Spring naar bijdragen
De FMusic 100 - stem op jouw favoriete liedjes allertijden. ×
FM - Christmas Challenges - Win een MU Sjaal of Beanie ×

Kevinreijnen

Leden
  • Aantal bijdragen

    99
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Over Kevinreijnen

  • Verjaardag 25-09-1996

Personal Information

  • Biografie
    28 Jaar, 'basisschooljuf' en een fanatieke supporter van NEC en Liverpool. Als ik niet bezig ben met kinderen iets leren, duik ik in de wereld van Football Manager, waar ik stiekem droom van een glansrijke carrière als topcoach. Tactiek, jeugdontwikkeling, en een vleugje chaos? Helemaal mijn ding!
  • Interesses
    FM, NEC, Liverpool, Barcelona
  • Opleiding/Werk
    Leerkracht Basisonderwijs
  • Favoriete CM/FM
    FM 2008
  • Favoriete Club
    NEC Nijmegen
  • Mijn novelles
    ''... dat zijn onze kleuren''

Recente profielbezoeken

2250 profielweergaven

Kevinreijnen's Achievements

154

Waardering in de gemeenschap

  1. Prima uitgangspositie in de competitie om op voort te borduren, TEL daar een leuke woordspeling bij op en je hebt me te pakken hoor
  2. Kevinreijnen

    FM Café

    Wat een fenomeen. Gebruikt in zowel mijn Tromso, als mijn NEC-save en scoort aan de lopende band. Scoort zowel als spits als als linksbuiten met zijn enorme lichaam van 1.94 m! Bizarre jumping reach maakt hem een gevaar bij elke standaardsituatie!
  3. Jammer dat de grote uitgaven zich nog niet uitbetalen in het veld. 3-0 tegen Augsburg en zó weinig creëren is natuurlijk een schande
  4. Leuke clubkeuze, als fervent NEC-fan ben ik uitermate benieuwd naar de prestaties van de andere Mattsson-telg!
  5. We blijven lekker in de obscure competities rondneuzen. Erg benieuwd hoe je deze Zuid-Amerikanen in bedwang weet te houden (of juist doet laten koken!). Gaan we nog iets van de Maya-cultuur terugzien?
  6. Voetbalpraat Het decor van de studio was verlicht met warme spotjes en het ESPN-logo brandde op de achtergrond, NEC-rood en wit, terwijl Milan van Dongen de show opende met zijn kenmerkende glimlach. Voor hem zaten Fresia Cousiño Arias, ontspannen en energiek, Leo Driessen, leunend met zijn handen gevouwen op de tafel en Kenneth Perez, met zijn armen over elkaar en een frons op zijn gezicht. De tafel was groot, glanzend zwart, en de sfeer in de studio was scherp, klaar voor een pittige discussie. “Nou, we moeten het even over NEC hebben, toch?” begon Milan met een brede glimlach. “De 3-2 winst op Bodø/Glimt in Noorwegen. De ploeg van Alexander Iversen blijft verbazen, hè?” Hij keek rond, benieuwd naar de eerste reacties. Fresia sprong er meteen enthousiast in. “Ik vind het fantastisch,” zei ze, leunend naar voren met een twinkeling in haar ogen. “Ik bedoel, kom op, NEC… Bodø is echt niet makkelijk, al die Noren waren fysiek sterk, NEC had minder balbezit, minder kansen, en toch – ze staan daar wel even en winnen met 3-2. Het is gewoon geweldig, die veerkracht van die ploeg.” Kenneth zuchtte zachtjes, keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan, en schudde zijn hoofd. “Ja, dat is allemaal leuk en aardig,” zei hij, “maar laten we eerlijk zijn: deze wedstrijd had echt net zo goed anders kunnen eindigen. Die xG’s liggen zo dicht bij elkaar, 1.11 tegen 1.56. Bodø had net zo goed kunnen winnen.” Fresia schudde lachend haar hoofd. “Ja, Kenneth, altijd zo negatief. NEC was gewoon heel scherp in de afwerking, dat zie je toch ook?” Kenneth lachte licht spottend. “Afwerking, sure, maar die verdediging was niet best. En als Bodø álle tackles wint, wat zegt dat dan over de duelkracht van NEC? Ze zijn toch in die duels geklopt, keer op keer.” Leo Driessen, die tot nu toe zijn blik strak op de tafel had gericht, voegde zich met een kalme, ietwat norse toon in het gesprek. “Kenneth heeft een punt,” begon hij langzaam. “NEC speelt leuk, dat geef ik toe. Die Alexander Iversen heeft er een team van gemaakt dat aantrekkelijk is om naar te kijken. Maar dit soort wedstrijden… ze zijn kwetsbaar. Je kunt niet elke wedstrijd overleven door op het juiste moment de goals te maken. Dat werkt op de lange termijn gewoon niet.” Fresia klapte kort in haar handen. “Maar dat is toch juist wat het zo knap maakt! Kijk naar Kento – die jongen scoort gewoon weer! En dan Nypan en Hansen, die alles geven, zelfs tegen een ploeg die fysiek zó sterk is. Ik bedoel, als je kijkt naar het spelbeeld, NEC houdt zich staande onder grote druk en dát verdient gewoon applaus.” Milan knikte instemmend. “Toch, Fresia heeft een punt. Kento scoorde inderdaad een prachtige goal, die bal zat er gewoon goed in. En Nypan? Wat een karakter, die jongen vecht voor iedere meter. Daar moet je toch van houden?” Kenneth haalde zijn schouders op, zijn ogen even naar het plafond gericht alsof hij zijn geduld aan het verliezen was. “Kijk, NEC doet het goed, begrijp me niet verkeerd. Ze winnen van Bodø, prima. Maar als ze écht een kans willen maken in de Champions League, moeten ze aan dat balbezit werken, aan die duelkracht. Want overwinningen zoals deze, die zijn niet houdbaar. En straks komen ze Real Madrid weer tegen, of Bayern München… Nee, dan zie ik dit NEC niet zomaar winnen.” Leo knikte bedachtzaam. “Het is een eerlijke analyse, Kenneth,” stemde hij in. “Maar ik denk dat NEC gewoon moet doen waar ze goed in zijn en dat is met veel flair en energie spelen. Die Kento – prachtige speler, maar hij heeft nog zoveel te leren op dit niveau. En dan die Hansen, hij mist soms toch de consistentie. Al met al, ze kunnen ver komen, maar alleen als ze de focus weten te behouden en blijven leren.” Fresia glimlachte, een beetje spottend. “En toch staan ze er gewoon! Luister, ik begrijp jullie punten, maar laten we even niet vergeten dat deze jongens dit seizoen bijna alles gewonnen hebben tot nu toe. Tot Kerst zijn ze oppermachtig geweest in de Eredivisie. Zes punten voor op Ajax, vijf punten op AZ. Ze spelen gewoon fantastisch!” Kenneth wreef nadenkend over zijn kin. “Daar zeg je wat. Ze doen het inderdaad goed in de Eredivisie. Maar… dat is de Eredivisie, hè? Die Champions League-wedstrijden zijn van een andere orde. Kijk, ze wonnen inderdaad van Real Madrid, dat moet ik toegeven. Kento scoorde twee keer en Ouaissa deed het óók goed. Zo'n energie kunnen opbrengen in de laatste minuut, zo'n goal scoren... Dat was echt indrukwekkend, maar hoeveel van die prestaties zijn duurzaam?” Leo grijnsde. “Dat NEC die Real Madrid-wedstrijd wint met 3-2, dat is knap. Maar Real zat toen ook niet in hun sterkste fase, laten we wel wezen. En die winst tegen Young Boys, ja, mooi dat Weiper tweemaal scoort en Nypan erbij komt. Het was een solide overwinning, maar dan… Besiktas verslaan met 1-0, dat is een magere score. Ik bedoel, NEC speelt goed, maar als ze écht tegenstanders als Bayern en Milan willen verslaan… er is een groot verschil tussen de Eredivisie en die Europese top.” Fresia keek Leo aan met opgetrokken wenkbrauwen, haar glimlach ongedwongen. “Maar Leo, is het niet gewoon indrukwekkend dat ze staan waar ze nu staan? Ze zijn zevende in de Champions League, dat is toch fantastisch voor een ploeg als NEC? En die kerstdagen, dat wordt genieten voor ze. Ze hebben alles om het seizoen goed af te sluiten.” Milan knikte weer en richtte zich tot Kenneth. “Kenneth, je bent sceptisch, dat weten we nu. Maar denk je niet dat er iets is veranderd in de mentaliteit van deze