltipoo. 

 

De volgende pot is tegen Bursaspor, een andere promotiekandidaat. Wie oh wie waagt een gokje voor een kans op het sleutelwoordje?

 

5 uur geleden zei ElMarcos:

Het helpt John duidelijk van de regen in de drup. Zijn letterlijk doorgesnoven voorzitter beveelt hem min of meer om het neefje van de vrouw waar zij beide bang voor zijn te laten spelen. 

 

Het scheelt dat John stronteigenwijs is :D 

 

3 uur geleden zei Marius:

Mijn avater leek nog nooit zo passend

 

Benieuwd of John zich ook zo laat bevelen, zoals Gökhan dat wel toelaat.

 

Mr. Oizo, toch?

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Ondanks de aanwezigheid van mijn sleutelwoord werd ik toch ook wel afgeleid door de zus van Alex. Ondanks de jaren op de teller kan die derrière misschien toch nog voor wat afleiding zorgen. Of John over de streep te trekken om Abdullah een kans te geven? :D 

 

En Mr. Oizo inderdaad, inclusief een lijntje :D

 

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429

 

CCLXXXIII. Een aanvaring met Mel

 

Bij het verlaten van het trainingsveld zag ik hoe Colin werd belaagd door Abdullahs moeder, een vrouw die blijkbaar geen genoegen nam met de realiteit van een trainingsveld. Haar gezicht stond strak van woede, haar ogen priemden in Colins richting alsof hij persoonlijk haar zoon van een ledemaat had beroofd. "How dare you let them hurt my precious boy?" Haar stem was schel en sneed door de lucht, gevuld met een zelfrechtvaardiging waar geen speld tussen te krijgen was. "He is obviously one of the better players in this team and they are threatened by him."

 

Haar wijsvinger schoot als een mes in Colins gezicht, dreigend en resoluut. Ze had duidelijk verwacht dat Colin in elkaar zou krimpen, maar hij bleef onbewogen staan, alsof hij een standbeeld was dat in geen honderd jaar zou wijken voor een briesje. Zijn blik, een mengeling van onverstoorbare onverschilligheid en subtiele irritatie, ontmoette de hare zonder ook maar een greintje emotie.

 

Colin knipperde niet eens met zijn ogen. Hij liet haar razernij over zich heen komen zoals een boom de wind verdraagt. En toen, met een kalme, bijna slome beweging, wees hij met zijn duim in mijn richting. Zijn stem, laag en achteloos, doorbrak de stilte die zij zelf had geschapen. "Talk to him," zei hij droogjes. "He is the gaffer."

 

De woede in haar ogen wendde zich onmiddellijk naar mij. Haar blik was fel, haar lippen strak op elkaar geperst, alsof ze zich voorbereidde op een nieuwe tirade. Vanuit de verte zag ik Alex, die met een tevreden glimlach het schouwspel observeerde, alsof ze wist dat dit nog maar het begin was van een grotere chaos.

 

"You... You... Barbarian! Control your players!" Haar stem trilde van verontwaardiging, alsof ze niet alleen beledigd was door wat er op het veld was gebeurd, maar ook door mijn hele bestaan. Ik kon het niet laten. Een grijns gleed over mijn gezicht. Ik was geen verantwoording aan haar verschuldigd, en eerlijk gezegd niet eens aan Alex, die aan de zijlijn stond toe te kijken, zonder ook maar een vinger uit te steken om de boel te sussen. "It's a full-contact sport, ma'am," antwoordde ik luchtig, alsof ik een lesje biologie gaf. Ze snoof diep, haar neus opgetrokken alsof ik iets vies was dat per ongeluk op haar bord was beland.

 

"My son has a great future ahead of him, and I will not have one of your hooligans ruin it," vervolgde ze met een priemende vinger die vlak voor mijn gezicht heen en weer zwaaide, zoals een ouderwetse schooljuf die de klas op zijn plaats zette. Mijn blik, geheel onwillekeurig natuurlijk, volgde de beweging van haar hand en gleed naar beneden, naar de op en neer deinende boezem die zich onder haar strakke tanktop bewoog. Ik had moeite mijn grijns te onderdrukken. "Maybe a boy shouldn't be playing a man's game," kaatste ik terug, de woorden rustig en bijna nonchalant uitgesproken, alsof ik haar een vriendelijk advies gaf. 

