Mededeling: Mogelijke downtime MU in de ochtend op 24 december a.s.
-
Aantal bijdragen
99 -
Geregistreerd
-
Laatst bezocht
Soort bijdrage
Profielen
Forums
Articles
Alles door Kevinreijnen geplaatst
-
Hoofdstuk 9: Is driemaal scheepsrecht? Het begin van het derde seizoen in de Eredivisie voor Alexander Iversen voelde als een nieuwe test van zijn capaciteiten. Na twee sterke seizoenen, met een vierde en een zesde plek, begon het seizoen direct met een reeks zware tegenstanders. NEC, een club die inmiddels veel respect had opgebouwd, moest laten zien dat de club bij de top van Nederland hoorde, maar Iversen wist dat het een zware opgave zou worden. De drie eerste wedstrijden waren tegen Ajax, PSV en Feyenoord: de traditionele topclubs van Nederland. De Johan Cruijff Schaal: Ajax 6 - 3 NEC Het seizoen begon met de Johan Cruijff Schaal, waar NEC tegenover landskampioen Ajax stond. In een zinderend duel dat alle kanten op leek te gaan, moest NEC uiteindelijk het onderspit delven in een harde, maar terechte, 6-3 nederlaag. Ajax was oppermachtig en hoewel Kento Shiogai, Proper en Weiper scoorden, was de defensie van NEC niet opgewassen tegen de Amsterdamse aanvallen. Voor Iversen was het een harde les. In de kleedkamer na afloop keek hij zijn team aan, zag teleurstelling maar ook honger naar meer. Hij wist dat het seizoen nog jong was en dat deze nederlaag een wake-up call moest zijn voor wat hen te wachten stond. PSV-uit: 1-0 Verlies De tweede uitdaging volgde kort daarna, uit tegen PSV. Een wedstrijd waarin NEC een solide verdediging neerzette, maar het geluk niet aan hun zijde had. Een late goal van PSV besliste de wedstrijd in het voordeel van de Eindhovenaren en NEC stond na twee wedstrijden nog steeds met lege handen. Iversen voelde de druk toenemen, niet alleen van de media en de fans, maar ook binnen zichzelf. Dit was een cruciaal moment in zijn carrière, het was tijd om een ommekeer te bewerkstelligen. Hij herhaalde keer op keer aan zijn team dat ze geloof moesten blijven houden in hun tactiek en hun capaciteiten. NEC - Feyenoord: 2-0 Winst De druk stond hoog, maar in de derde wedstrijd van het seizoen, thuis tegen Feyenoord, kwam NEC eindelijk tot bloei. Met een tactisch meesterplan, waarin Iversen zijn team compact en gedisciplineerd liet spelen, werd Feyenoord met 2-0 verslagen. NEC - AZ: 3-2 Winst De wedstrijd tegen AZ was nog zo'n moment waarin NEC liet zien dat ze tegen de beste teams konden winnen. Een spannend duel, met NEC dat uiteindelijk met 3-2 aan het langste eind trok. Shiogai was wederom beslissend met een goal, maar het was vooral het teamspel dat indruk maakte. NEC begon meer en meer in de flow te komen en Iversen wist dat als zijn spelers deze vorm konden vasthouden, er veel mogelijk zou zijn dit seizoen. De Transferperiode: Versterkingen en Veranderingen Tijdens de transferperiode probeerde NEC onder leiding van Carlos Aalbers en Iversen de selectie zorgvuldig te versterken en tegelijkertijd de kern intact te houden. Het vertrek van veteraan én clubman Bram Nuytinck, die zijn schoenen aan de wilgen had gehangen, dwong de club om te zoeken naar een nieuwe defensieve leider. De jonge Noah Markmann, aangetrokken om de rol van Nuytinck over te nemen, bleek echter nog niet klaar voor de grote verantwoordelijkheid, wat zorgde voor enige onzekerheid in de achterhoede. Tegelijkertijd verlieten enkele andere spelers de club. Róber, de veelzijdige aanvaller, maakte voor 6 miljoen de overstap naar Sheffield Wednesday en Brayann Pereira vertrok naar Almere City. Sami Ouaissa, Noah Sahsah, Noah Markmann en Livano Comenencia werden allen verhuurd om elders speelervaring op te doen. Aan de andere kant werden er vijf nieuwe gezichten aan de selectie toegevoegd. Jenson Seelt, die zijn jeugdopleiding bij NEC had doorlopen, keerde terug naar zijn geboorteprovincie voor €2,8 miljoen na een periode bij Sunderland. Hij werd gezien als een belangrijke versterking in de defensie, samen met Jonathan Norbye van RB Leipzig en Solomon Bonnah van Austria Klagenfurt. Voor het tweede elftal, dat actief was in de Keuken Kampioen Divisie, werden Raul Iordache en Isak Jønvik Holmen aangetrokken, die de toekomst van de club moesten helpen vormgeven. Een Nieuwe Fase Voor Iversen was dit seizoen een cruciaal punt in zijn ontwikkeling als coach, maar ook in zijn rol als mentor. De doorbraak van Amar Pasic vorig seizoen had zijn relatie met de jonge spelers versterkt. Tegelijkertijd wist Pasic dat er minstens eenzelfde aanvallende ‘output’ van hem werd verwacht. Dit zorgde voor druk op zijn, nog jonge, schouders. De druk bleek in de beginfase van het seizoen dan ook zijn tol te eisen. Een te druistige trainingsochtend bleek even te veel: een spierscheurtje bracht roet in het eten, waarmee Amar minstens drie weken aan de kant stond. Elke keer dat Alexander met Pasic sprak, probeerde hij de lessen die hij zelf van zijn vader had geleerd door te geven. Pasic werd steeds meer het symbool van wat Iversen wilde bereiken bij NEC: een balans tussen jeugd, ervaring en continuïteit. Dit seizoen beloofde hij Pasic nog meer verantwoordelijkheid, wetende dat hij klaar was om de volgende stap te zetten. Pasic had bewezen dat hij meer dan alleen een talent was – hij was een leider in wording. Een Moeilijke Start, maar Vol Vertrouwen Hoewel de start van het seizoen moeilijk was, wist Iversen dat het team potentie had om verder te groeien. De overwinningen op Feyenoord en AZ hadden NEC het broodnodige vertrouwen gegeven om de strijd voort te zetten. De verdediging had nog werk nodig, maar met de komst van spelers als Seelt, Norbye en Bonnah leek er voldoende kwaliteit om de gaten te dichten. De toekomst was onzeker, maar Alexander Iversen had het vuur nog altijd brandend. Dit seizoen zou misschien nog grotere uitdagingen brengen, maar met zijn leerlingen aan zijn zijde en de steun van Laura en zijn dochter Luna, wist hij dat hij er klaar voor was.