ploeg onder Iversen?” Kenneth keek Milan aan, zijn ogen fonkelend van geduld en nuance. “Oké, luister. Iversen heeft NEC een nieuwe energie gegeven, dat klopt. Ze winnen wedstrijden die ze misschien een paar jaar geleden nooit gewonnen zouden hebben. En ja, die resultaten in de Eredivisie zijn meer dan degelijk. Ze spelen aanvallend, dat verdient lof. Maar mijn punt blijft: in de Champions League zijn ze geen favoriet. Ze moeten naar AC Milan, naar Bayern München. Als ze daar iets willen halen, moeten ze fysiek sterker worden en slimmer spelen. Ik gun het ze, echt waar, maar ik heb er gewoon twijfels bij.” Leo schudde zijn hoofd, half lachend, en stak zijn hand op alsof hij iets wilde toevoegen. “Laat me duidelijk zijn: NEC heeft onder Iversen een knappe transformatie ondergaan. Die kerel weet wat hij doet, en zijn team speelt aantrekkelijk voetbal. Maar dat neemt niet weg dat het een jong team is, onervaren. Dat kan de grootste kracht zijn, maar ook de achilleshiel. We kunnen allemaal hopen, maar realistisch gezien moeten we niet te veel verwachten.” Fresia zuchtte en keek de mannen uitdagend aan. “Jullie zijn zo sceptisch! NEC heeft dit seizoen tot Kerst bijna alles gewonnen in de Eredivisie, ze staan bovenaan en ze laten keer op keer zien dat ze een vechtersmentaliteit hebben. Wie zegt dat ze geen kans maken tegen AC Milan of Bayern? Dit is voetbal, er kan van alles gebeuren.” Milan glimlachte naar Fresia, dankbaar voor het optimisme in het gesprek. “Dat is een mooie gedachte, Fresia. Ik denk dat veel fans hopen dat je gelijk hebt.” Hij keek de camera in, breed glimlachend. “De tijd zal het leren. Laten we hopen dat NEC ons blijft verrassen. Het wordt in ieder geval een spannende periode. We zien elkaar in het nieuwe jaar!” De muziek startte in, ESPN schakelde door naar de laatste wedstrijd voor de kerstdagen, maar de gesprekken tussen de analisten bleven geanimeerd doorgaan, zelfs nadat de camera’s stopten met draaien.
  7. In de vorige post lazen jullie dat Alex er warmpjes bij zat tijdens Kerstmis, maar hoe heeft dit zover kunnen komen? De start van het seizoen was niet per sé om over naar huis te schrijven. Wat is er in de maanden voorafgaand aan kerst veranderd? Stress vliegt hen om de oren Het was een vroege maandagochtend toen de selectie van NEC zich verzamelde op Schiphol voor hun vlucht naar Noorwegen. Iedereen was gespannen, want overwinning op Bodø/Glimt zou een cruciale stap zijn in hun Europese campagne. De sfeer was geladen met een mengeling van anticipatie en zenuwen. Alexander Iversen stond aan het hoofd van de groep, met zijn rustige doch strenge blik die altijd een bepaalde mate van discipline uitstraalde. Hij wist echter dat dit team, ondanks hun ervaring, nog steeds bestond uit jonge spelers voor wie dit soort reizen bijzonder waren – en stressvol. Op weg naar de incheckbalie ging er meteen al van alles mis. Kento Shiogai ontdekte tot zijn afgrijzen dat hij zijn paspoort kwijt was. Zijn gezicht werd lijkbleek toen hij zijn tas binnenstebuiten keerde, terwijl zijn teamgenoten in een cirkel om hem heen stonden, net zo bezorgd. "Kento, blijf rustig. We lossen dit op," zei Alexander, die zelf probeerde kalm te blijven ondanks de stijgende druk. Uiteindelijk vond Kento het paspoort, onderin een vakje van zijn trainingsjack. Zijn opluchting was bijna tastbaar. Terwijl ze zich door de beveiligingscontrole begaven, liep het volgende probleem op hen af: Miguel Lopes en Weiper ontdekten dat hun koffers niet met de rest van de bagage waren meegekomen. Een medewerker van de luchtvaartmaatschappij vertelde hen dat de koffers waarschijnlijk nog bij de incheckbalie stonden en dat ze wellicht niet op tijd zouden arriveren. "Dit meen je niet…" mompelde Weiper gefrustreerd, terwijl hij zijn handen door zijn haar haalde. Lopes keek nerveus naar Alexander, die de situatie met een gefronste blik observeerde. Hij schudde zijn hoofd, probeerde zijn irritatie in te slikken en richtte zich tot de spelers: "Laten we nu focussen op de reis. Zonder die koffers redden jullie het ook wel. Vooruit, doorlopen." Ze vervolgden hun weg naar de gate, maar de sfeer was duidelijk gespannen. De gesprekken onderling waren gefragmenteerd en kortaf, spelers keken om zich heen in de hoop dat de verloren koffers alsnog zouden opduiken, maar ze wisten dat dit niet het geval was. Iversen probeerde de sfeer een beetje te verbeteren door met wat grapjes de aandacht af te leiden, maar het mocht niet baten. Toen ze eindelijk bij de gate aankwamen, moesten ze meteen instappen. In het vliegtuig hing er een vermoeide, prikkelbare sfeer. Kento had zijn muziek op maximaal volume staan en zat met zijn ogen gesloten, duidelijk nog geërgerd door de eerdere chaos. Naast hem zat Sverre, die rusteloos in zijn stoel zat te wiebelen en zijn been ongeduldig heen en weer bewoog. Weiper was verdiept in een tijdschrift, maar staarde al snel verveeld uit het raam. Fredrik Smits, die ook mee was om Iversen te ondersteunen, probeerde de groep moed in te praten. "Heren, dit hoort erbij," zei hij met een halve glimlach. "Wees blij dat jullie nog niet met de bus hoeven – dit is nog luxe." Een paar jongens lachten zwakjes, maar het ongemak was voelbaar. Na een vlucht van enkele uren landden ze in het grauwe en koude Bodø. De temperatuur was een onaangename verrassing, want ondanks dat het nog maar oktober was, voelde het hier al als winter. Bij de uitgang van het vliegveld stond een bus te wachten, waarvan de chauffeur hen met een nors gezicht begroette. Het team stapte in, hun adem veranderde in witte wolkjes in de kille lucht. Toen de bus eindelijk vertrok, was het landschap buiten een eindeloze, woeste uitgestrektheid van rotsen, met de zee in de verte, donker en dreigend. Het gaf een surrealistische sfeer aan de reis en de spelers zaten stil, elk in hun eigen gedachten verzonken. Eenmaal aangekomen bij het hotel, hoopten ze wat rust te vinden, maar de problemen bleven zich opstapelen. Bij de receptie ontstond er verwarring over de kamerverdeling. Het personeel leek niet op de hoogte te zijn van de boeking, en het duurde een eeuwigheid voordat alles eindelijk geregeld was. Alexanders geduld werd danig op de proef gesteld. Hij liep heen en weer door de lobby, zijn gezicht strak en zijn kaken gespannen. "Is dit allemaal echt nodig?" vroeg hij scherp aan de receptionist, die nerveus knikte en verontschuldigingen stamelde. Uiteindelijk kregen ze hun kamers toegewezen, maar de frustratie was duidelijk merkbaar bij iedereen. Fredrik, die de spelers wilde opvrolijken, besloot om met enkele van de jongens naar de lounge te gaan en daar wat snacks te halen. "Kom op, een hapje eten doet wonderen," zei hij terwijl hij Hansen en Sano aanspoorde om hem te volgen. In de lounge zat de groep stil aan een tafel, met een bord vol Noorse gerechten voor zich, maar de stemming was lauw. Sontje Hansen, die normaal altijd het hoogste woord had, was stil. Hij prikte in zijn eten, zijn gedachten duidelijk ergens anders. "Wat is er, Sontje?" vroeg Fredrik. Hansen haalde zijn schouders op. "Ik weet het niet, man. Gewoon... alles. Die reis, die verloren koffers en nu dit hotelgedoe. Het voelt alsof niets vandaag goed gaat." Fredrik knikte begrijpend. "Ik snap het. Maar luister, dit soort dagen zijn er ook. En weet je, dit zijn vaak de dagen die je uiteindelijk sterker maken." Hansen