Spelerskwaliteiten, ook wel PPM’s (naar het Engelse Player Preferred Moves), zijn eigenschappen welke je kan beschouwen als neigingen of gewoonten van spelers. In deze gids nemen we jullie mee op een uitgebreide reis door de spelerskwaliteiten, waarbij we uitleggen wat elke kwaliteit inhoudt en waar je op moet letten. Omdat het zo’n uitgebreide lijst is, hakken we hem wel even in stukjes. Vandaag deel 1: de inleiding, de doelmannen, de standaardsituaties en ‘overige kwaliteiten’.
Spelerskwaliteiten kunnen gebaseerd zijn op de persoonlijkheid van de spelers of op de technische kwaliteiten van spelers. Een speler kan een nieuwe eigenschap leren door te worden bijgeschoold door een andere speler. Andere eigenschappen kunnen worden toegevoegd of verwijderd via specifieke, op spelerskwaliteiten gerichte training, door jou of je coaches.
Sommige spelers pikken kwaliteiten soms vanzelf op, op een meer natuurlijke wijze en ook de newgens die doorkomen beschikken van nature over bepaalde spelerskwaliteiten.
Ryan Malone, met ’20’ voor verre inworpen en zijn bijpassende kwaliteit: geeft lange, strakke inworpen.
Niet alle spelerskwaliteiten zijn even nuttig. Sommige kwaliteiten passen niet goed bij de speler of bij jouw tactiek, zoals een vleugelverdediger die het liefst altijd achterin blijft hangen, een spits die graag slidings maakt of een centrale verdediger die er vooral op gericht is om zijn tegenstander meermaals uit te spelen.
Niet alle spelerskwaliteiten kunnen ook weer verwijderd worden, omdat deze bijvoorbeeld te diep ingebakken zitten in het spel van een speler. Ook niet alle spelerskwaliteiten kunnen geleerd worden. In deze gids gaan we kijken welke spelerskwaliteiten er zijn en wat deze zo ongeveer doen met jouw spelers en jouw team en welke combinaties je het beste kan vermijden.
Hiervoor splitsen we de spelerskwaliteiten wel op in verschillende categorieën. De meest uitgebreide zijn ’technische kwaliteiten’ en ‘bewegingsgerichte kwaliteiten’ en daarnaast hebben we een categorie voor doelmannen, dode spelmomenten en een aantal spelerskwaliteiten welke niet in één van deze categorieën past. Soms zijn er trouwens twee benamingen voor één spelerskwaliteit, dat is dan de benaming welke uit de editor gehaald zijn en de benaming welke FM in-game laat zien. Vandaag starten we met de doelmannen, de dode spelmomenten en de zogenaamde ‘overige’ categorie.
Doelmannen
We starten met de kleinste categorie, namelijk de spelerskwaliteiten welke er speciaal voor doelmannen zijn.Â
Gebruikt verre inworp om counters op te zetten
Deze technische kwaliteit zorgt ervoor dat een doelman graag de tegenstander verrast met een snelle, verre worp om een counter op te zetten. Het beste kan deze geleerd worden aan een doelman met een goede beoordeling voor uitwerpen en inzicht.Â
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten:Â Alisson, Manuel Neuer, Jan Oblak.
Speelt bal met voeten
Deze spelerskwaliteit zorgt ervoor dat een doelman graag de bal met zijn voeten speelt. Denk hierbij aan een ‘sweeper keeper’, die soms tot buiten zijn zestien komt om een aanval op te zetten. Deze komt goed tot zijn recht met doelmannen die een hoge rating hebben voor excentriciteit, passing en inzicht.Â
Op dit moment zitten er geen spelers standaard in de database in het bezit van deze spelerskwaliteit.
Dode spelmomenten
Bepaalde kwaliteiten hebben alleen betrekking op dode spelmomenten. Deze hebben we beperkt tot drie stuks, hoewel er ook technische kwaliteiten zijn welke hierbij aansluiten. Denk dan aan ‘schiet krachtig’ of ‘krult schoten’.
Geeft lange, strakke inworpen
Niets zo chaotisch als een ‘halve corner’. Spelers die lange, strakke inworpen geven kunnen voor chaos zorgen in het zestienmetergebied van de tegenstander. Als jullie willen weten hoe dat er uit ziet raden we aan om eens te zoeken naar beeldmateriaal van Rory Delap. In zijn tijd bij Stoke City speelde Stoke vol op dode spelmomenten. Sterker nog, ze hadden liever een inworp vlakbij de hoekvlag dan een corner.
Spelers die dit kunnen moeten natuurlijk vooral over een goede rating voor verre inworpen.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Jack Robinson, Rick Karsdorp, Michail Antonio
Neemt krachtige vrije trappen
Waar de meeste vrije trappen op doel tegenwoordig een fraaie curve bevatten, zijn er ook altijd spelers die het liever op ‘domme’ kracht doen. Met deze kwaliteit ligt er veel snelheid in de bal, wat de kans vergroot dat deze niet op doel is. Als de bal echter op doel gaat, is zo’n vrije trap een stuk lastiger te keren voor de doelman. In een ideale situatie wordt deze kwaliteit gecombineerd met ‘krult schoten’, voor een extra lastig effect.
Spelers die deze kwaliteit bezitten moeten beschikken over een goede rating voor vrije trappen, techniek, en afstandsschoten.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Cristiano Ronaldo, Theo Hernández, Emre Can.
Probeert vrije trappen van grote afstand
Deze spelerskwaliteit sluit ook goed aan bij de vorige. Spelers die vrije trappen van grote afstand op doel kunnen krijgen zijn gevaarlijk, omdat een doelman niet altijd een schot op doel verwacht. Er zit natuurlijk ook een risicofactor in, want spelers kunnen het wel proberen, maar de kans dat zo’n bal daadwerkelijk op doel gaat is natuurlijk wel vrij klein.
Ook hier zijn de attributen vrije trappen, techniek, en afstandsschoten belangrijk.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Trent Alexander-Arnold, Leroy Sané, Memphis Depay.
Overige kwaliteiten
Zoals altijd en overal heb je wel bepaalde zaken welke niet in de overige categorieën passen. Uiteraard kunnen we deze niet overslaan.
Ruben DÃas is niet vies van een psychologisch spelletje, gezien zijn spelerskwaliteiten.
Discussieert met officials
Dit is eigenlijk puur een negatieve kwaliteit, want je wint er niets mee en het levert vooral de kans op gele kaarten op. Als spelers goed scoren op invloed zie je dit nog wel eens terug, zoals een aanvoerder die het nodig vindt om het voor zijn team op te nemen tegen de scheidsrechter. Ons advies: zo snel mogelijk afleren die handel, je wint er niets mee.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: R. Dias, B. Fernandes, VinÃcius Júnior.
Treitert tegenstanders
Een psychologische kwaliteit die het voorziet op de moraal van de tegenstander. Letterlijk treiteren, even aan het shirtje trekken, even een klein tikje als niemand kijkt, op de teentjes staan. Het is iets dat de meest irritante spelers beheersen en die beschikken over een goede score voor felheid, kalmte en vaak ook invloed.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: VinÃcius Júnior, L. Hernández, Ward-Prowse
Vermaakt publiek
Spelers die af en toe even het publiek opjutten om de sfeer en de moraal binnen de ploeg te verhogen zijn goud waard. Ook een kleine psychologische kwaliteit, die geen enkel nadeel heeft. Als spelers hem hebben, lekker houden. Als je speler over veel invloed beschikt, kan je het nog aanleren ook.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: R. Dias, Kane, Bellingham
Mochten er nu nog steeds vragen zijn over deze spelerskwaliteiten, schroom dan niet om deze te delen op ons forum.
Verder gaan in deze serie?
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Het aan- en afleren van PPMs