-
De Verzoening met Zijn Verleden - Deel III De warme lentedagen van mei 2025 brachten een mix van emotie en reflectie voor Alexander Iversen. Het seizoen was op zijn einde en terwijl hij de balans opmaakte, voelde hij de zwaarte van alles wat hij had bereikt – en verloren. In de schaduw van het stadion, waar zijn carrière als coach bloeide, vond hij zichzelf vaak terug, starend naar het veld, diep in gedachten verzonken. Dit was het seizoen waarin zijn band met Amar Pasic, een jongen uit de jeugd, steeds meer leek op die van een vader en een zoon. Een relatie die Iversen altijd gecompliceerd had gevonden, deels vanwege zijn eigen verleden met zijn vader. Elke keer dat Alexander Pasic over het veld zag rennen, voelde hij een bekende herinnering in hem opborrelen. Het bracht hem terug naar de dagen waarop hij als jongen aan de hand van zijn vader het stadion binnenliep. De geur van vers gemaaid gras, het rumoer van de tribunes en het gevoel dat voetbal veel meer was dan zomaar een spel – het was leven. Zijn vader had hem geleerd dat de essentie van voetbal niet alleen in de techniek lag, maar in het vuur dat je van binnen moest laten branden. Hoewel zijn moeder er niet meer was om te zien wat hij nu had opgebouwd met NEC, wist hij dat zijn vader, die nog altijd een vaste plek op de tribune had, trots was. Vooral op de momenten dat Amar Pasic, het grootste talent uit de jeugdopleiding, een beslissende pass gaf of een doelpunt scoorde. Het tweede seizoen bij NEC had voor Alexander op veel vlakken moeilijker aangevoeld dan zijn eerste. Vorig seizoen eindigde NEC nog als vierde, maar dit jaar was het zelfs een strijd om de zesde plek te bereiken. Zijn tactieken werden vaker tegengewerkt door tegenstanders die beter op zijn speelstijl waren ingespeeld en blessures en inconsistentie bij sommige spelers hadden het team doen wankelen. Toch waren er ook lichtpunten, zoals de definitieve doorbraak van Pasic. De jonge aanvallende middenvelder had zichzelf bewezen met beslissende goals en assists en liet zien dat hij klaar was voor het hoogste niveau. Thuis had Alexander ook een zware strijd gestreden. Laura, zijn rots in de branding, had zich volledig gericht op hun dochter Luna. Het vaderschap had zijn leven veranderd, op een manier die hij nooit helemaal had kunnen voorzien. Terwijl hij dacht dat hij klaar was voor de nieuwe rol, bleek het even uitdagend te zijn als de druk op de zijlijn tijdens een cruciale wedstrijd. De slapeloze nachten, de verantwoordelijkheid om een balans te vinden tussen zijn carrière en zijn gezin, hadden hem soms op de proef gesteld. Maar elke keer dat hij thuiskwam en Luna's glimlach zag, wist hij waarvoor hij het deed. Zijn vader, die sinds het overlijden van zijn moeder een belangrijke steunpilaar was geworden, gaf hem regelmatig advies. Niet alleen over het vaderschap, maar ook over hoe hij zichzelf als trainer kon blijven ontwikkelen. "Het gaat erom dat je het vuur niet laat doven, Alex," zei zijn vader vaak. "Niet op het veld, niet thuis." Alexander wist dat deze woorden meer betekenis droegen dan alleen voetbal. Het ging om de passie en toewijding die in elk aspect van zijn leven moesten doorvlammen. In gesprekken met Pasic zag hij diezelfde passie opbloeien. De jonge speler had in zijn tweede seizoen bij het eerste elftal grote stappen gezet en voelde zich steeds meer een sleutelspeler. Alexander herkende de gedrevenheid in hem die hij zelf als jonge voetballer had gehad. "Je hebt alles in je om een grote te worden, Amar," had hij hem verteld na de overwinning op PEC Zwolle, waarin Pasic een belangrijke assist had gegeven. "Het enige wat je moet doen, is dat vuur blijven voeden." De weg naar succes was nooit makkelijk, dat had Alexander zelf ervaren. Maar net zoals zijn vader hem had geleerd, wist hij dat de echte kracht in het voetbal – en in het leven – lag in het hart. Het lag in het vermogen om het vuur altijd brandend te houden.
-
Heerlijk geschreven stuk. Volg ik zeker!
-
Bertus, ouwe snoeperd!
-
Heerlijke competitie gespeeld. Op deze manier moet de kampioensgroep ook niet al te lastig worden... Hoe lang moet Odey nog vanaf de zijlijn aanschouwen?
-
Hoofdstuk 8 Een Onvergetelijk Slotakkoord Transferperikelen Alexander Iversen heeft zijn oog in de winterse transferperiode vooral op de Scandinavische markt laten vallen. Zo kwamen er drie cruciale versterkingen binnen die de defensieve balans van NEC moesten herstellen. Noah Markmann, de getalenteerde centrale verdediger van FC Nordsjaelland werd voor 4.1 miljoen euro aangetrokken. Daarnaast werd Filip Ronningen Jorgensen (defensieve middenvelder) overgenomen van Odds voor 2 miljoen euro en Sverre Halseth Nypan (centrale middenvelder) maakte de overstap van Rosenborg voor 3.3 miljoen euro. Een bijzondere transfer was die van jeugdspeler Marco Peck, die de overstap maakte van aartsrivaal Vitesse. Na de degradatie van de Geel-Zwarten naar de Tweede Divisie zag Peck zijn toekomst niet meer in Arnhem en voor een opleidingsvergoeding van slechts 71.000 euro koos hij voor NEC. De komst van deze spelers laat zien hoe Iversen zijn team strategisch opbouwt, met een sterke nadruk op talentvolle Scandinaviërs om het fundament van zijn team te verstevigen. Een Verhaal van Onverzettelijkheid De weg naar de KNVB Bekerfinale was er een vol spanning en emotie. Het begon thuis tegen De Graafschap, een wedstrijd die in een zenuwslopende 3-3 eindigde en pas na penalty's werd beslist in het voordeel van NEC. Iversen herinnerde zich die avond goed: "Het voelde alsof we op het randje van uitschakeling balanceerden, maar de jongens toonden veerkracht. Dit was de eerste keer dit seizoen dat ik echt voelde dat we dit jaar iets bijzonders konden bereiken." De zenuwen in de penaltyserie waren voelbaar, maar NEC hield het hoofd koel. Daarna volgden overwinningen op Hercules (3-2) en AZ (2-1) in de halve finale, waarin de jeugdspelers zoals Amar Pasic en Yassin Moslih indruk maakten. Iversen zag zijn jonge talenten volwassen worden op het veld, vechtend voor elke meter. De finale tegen PSV, gespeeld in de Johan Cruijff ArenA, was een ware thriller. Na een 2-2 gelijkspel werden de zenuwen opnieuw getest tijdens een penaltyserie. NEC trok aan het langste eind en Iversen zag zijn spelers juichen terwijl de beker, voor het eerst in de geschiedenis van de Nijmeegse trots, omhoog werd gehouden. Het was een bevestiging van Alex' visie: de jeugd heeft de toekomst! Europa League: Diep in het Europese Toernooi Ook op Europees vlak wist NEC zijn stempel te drukken. Na een lastig begin van de groepsfase in de Europa League, hervond de ploeg zich in 2025. Benfica werd met 1-0 verslagen in een tactisch meesterwerk, gevolgd door een klinkende 3-0 overwinning op Molde. De Knock Out Play Off bracht een enerverend tweeluik tegen Trabzonspor - weer een tegenstander van Turkse afkomst. De eerste wedstrijd eindigde in een spectaculaire 4-4, maar het was de return in een uitverkocht Goffertstadion die de magie van Europees voetbal deed herleven. NEC won overtuigend met 4-1 en plaatste zich voor de volgende ronde. In de daaropvolgende ontmoeting met Atalanta bleek de Italiaanse ploeg echter een maatje te groot. Ondanks een knappe 1-1 in de eerste wedstrijd, werd NEC met 5-1 van het veld gespeeld in Bergamo. Het was een harde realiteit voor Iversen en zijn mannen, maar het avontuur in Europa had de club en de supporters wakker geschud. "We zijn er nog niet, maar we hebben laten zien dat we op dit niveau kunnen meedoen. Volgend seizoen komen we sterker terug," zei Iversen vastberaden. Shio-time! In de Eredivisie kende NEC een sterke tweede seizoenshelft, met tien overwinningen, drie gelijke spelen en slechts twee nederlagen. Opvallend waren de spectaculaire uitslagen, zoals de 7-2 overwinning op Willem II en de 6-1 tegen Heerenveen. Het publiek in De Goffert werd getrakteerd op aanvallend spektakel, vooral in de laatste wedstrijden van het seizoen. Kento Shiogai groeide uit tot een ware sensatie. Met vijf doelpunten in de laatste vier wedstrijden kroonde hij zich tot topscorer van de Eredivisie, een bijzondere prestatie voor de Japanse aanvaller. Zijn doelpuntenregen, vooral in de 8-2 overwinning op FC Utrecht op de laatste speeldag, zorgde voor een daverend slot van het seizoen. "Kento is een voorbeeld voor de rest van het team. Hij werkt hard, blijft altijd bescheiden en heeft nu laten zien dat hij een van de beste spitsen in Nederland is," prees Iversen zijn topschutter. Oostenrijks-Nijmeegse Trots De tweede seizoenshelft van 2025 markeerde ook de definitieve doorbraak van Amar Pasic. De 16-jarige aanvallende middenvelder, die al vroeg in het seizoen veelbelovend was, ontwikkelde zich tot een vaste waarde in het elftal van Iversen. In 22 wedstrijden, waarvan 20 in de basis, scoorde hij vier doelpunten en gaf zeven assists in de Eredivisie. Zijn prestaties in de Europa League en KNVB Beker onderstreepten zijn veelzijdigheid en koelbloedigheid. Iversen voelde een bijzondere band met Pasic, zoals hij eerder had gehad met jonge talenten als Sano en Önal. Hij nam hem na de gewonnen bekerfinale apart in de kleedkamer. “Amar, ik ben trots,” zei Iversen met een glimlach. "Je hebt al zoveel laten zien, maar volgend seizoen wil ik dat je nog verder groeit. De club vertrouwt op je, ik vertrouw op je. De toekomst is van jou.” Pasic knikte, dankbaar voor het vertrouwen van zijn coach. Hij wist dat dit seizoen hem gevormd had, niet alleen als voetballer, maar ook als persoon. De lessen van Iversen waren duidelijk: hard werken, nederig blijven en altijd streven naar verbetering. Volgend seizoen zou hij zijn mentor niet teleurstellen. Terugkijken op de Doelstellingen Aan het eind van de rit kon Iversen met trots terugkijken op de doelen die aan het begin van het seizoen waren gesteld. NEC eindigde op een zesde plek. Dit was niet goed genoeg voor een Europees ticket. Daarnaast was het winnen van de KNVB-beker een onverwacht toetje, deze overwinning leverde NEC wél een ticket voor de Europa League op. Vijf jeugdspelers hadden meer dan 500 minuten gemaakt, waaronder Amar Pasic, die zijn status als toekomstig boegbeeld van de club definitief had gevestigd. Hoewel het behalen van de Champions League nog steeds een ambitie was die voor de toekomst bewaard bleef, was het duidelijk dat NEC onder leiding van Iversen grote stappen had gezet. "We zijn nog niet waar we willen zijn, maar we hebben laten zien dat we kunnen groeien. De komende jaren zullen beslissend zijn," vertelde Iversen aan de pers na het seizoen. De Toekomst De tweede seizoenshelft van 2025 had NEC op de kaart gezet. Europees voetbal, een KNVB-beker in de prijzenkast en de doorbraak van jonge talenten zoals Amar Pasic maakten dat de club met vertrouwen vooruit kon kijken. Voor Alexander Iversen voelde dit seizoen als een bevestiging van zijn visie en leiderschap. "We hebben een fundament gelegd," zei hij tegen zijn staf na de laatste wedstrijd. "Nu is het tijd om verder te bouwen."