keek hem even aan, en ondanks zijn bezorgdheid was er een twinkeling van herkenning in zijn ogen. "Ja, misschien heb je gelijk." Ondertussen zat Alexander op zijn hotelkamer met de wedstrijdnotities voor hem uitgestald op het bed. Hij voelde de stress van de afgelopen uren in zijn schouders en probeerde zich te focussen op de tactische voorbereidingen voor de wedstrijd van morgen. De deur ging zachtjes open en Fredrik stapte binnen. "Hoe gaat het, Alex?" vroeg hij. Alexander zuchtte en liet de notities zakken. "Om eerlijk te zijn? Dit is niet de voorbereiding die ik voor ogen had. De jongens voelen de druk en dat merk ik aan alles." Fredrik zette zich neer op een stoel en knikte. "Maar ze kijken naar jou. Als jij kalm blijft, blijven zij dat ook. Ze hebben vertrouwen in je, Alex." Alexander glimlachte flauwtjes. "Laten we hopen dat dat vertrouwen morgen in drie punten resulteert." De volgende ochtend, na een gebroken nachtrust, stond de groep vroeg op om naar het stadion te gaan. De lucht was grijs en de kou beet door hun kleding heen terwijl ze in de bus naar het stadion reden. Alexander liep langs de rijen stoelen, sprak iedereen kort toe en herhaalde de instructies die hij de avond ervoor had voorbereid. Bij aankomst in het stadion, een klein en intiem veld omringd door de imposante bergen van Noorwegen, merkte hij hoe de spanning van de reis langzaam wegsmolt. Ze waren er klaar voor. De mannen keken naar hun trainer, en in die blik was een hernieuwd vertrouwen zichtbaar. Het vliegveldgezeur, de verloren koffers, het hotelgedoe – alles viel even weg. Nu was het tijd om te laten zien wat ze konden.
  8. 'Freddie' De regen tikte tegen de ramen van het huis van Alexander, lange, dunne lijnen die hun weg vonden langs het glas, alsof ze haast hadden om naar beneden te glijden. Binnen was het warm en behaaglijk, met de geur van kaneel en versgebakken koekjes die de keuken vulde. Het was een zaterdagochtend in december, een zeldzaam moment van rust voor Alexander. Aan de grote houten eettafel zat hij samen met Luna, zijn vierjarige dochter, die net druk bezig was haar vingers door een berg van gekleurde legoblokjes te laten glijden. Luna was een energiek, nieuwsgierig meisje met een gulle glimlach en een twinkel in haar ogen, precies zoals haar moeder. Vandaag had ze een pluizige rode trui aan met een grote sneeuwvlok op de borst, een favoriet, die ze met Kerstmis elk jaar weer wilde dragen. Alexander keek naar haar en voelde een warmte in zijn borst die hij niet anders kon omschrijven dan geluk. Zijn leven als trainer was hectisch en vol uitdagingen, maar momenten als deze maakten alles de moeite waard. Het was een van die zaterdagochtenden waarop zijn telefoon op stil stond en al het werk even opzij was gezet, puur om samen te kunnen zijn met zijn dochter. Op dat moment ging de deurbel, een korte, indringende onderbreking van hun rust. Luna keek nieuwsgierig op, haar hoofdje kantelde speels terwijl Alexander opstond om de deur te openen. Toen hij de deur opendeed, stond Fredrik Smits daar, een brede glimlach op zijn gezicht en een grote zak in zijn hand waar vrolijke kerstlichtjes uitstaken. Fredrik was meer dan alleen een assistent-trainer voor het onder-19 team van NEC; hij was Alex' beste vriend, al sinds hun schooltijd. Sinds de hereniging tussen de twee, was Fredrik als een tweede vader voor haar geworden, een bron van grappen en avonturen. “Hee, kerel! En kijk eens wie we hier hebben!” zei Fredrik terwijl hij naar Luna knipoogde en de tas met kerstdecoraties omhoog hield. “Iemand hier klaar voor een vroege kerstversiering?” Luna sprong van haar stoel en rende naar de deur. "Freddie!" riep ze vrolijk en Fredrik knielde neer om haar een knuffel te geven. Ze klemde haar armen stevig om zijn nek. Alexander glimlachte terwijl hij toekeek. “Kom binnen,” zei hij en gaf Fredrik een klop op zijn schouder terwijl die naar binnen stapte. “Hoe kon ik jullie eerste kersttraditie ooit vergeten, hè?” zei Fredrik met een knipoog naar Luna, die hem met grote ogen aankeek. "Zullen we de woonkamer helemaal mooi maken, zodat het lijkt op een kerstparadijs?" Luna knikte enthousiast en trok Fredrik al half richting de woonkamer, haar ogen sprankelend van blijdschap. De twee mannen begonnen rustig te praten, terwijl Luna zich op de grond nestelde tussen de kerstversieringen en zelf alvast begon met het uitzoeken van de slingers. De woonkamer vulde zich langzaam met het gezellige geluid van decoreren, kerstlichtjes die aangingen en het ritselen van cadeaupapier. “Hoe gaat het bij de jeugd?” vroeg Alexander, terwijl hij een kerstbal van Fredrik aanpakte en aan de boom hing. De jeugdploeg van NEC stond onder leiding van Jimmy van Fessem, met Fredrik als zijn rechterhand. Sinds NEC in de Youth League speelde, was het team in contact gekomen met talenten uit heel Europa, een kans die voor de jonge spelers net zo opwindend was als uitdagend. Fredrik lachte schamper. "Het gaat…. Die wedstrijd tegen Anderlecht was pittig, maar de jongens leerden er veel van. En de wedstrijd tegen Bodø/Glimt, tja, die had beter gekund. Maar weet je, Alex, ik zie steeds meer potentie in dat team. Vooral die Kristinn. Die jongen heeft iets speciaals, een soort flair die ik al lang niet meer heb gezien op die leeftijd.” Alexander knikte, met een nadenkende blik. Hij wist hoe belangrijk die competitie was voor de jeugdspelers en hij waardeerde Fredriks rol daarin. Luna, ondertussen, keek naar hen met haar hoofd schuin, luisterend naar de zware stemmen van haar vader en Fredrik terwijl ze de slingers voorzichtig uit de zakken haalde. "Papa," vroeg ze uiteindelijk, met een frons die bijna net zo geconcentreerd was als die van Alex op het veld. "Wat is Youth League?" Fredrik grijnsde en ging naast haar zitten. "Dat is een competitie voor de jongste en beste voetballers in Europa, Luna. Misschien speel jij er op een dag ook in," zei hij met een knipoog. Luna keek met grote ogen op naar haar vader. Alexander lachte zachtjes. "Wie weet," zei hij terwijl hij zijn hand door haar haar streek. "Als je net zo goed wordt als Fredrik en ik, zal iedereen van NEC over jou praten." De ochtend vloog voorbij en de woonkamer veranderde langzaam in een winterwonderland, vol lichtjes, sneeuwvlokken en kerstballen. De drie werkten samen als een geolied team, elk met hun eigen rol. Luna vertelde enthousiast verhalen, haar fantasie in volle gang, terwijl Fredrik en Alexander haar af en toe verbaasd en lachend aanhoorden. Toen alles klaar was, gingen ze aan de eettafel zitten, waar Alexander warme chocolademelk met marshmallows had klaargemaakt. Fredrik keek Alexander even aan, zijn ogen ernstig. "Alex, ik wil je iets zeggen," begon hij. “Ik zie hoe je alles combineert – je werk, je team, en Luna. En echt, ik bewonder dat. Ze heeft zoveel geluk dat jij haar vader bent.” Alexander, verrast door de oprechtheid in Fredriks stem, glimlachte verlegen. “Het is zwaar, ja. Soms voel ik me als een elastiek dat te ver is uitgerekt,” zei hij, terwijl hij naar Luna keek, die nu aan het spelen was met de marshmallows in haar beker. “Maar elke dag met haar is het waard. En ik weet dat ik het niet alleen had gekund. Jij bent er altijd, Fred. Bedankt voor alles.” Fredrik klopte Alexander op de schouder, een teken van begrip dat geen verdere woorden nodig had. "Altijd, Alex. Altijd."