 

Haar gezicht kleurde in een fractie van een seconde vuurrood, en voor een moment dacht ik dat ze een zenuwtoeval zou krijgen, daar voor mijn ogen. Haar lippen trilden, haar ogen schoten vuur. "You are obviously not going to listen," siste ze, alsof ze elk moment in huilen kon uitbarsten, "so I will have a word with your boss, who happens to be my brother-in-law. You have not seen the last of me, Melissa Sağır." Ze draaide zich bruusk om en beende woedend weg, haar heupen wiegend als een metronoom op een iets te zwoel ritme. Ik keek haar na, onwillekeurig mijn blik volgde de contouren van haar perfecte derrière. 

 

Misschien was het geen slecht vooruitzicht om haar vaker te zien in de nabije toekomst, bedacht ik met een vage glimlach. Als de chaos op het veld al niet genoeg was, zou haar aanwezigheid in ieder geval voor interessante afleiding zorgen.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

Tot nu dus een poging om de score te raden.

Djurovski: 5-1

 

Take a guess.

 

1 uur geleden zei Djurovski:

Altijd herres met die soccermoms. Zeker langs de lijn.

 

Gok een bescheiden 5-1

 

Het zijn vaak ook ontzettende Karens.

 

1 uur geleden zei Marius:

Ondanks de aanwezigheid van mijn sleutelwoord werd ik toch ook wel afgeleid door de zus van Alex. Ondanks de jaren op de teller kan die derrière misschien toch nog voor wat afleiding zorgen. Of John over de streep te trekken om Abdullah een kans te geven? :D 

 

En Mr. Oizo inderdaad, inclusief een lijntje :D

 

 

 

Goeie herinneringen aan de Flatbeat. :D  Heb je trouwens zelf zo'n keffertje? Gewoon benieuwd naar de oorsprong van het woord :D 

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Ik kijk nu al uit nieuwe passages met Mel :D 

 

Geen maltipoo hier gelukkig. De hond van de buren, een labradoodle, stond hier wat te keffen toen ik hier een update zat te lezen. Dat zorgde meteen voor inspiratie toen ik een sleutelwoord mocht kiezen, maar ik ging toch maar even voor een ane

 

Oh ja, mijn volgende prono: 3-1 winst.

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429

 

CCLXXXIV. Een marathon van overtredingen en geklier

 

Het spreekt voor zich dat Abdullah keurig netjes op de tribune mocht plaatsnemen in de wedstrijd tegen Bursaspor. Ik ben namelijk een vreselijk recalcitrant mannetje. Als iemand ook maar denkt me onder druk te kunnen zetten, als iemand het gore lef heeft om me de les te lezen, dan is mijn eerste reactie om precies het tegenovergestelde te doen. Dat is gewoon wie ik ben. En als ik dan het gevoel heb dat ik ermee weg kan komen, hoef ik er niet eens over na te denken. Melissa Sağır? Die kon ik absoluut niet uitstaan. Dat gesnauw, dat onuitstaanbare superieure toontje alsof ik een kleuter was die zij wel even op zijn plaats zou zetten. Haar zoon mocht dan een aardig balletje trappen, hij was gewoonweg nog niet klaar voor speeltijd. Dat wist zij misschien niet, maar ik wel.

 

Twee vliegen in één klap slaan, dat leek me wel wat. Abdullah mocht lekker op de tribune blijven, tussen de fans die voor hun plezier kwamen kijken, en niet voor die ongemakkelijke opvoedkundige experimenten van een veel te dominante moeder. Ik had er geen spijt van. Gökhan en Alex hadden niet eens de moeite genomen om er iets van te zeggen, dus ik ging ervan uit dat ook zij het wel prima vonden zo. 

 

Ik kon mezelf wel betrappen op een klein, vals lachje terwijl ik langs de lijn stond. De recalcitrantie zat me in het bloed. Het gevoel van controle, het idee dat ik niet zomaar naar de pijpen van die vrouw zou dansen; dat voelde verdomd goed.

