Everybody's got their demons
Even wide awake or dreaming
I'm the one who ends up leaving
Make it okay
Lachend zat hij aan het bed van het jongetje. Hij had weer een tasje bij met fan artikelen van de club voor de kinderen op de oncologie afdeling. Voor het jongetje had hij wat extra spullen meegenomen. Hij had een goede band opgebouwd met de jongen. Hij voelde zich rustig en prettig bij de jongen. 'Hier Noah, alsjeblieft,' begon hij terwijl hij een envelop aan de jongen gaf. Noah opende de envelop en haalde de kaart er voorzichtig uit. Natuurlijk was het een kaart van de club en zag Noah de elftalfoto die hij al wel duizend keer gezien had op de voorkant van de kaart. Hij las rustig wat er in de kaart geschreven stond. Zijn ogen begonnen langzaam te stralen. Bij iedere zin die hij las werd het enthousiasme op zijn gezicht groter en groter. 'Bedankt, dit is zo cool,' zei Noah tegen hem. 'Geen probleem,' antwoordde hij lachend. 'Wanneer de dokters zeggen dat het mag dan ga jij met mij mee naar de wedstrijd.'
Hij liep langzaam richting de uitgang van de afdeling. Hij liep bewust langzaam, wellicht kwam hij haar dan nog 'toevallig' tegen. Op het moment dat hij de hoop al had opgegeven kwam ze de hoek omlopen. Ze begon gelijk vriendelijk te lachen en begroette hem. 'Je hebt de kinderen toch niet teveel verwend he?' Begon ze, 'Zeker Noah niet toch?'. Hij lachte terug en ontkende dat hij de kinderen verwend had. Hij wenste haar een fijne dag en lachend riep zij terug 'Tot volgende week'. Hij had zelf niet door dat hij op dusdanige basis hier naar toe kwam. Tot volgende week dacht hij. Het gaf hem een goed gevoel. Met een lach op zijn gezicht liep hij richting de parkeerplaats.