  9. Bittere pil De maand september was begonnen met zoveel hoop en verwachtingen voor NEC, maar de realiteit van de strijd op meerdere fronten was zwaar gebleken. Na een veelbelovende start in de competitie en een heldere overwinning op PEC Zwolle, had NEC moeite om hun momentum vast te houden. Toen Alexander Iversen en zijn ploeg arriveerden in Deventer voor de uitwedstrijd tegen Go Ahead Eagles, waren de omstandigheden perfect: een zonnige nazomermiddag, het veld strak gemaaid en de tribunes gevuld met enthousiaste supporters die de sfeer omhoog joegen. Maar de wedstrijd zelf was een teleurstelling. NEC slaagde er niet in om door de compacte verdediging van Go Ahead heen te breken. De bal werd rondgespeeld, kansen werden gecreëerd, maar het laatste stukje finesse ontbrak. Iversen stond langs de zijlijn, zijn handen diep in zijn zakken, zijn ogen scherp gericht op het veld. Zijn kaak stond strak gespannen terwijl hij aanwijzingen riep, maar niets leek te helpen. Het eindigde in een teleurstellende 0-0. Toen de scheidsrechter voor het einde floot, waren de gezichten van de spelers grauw. Ze wisten dat ze niet hadden gebracht wat nodig was. In de kleedkamer was de stilte bijna tastbaar. De lucht was zwaar, de geur van zweet en gras vermengde zich met een lichte nervositeit. Alexander nam even de tijd voordat hij het woord nam en toen hij eindelijk sprak, was zijn toon kalm maar ernstig. "Ik ben teleurgesteld," zei hij, terwijl hij zijn ogen over de gezichten van zijn spelers liet glijden. "Niet omdat we niet hebben gewonnen, maar omdat we niet hebben gespeeld zoals we kunnen. We weten dat we beter zijn dan dit. Het is oké om een moeilijke wedstrijd te hebben, maar we moeten leren om die moeilijkheden te overwinnen. We zullen hier sterker uitkomen, maar dat begint op het trainingsveld. Dit is een les, heren. Laten we ervoor zorgen dat we ervan leren." Er werd geknikt, maar het was duidelijk dat de boodschap aangekomen was. Dit team wist dat er meer van hen verwacht werd, vooral met een zware Champions League-wedstrijd voor de deur. De wedstrijd tegen Newcastle, uit op St. James' Park, was hun kans om te laten zien dat ze zich konden meten met de grote namen in Europa. Maar ook die hoop werd de bodem ingeslagen. Newcastle kwam fel uit de startblokken en NEC werd overrompeld door het tempo en de fysieke kracht van de Engelse ploeg. De verdediging werd onder druk gezet en al snel stond het 2-0 voor de thuisploeg. Alexander probeerde vanaf de zijlijn zijn team bij elkaar te houden, zijn stem schor van het roepen. Toen Kodai Sano in de 67e minuut een glimp van hoop gaf door een prachtige goal te maken vanuit een snelle counter, juichte Alexander uitbundig. Hij balde zijn vuisten en riep naar zijn ploeg om de druk op te voeren, maar een derde doelpunt van Newcastle maakte een einde aan die droom. De 1-3 eindstand was bitter. NEC had gevochten, maar kwam tekort. De terugreis naar Nederland was stil. Veel spelers hadden oordopjes in, verloren in hun eigen gedachten. Alexander zat vooraan in de bus, zijn laptop op schoot terwijl hij de beelden van de wedstrijd terugkeek, met een frons op zijn voorhoofd. Hij maakte aantekeningen, maar liet zijn blik af en toe langs de rijen stoelen glijden. De jonge gezichten om hem heen hadden moeite om deze ervaring te verwerken. Terug in Nijmegen, tijdens de eerste training na de nederlaag, zette Alexander hen weer aan het werk. Hij had één boodschap: "Ja, we hebben verloren. Maar het gaat niet alleen om winnen. Het gaat om vechten, het gaat om laten zien dat je hier hoort. We zijn nog niet waar we willen zijn, dat is duidelijk. Maar dat betekent niet dat we opgeven. We hebben nog een lange weg te gaan, en dat begint hier. Het begint vandaag." De volgende wedstrijd, thuis tegen RKC Waalwijk, voelde als een kans op verlossing. NEC speelde met flair, energie en vastberadenheid. Vanaf de eerste minuut was duidelijk dat er maar één ploeg was die deze wedstrijd wilde winnen. De bal ging snel rond, de aanvallen waren vloeiend en Sontje Hansen ontpopte zich tot de held van de avond. In de 23e minuut draaide hij weg van zijn verdediger en schoot hij beheerst de bal langs de doelman: 1-0. De ontlading was groot, de tribunes juichten en Alexander klapte tevreden langs de zijlijn. Toen Hansen twintig minuten later opnieuw scoorde, voelde het alsof er een last van de schouders van het team werd gehaald. De 5-1 overwinning, met verdere doelpunten van Kodai Sano, Jenson Seelt en de jonge Amar Pasic, was precies wat NEC nodig had om de donkere wolken weg te blazen. In de kleedkamer na afloop was de sfeer opgelucht, lachend en juichend. Alexander wachtte tot de emoties wat bedaard waren voordat hij het woord nam. Hij stond voor zijn ploeg, zijn handen op zijn heupen, en keek rond. "Ik ben trots op jullie," zei hij, met een brede glimlach. "Dit is de energie die we moeten hebben. Dit is de manier waarop we moeten spelen. Maar laten we niet vergeten waar we vandaan komen. Deze maand was moeilijk, en dat zullen we niet wegwuiven. Er zijn lessen die we nog steeds moeten leren en er is werk te doen. Als we willen blijven groeien, moeten we dit elke week laten zien." De spelers knikten, opgelucht en vastberaden. Ze wisten dat oktober weer nieuwe uitdagingen zou brengen, waaronder de wedstrijden in de Champions League. Realistisch gezien was het moeilijk voor te stellen dat NEC door de groepsfase zou komen. Met tegenstanders als Real Madrid, AC Milan en Bayern München voor de boeg, waren de verwachtingen laag. Maar dat betekende niet dat ze niet zouden vechten. "We zullen blijven vechten," herhaalde Alexander, alsof hij hun gedachten kon lezen. "Of we nu winnen of verliezen, we laten zien wie we zijn. We laten zien dat we hier thuishoren. Wij zijn NEC, de trots van Nijmegen!" Die avond, toen de lichten op het trainingsveld gedoofd waren en de spelers naar huis gingen, bleef Alexander nog even achter op zijn kantoor. Hij zette een kop koffie, sloeg zijn notitieboek open en begon plannen te maken voor de komende weken. Het was nog maar september, maar hij wist dat dit seizoen al vol zat met lessen en uitdagingen. Terwijl hij over het veld staarde vanuit zijn raam, zag hij een aantal van zijn jongere spelers nog wat extra oefenen. Hij glimlachte. De toekomst van NEC zag er misschien zwaar uit, maar hij wist dat deze ploeg de potentie had om te groeien, om sterker te worden. Dat gaf hem hoop voor wat er nog zou komen.