 

De wedstrijd tegen Bursaspor had alles in zich om een bloedstollende clash te worden, zo’n pot waar mensen nog wekenlang over napraten aan de bar, in de kleedkamers, en bij de lokale kranten. Onze spits, Berat Altındağ, was er meer dan klaar voor. De spanning had zich in de dagen voorafgaand aan de wedstrijd langzaam opgehoopt in zijn gespannen schouders, die opgetrokken stonden alsof hij op het punt stond iets onuitsprekelijk geweldigs te doen. Zijn ogen blikten hard, scherp, zoals een roofdier dat op zijn prooi loert. Je kon het voelen, die woede, die vastberadenheid; ze hadden hem laten gaan en hij zou hen dat laten bezuren. 

 

Maar het eerste, verdomde doelpunt kwam van Ziya Alkurt. Na slechts negen minuten, schoot hij langs de verdedigers als een horizontaal afgeschoten vuurpijl. Met zijn blik strak op het doel gericht, stuurde hij de bal rakelings langs de paal, met chirurgische precisie precies waar hij hem wilde hebben. De bal ketste tegen de binnenkant van het houtwerk en hobbelde over de doellijn, zoals een langverwachte overwinning die zich net op tijd aandiende. Het stadion ontplofte niet eens zozeer van vreugde, maar van adrenaline. De borstkas van Ziya zwol als een opgepompt karkas, zijn ogen glommen, en in dat moment wist iedereen: dit is het begin van iets groots.

 

Maar dat grootse bleef uit. Bursaspor herpakte zich niet met tactisch vernuft, maar door er een gevecht van te maken. Het was alsof ze bij dat vroege doelpunt hun verstand verloren en hun toevlucht namen tot geweld. Voetbal? Nee, dit was oorlog geworden. Elke tackle was een aanslag op de ledematen van mijn spelers, elke sliding werd uitgevoerd met het venijn van een cobra die zijn giftanden in een prooi zet. De scheidsrechter leek zijn fluit voortdurend aan zijn lippen te hebben, maar in plaats van gerechtigheid te brengen, blies hij alleen tegen óns. 

 

Colin, mijn trouwe generaal op het middenveld, was woedend. Bij elke overtreding die niet werd bestraft, gingen zijn armen wijd, zijn mond open in ongeloof. "What the hell, man!?" schreeuwde hij naar de scheidsrechter, zijn gezicht in een grimas van onmacht, maar de ref bleef onbewogen. De man floot alsof hij een marathon aan het uitzitten was, compleet gevoelloos voor het smerige spel van de tegenstander. En wij? Wij mochten het uitzoeken.

 

Fatih Kızılkaya kreeg een gele kaart om niets. Ik bedoel echt, om níéts. Hij had zich nauwelijks bewogen en toch zat hij met een blik vol woede naar die gele prent te staren, alsof hij elk moment zou exploderen. Zijn kaken waren zo strak dat ik bijna dacht dat hij zijn tanden zou breken. Tuğhan Yıldız, die altijd als een jachthond achter de bal aanjoeg, trok in de 84e minuut zijn hamstring. Hij ging neer, krimpend van de pijn, zijn hand op zijn dij gedrukt terwijl zijn gezicht vertrok van de teleurstelling. Je kon zijn frustratie bijna voelen, alsof het een tastbare wolk om hem heen hing.

 

En daar zaten we dan. Het spel was stroperig geworden, het tempo volledig eruit getrokken door het constante getrek, gebeuk, en gezeur van Bursaspor. Mijn spelers voelden de druk, voelden de onrechtvaardigheid van elke beslissing die niet in ons voordeel viel. Maar we hielden stand. De spanning in hun gezichten was als een strakgespannen draad, elk moment klaar om te knappen, maar niemand liet los. Hun ogen flitsten van woede, hun spieren stonden strak, en toch bleven ze doorgaan, vechtend voor elke meter, voor elke bal, zelfs toen het geen wedstrijd meer was, maar een uitputtingsslag. 