-
Hoofdstuk 7: De Lastige Start van het Nieuwe Seizoen Het nieuwe seizoen was amper begonnen, maar voor Iversen voelde het alsof hij al een lange weg had afgelegd. De zomer was gevuld met het treffen van voorbereidingen, transities binnen de selectie en de onvermijdelijke spanning die elk nieuw seizoen met zich meebrengt. Dit seizoen zou anders zijn. Hij voelde het. Er was iets aan het verschuiven, zowel binnen zijn team als binnen zichzelf. De mentorrol die hij met zoveel toewijding had omarmd, de band met zijn jonge spelers en het gevoel dat hij eindelijk een thuis aan het opbouwen was - al deze elementen zouden hier en nu samenkomen. De Voorbereiding De voorbereiding was intens, zoals altijd. NEC trad aan tegen enkele sterke tegenstanders, waaronder Liverpool, Valerenga, PSV en Troyes. De nederlagen tegen Liverpool (1-6) en Valerenga (0-3) waren een pijnlijke herinnering aan het niveau dat nog steeds net buiten hun bereik lag. Liverpool, met een buitengewoon bizarre selectie - zo vond Alex - had NEC letterlijk en figuurlijk overrompeld. Toch voelde Alexander dat deze zware wedstrijden nodig waren. Ze waren een realiteitstoets voor zijn team en vooral voor zijn jonge talenten, zoals Pasic, die zich opvallend veel liet zien in deze wedstrijden. Maar de grote verrassing kwam in de vorm van een overtuigende 8-2 overwinning op PSV. Het was een onverwachte prestatie die zowel het team als de supporters in vuur en vlam zette. De euforie in de kleedkamer na deze overwinning was haast tastbaar. Voor Alexander was het echter niet alleen een tactisch meesterwerk; het was het bewijs dat zijn spelers en vooral de jongere generatie, de lessen van het voorgaande seizoen hadden begrepen. Pasic speelde als een jonge ster die zijn weg naar de top nog maar net was begonnen. Hij had het spel geleefd, gevoeld en gecontroleerd, alsof hij al jaren op dit niveau acteerde. Transferrumoer en Nieuwe Versterkingen In de aanloop naar het nieuwe seizoen had NEC ook enkele grote veranderingen ondergaan op het gebied van transfers. Het vertrek van Philippe Sandler naar Al-Ittihad voor een recordbedrag van 14 miljoen euro, gaf NEC de financiële ruimte die het nodig had. Alexander had gemengde gevoelens over Sandlers vertrek. Aan de ene kant was het een indrukwekkende transfer die het succes van de club onderstreepte, maar aan de andere kant wist hij dat het verliezen van een verdedigingsleider altijd een risico met zich meebracht. De druk om zijn defensie weer op orde te krijgen, was voelbaar. In plaats van zich blind te staren op dure vervangers, koos Alexander voor slimme, transfervrije aanwinsten. Muhlis Dagasan van PSV, Livano Comenencia van Juventus en Rainey Breinburg van Feyenoord kwamen allemaal om de defensie te versterken. Voor Alexander was het belangrijk om spelers binnen te halen die de kernwaarden van NEC begrepen: hard werken, zichzelf ontwikkelen en vechten voor hun plek. Eén probleem: een centrumverdediger die kon voldoen aan de kernwaarden van Iversen werd niet gevonden. Op het middenveld werd het team versterkt door twee Scandinavische talenten: Noah Sahsah, een Deense middenvelder van FC Kopenhagen en Jakob Napoleon Romsaas van Tromsø. Romsaas, een technisch verfijnde speler, leek precies de creativiteit te kunnen brengen die NEC nodig had. Beide spelers waren jong, hongerig en vastbesloten om zichzelf te bewijzen in de Eredivisie. De Stroef Begin van de Competitie Toch begon het seizoen niet zoals gehoopt. De eerste drie competitiewedstrijden waren een herinnering dat successen in de voorbereiding niet altijd een garantie zijn voor een goede start in de competitie. Een gelijkspel tegen Willem II (2-2) opende het seizoen. De wedstrijd voelde aan als een gemiste kans; NEC had de overhand, maar kon het verschil niet maken. De teleurstelling was duidelijk zichtbaar in Alexanders ogen, zowel op het veld als in de persconferentie na afloop. Een nipte 2-1 overwinning op Cambuur gaf wat lucht, maar het was duidelijk dat het team nog zoekende was. De pijnlijke 0-2 nederlaag tegen Sparta bracht NEC weer met beide benen op de grond. Het was een reminder dat de Eredivisie geen gemakkelijke competitie was en dat er nog veel werk aan de winkel was. Mentorschap en Talentontwikkeling Na die nederlaag tegen Sparta trok Alexander zich terug in zijn kantoor, diep in gedachten verzonken. Amar Pasic had opnieuw laten zien wat hij kon, maar het was duidelijk dat de jongen nog veel te leren had. Alexander voelde de druk van zijn rol als mentor. Hij had zichzelf altijd als een beschermer van jong talent gezien, maar nu, met Pasic en andere jonge spelers zoals Jeffrey Westerhof en Clemens van de Vorst, voelde hij dat de lat hoger lag. Deze jongens waren de toekomst van de club, van ZIJN club, en hun succes zou niet alleen hun eigen carrière vormen, maar ook de toekomst van de club. Na de wedstrijd tegen Sparta riep Alexander Pasic bij zich in zijn kantoor. Het was al laat en de stilte van het stadion zorgde voor een bijna melancholische sfeer. Pasic, nog altijd die bescheiden jongen met het enorme talent, keek zijn coach aan. “Amar, je hebt dit seizoen een geweldige voorbereiding gedraaid. Je hebt jezelf laten zien op momenten dat het er echt toe deed,” begon Alexander, zijn stem zacht maar doordringend. “Maar het echte werk begint nu pas. Wat je hebt laten zien, is fantastisch, maar er wordt meer van je verwacht. Het is een kwestie van blijven groeien.” Pasic knikte, zijn ogen gefocust. Hij wist dat dit gesprek belangrijk was. Hij wist dat de verwachtingen hoog waren en dat zijn coach niet zomaar complimenten uitdeelde. “Ik wil dat je weet,” vervolgde Alexander, “dat ik vertrouwen in je heb. Maar dat vertrouwen moet je blijven verdienen. We gaan dit seizoen bouwen aan jouw toekomst, aan de toekomst van NEC en aan de toekomst van alle jonge spelers die je zullen volgen. Jij bent de eerste, Amar. De rest kijkt naar jou.” Amar glimlachte, zijn bescheidenheid niet verbergend. “Ik zal u niet teleurstellen, coach.” Het Opbouwen van een Thuis Voor Alexander was het niet alleen een nieuw seizoen op het veld; het was ook een seizoen van persoonlijke groei. Hij en Laura hadden hun huis in Nijmegen ingericht en met de geboorte van hun eerste kind, Luna, voelde hij meer dan ooit het belang van stabiliteit. Zijn mentorrol op het veld weerspiegelde nu ook zijn rol als vader thuis. Het was alsof beide werelden, professioneel en persoonlijk, elkaar begonnen te overlappen. Elke keer dat hij het veld opliep, dacht hij niet alleen aan de tactische keuzes die hij moest maken, maar ook aan het huis dat hij aan het bouwen was - zowel letterlijk als figuurlijk. NEC was zijn thuis en nu had hij de verantwoordelijkheid om dit huis sterker te maken, zowel voor zijn gezin als voor zijn team. Het was een uitdaging die hij met beide handen aangreep. Terwijl het seizoen voor NEC misschien niet vlekkeloos begon, wist Alexander dat deze groep, deze jongens in staat waren het tij te keren. Hij had een team vol jong talent, nieuwe versterkingen en de vastberadenheid; een receptuur voor spektakel. Een moeizame start De eerste seizoenshelft van NEC onder Alexander Iversen voelde als een wake-up call. Waar hij vorig seizoen verrassend sterk presteerde, merkte Iversen nu dat de Eredivisie-tegenstanders beter voorbereid waren op zijn tactische aanpak. Na 17 wedstrijden stond NEC op de 8e plek met 25 punten, vijf punten verwijderd van een Europese kwalificatie. Een gevoel van frustratie en teleurstelling hing in de lucht, zowel in de kleedkamer als bij Iversen zelf. Hij wist dat zijn ploeg veel meer kon. Opvallend was de fragiele verdediging: NEC slaagde er geen enkele keer in om de nul te houden, een statistiek die Iversen zorgen baarde. Ondanks het aantrekken van versterkingen in de zomer, zoals Livano Comenencia en Rainey Breinburg (beiden kwamen niet of nauwelijks in het spel voor), bleef het moeilijk om de balans te vinden tussen aanvallend en verdedigend voetbal. In de winterstop was het duidelijk: er zouden defensieve aanpassingen moeten komen om de ambities van Europees voetbal waar te maken. Het Nieuwe Japanse Wonder Toch was er ook licht aan het einde van de tunnel. Kento Shiogai, de nieuwe Japanse ster van NEC, presteerde boven verwachting. Met 12 doelpunten was hij niet alleen de topscorer van zijn team, maar ook van de Eredivisie. Zijn snelheid, techniek en neus voor de goal zorgden ervoor dat hij een onmisbare schakel was in het team. Iversen voelde een sterke band met Shiogai, net zoals hij dat had met eerdere jonge talenten. Maar zelfs Shiogai’s individuele klasse kon de defensieve kwetsbaarheid van het team niet verbergen. Een Doorbraak om van te Dromen Een ander lichtpunt was de definitieve doorbraak van Amar Pasic, de Oostenrijkse vleugelflitser van slechts 16 jaar. In de voorbereiding had hij al veelvuldig laten zien over enorm talent te beschikken, maar in de competitie bewees hij dat zijn doorbraak geen toeval was. Pasic stond symbool voor Iversens visie: jong talent begeleiden naar de top. Met vier assists in zijn eerste twaalf wedstrijden, was hij een belofte voor de toekomst. Zijn energieke speelstijl en intelligentie maakten hem al snel tot een favoriet bij de fans. Een Mentor met Verdubbelde Verantwoordelijkheden Voor Iversen was het niet alleen een uitdaging om zijn team tactisch bij te sturen, maar ook om jonge spelers als Pasic en Shiogai mentaal te begeleiden. De druk om te presteren in een team dat ambities had voor Europees voetbal, terwijl de resultaten tegenvielen, voelde soms als een last op zijn schouders. “Dit seizoen voelt anders,” schreef hij in zijn persoonlijke notities. “Het is alsof het roer weer om moet, terwijl de jeugd hun vleugels spreidt. Ik wil niet dat ze te dicht bij de zon vliegen.” De mentorrol begon zwaarder te wegen dan ooit. Iversen moest een balans vinden tussen harde keuzes maken voor het team en het behouden van vertrouwen in zijn jonge talenten. Hij beloofde Pasic en de andere jonge spelers dat, ongeacht de resultaten, hun ontwikkeling centraal zou blijven staan. “Dit seizoen is moeilijk, maar elke stap die we zetten, brengt jullie dichter bij jullie potentieel. Jullie zijn de toekomst van NEC en ik zal jullie blijven steunen,” sprak hij in de kleedkamer na een van de vele tactische besprekingen. Hoop voor de Tweede Seizoenshelft Terugkijkend op de eerste seizoenshelft wist Iversen dat er nog veel werk aan de winkel was. De focus zou liggen op defensieve versterkingen in de winterstop, maar tegelijkertijd zou hij doorgaan met het ontwikkelen van de jeugd. De resultaten in de Eredivisie waren teleurstellend, met 7 overwinningen, 4 gelijke spelen en 6 nederlagen, maar de potentie was aanwezig. Met Shiogai als topscorer en Pasic als rijzende ster was er hoop voor een sterkere tweede seizoenshelft. “We hebben de kwaliteit,” vertelde sprak Iversen tot zijn spelers en staf. “Het gaat nu om consistentie en focus. Als we onze verdediging op orde krijgen, kunnen we die vijf punten achterstand op de Europese plekken overbruggen.” Voor Iversen was dit seizoen niet alleen een nieuwe fase voor NEC, maar ook een test van zijn vermogen als mentor. De komende maanden zouden bepalend zijn voor zowel zijn eigen ambities als die van zijn jonge leerlingen, die hij koste wat het kost wilde beschermen en begeleiden naar succes.
-
Het gaat je voor de wind! Heerlijke seizoenshelft leggen de mannen op de mat, zeg!
-
De Mentor en Zijn Leerlingen - Deel II De geur van gras vermengd met zweet hing in de kleedkamer, waar het rumoer van blije stemmen langzaam wegebde na de laatste wedstrijd van het seizoen. NEC had zich teruggeknokt naar de vierde plek in de Eredivisie, een positie waar Iversen trots op was, maar ook een die hem nog niet volledig tevreden stelde. Het seizoen was er een van pieken en dalen geweest: een veelbelovende start in 2023, een stroeve opening in 2024, maar uiteindelijk een sterke afsluiting met zes overwinningen in de laatste acht wedstrijden. Maar misschien nog belangrijker dan de prestaties op het veld, was wat er buiten de schijnwerpers gebeurde. Alexander had zich meer dan ooit vastgebeten in zijn rol als mentor. Het ging niet alleen om winnen; het ging om opbouwen, om het smeden van spelers die het fundament van de club zouden vormen. Amar Pasic, Jeffrey Westerhof en Clemens van de Vorst - drie talenten die een glimp hadden gegeven van hun potentie - hadden een speciaal plekje in Alexanders hart. Hij had hen begeleid tijdens hun eerste stappen in het professionele voetbal, maar nu begon het echte werk pas. Pasic, de jonge Oostenrijker, had met zijn indrukwekkende debuut de verwachtingen voor de toekomst nog hoger gelegd. Westerhof en Van de Vorst hadden ook laten zien dat ze klaar waren om meer verantwoordelijkheid te dragen, hoewel hun minuten nog beperkt waren gebleven. Einde seizoen Na de overwinning op FC Twente, waarmee NEC het seizoen afsloot, riep Alexander zijn jonge talenten bijeen in zijn kantoor. Het was een bescheiden ruimte, vol boeken over tactiek en psychologie, maar er hing een warme sfeer. Aan de muur prijkte een foto van zijn jeugdclub, AWC, toen hij nog een jongetje was. Het leek een eeuwigheid geleden. Amar, Jeffrey en Clemens zaten op de stoelen tegenover hem, hun gezichten een mengeling van opwinding en nervositeit. "Jongens," begon Alexander, zijn blik scherp maar zijn toon warm. "Het was een seizoen met hoogte- en dieptepunten, maar jullie hebben allemaal laten zien wat jullie in huis hebben." Amar keek bescheiden naar de grond, maar de glimlach die zijn gezicht sierde, kon hij niet onderdrukken. Jeffrey en Clemens knikten serieus, maar je zag aan hun ogen dat ze meer wilden. Alexander legde zijn handpalmen plat op tafel en vervolgde: "Ik wil jullie feliciteren met de kansen die jullie hebben gekregen en gegrepen. Jullie hebben nu de kans gekregen om te laten zien wat jullie kunnen, maar volgend seizoen - dat is waar het echt kan gaan beginnen, mits je de juiste houding kan laten zien. Dan zal ik jullie meer minuten geven, meer verantwoordelijkheid. Maar met die verantwoordelijkheid komt ook meer druk." Amar keek op. Zijn prestaties in de laatste twee wedstrijden hadden NEC naar de overwinning geholpen en hij had het publiek in De Goffert in vervoering gebracht. Drie doelpunten, één assist - het was bijna te mooi om waar te zijn. "Amar, wat je hebt gedaan in die laatste wedstrijden... dat is geen geluk. Je hebt laten zien dat je een plek verdient in het team, maar nu komt de uitdaging om het elke week te doen. Dat verwacht ik van je volgend seizoen. Wees niet tevreden met wat je al bereikt hebt." Amar knikte, zijn gezicht serieus. "Ik zal mijn best doen, coach. Ik zal mijn vorm proberen vast te houden." Alexander glimlachte kort. "Dat is de juiste instelling." Alexander stond op en liep naar het raam. Buiten zag hij het stadion, nu leeg, maar in zijn gedachten vulde hij het met juichende supporters. De afgelopen maanden hadden zijn team en zijn jonge talenten hem herinnerd aan waarom hij ooit was begonnen met coachen: niet alleen om te winnen, maar om spelers te helpen groeien, om hen te begeleiden naar hun volledige potentieel. Hij draaide zich om naar de jongens en sprak, bijna vaderlijk: "Jullie hebben dit seizoen laten zien wat jullie kunnen. Jullie zijn nu op weg om de nieuwe gezichten van NEC te worden. Maar onthoud: talent is pas het begin. Volgend seizoen gaat het om consistentie, om groei en om hoe jullie omgaan met de druk.'' De drie jongens keken hem vastberaden aan. Voor hen lag de toekomst open. Ze hadden de steun van hun coach, maar wisten ook dat ze het zelf moesten doen. Alexander voelde de verantwoordelijkheid op zijn schouders, maar het was een last die hij met liefde droeg. Blik op de Toekomst Terwijl de zomer naderde en het seizoen tot een einde kwam, voelde Alexander zich optimistisch. De druk van het coach zijn had hem het afgelopen jaar zwaar bevallen, maar het succes van spelers zoals Pasic had hem herinnerd aan waarom hij dit pad gekozen had. De mentorrol die hij nu innam, voelde bijna als een tweede natuur. In zijn dagboek schreef hij later die avond: "We hebben een seizoen achter de rug vol uitdagingen, maar we zijn sterker geworden. Amar zal volgend jaar de ruggengraat van dit team kunnen vormen, samen met jongens als Proper en Kento Shiogai. De toekomst van NEC ziet er goed uit. Ik voel het. Ik weet het."
-
De Verzoening met Zijn Verleden - Deel 2 De lucht voelde warm en vochtig toen Alexander opnieuw door de smalle straten van Wijchen liep. De regen was die ochtend zachtjes gevallen, en het dorp leek stil, alsof de wereld zich even inhield. Zijn gedachten dwaalden terug naar vroeger, naar zijn jeugd, naar zijn moeder. Het huis waarin hij was opgegroeid, een bescheiden woning aan de rand van het dorp, had altijd een bron van warmte en veiligheid geboden. Maar sinds de dood van zijn moeder, vijf jaar geleden, was die warmte iets minder voelbaar. Zijn moeder, Marijke, was het hart van de familie geweest. Ze was een zachte, geduldige vrouw die altijd voor anderen zorgde, ook toen ze zelf ziek werd. Kanker had haar langzaam weggenomen en hoewel Alexander die periode als een waas herinnerde, wist hij nog goed hoe hij, zijn vader en zijn jongere zusje Anne elke dag langs haar bed zaten, machteloos. Marijke had haar liefde voor het leven niet verloren, zelfs niet in haar laatste dagen. Ze bleef lachen, verhalen vertellen, herinneringen ophalen — vaak over hoe Alexander en Anne vroeger kattenkwaad uithaalden. Alexander en Anne hadden altijd een sterke band gehad. Anne, twee jaar jonger, was creatiever en avontuurlijker dan hij. Waar Alexander zich vaak op voetbal en school richtte, verloor Anne zich in boeken, schilderen en muziek. Ze was altijd op zoek naar nieuwe manieren om zichzelf uit te drukken, iets waar Alexander stiekem jaloers op was. Terwijl hij zich vaak gevangen voelde in zijn eigen verwachtingen, leek Anne altijd vrij te zijn. Toen hun moeder ziek werd, was Anne degene die het meest zorgde. Alexander was druk met zijn opkomende trainerscarrière en voelde zich vaak schuldig dat hij niet meer tijd had om bij haar te zijn. Anne had haar studie tijdelijk opzijgezet om fulltime voor hun moeder te zorgen en dat was iets waar Alexander haar altijd dankbaar voor was geweest. Toch had de situatie een kloof tussen hen gecreëerd — niet uit boosheid, maar eerder uit pijn. Ze praatten niet meer zoals vroeger en Alexander vroeg zich vaak af of hij ooit weer dezelfde band met haar zou hebben. Die middag besloot hij Anne te bellen. Ze woonde nu in Amsterdam, waar ze als kunstenares haar werk probeerde te verkopen. Ze hadden elkaar al maanden niet gesproken, maar de stilte tussen hen voelde steeds zwaarder. “Hey, Alex,” klonk haar stem opgewekt toen ze opnam. “Lang geleden, hoe gaat het?” “Het gaat,” antwoordde hij, terwijl hij naar een bankje liep aan de rand van het dorp. “Ik wilde gewoon even bellen... We hebben elkaar te lang niet gesproken.” Er volgde een korte stilte aan de andere kant van de lijn. “Ja, ik weet het,” zei Anne uiteindelijk. “Ik heb het druk gehad met werk en... alles.” “Ik ook,” gaf Alexander toe. “Maar ik mis onze gesprekken. Ik denk dat we elkaar uit het oog zijn verloren sinds... nou ja, je weet wel. Mam.” “Ja,” antwoordde Anne zachtjes. “Het was moeilijk. En ik denk dat we het nooit echt hebben besproken, hoe we ons voelden.” Ze hadden nooit de tijd genomen om echt te rouwen. Beiden hadden zich in hun eigen werelden gestort — Alexander in het voetbal, Anne in haar kunst. Het was hun manier om de pijn te verdringen, maar nu voelde het alsof ze iets hadden achtergelaten dat niet meer terug te halen was. “Ik ben vaak terug in Wijchen,” zei Alexander, zijn blik op het huis van zijn jeugd gericht. “Maar het voelt nooit hetzelfde zonder haar. Soms denk ik dat ik hier rondloop, zoekend naar iets dat niet meer bestaat.” “Dat herken ik,” zei Anne zacht. “Maar weet je, Alex, mam zou willen dat we vooruitgaan. Ze was altijd degene die ons aanspoorde om ons eigen pad te volgen en ik denk dat ze trots op ons zou zijn, ondanks alles.” Alexander knikte, hoewel Anne hem niet kon zien. De woorden van zijn zus raakten hem dieper dan hij had verwacht. Hun moeder had altijd in hen geloofd, zelfs toen ze zelf het einde naderde. En misschien was dat iets waar hij vaker aan moest denken — niet alleen aan haar verlies, maar aan wat ze hen had nagelaten: een diep geloof in zichzelf en in elkaar. Toen hij de telefoon ophing, voelde Alexander een golf van opluchting. Het was een klein stapje, maar het was een stap naar verzoening, niet alleen met zijn verleden, maar ook met zijn zus en zichzelf. Terwijl de avond viel en de lucht boven Wijchen langzaam donker werd, besefte hij dat de antwoorden die hij zocht niet altijd in het verleden lagen. Soms moest je gewoon verdergaan, een nieuw hoofdstuk beginnen en vertrouwen hebben dat de rest vanzelf zou volgen. Alexander stond op en keek naar het huis waar hij was opgegroeid. De regen had de tuin nat achtergelaten, maar er bloeiden nog steeds bloemen, net zoals zijn moeder dat vroeger had gewild. Het leven ging verder, met of zonder antwoorden en dat was misschien wel de belangrijkste les die hij uit zijn jeugd had meegenomen.
-
Helaas ben ik vergeten mijn save op te slaan na seizoen 1. Ik loop wat voor in de tijd, waardoor ik wel een screen heb van na seizoen twee! Aan technische kwaliteiten valt nog wel wat bij te schaven, maar mentaal en fysiek is Amar al op de goede weg! https://ibb.co/GkHhCJc
-
Beginnen in Doetinchem? Stijn is natuurlijk niet ver daar vandaan geboren!
-
Een zalige start van het seizoen op deze manier! De punten stromen binnen, maar ook aan doelpunten geen gebrek!
-
De Laatste Sprint naar de Eindstreep Het was eind mei en de geur van vers gemaaid gras hing zwaar boven ‘De Goffert’. NEC had zich herpakt na een moeilijke start in het nieuwe jaar. Met de laatste acht wedstrijden voor de boeg, wisten Alexander Iversen en zijn team dat er nog veel te winnen viel. De teleurstellingen in de KNVB Beker en de Conference League waren verwerkt, en nu was het tijd om zich volledig te richten op de Eredivisie. In de eerste van die acht wedstrijden werd er gewonnen van AZ, een solide én terechte 3-2 overwinning die het team weer vertrouwen gaf. De spelers leken weer op scherp te staan, hun bewegingen synchroon en doelgericht. Dit was het NEC zoals Alexander het voor ogen had. FC Groningen-uit was vervolgens echter geen makkelijke prooi, de ploeg won met 2-1 en gaf slechts kleine kansjes weg. De sneeuw die in de vroege maanden voor zware voeten had gezorgd, was inmiddels volledig verdwenen, en NEC bloeide weer op. Maar het waren niet alleen de prestaties van het team die het seizoen nieuw leven inbliezen. Koki Ogawa, de Japanse spits die al eerder had laten zien over een neusje voor de goal te beschikken, begon zijn jacht op de topscorerstitel. In de laatste acht wedstrijden vond hij zes keer het net, een bewonderenswaardige prestatie, hoewel hij uiteindelijk tweede zou eindigen achter Dylan Vente van PEC Zwolle. Ogawa speelde met een vastberadenheid die symbool stond voor de opmars van NEC: niet altijd de favoriet, maar altijd strijdend. 10 mei 2024 - Alexanders Dagboek "Het is gek, hoeveel dit seizoen me heeft gevraagd en gegeven. De start van 2024 voelde als een langzaam wegglijden in een richting die ik niet kon controleren. We verloren potten die we moesten winnen, raakten achterop. Maar nu, met nog maar één wedstrijd te gaan, voel ik de hernieuwde kracht in dit team. We hebben zes van de laatste acht wedstrijden gewonnen. Vandaag, op het veld, zag ik weer het vuur in hun ogen. Ogawa is een monster voor de goal. Het is jammer dat hij de topscorerstitel niet heeft kunnen pakken, maar ik ben trots op hem. Zes goals in acht wedstrijden—dat zegt genoeg over zijn kwaliteit. En dan is er Amar Pasic… Wat kan ik over hem zeggen? Hij is pas vijftien jaar oud, maar hij speelt alsof hij al jaren op dit niveau staat. Twee wedstrijden in de basis, drie goals en een assist. Ik wist dat hij talent had, maar ik had niet verwacht dat hij zo snel zou doorbreken. Het voelt alsof we iets heel speciaals in handen hebben." Amar Pasic’s Doorbraak De jonge Oostenrijkse middenvelder Amar Pasic was hét gesprek van de dag. De eerste keer dat Alexander hem zag spelen in de jeugd, was hij meteen onder de indruk. Pasic had een verfijnde balcontrole, een natuurlijk inzicht in het spel en vooral een rustige vastberadenheid, die je normaal niet zag bij een jongen van zijn leeftijd. De staf en het bestuur van NEC hielden hem al langer in de gaten, maar niemand had verwacht dat hij zó snel door zou breken. In de laatste twee wedstrijden van het seizoen mocht hij starten tegen FC Twente en FC Utrecht. En hij maakte het meer dan waar. In de thuiswedstrijd tegen Twente maakte Pasic twee doelpunten: één na een slimme loopactie in de zestien, de ander met een harde knal van buiten het strafschopgebied. De fans in De Goffert scandeerden zijn naam. In de uitwedstrijd tegen Utrecht gaf hij een assist en scoorde opnieuw. Alexander voelde trots. De toekomst van NEC leek opeens een stuk rooskleuriger. Na de wedstrijd tegen Utrecht bleef Alexander in het stadion achter, wachtend op Pasic. De jongen kwam binnen, zijn gezicht straalde van vreugde, maar hij hield zijn houding bescheiden. "Amar," begon Alexander met een glimlach, "weet je wel wat je hebt gedaan?" De jongen keek onzeker op, niet wetend wat te zeggen. "Je hebt niet alleen jezelf op de kaart gezet, maar je hebt een hele stad, een hele club hoop gegeven. Dit is nog maar het begin." Amar bloosde, maar bleef rustig. "Ik doe gewoon mijn best, coach. Ik wil het team helpen." Alexander knikte. "En dat doe je. Maar onthoud dit, Amar: de druk gaat alleen maar groter worden. Je hebt nu laten zien wat je kunt, en vanaf nu zullen mensen steeds meer van je verwachten. Maar vertrouw op jezelf. Je hebt het talent. Ik zie het, en iedereen ziet het nu ook." Pasic knikte serieus. "Dank u, coach. Ik zal blijven werken." Alexander klopte hem op de schouder. "Dat is alles wat ik van je vraag." Reflectie en Tevredenheid Terugkijkend op het seizoen, had Alexander gemengde gevoelens. NEC had het linkerrijtje gehaald, een vierde plek, een prestatie waar hij blij mee was. Ze hadden laten zien dat ze zich konden meten met de topclubs in Nederland. Maar er waren ook teleurstellingen. De KNVB Beker was nooit een serieus avontuur geworden en de doelen om vijf jeugdspelers door te laten breken waren net niet gehaald. Vier jongens hadden de magische grens van 500 minuten gehaald, maar Amin Soultana en Kas de Wit waren net tekort gekomen. "We hebben dit seizoen gebouwd aan iets moois," schreef Alexander in zijn dagboek. "De jeugd is goed onderweg, we hebben veerkracht getoond en we hebben een sterke basis voor de toekomst. Maar er is nog zoveel werk te doen. Volgend jaar moet alles op zijn plek vallen. Europees voetbal is wederom het doel en daar gaan we alles voor geven." In de kleedkamer, na de laatste wedstrijd, keek Alexander naar zijn team. Hij zag de vermoeide, maar trotse gezichten van zijn spelers. Dit was een seizoen van groei, van vallen en opstaan. NEC had zich herpakt en eindigde sterk. Maar de echte uitdaging zou volgend seizoen komen. Met Amar Pasic in opkomst en de kern van zijn team intact, wist Alexander dat de toekomst van NEC helder was. Hij voelde de opwinding weer opborrelen—het seizoen was voorbij, maar het echte werk was nog maar net begonnen.
-
De Koude Realiteit: Strijd om Herstel en Groei Begin maart had de kou zijn greep stevig vast op Nijmegen. Het veld lag er zwaar bij, met plassen smeltende sneeuw die de harde werkelijkheid weerspiegelden waar NEC zich in bevond. Alexander Iversen, gewikkeld in zijn dikke jas, liep langs de zijlijn tijdens een vroege ochtendtraining. De afgelopen twee en een halve maand waren niet zoals hij zich had voorgesteld. NEC stond nu vierde, terwijl hij aan het begin van het nieuwe jaar nog droomde van een titelrace. Het begon vrij matig in januari, met een gelijkspel in Sittard. De machine van Iversen begon te haperen: in januari werd enkel van Almere City (6-0) gewonnen. Van de dertien wedstrijden werden er maar zes gewonnen. Drie keer moesten ze het onderspit delven en vier keer kwam NEC niet verder dan een gelijkspel. De druk op Iversen groeide. Hij was zelfkritisch en vroeg zich constant af of hij het juiste deed. Zijn team speelde nog steeds goed voetbal, maar de scherpte ontbrak. Feyenoord en PSV waren inmiddels uit zicht, en zelfs Ajax en Twente leken hen te ontglippen. De verwachtingen, die zo hoog waren aan het begin van het seizoen, begonnen te knagen aan zijn vertrouwen. De Teleurstelling in de Beker De uitschakeling in de KNVB Beker tegen Excelsior had hard aangekomen. Alexander had ervoor gekozen om jeugdspelers een kans te geven. Het was de wedstrijd waarin ze zich konden bewijzen, waarin ze konden laten zien dat ze klaar waren voor het grote werk. Maar het liep anders. NEC verloor met 1-2, in een wedstrijd waarin zijn jeugdige talenten door de ondergrens zakten. Darelas, normaal gesproken een creatieve geest op het middenveld, leek overmand door de druk. Hij verloor cruciale duels en zijn passes waren onnauwkeurig. Moslih, die defensief juist een rustpunt moest zijn, werd overrompeld door het snelle spel van Excelsior. En Ouaissa die zijn fysieke aanwezigheid moest laten gelden aan de linkerkant, verloor te vaak het gevecht met zijn directe tegenstander. Na de wedstrijd was Alexander stil in de kleedkamer. Hij keek naar de jonge gezichten om hem heen, ogen vol twijfel en onzekerheid. Hij voelde hun teleurstelling, hun schaamte. Maar in plaats van kritiek, sprak hij rustig. "Dit is een moment om van te leren. Jullie hebben fouten gemaakt, ja. Maar dat hoort erbij. Jullie zijn hier niet om meteen perfect te zijn. Het is mijn taak om jullie te helpen beter te worden." Zijn woorden waren bemoedigend, maar vanbinnen vroeg hij zich af of hij ze te vroeg in het diepe had gegooid. De Pijn van de Europese Uitschakeling De uitschakeling in de Conference League was een andere klap. FC Porto bleek net te sterk. In Nijmegen speelde NEC nog knap 2-2, maar in Portugal verloren ze nipt met 2-1. Het Europese avontuur was voorbij. Alexander had zoveel hoop gevestigd op deze campagne. Europees voetbal had altijd iets magisch, iets dat de club naar een hoger niveau kon tillen. Maar nu lag de focus volledig op de Eredivisie. Hij had zich na de wedstrijd in Porto teruggetrokken in zijn hotelkamer. Het zachte geruis van regen tegen het raam klonk als een melancholisch lied. Hij dacht terug aan zijn mentorrol, aan zijn verantwoordelijkheid om niet alleen prestaties te leveren, maar ook jonge spelers te ontwikkelen. Dit was een seizoen van vallen en opstaan. Hij had geleerd dat, ondanks zijn ambities en plannen, het groeiproces niet altijd lineair was. Soms stapte je voorwaarts, soms zakte je even weg in de modder van teleurstellingen. De Toekomst van de Jeugd en Europese Dromen De toekomst van NEC lag nu in de Eredivisie en Alexander wist dat Europees voetbal volgend seizoen het belangrijkste doel was. Hij zette zijn focus volledig op het ontwikkelen van de jonge talenten die klaarstonden om door te breken. Hij had lange gesprekken met Amar, Jeffrey en Clemens. Hij vertelde hen hoe belangrijk hun rol zou zijn in de komende maanden. "We hebben nog alles om voor te spelen," zei hij tegen hen. "Dit is jullie kans om te laten zien dat jullie kunnen groeien, niet alleen in talent, maar ook in karakter." Terwijl de sneeuw buiten verder smolt, wist Alexander dat hij zijn team moest stabiliseren. Hij voelde de verwachtingen van het bestuur, van de supporters die op de tribunes steeds luider zongen. Het was tijd om de mentale veerkracht van zijn team en zichzelf te tonen. De zware maanden hadden hen beproefd, maar er was nog genoeg ruimte om zich te herpakken. Met de wetenschap dat elke fout in deze cruciale fase fataal kon zijn, slokte Iversen zijn chocomel naar binnen om in stilte te reflecteren. De tweede helft van het seizoen zou het verschil maken en hij stond op het punt alles te geven wat hij in zich had, niet alleen als coach, maar ook als mentor voor de toekomst van NEC.
-
Hoofdstuk 4: Winterse Ambities: Strijd om de Top De lucht boven Nijmegen was grijs en zwaar, met een dikke laag sneeuw die zich op de daken van de huizen en langs de trottoirs had vastgezet. De kou beet in de gezichten van de voorbijgangers en de geur van dennennaalden hing nog in de straten na het recente kerstdiner dat velen gevierd hadden. Binnen in het stadion van NEC zat Iversen met Carlos Aalbers aan een lange tafel, met de geur van warme chocomel die hen omringde. Buiten dwarrelden sneeuwvlokken langzaam naar beneden, maar binnen heerste een warme, bijna huiselijke sfeer. Het was tijd om terug te blikken op de eerste helft van een veelbewogen seizoen. “Het was een bewogen eerste seizoenshelft,” begon Carlos, terwijl hij een slok van zijn chocomel nam. “We staan tweede, vier punten achter op Feyenoord en vijf voor op Ajax. Wie had dat gedacht aan het begin van het seizoen?” Alexander glimlachte kort, zijn gedachten teruggaand naar die zwoele zomerdagen waarin alles nog voor hen lag. Nu, in de winter, voelde het alsof de tijd was gevlogen. “We hebben het goed gedaan,” zei hij terwijl hij naar buiten keek, waar de sneeuw het veld bedekte. “Dertien overwinningen uit zeventien wedstrijden. Maar die ene nederlaag… die doet nog steeds pijn.” De verloren wedstrijd tegen FC Twente, met 3-1 in De Grolsch Veste, zat nog vers in zijn geheugen. Het had hen net dat tikkeltje meer kunnen geven om de koppositie te pakken. Carlos knikte. “Twente is sterk, maar we doen nog volop mee. En wie had ooit gedacht dat we vijf punten voor zouden staan op Ajax? De competitie is anders dit jaar. Strijdbaarder.” Alexander ging achterover zitten en legde zijn handen plat op de tafel. “Ogawa doet het geweldig met elf doelpunten, tweede op de lijst samen met Stengs. Maar Vente presteert beter, met één goal meer. We hebben de spitspositie goed bezet, maar ik maak me zorgen over onze vleugelverdedigers. We missen net diepte daar.” Carlos zette zijn mok neer en haalde een stapel papieren uit zijn tas. “Precies waar ik het over wilde hebben. We hebben versterkingen nodig als we deze positie willen behouden. Feyenoord zal niet stilzitten en Ajax komt er vast weer aan na de winterstop. De piramide wordt nu geopend, wat betekent dat we ook naar de lagere divisies kunnen kijken. Wie weet kunnen we een ruwe diamant vinden.” De KNVB had recent besloten om de voetbalpiramide te openen, wat betekende dat teams uit de Tweede Divisie en lager nu konden doorstromen naar de hogere divisies. Een revolutie in het Nederlandse voetbal. Vroeger zaten de lagere divisies op slot, zonder promotie of degradatie. Maar nu hoopte de KNVB dat deze veranderingen de algehele kwaliteit van het Nederlandse voetbal zouden verhogen. Voor NEC was dit een kans, zowel sportief als financieel, om talent op te pikken uit onverwachte hoeken. “Het is een goed moment om te investeren,” zei Alexander. “Maar we moeten slim zijn. Jongens zoals Önal en Sano doen het goed, maar ik zie dat ze nog een buffer nodig hebben. Vooral op de vleugels van onze verdediging. We zijn daar kwetsbaar, vooral als we blessures krijgen of als de intensiteit toeneemt. We hebben versterking nodig die meteen impact kan maken.” Carlos bladerde door zijn papieren. “We hebben een aantal namen op onze radar, vooral in de Keuken Kampioen Divisie en zelfs in de Tweede Divisie. Jongens met potentie. Maar we moeten ook denken aan internationale opties.’” Alexander knikte terwijl hij zijn mok chocomel warm hield. “Dat klinkt goed. Maar we moeten niet vergeten dat we ook in de Conference League blijven spelen. FC Porto wacht, en dat is een tegenstander van formaat.” De uitschakeling in de Europa League had pijn gedaan. Twee overwinningen op LASK gaven aanvankelijk hoop, maar het verlies tegen Juventus en de teleurstelling tegen Fenerbahçe hadden NEC de das omgedaan. Ze waren niet sterk genoeg gebleken in het Europese geweld van de Europa League. Toch was er een nieuwe kans, nu ze in de Conference League tegen Porto stonden. “De focus ligt op de competitie, maar Europa blijft een belangrijk podium,” zei Carlos. “Porto is een uitdaging, maar als we het slim aanpakken, kunnen we stunten.” Alexander voelde de energie weer terugkomen terwijl hij aan de toekomst dacht. “Dat is precies wat we nodig hebben. Een nieuwe impuls voor het team, zowel mentaal als fysiek.” Ze zaten nog een tijdje in stilte, beiden diep in gedachten verzonken. Buiten waren de laatste sneeuwvlokken gevallen en begon de avondschemering in te vallen. De lichten in het stadion flikkerden aan: het veld lag onder een dikke, witte deken. Binnenin het stadion werd er nog volop nagedacht, gepraat en gepland. De tweede seizoenshelft zou zwaar worden, maar NEC was klaar om te vechten. En met de juiste versterkingen, zouden ze sterker terugkomen. Toen ze opstonden om te vertrekken, pakte Carlos zijn papieren weer bij elkaar en glimlachte. “Ik denk dat we een heel mooi voorjaar tegemoet gaan, Alexander. Als we nu de juiste keuzes maken, kunnen we Feyenoord echt onder druk zetten.” Alexander lachte kort, terwijl hij zijn jas dichttrok tegen de koude lucht die hen tegemoet kwam. “Dat is precies wat we gaan doen, Carlos.”
-
De Mentor en Zijn Leerlingen - I Het was een koude, mistige ochtend op het trainingscomplex van NEC. De lucht voelde zwaar en vochtig, maar er hing een gespannen energie. Iversen stond aan de zijlijn, zijn handen diep in de zakken van zijn jas gestoken. Zijn ogen volgden elke beweging op het veld. De jonge spelers, net terug van een intensieve oefensessie, namen een slok water en verzamelden zich rondom hem. Dit moment, dacht hij, was waar alles om draaide. Het opleiden, begeleiden, en klaarstomen van talenten — niet alleen voor hun eigen carrières, maar voor de toekomst van de club. En misschien zelfs zijn eigen toekomst als coach. Sano en Önal waren twee van de spelers die zijn bijzondere aandacht hadden. Sano, een Japans talent met een technisch vernuft dat zeldzaam was, had een rustige maar gedreven houding. Önal daarentegen speelde met de flair en het zelfvertrouwen van iemand die wist dat hij op het punt stond om door te breken. Toch voelde Alexander dat hun ontwikkeling een delicate balans vereiste tussen aanmoediging en druk. Ze waren jong, ambitieus, maar ook kwetsbaar. Hoeveel verantwoordelijkheid kon hij hen al toevertrouwen? “Kodai, Başar, kom even hier,” zei Alexander terwijl de rest van het team zich klaarmaakte voor de volgende oefening. Hij keek hen aan, een licht fronsje op zijn gezicht. “Ik zie jullie groeien, maar jullie moeten begrijpen dat talent alleen niet genoeg is. De mentale kant van het spel is net zo belangrijk. Hier,” hij tikte met zijn vinger op zijn slaap, “moet je net zo sterk zijn als op het veld.” Ze knikten allebei, hun ogen strak op hem gericht. Alexander voelde hun honger naar succes, maar zag ook hun onzekerheden. Sano worstelde met de taal, Önal met de druk om te presteren. En dan was er Alexander, die hen niet alleen als voetballers, maar als mensen wilde helpen. Dat was zijn belofte aan zichzelf toen hij NEC overnam: hij zou niet zomaar een coach zijn, hij zou een mentor zijn. Die avond, toen hij thuis in hun nieuwe huis aan de keukentafel zat met Laura, voelde hij de mentale vermoeidheid van de dag. Het huis was stil, op de zachte bewegingen van Laura na, die bezig was met de voorbereidingen voor de baby. Haar buik was nu duidelijk zichtbaar, en elke dag dat de geboorte naderde, voelde als een nieuwe mijlpaal in hun leven samen. Hij keek naar haar, en voor een moment vergat hij het voetbal. “Hoe gaat het met ze?” vroeg Laura zachtjes, zonder op te kijken van het lijstje dat ze aan het maken was. “Met wie?” antwoordde Alexander, terwijl hij wist dat ze het had over zijn spelers. “Je jongens. Sano en Önal. Je praat elke avond over ze.” Hij glimlachte zwak. “Ze zijn goed. Echt goed. Maar soms twijfel ik of ik niet te veel van ze vraag. Ze zijn nog jong, Laura, en ik weet hoe het is om die druk te voelen. Zeker nu het seizoen goed begint, voel ik hoe de verwachtingen stijgen. Voor hen... en voor mij.” Laura kwam naast hem zitten en legde haar hand op de zijne. “Je bent een geweldige coach, Alex, maar vergeet niet dat je meer bent dan dat. Je hebt altijd oog gehad voor je spelers als mensen. Ze zijn jong, maar ze hebben jou nodig. Net zoals onze baby straks jou nodig heeft. Je zult de balans vinden.” Alexander knikte, hoewel de knoop in zijn maag bleef. Hij voelde die verantwoordelijkheid diep. De toekomst van de club en zijn eigen carrière hingen samen met de prestaties van zijn jonge spelers. Sano had het in zich om de spil van het middenveld te worden, waar Önal de vleugelspeler kon zijn die NEC nodig had om zich te onderscheiden in de competitie. Maar wat als hij de verkeerde keuzes maakte? Wat als hij hen te vroeg pushte, of juist niet genoeg? Het was een delicaat evenwicht tussen aanmoedigen en beschermen, tussen druk en vrijheid. De volgende ochtend, tijdens een een-op-een sessie met Sano, voelde Alexander de intensiteit van dat dilemma. Ze stonden aan de rand van het veld, de zon nog net niet boven de horizon, en de kou van de nacht hing nog in de lucht. Kodai keek geconcentreerd, zijn ogen op de bal gericht. “Ik zie dat je moeite hebt om je plek te vinden in de groep,” zei Alex rustig. “Je hebt het talent, Kodai. Maar ik zie ook dat je soms terughoudend bent. Is het de taal? Of is er iets anders?” Sano aarzelde even voordat hij antwoordde. “Het is de druk, coach. Ik wil het goed doen. Ik wil niet falen. En soms… weet ik niet zeker of ik het kan.” Alexander legde een hand op zijn schouder. “Je bent hier omdat je het kunt. Ik geloof in je. Maar het is oké om het soms moeilijk te vinden. Het gaat erom hoe je daarop reageert. Gebruik de druk om sterker te worden.” De sessie eindigde met een veelbelovende glimlach van Sano. En terwijl de dagen vorderden, zag Alexander hoe zowel Sano als Önal hun plek in het team begonnen te vinden. De teamtrainingen werden intensiever, de wedstrijden belangrijker, maar de band die hij met hen opbouwde, bleef een essentieel onderdeel van hun groei. Op het veld, tijdens wedstrijden, voelde hij diezelfde verantwoordelijkheid. