CDXXVII. Lovers
Miguel stapte tussen de twee kemphanen in alsof hij een onverschrokken VN-mediator was in een conflictgebied. Hij draaide zich om naar Santi en El Diablo en vuurde een spervuur van vragen op hen af, met de snelheid van een automatisch geweer. De woorden vlogen door de kleedkamer, een mix van Spaans dat zo snel werd uitgespuugd dat het klonk alsof hij een lang vergeten flamencolied opdreunde. Santi en El Diablo antwoordden allebei tegelijk, elkaar in de rede vallend, schreeuwend, met wilde handgebaren alsof ze elkaar net zo hard in woorden aan het slaan waren als eerder met hun vuisten.
Ik probeerde het gesprek te volgen, maar het was alsof ik naar een Latijns-Amerikaanse soap keek zonder ondertiteling. Zinnen liepen in elkaar over, stemhoogtes stegen en daalden, en de enige herkenbare woorden waren de occasionele scheldwoorden die met verve werden uitgespuwd. "Miguel," riep ik uiteindelijk, mijn hoofd bonzend van de onbegrijpelijke woordenstroom. "What the fuck is going on?"
Miguel draaide zich om, zijn ogen lichtjes verwilderd, zijn haar verward alsof hij net door een orkaan was gelopen. Hij haalde diep adem, alsof hij zich klaarmaakte om een episch verhaal te vertellen. "Boss, I think I know. Es complicado, pero… listen." Hij gebaarde naar de twee, die nog steeds in de hoek van de kleedkamer stonden, hun armen over elkaar geslagen, als twee kinderen die straf hadden gekregen maar te trots waren om sorry te zeggen.
Miguel begon te spreken, en zoals altijd gingen zijn woorden gepaard met een choreografie van wilde handgebaren die het verhaal net zoveel vertelden als zijn stem. "Santi and Diablo… they love each other, boss. Like, real love. Amor. But also… hate. Is like…" Hij maakte een explosief gebaar met zijn handen, alsof hij een vuurwerk nabootste. "They can’t play together because… they want to be the star. El numero uno. Both of them. But when they apart, también problemas. Santi, he drinks. Mucho. Rum, whiskey, tequila… whatever. And Diablo…" Miguel sloeg zijn vuist in zijn hand voor effect, zijn ogen groot en dramatisch. "He fights. Everyone. Anyone. Like a torro loco."
Ik keek naar de twee, die nu met betraande ogen naar de vloer staarden, alsof ze allebei wisten dat Miguel hen zojuist volledig had doorgrond. "So what you’re saying is," begon ik langzaam, terwijl ik probeerde de waanzin van de situatie te bevatten, "that these two lunatics are in a toxic relationship… with each other?"
Miguel knikte heftig, zijn handen open naar me gericht alsof hij een priester was die de waarheid predikte. "Sí, boss. Es amor, pero…" Hij maakte opnieuw dat explosieve gebaar met zijn handen. "Volcán. They love, they fight, they play… and if they not together, everything fall apart. But if they together, también problemas."
Ik sloot mijn ogen en liet mijn hoofd zakken in mijn handen. Dit was niet zomaar een sportteam. Dit was een psychologisch experiment gone wrong. Santi en El Diablo, de sterspelers die tegelijkertijd de beste en de slechtste invloed op elkaar waren. Hoe ga je daarmee om? "Miguel," zuchtte ik, terwijl ik naar hem keek met de wanhoop van een man die zojuist hoorde dat zijn huis in brand stond en tegelijkertijd onder water liep, "what the fuck do we do with this?"
Reacties en dergelijke.