 

Toen het laatste fluitsignaal klonk, was het geen explosie van vreugde die volgde, geen handen omhoog in triomf. Nee, het was een collectieve zucht, een zware, rauwe uitademing van opluchting. Ze hadden ons geprobeerd te breken, maar we stonden nog. We hadden gewonnen, ja, maar je kon het zien op de gezichten van mijn spelers: het voelde niet als een overwinning. Het voelde als overleven. En in die laatste seconden, terwijl ik mijn blik over het veld liet glijden, wist ik dat dit niet de laatste keer was dat we zo’n strijd zouden moeten leveren. Dit was nog maar het begin.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

Nou, daar ga je weer Marius. 3-1 is dichterbij 1-0 dan 5-1.

 

10 uur geleden zei Marius:

Ik kijk nu al uit nieuwe passages met Mel  

 

Geen maltipoo hier gelukkig. De hond van de buren, een labradoodle, stond hier wat te keffen toen ik hier een update zat te lezen. Dat zorgde meteen voor inspiratie toen ik een sleutelwoord mocht kiezen, maar ik ging toch maar even voor een ane

 

Oh ja, mijn volgende prono: 3-1 winst.

 

Ik schat dat je die momenten gaat waarderen :D 

 

Labradoodles zijn wel lief, dat kun je tenminste nog een hond noemen ;) 

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

xxxxxxxxxximage.thumb.png.8fb7356ccb3429

 

CCLXXXV. No rest for the wicked

 

"There's no rest for the wicked." Het leek erop dat als hij bestaat, ons opperwezen vastbesloten was dat ik absoluut wicked was, want rust was me duidelijk niet gegund. De duisternis was amper opgetrokken of het volgende probleem diende zich alweer aan. Gökhan had besloten me dit keer met rust te laten, waarschijnlijk omdat hij de confrontaties moe was of omdat ik de persconferenties wijselijk weer grotendeels aan Colin en Aykut overliet. Zij wisten hoe je met de media moest omgaan zonder dat het meteen een Romeins circus werd. Maar waar Gökhan een stap terugdeed, waren Alex en haar zus Mel des te minder vergevingsgezind.

 

Alex… Altijd op de achtergrond, altijd bezig met touwtjes trekken. Haar zus, Mel, zat intussen verstrikt in datzelfde web, of misschien was zij wel degene die het spinrag weefde. Hun aanwezigheid hing als een dreigend onweer boven mijn hoofd. Wanneer Alex een bericht stuurde, was het niet meer de vraag of het een eis zou bevatten, maar hoe ver ik moest buigen om aan haar grillen te voldoen. En Mel? Ze was een onberekenbare kracht, die haar zin probeerde door te drijven door meer dan alleen woorden.

 

Wanneer ik de naam ‘Mel’ hoorde, hoorde ik haar zeurende stem, haar ogen die altijd iets meer zeiden dan haar mond, en haar blik die steeds ergens tussen uitdaging en dreiging balanceerde. De laatste keer dat ik haar zag, had ze me geen enkele illusie gelaten over de prijs die ik zou moeten betalen voor mijn loyaliteit. Haar ogen hadden me net zo strak vastgehouden als haar handen mijn lichaam, en de belofte van meer stond nog steeds in haar blik gegrift.

 

Elke keer dat ik Alex tegenkwam, voelde ik het ongemak dat ze bewust creëerde. Ze hoefde niets te zeggen. Ze hoefde alleen maar te zijn. Haar aanwezigheid was genoeg om je constant op je hoede te houden. Ze keek me aan met een blik vol controle, vol overwicht, alsof ze precies wist hoe ver ze kon gaan voordat ik zou breken. Haar glimlach was klein, berekend, alsof ze precies wist wat er door mijn hoofd ging en het haar amuseerde om me langzaam de afgrond in te duwen.

 

Abdullah bleef als een hardnekkige vlek op mijn dagelijkse routine kleven. Na de vorige training had ik gelukkig geen nieuwe uitbarstingen meer hoeven doorstaan. Zelfs als de jongen wat steviger werd aangepakt op het veld, wist hij zich te vermannen en bleef de moederstorm uit. Maar na elke training volgde hetzelfde ritueel, alsof het in steen was gebeiteld. Mel, met die zelfvoldane blik in haar ogen en dat overduidelijk te zelfverzekerde loopje, eiste elke keer weer speeltijd voor haar oogappeltje. En elke keer hield ik de boot af, zoals een stugge kapitein die de storm probeert te trotseren zonder echt toe te geven aan de golven.