  10. Fred Het nieuwe seizoen 2027-2028 was nog maar net van start gegaan, maar de toon was al gezet door NEC. Na een indrukwekkende voorbereiding en een overtuigende winst in de Johan Cruyff Schaal tegen PSV, waarin de Nijmegenaren hun dominantie opnieuw bevestigden met een 2-1 overwinning, stroomde het vertrouwen door de selectie van Alexander Iversen. De voorbereiding op de competitie had zijn vruchten afgeworpen: met vier wedstrijden achter de rug stond NEC fier bovenaan de ranglijst. Tien punten uit vier wedstrijden, zestien doelpunten voor en slechts drie tegen. De aanvallende kracht van het team bleek formidabel, met klinkende overwinningen als de 4-1 tegen TOP Oss en Feyenoord en de bizarre 7-0 overwinning op AZ, waarin de vechtlust van de ploeg duidelijk werd. De spelers genoten van de successen en de positieve sfeer hing voelbaar op het trainingscomplex. De euforie was er, maar Iversen was niet iemand die zich liet verblinden door een goede reeks resultaten. Hij wist dat de echte test nog moest komen. Met een cruciale Champions League-wedstrijd op het programma tegen Liverpool, een van de Europese giganten, veranderde de stemming langzaam van ontspannen naar geconcentreerd. Na de overtuigende 3-1 overwinning op PEC Zwolle richtten de blikken zich op Anfield. De dagen voorafgaand aan de reis naar Engeland waren gevuld met intensieve trainingen en tactische besprekingen. Het was een frisse, heldere dag toen de spelers het veld betraden voor hun laatste sessie in Nijmegen. Alexander stond in het midden, strak in zijn trainingspak en leidde de sessie met een rustige maar vastberaden toon. Terwijl de aanvallers drills deden op afwerken en de verdediging oefende op het snel omschakelen, liep hij rond, sprak hij met spelers, gaf hij aanwijzingen en moedigde hij ze aan. De jonge Japanse middenvelder Kodai Sano trok even aan zijn mouw tijdens een korte pauze. “Coach, denk je dat we klaar zijn?” vroeg hij, zijn stem een mengeling van opwinding en bezorgdheid. Alexander glimlachte en legde een hand op zijn schouder. “Kodai, jullie zijn klaar. Het belangrijkste is dat je het spel speelt zoals je altijd doet. We weten dat Liverpool sterk is, maar wij kunnen dat ook zijn. Speel zonder angst.” Het was een boodschap die hij aan iedereen wilde meegeven: deze wedstrijd zou niet gaan over bewondering voor de tegenstander, maar over het tonen van hun eigen kracht. De reis naar Liverpool was een ervaring op zich. Voor velen in de selectie was het de eerste keer dat ze in een van de meest iconische stadions van Europa zouden spelen. In de bus naar het hotel was het stil; de spanning was voelbaar, maar er was ook een zekere vastberadenheid in de ogen van de spelers. Iedereen wist wat er op het spel stond. Ze reden langs de Mersey River, de contouren van Anfield al zichtbaar in de verte, als een stille belofte van wat hen te wachten stond. Op de avond van de wedstrijd, toen de bus het terrein van Anfield opreed, keken de spelers uit de ramen en zagen ze een zee van rode sjaals en vlaggen. Supporters stonden te zingen, te juichen, en het geluid dat door de straten galmde was overweldigend. Terwijl ze uitstapten, probeerde Iversen kalm te blijven en dezelfde rust uit te stralen die hij altijd deed. Maar zelfs hij kon het gevoel niet onderdrukken dat dit een van de grootste momenten was in zijn carrière bij NEC. Toen ze het veld op liepen voor de warming-up, werden ze begroet door een oorverdovende sfeer. De lichten van Anfield verlichtten het veld en het legendarische "You'll Never Walk Alone" weerklonk door het stadion. De gezichten van de spelers van NEC waren strak van concentratie, maar hier en daar zag je de opwinding en de kleine glimlachjes die verrieden hoe speciaal dit moment was. De wedstrijd begon stroef voor NEC. Liverpool zette vanaf het begin druk, en al snel werd duidelijk waarom ze een van de favorieten waren in de Champions League. In de 18e minuut brak Mohamed Salah door de verdediging en schoof de bal langs Roefs. Iversen sprong van de bank, schreeuwde instructies naar zijn team, probeerde ze opnieuw te organiseren, maar de intensiteit van Liverpool was overweldigend. Mac Allister, met zijn behendigheid en inzicht, breidde de score uit met twee goals kort na rust. NEC vocht, probeerde de druk te weerstaan en creëerde af en toe kansen via snelle uitbraken van Kento en Sverre Nypan, maar de kloof was te groot. Toen het eindsignaal klonk, stonden de cijfers op het bord: 3-0. Een harde les voor de jonge ploeg. Na de wedstrijd in de kleedkamer was de sfeer bedrukt. Alexander sprak zacht, maar duidelijk. “Kijk om je heen,” begon hij, zijn stem vastberaden. “Het is niet makkelijk om hier te verliezen en dat voel ik net zo goed als jullie. Maar dit is waar we van leren. Het is maar één wedstrijd. Wat belangrijk is, is hoe we hierop reageren. We hebben laten zien dat we hier horen, ook al zegt de score iets anders.” Een paar dagen later, terug in Nijmegen, stond Alexander in zijn kantoor. Het was er rustiger dan normaal, de gordijnen waren half dicht, de zon scheen zwakjes door het raam. Hij zat achter zijn bureau toen Fredrik binnenkwam, zijn oude vriend en nu assistent van de Onder-19. Fredrik had net zijn eerste wedstrijden in de Youth League achter de rug, met gemengde resultaten. Hij had een lichte glimlach op zijn gezicht, maar zijn ogen waren vermoeid. “Hé Alex,” zei hij, terwijl hij een stoel naar achteren trok en ging zitten. “Je had het vast niet makkelijk tegen Liverpool, hè?” Alexander glimlachte en haalde zijn schouders op. “Het was pittig, ja. Maar ik maak me meer zorgen om hoe we hier verder mee omgaan. En hoe gaat het met jou? Hoe waren de wedstrijden?” Fredrik zuchtte en leunde achterover. “Het was… intens. We speelden 2-2 tegen Anderlecht. Een sterke ploeg, fysiek en technisch. Amar Pasic was weer fantastisch. Hij beheerst het spel als geen ander, en hij begint echt op te vallen. Maar Bodø/Glimt… dat was anders. Ze speelden met een snelheid en fysiek waar onze jongens moeite mee hadden, en we verloren 0-1. Het voelde alsof we niet helemaal klaar waren voor dat soort intensiteit.” Alexander luisterde aandachtig, knikte, en leunde naar voren. “Fredrik, dit zijn dezelfde lessen als die wij leren. Het gaat niet alleen om winnen, het gaat om groeien. Je jongens hebben tegenstanders gehad die ze uit hun comfortzone haalden. Dat is waardevol. En KRistinn, als hij zich zo blijft ontwikkelen, kan hij binnenkort bij de eerste ploeg komen.” Fredrik glimlachte breed, opgelucht door de bemoedigende woorden van zijn vriend. “Dat zou iets zijn, hè? Om hier op te klimmen. Het voelt als een droom, Alex, om dit mee te maken. Dank je wel, dat je me hier hebt binnengehaald.” Alexander stond op, liep naar de kast en schonk twee glazen whisky in. Hij gaf er een aan Fredrik en hief het glas. “Op meer van dit soort momenten. We zijn pas net begonnen, Fred.” De glazen tikten zachtjes tegen elkaar, een klein geluid dat bijna verloren ging in de stilte van de kamer, maar vol betekenis. Terwijl de zon onderging buiten, spraken ze verder over het seizoen, de uitdagingen die hen te wachten stonden, en de dromen die ze samen wilden waarmaken.
