Spelerskwaliteiten, ook wel PPM’s (naar het Engelse Player Preferred Moves), zijn eigenschappen welke je kan beschouwen als neigingen of gewoonten van spelers. In deze gids nemen we jullie mee op een uitgebreide reis door de spelerskwaliteiten, waarbij we uitleggen wat elke kwaliteit inhoudt en waar je op moet letten. Omdat het zo’n uitgebreide lijst is, hakken we hem wel even in stukjes. Vandaag deel 4: het eerste deel van de bewegingsgerichte spelerskwaliteiten.
Bewegingsgerichte kwaliteiten
Een flink aantal spelerskwaliteiten heeft voornamelijk betrekking op de bewegingen van spelers. Denk hierbij aan spelers die de bal diep op komen halen, spelers die tegen de lijn aan blijven plakken of spelers die graag een sliding maken op het veld.
Blijft altijd achterin
Spelers die altijd achterin blijven zorgen er in ieder geval voor dat hij niet teveel ruimte weggeeft achterin. Jammer als je rechtsback deze kwaliteit hebt en je juist met aanvallende vleugelverdedigers wil spelen, maar soms kan deze ook erg positief uitpakken. Zoals je defensieve middenvelder, die van achteruit de aanval opzet en daarna achterin blijft hangen om de balans te bewaken. Prima, zeker als de speler goed scoort op mandekking, anticipatie, beslissingen en teamgeest.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Savic, Özdemir, Busquets
Blijft rechtop bij tackles
De speler die rechtop blijft bij tackles maakt doorgaans geen sliding in de onderlinge duels. Dat kan zeer positief uitpakken, want het risico op een gele kaart is een stuk lager. Daarnaast is het ook zo dat een speler na een mislukte sliding op de grond ligt en dus echt uitgespeeld is. Soms is het ook wel nadelig, omdat je nu eenmaal af en toe een sliding moet maken om een aanvaller af te stoppen of een bal te onderscheppen. Met goede scores voor kracht, tackelen, versnelling, behendigheid en positie kiezen is deze kwaliteit een prima toevoeging.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Varane, Badiashile, Marquinhos
Dekt tegenstander kort
Spelers die hun tegenstander kort dekken zitten wat agressiever op de tegenstander dan de spelers die dat niet doen. Het komt vooral goed naar voren als je zelf veel druk wilt uitoefenen. Niet alleen ideaal voor verdedigers, maar ook je middenvelders en aanvallers zouden deze kwaliteit kunnen leren, als je dus met veel druk en korte dekking speelt. Je spelers moeten dan wel enigszins over een goede score voor mandekking, anticipatie, kracht, inzet, tackelen en felheid moeten beschikken.
Op dit moment zitten er geen spelers standaard in de database in het bezit van deze spelerskwaliteit.
Komt bal diep ophalen
Spelers die de bal diep komen ophalen zijn doorgaans aanvallers die zich laten inzakken tot op het middenveld. In principe prima, maar dan moet er wel een andere aanvallende impuls van een medespeler komen om de ruimte te benutten die de speler creëert. Het is een kwaliteit die het beste tot uiting komt bij de wat meer creatieve aanvallers en niet zo nodig de pure afmakers. Dat blijkt ook wel uit de benodigdheden voor deze kwaliteit, want inzicht, inzet, zonder bal, passing, techniek en beslissingen moeten hoog genoeg zijn om dit goed uit te kunnen voeren.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Kane, Gavi, Kulusevski
Twee van de spelerskwaliteiten van Dejan Kulusevski
Komt laat aan in het gebied van de tegenstander
Geen kwaliteit die je graag aan je spits leert, maar een prima kwaliteit voor de wat diepere spelers die laat in de ‘zestien’ opduiken, voor een soort verrassingseffect. Denk hierbij aan je lopende middenvelders, zoals Guus Til een beetje speelt als Luuk de Jong als bliksemafleider fungeert. Ook ideaal voor vleugelverdedigers die ineens voor het vijandelijke doel opduiken. Fijn als spelers beschikken over een goede score op afwerken, anticiperen, zonder bal, beslissingen en inzicht.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Mac Allister, Guerra, Güler
Komt op helft tegenstander
Deze kwaliteit is enigszins misleidend, want het gaat om spelers die ver op de helft van de tegenstander willen komen en misschien wel tot het zestienmetergebied. In het Engels aangeduid als ‘opponent area’, wat ook geïnterpreteerd kan worden als het strafschopgebied van de tegenstander. Vandaar ook dat veel (vleugel)aanvallers en aanvallend ingestelde middenvelders deze kwaliteit bezitten. Let overigens wel op dat dit in je tactiek moet passen, want teveel spelers met deze kwaliteit en je gaat zeeën aan ruimte weggeven. Het beste wordt deze overigens geleerd aan spelers die uitblinken in anticiperen, zonder bal, beslissingen en teamgeest.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Foden, Rashford, Sterling
Loopt met bal door het centrum
Een voorzichtig positieve kwaliteit, want je wil hem niet aan de verkeerde speler leren. Leuk voor een libero, maar vooral geschikt voor de technisch begaafde middenvelders die met de bal aan de voet voor de nodige diepgang moeten zorgen. Versnelling, flair, dribbelen, inzicht, lef, kalmte en behendigheid zijn handige attributen die bij deze kwaliteit passen.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Rice, F. de Jong, W. Fofana
Declan Rice rent graag met de bal door het centrum
Plakt tegen lijn
Ideaal voor de klassieke buitenspelers of eventueel voor opkomende vleugelverdedigers. Spelers die graag tegen de lijn plakken kiezen voor de weg buitenom, om vanuit daar een voorzet te kunnen geven. Geen Arjen Robben-praktijken dus. Een prima kwaliteit wel, maar het kan je speler ook wel voorspelbaar maken. Daarom moet hij beschikken over de kwaliteiten om dit goed uit te voeren, dus kijk naar de beoordeling voor snelheid, teamgeest en voorzetten.
Enkele voorbeelden van spelers die deze kwaliteit bezitten: Chiesa, Balde, Tierney
Mochten er nu nog steeds vragen zijn over deze spelerskwaliteiten, schroom dan niet om deze te delen op ons forum.
Verder gaan in deze serie?
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 5
Het aan- en afleren van PPMs