 

"When is Abdullah starting?" vroeg ze dan, haar stem een beetje te zoet, alsof ze dacht dat ze me kon inpakken met haar charme. Maar ik wist beter. Achter die glimlach zat een hamer verstopt, klaar om neer te slaan als ik niet gehoorzaamde.

 

"Not yet," zei ik steeds, mijn stem net iets harder dan nodig, alsof ik de muur tussen ons met woorden wilde verstevigen. Elke keer weer zag ik die kleine trek om haar mond, die niet meer dan een fractie van een seconde duurde. Woede? Frustratie? Ik wist het niet precies, maar ik herkende de subtiele verandering in haar houding. Ze verplaatste haar gewicht van het ene been op het andere, haar ogen lichtjes vernauwd, maar altijd bleef die sluimerende dreiging in de lucht hangen. Ze gaf niet op. Dat wist ik.

 

Inwendig genoot ik er soms zelfs van om haar op de zenuwen te werken. Elke keer als ik weigerde, voelde het alsof ik een klein gevecht had gewonnen. Geen grootse triomf, maar net genoeg om mezelf eraan te herinneren dat ik nog steeds de baas was op het veld. De macht die ze dacht te hebben, kon ik voor een moment neutraliseren, en dat gaf me een ziekelijk gevoel van voldoening. Ik zag hoe haar ogen steeds donkerder werden, hoe haar kaken strak op elkaar klemden als ze doorhad dat ik haar weer had afgescheept.

 

Maar het was niet alleen om haar te pesten dat ik Abdullah buiten het veld hield. De jongen had potentie, dat ontkende ik niet, maar hij was nog lang niet klaar voor speeltijd in de hoofdmacht. Zijn fysiek schoot tekort, zijn tactische inzicht was te onvolwassen, en hij had nog geen idee van de druk die gepaard gaat met een echte wedstrijd. Dat wist ik. En diep van binnen wist Mel dat waarschijnlijk ook, maar ze liet zich niet tegenhouden door logica. Moederlijke blindheid, dat was het.

 

Soms vroeg ik me af hoe ver dit spelletje kon gaan. Hoe lang kon ik haar blijven afhouden voordat de bom barstte? Want dat er een bom was, dat voelde ik aan alles. Elk gesprek met Mel was een geladen moment, een stil tikkende tijdbom waarvan de ontploffing alleen maar werd uitgesteld. Misschien genoot ik daarom van het spel. Misschien, tegen beter weten in, had ik de confrontatie nodig om me te herinneren dat ik nog steeds in controle was. 

 

Maar ik wist ook dat ik niet eeuwig kon blijven weigeren. Gökhan hield zich voorlopig afzijdig, en Alex liet het voor nu bij haar schimmige dreigementen. Maar hoe lang nog? Abdullah stond niet alleen op het veld, maar ook symbool voor een grotere strijd. Een strijd waar ik, als ik eerlijk was, eigenlijk allang geen zin meer in had. Maar toch, elke keer als Mel haar onredelijke eisen stelde, voelde ik de verleiding om de boot net iets langer af te houden, al wist ik dat ik daarmee het onvermijdelijke alleen maar verder op de spits dreef.

 

De onvermijdelijkheid van de situatie drukte op me, elke keer als ik een bericht van een van hen zag binnenkomen. Hun stemmingen, hun eisen, hun manipulaties – het voelde alsof ze elk moment van mijn leven beheersten, alsof ik een schaakstuk was in hun strategische spel. Ik kon hun spel ruiken, het voelde alsof hun onuitgesproken eisen als een net om mijn nek hingen, klaar om strak te worden aangetrokken zodra ik ook maar een stap zette die hen niet beviel.

 

En alsof het gedoe met Abdullah en zijn onuitstaanbare moeder niet genoeg was, bleef de Georgische kwestie als een donkere wolk boven mijn hoofd hangen. Gökhan, altijd met één voet in de schaduw van zijn eigen schimmige zaakjes, drong erop aan dat er spelers verkocht moesten worden. Niet zozeer omdat de club dat financieel nodig had, maar omdat de Georgiërs geld wit moesten wassen. Dat was de deal. Het draaide niet om voetbal, het draaide om geld, en de spelers op het veld waren niet meer dan pionnen in een veel groter spel. Gökhan wilde concrete stappen zetten en stuurde me steeds vaker berichten die niet veel ruimte lieten voor discussie. "We need to sell in January, John," zei hij met die onverbiddelijke toon die hij altijd gebruikte als hij wist dat ik het er niet mee eens was. 

 

Elke keer dat hij het onderwerp aansneed, voelde ik de spanning in mijn nek toenemen. Mijn kaken verstrakten, mijn handen balden zich onwillekeurig tot vuisten, maar ik wist dat ik moest oppassen. Gökhan speelde gevaarlijke spelletjes, en ik stond midden in dat mijnenveld zonder duidelijk pad om te volgen. Hij wilde dat ik spelers opofferde, de kern van het team uit elkaar scheurde om de Georgische witwasmachine te voeden. En ergens in mijn achterhoofd wist ik dat, als ik weigerde, de consequenties niet alleen op het veld zouden blijven. Nee, dit was groter dan voetbal, groter dan de club. Dit was een zaak van leven en dood, en ik was de onvrijwillige pion die deze tikkende tijdbom moest zien te ontwijken.

 

Maar alsof dat nog niet genoeg was, was er ook nog Alex. De vrouw die schaduwspelletjes speelde die je pas doorhad wanneer het al te laat was. Zij was de stille kracht die Gökhan vanuit de duisternis manipuleerde, en haar bizarre instructie om hem bij alles te saboteren hing als een mes boven mijn hoofd. "Sabotage his every effort, John," had ze me een keer verteld met die kilte in haar ogen die je deed rillen. De woorden waren zacht uitgesproken, maar het venijn achter die fluistering was niet te negeren. "When he fails, you will be free."

 

Vrij? Van wat? Van wie? Alex wilde dat ik haar man, mijn baas, ondermijnde bij alles wat hij probeerde op te zetten, alsof het een test was om te zien hoe ver ze me kon drijven. Elke keer dat ik eraan dacht, voelde ik mijn maag samenknijpen. Hoe moest ik in godsnaam balanceren tussen de Georgische eisen van Gökhan en de listige sabotageplannen van Alex? Het was een krankzinnig spel dat ze speelden, en ik zat gevangen in het midden.

 

Ik had geen idee hoe ik dit kon blijven volhouden. De stress bouwde zich op, mijn gedachten waren een chaotische wirwar van tegenstrijdige belangen. Ik kon geen kant op zonder iemand tegen me te krijgen. Mijn leven voelde als een touwtrekwedstrijd tussen Gökhan en Alex, met de Georgiërs als stille toeschouwers die elk moment konden besluiten om in te grijpen. 

 

Soms, als ik 's avonds naar mijn telefoon zat te staren, wachtend op het volgende onvermijdelijke bericht van Gökhan of Alex, vroeg ik me af hoe het zover had kunnen komen. Hoe had ik mezelf laten vastzetten in dit spel van leugens en manipulaties? Elke stap die ik zette, leek me dieper het moeras in te trekken, zonder zicht op een uitweg.

 

En dus, er was inderdaad geen rust voor de wicked. Niet zolang Alex en Mel hun tentakels in mijn leven hadden, niet zolang Abdullah op de bank zat te wachten, niet zolang er geld verdiend moest worden over de rug van het team, niet zolang Alex alle pogingen om verder te komen actief tegenwerkte en zeker niet zolang elke stap die ik zette, een schaduw van  controle van deze of gene met zich meedroeg.

 

022b53769d647c118f0be571f3c514e2.png

 

Reacties en dergelijke.

 

Spoiler

Uitslagje raden. Zonguldak Kömülspor is een middenmoter. We spelen uit.

 

11 uur geleden zei Marius:

Het kan niet altijd feest zijn. Maar winst is nog altijd het belangrijkste natuurlijk.

 

Ditmaal ga ik voor retraite  

 

Coming right up. Een retraite á la John.

 

Tags voor @bas huijsmans @Djurovski @ElMarcos @Marius @spoedt

 

Link naar opmerking
Deel via andere websites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Gast
Antwoord op deze discussie...

×   Plakken als rijke tekst.   In plaats daarvan plakken als platte tekst

  Er zijn maximaal 75 emoticons toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...