  11. Hand in Eigen Boezem De handtekeningen waren gezet. Fredrik keek naar de stapel papieren voor hem op het houten bureau van het trainingscomplex, zijn ogen glanzend van opwinding en ongeloof. Het was officieel: hij was nu assistent-trainer van de onder-19 van NEC. Alexander Iversen zat aan de andere kant van het bureau, zijn mondhoeken opgetrokken in een warme, tevreden glimlach. Hij leunde achterover in zijn stoel, zijn handen achter zijn hoofd gevouwen. Voor hem was dit een van de mooiste momenten sinds hij hoofdtrainer was geworden; hij had zijn jeugdvriend een kans kunnen geven, waarvan hij nooit had durven dromen dat hij dat zou kunnen. “Het is echt gebeurd, hè?” zei Fredrik, bijna fluisterend, alsof hij zichzelf moest overtuigen. Hij legde zijn handen op de tafel, liet ze even rusten op de stapel contracten en keek Alex recht in de ogen. “Dit... dit betekent zoveel voor me, Alex. Ik had nooit gedacht dat ik hier zou zitten en al helemaal niet dankzij jou.” Alex leunde naar voren, legde zijn hand stevig op Fredriks schouder en kneep er, wederom, zachtjes in. “Je hebt dit zelf gedaan, Fredrik. Je hebt ervoor gewerkt, cursussen gevolgd, de tijd erin gestoken. Ik heb alleen maar geholpen om de deur op een kier te zetten.” Zijn stem klonk vastberaden, met een vleugje emotie. “Ik weet hoeveel passie je hebt en ik weet dat je de jeugd hier iets bijzonders kunt bijbrengen. Daarom wilde ik dat je erbij kwam.” Fredriks ogen werden vochtig. Hij knipperde snel om zijn tranen weg te vegen, maar hij kon een brede glimlach niet onderdrukken. “Je hebt geen idee hoeveel dit voor me betekent, Alex. Ik was altijd het stille jongetje dat nooit wist wat hij wilde, maar nu... nu heb ik een doel. En dat heb jij me gegeven.” Zijn stem brak even, maar hij herpakte zich snel. “Ik zal je niet teleurstellen.” De twee stonden op en Alex omhelsde zijn vriend stevig. “Dat weet ik, Fredrik. We gaan iets moois bouwen hier, samen met de rest.” Ze lieten elkaar los en Fredrik haalde diep adem. “Nou, als het dan toch officieel is,” zei hij met een speelse grijns, “dan lijkt het me hoog tijd om dit te vieren. Vanavond, jij en ik, De Tempelier. De drankjes zijn op mij.” Die avond zaten ze samen in de hoek van De Tempelier, een knusse, bruine kroeg in het centrum van Nijmegen. Fredrik kwam terug van de bar met twee volle glazen bier en zette ze voor hen neer op de tafel. “Op ons,” zei hij, terwijl hij zijn glas hief. “En op alles wat we gaan bereiken.” Alex tikte zijn glas tegen dat van Fredrik. “Op NEC,” zei hij simpelweg, maar er zat een belofte in zijn stem, een belofte van meer dan alleen overwinningen. Ze namen een slok en lieten de koude, bittere smaak even inwerken voordat ze weer spraken. “Dus,” begon Fredrik, terwijl hij het schuim van zijn lippen veegde, “hoe zie jij de toekomst voor je? Voor NEC? En voor jezelf?” Zijn ogen waren nieuwsgierig, maar er was ook een serieuze ondertoon, alsof hij wilde weten of dit avontuur echt was, of slechts een tussenstation voor Alex. Alex keek naar zijn glas, draaide het langzaam rond in zijn handen en dacht even na. “Ik wil dat NEC de club wordt die iedereen kent om zijn jeugdopleiding. Niet alleen een club die af en toe een paar talenten doorbreekt, maar een club die elk jaar spelers opleidt die overal kunnen schitteren, hier of elders. Ik wil dat we een basis leggen waar we op kunnen blijven bouwen, een fundament dat niet zomaar verdwijnt.” Hij keek op, zijn ogen glanzend van ambitie. “En ik wil dat we dit doen zonder onze identiteit te verliezen. Geen snelle successen kopen, maar echt iets opbouwen.” Fredrik knikte langzaam, alsof hij de woorden van Alex probeerde op te nemen en te begrijpen. “Dat klinkt als een plan dat tijd kost,” zei hij, een lichte glimlach spelend om zijn lippen. “Ben je bereid om die tijd te nemen?” “Absoluut,” zei Alex zonder aarzelen. “En daarom was Manchester United ook niet de juiste stap voor mij. Het is verleidelijk, natuurlijk, maar daar bouw je niets op. Je herstelt, je koopt, je wint. Hier... hier creëer je iets. En ik wil iets creëren.” Fredrik’s glimlach werd breder. “Dat is precies waarom ik je zo bewonder, Alex. Je bent geen man van de kortetermijnsuccessen. Jij kijkt verder, en dat inspireert niet alleen mij, maar ook die jonge jongens op het veld. Ze zien dat, ze voelen dat, en daarom willen ze alles voor je geven.” Hij nam nog een slok van zijn bier, en zijn ogen kregen een zachtere uitdrukking. “Ik ben trots op je, weet je dat? Ik heb het misschien nooit gezegd, maar het feit dat je zo ver bent gekomen, dat je niet bent veranderd... dat betekent veel.” Alex voelde zijn keel dichtknijpen. Hij was nooit iemand geweest die goed was in het uiten van zijn emoties, maar Fredriks woorden raakten hem. “Dank je, Fredrik. Dat betekent meer voor me dan je misschien denkt.” Hij legde zijn hand op Fredriks arm, als een manier om te zeggen wat hij met woorden niet kon uitdrukken. “En nu ben jij hier. Samen gaan we ervoor zorgen dat die jeugd het beste uit zichzelf haalt. Dat beloof ik je.” Ze praatten verder, hun gesprek werd lichter naarmate de avond vorderde en de glazen zich ophoopten op hun tafel. Ze lachten om oude herinneringen, haalden anekdotes op van hun tijd op de basisschool en spraken over de toekomst, niet alleen van NEC, maar ook van henzelf. Fredrik vertelde over de twijfels die hij had gehad toen hij zijn trainerscursus begon, hoe hij bang was geweest dat hij niet goed genoeg zou zijn. “Maar toen ik jou daar zag, op dat veld, je jongens aanmoedigend, ik dacht... waarom zou ik het niet proberen? Misschien kan ik ook iemand helpen, zoals jij doet.” Alex luisterde aandachtig, zijn ogen scherp, maar vol warmte. “Je gaat het geweldig doen, Fred. Ik geloof in je en dat zal ik blijven doen. Het feit dat je de stap hebt durven nemen, dat toont al aan dat je de juiste mentaliteit hebt.” De uren vlogen voorbij en tegen de tijd dat ze naar buiten strompelden, voelden ze de warmte van het bier in hun aderen en de vriendschap in hun harten. Ze bleven even staan onder de sterrenhemel, de straat rustig en leeg om hen heen. Alex sloeg een arm om Fredrik heen, een beetje onvast door de drank, maar oprecht. “Bedankt voor vanavond, vriend,” mompelde hij. “Dit had ik nodig.” Fredrik glimlachte, leunde even tegen Alex aan. “Het is niets, Alex. Jij hebt zoveel gedaan voor mij. Dit was het minste wat ik kon doen.” Ze bleven nog even staan, de koele nachtwind om hen heen, voordat ze langzaam hun eigen weg naar huis vonden. Maar terwijl ze wegliepen, wisten ze allebei dat deze avond meer was dan alleen een viering van een nieuwe baan. Het was een bevestiging van iets groters, een band die sterker was geworden en een toekomst die ze samen wilden bouwen, voor zichzelf en voor NEC.
  12. Tabloids: Waarheid of Waanzin? Daar waar het seizoen van NEC scheen als felle zonnestralen, was het nu een aardedonkere ochtend. Donkere wolken hingen laag, alsof ze de warmte van de zomerdag gevangen hielden en het dorp in een verstikkende greep namen. Het was een zaterdagochtend, en Alexander stond voor het huis van zijn vader. Hij keek omhoog naar de gevel die er, op wat vers afgebladderde verf na, precies hetzelfde uitzag als in zijn jeugd. Het gaf hem een gevoel van veiligheid, een ankerpunt na alle turbulente weken waarin zijn naam door de Engelse tabloids werd gegooid. Binnen was de sfeer knus. De gordijnen hielden het licht van de straatlantaarns net buiten, terwijl er een zachte geur van vers gezette koffie door het huis trok. Zijn vader zat in zijn gebruikelijke fauteuil, een comfortabele stoel die inmiddels de contouren van zijn lichaam had aangenomen. Zijn zus zat op de bank met haar benen onder zich gevouwen, haar ogen scherp en geïnteresseerd. Alex nam plaats op een houten stoel aan de keukentafel, het meubelstuk waar ontelbare gesprekken waren gevoerd en beslissingen werden genomen. "Nou, jongen," begon zijn vader, terwijl hij zijn koffie voorzichtig roerde, "heb je er al uit kunnen komen?" Zijn stem was rustig, maar zijn ogen verraadden een lichte bezorgdheid. De vraag hing in de lucht als een zwaard dat nog moest vallen. Alex leunde achterover, zuchtte en staarde even uit het raam naar de tuin, waar de oude schommel nog steeds aan de boom hing. "Manchester United, hè?" zei zijn zus met een lichte grijns. "Ik bedoel, dat is niet niks. En ik weet hoe erg je altijd een keer naar Engeland wilde." Ze probeerde luchtig te klinken, maar haar nieuwsgierigheid was oprecht. Alex schudde zijn hoofd en liet zijn handen door zijn donkerblonde haar glijden. "Het is inderdaad niet niks," antwoordde hij, met een glimlach die zijn vermoeidheid niet helemaal kon verbergen. "Maar het voelt... niet goed. Ze hebben me veel geboden, maar ik wil niet weg bij NEC. Niet nu." Zijn stem werd zachter en hij keek zijn vader recht aan. "Ik heb hier iets opgebouwd, iets moois. Deze jongens, ze hebben potentie. En ik geloof echt dat we nog iets speciaals kunnen neerzetten." Zijn vader zette zijn kopje neer en vouwde zijn handen in elkaar, zijn blik vastberaden. "Jij moet doen wat goed voelt, Alex. Geld en roem, dat komt en gaat. Maar als je hier gelukkig bent, als je nog werk te doen hebt in Nijmegen, dan moet je dat niet opgeven." Alex knikte langzaam, zijn ogen glanzend. "Het is niet alleen dat. Manchester United... het is een droomclub voor velen, maar niet voor mij. Als ik ooit naar Engeland ga, is het naar Liverpool. Dat weet ik al sinds ik een kind was." Zijn stem brak bijna bij het uitspreken van die woorden. Hij voelde zich ontladen, alsof hij een geheim had gedeeld dat hij al jaren verborgen hield. Zijn zus keek hem aan met een mengeling van verbazing en trots. "Liverpool? Waarom heb je dat nooit eerder verteld?" vroeg ze zachtjes. "Ik weet het niet. Misschien omdat het zo ver weg leek. Alsof het niet echt kon. Maar nu is alles veranderd, en ik weet dat ik daar ooit wil zijn. Maar niet nu." Hij boog voorover, legde zijn handen op de tafel en keek zijn zus en vader indringend aan. "Ik wil blijven werken met Amar, Yassin en Kodai. En die nieuwe jongens uit de jeugd, er zit zoveel potentie in hen. Als ik nu wegga, geef ik dat op. En dat kan ik niet." Ze bleven nog uren praten, maar het voelde voor Alex alsof er een last van zijn schouders was gevallen. De gesprekken waren warm, vol herinneringen aan vroeger en tegen de tijd dat hij weer buiten stond, voelde hij zich lichter. Hij pakte zijn tas op en begon langzaam door zijn oude buurt te lopen. Kinderen speelden op straat, hun stemmen echoënd tussen de huizen en her en der werd hij herkend. Kleine jongetjes en meisjes kwamen op hem af gerend met een verwachtingsvolle blik. "Meneer Iversen! Mag ik een handtekening?" vroegen ze, hun ogen wijd open van opwinding. Alex glimlachte breed en nam de tijd om handtekeningen uit te delen. Hij knielde voor een klein jongetje met een rood-groen-zwart NEC-shirt en schreef zijn naam zorgvuldig op het witte stuk stof van de '9' op de rug. "Blijf oefenen, oké? Misschien speel jij hier over een paar jaar ook," zei hij bemoedigend. "Dat hoop ik, meneer!" antwoordde de jongen, zijn glimlach zo stralend dat Alex er even stil van werd. Hij voelde zijn telefoon in zijn zak trillen, maar besloot het te negeren. Dit moment, deze simpele vreugde, wilde hij even niet onderbreken. Hij liep verder en kwam uiteindelijk uit bij een oud huis, waar een man met een ietwat nerveuze glimlach op de stoep stond. Fredrik, zijn oude vriend van de basisschool, stond daar, zijn handen diep in de zakken van zijn spijkerbroek gestoken. "Lang niet gezien, Alex," zei hij zachtjes, alsof hij zichzelf ervan moest overtuigen dat dit echt gebeurde. "Fred! Hoe is het met je?" Alex liep op hem af en omhelsde hem stevig. Fredrik was altijd een timide jongen geweest, maar er was iets veranderd. Zijn blik was zelfverzekerder, hoewel zijn ogen nog steeds diezelfde bescheidenheid uitstraalden. "Goed," antwoordde Fredrik, en hij haalde zijn schouders op. "Ik werk nu in de IT, maar ik heb iets anders opgepakt. Iets wat jij misschien wel interessant vindt." Hij glimlachte geheimzinnig en liet een korte stilte vallen voordat hij verder ging. "Ik heb een trainerscursus gevolgd." Alex trok zijn wenkbrauwen op, verrast. "Een trainerscursus? Jij?" Hij lachte, niet spottend, maar verbaasd en enthousiast. "Dat is geweldig, Fredrik! Waarom heb je dat gedaan?" Fredrik keek naar de grond, alsof hij zijn woorden zorgvuldig wilde kiezen. "Nou, ik zag jou op tv en het bracht iets bij me naar boven. Ik dacht altijd dat je iets heel bijzonders deed, Alex. En ik vroeg me af, misschien kan ik ook iets betekenen voor jonge spelers, net zoals jij doet. Ik wil niet zeggen dat ik een toptrainer wil worden, maar... ik wil het proberen." Zijn stem was zacht, bijna verlegen, maar de passie die erdoorheen klonk, was onmiskenbaar. Alex legde een hand op Fredriks schouder en kneep er zachtjes in. "Dat vind ik echt fantastisch om te horen. Het maakt niet uit hoe ver je komt, het feit dat je het probeert, dat is alles wat telt." Hij keek Fredrik aan, met een warme blik in zijn ogen. "En wie weet, misschien werk je ooit bij NEC. Er is altijd plek voor mensen met passie." De zon begon langzaam onder te gaan en de straten van Wijchen vulden zich met een zachte, oranje gloed. Alex en Fredrik bleven nog even praten, herinneringen ophalen aan vroeger en dromen delen over de toekomst. Alex voelde zich opnieuw verbonden met zijn verleden, zijn wortels dieper dan ooit verankerd in deze buurt. De keuze om bij NEC te blijven voelde meer dan goed. Het voelde, wederom, als thuiskomen. Helemaal met de hereniging met zijn boezemvriend: Fredrik.
  13. Apotheose van heb ik jou daar Het was een zinderende zondagmiddag, de dag waar iedereen in Nijmegen en Amsterdam naar had uitgekeken. De spanning hing in de lucht alsof er een storm op het punt stond los te barsten. In de studio van ESPN zaten Jan-Joost van Gangelen en Kenneth Perez klaar, gehuld in strak gesneden pakken, met voor hen tafels vol statistieken, papieren en tablets. De studio was sfeervol verlicht, de camera's draaiden geruisloos, de grote schermen op de achtergrond toonden beelden van fans die zich verzamelden in de stadions van Sittard en Almelo. Het was tijd voor de laatste speeldag van het seizoen: alles was nog mogelijk. Voorbeschouwing op ESPN Jan-Joost leunde iets naar voren, zijn ogen oplichtend van opwinding. "Welkom allemaal bij deze absolute apotheose van het Eredivisie-seizoen! We staan op het punt een historisch spannende middag te beleven. NEC en Ajax, beide op 80 punten, vechten vandaag om de titel. Het doelsaldo is in het voordeel van Ajax, dus NEC zal meer punten moeten halen dan Ajax om zich kampioen te mogen noemen." Kenneth Perez knikte instemmend en schoof zijn bril iets verder op zijn neus. "Kijk Jan-Joost, dit wordt een tactisch schaakspel op twee borden. NEC heeft het hele seizoen gevochten, maar het is opmerkelijk dat hun topscorer, Amar Pasic, slechts negen doelpunten heeft gemaakt. Daarentegen scoort Ajax-middenvelder Sivert Mannsverk, vooral dankzij zijn vijf rake penalty’s, maar liefst vijftien keer." Op het scherm verschenen statistieken die de twee teams vergeleken: 84 doelpunten voor beide teams, maar het verschil lag in de defensie. Ajax had slechts 18 tegentreffers gekregen, terwijl NEC er 35 moest slikken. Jan-Joost wees naar het scherm. "Kenneth, als we puur naar deze cijfers kijken, zou je denken dat Ajax het vandaag zou moeten afmaken. Maar voetbal is geen spel van statistieken alleen, vandaag moet alles op het veld gebeuren." De camera zoomde langzaam in op Kenneth, die zijn handen samenbracht alsof hij een gebed deed. "Het kan een spektakel worden. NEC speelt uit tegen Heracles in het Erve Asito, Ajax gaat op bezoek bij Fortuna Sittard. Het wordt zenuwslopend voor beide ploegen en hun fans." Het startschot De camera’s schakelden over naar het Erve Asito, waar NEC-spelers aan het opwarmen waren. Alexander stond langs de zijlijn, zijn blik strak, maar hij had een rustige uitstraling. Hij droeg een donkere trenchcoat en zijn handen waren stevig in de zakken gestoken. Terwijl zijn team zich klaarmaakte, nam hij een moment om over het veld te kijken en het immense belang van de wedstrijd in zich op te nemen. De fluit klonk en de bal ging aan het rollen. De eerste minuten voelden gespannen, maar NEC begon direct fel, alsof ze het lot zelf bij de keel wilden grijpen. Al snel kwam het eerste doelpunt: Amar Pasic ontving de bal, draaide zich vrij en schoot koelbloedig de 0-1 binnen in de vierde minuut. Hij rende naar de zijlijn en schreeuwde het uit, de vreugde op zijn gezicht bijna tastbaar. Nog geen vier minuten later kwam Jonathan Norbye omhoog na een schitterende corner en knikte de bal tegen de touwen. De NEC-bank sprong op, Alexander hief zijn armen de lucht in, je kon het geroezemoes van de commentatoren horen boven het gejuich van de fans: "NEC neemt hier een droomstart!" Heracles was in shock en in minuut 11 kreeg NEC een penalty na een lompe tackle. Dirk Proper bleef ijzig kalm en schoot de 0-3 binnen. De fans van NEC, in hun kampioenskloffie, konden hun geluk niet op. Binnen 11 minuten hadden ze een voorsprong waar niemand op durfde te hopen. Het Eerste Doelpunt in Sittard Ondertussen flitsten de beelden naar het Fortuna Sittard Stadion. Ajax had het overwicht en na 18 minuten maakte Richarlison, na een flitsende aanval, de 0-1 voor de Amsterdammers. Het was een rustig tikje in de hoek van het net, een doelpunt dat als een mokerslag aankwam voor de hoopvolle NEC-fans die de beelden zagen op de schermen in het Erve Asito. In Almelo begonnen de spelers zich zorgen te maken, maar Alexander bleef kalm en moedigde zijn team aan om de focus te behouden. “Blijf spelen zoals je begonnen bent, jongens. Dit is onze kans.” Het Kwintet Met briljante aanvallen en sterk verdedigen bleef NEC domineren. Holmen voegde in de 22e minuut de vierde treffer toe, waarna Raul Iordache na 39 minuten een perfecte voorzet van Pasic afrondde. Het was 5-1 bij rust, nadat Brian de Keersmaecker in de 31e minuut nog een tegendoelpunt had gemaakt voor Heracles. De sfeer was uitbundig, maar er heerste tevens spanning, de NEC-fans zongen uit volle borst, hun stemmen schor van vreugde. Na de rust ging het licht iets uit voor NEC toen Calvin Verdonk met een harde tackle in de 58e minuut rood kreeg. Een speler minder, maar een voorsprong die nauwelijks meer te verliezen leek. Alexander bewoog zich langs de zijlijn, zijn schouders breed, zijn ogen scherp. “Compact blijven, rustig spelen,” schreeuwde hij naar zijn team. “We staan er goed voor!” NEC wist er, na 85 minuten spelen, zelfs In Sittard had Ajax inmiddels de 1-2 gescoord dankzij Kristjan Asllani. Maar de wedstrijd kantelde in minuut 87: Kian Fitz-Jim - de oud-Ajacied, dit jaar transfervrij overgekomen naar Midden- dan wel Zuid-Limburg - prikte de gelijkmaker binnen voor Fortuna Sittard. 2-2! Jan-Joosts stem barstte bijna uit zijn keel van opwinding: "WAT EEN MOMENT! Kian Fitz-Jim zorgt ervoor dat NEC nu weer virtueel op de eerste plek staat!" Het Eindsignaal Het was een zenuwslopende laatste fase in beide wedstrijden. In Almelo speelde NEC gecontroleerd de wedstrijd uit, ondanks de numerieke minderheid. De 5-1 voorsprong voelde veilig, maar de ogen van elke supporter waren op hun telefoons gericht, de spanning bijna ondraaglijk. Door het kijken naar de stand op teletekst, miste een groot deel van de meegereisde supporters de tegengoal 5-2. Uiteindelijk kwam het verlossende eindsignaal: 6-3 winst voor NEC. Alexander liet zijn schouders zakken en sloot zijn ogen even, alsof hij een moment rust vond in de chaos om hem heen. Maar toen hoorde hij het, een gebrul uit het publiek dat ongekend was. Het was niet alleen voor de overwinning in Almelo. Ajax had niet gewonnen en dat betekende dat NEC, tegen alle verwachtingen in, opnieuw kampioen was geworden. De vreugde was niet te beschrijven. Spelers en staf vlogen elkaar in de armen, Iversen werd haast bedolven onder het enthousiasme van zijn team. Het was een seizoen geweest vol spanning, strijd en onverwachte wendingen, maar op deze laatste dag hadden ze het wederom geflikt. NEC was opnieuw de kampioen van Nederland.
  14. RFC als onbetwiste winnaar van de competitie, heerlijk seizoen!
  15. Met nog 16 potjes te gaan, ligt de competitie natuurlijk helemaal open. Zoals @Michaelinho* al aangeeft; nieuwe aanwinsten moeten wennen, maar zouden de tweede seizoenshelft wel eens op kunnen staan!
×
×
  • Nieuwe aanmaken...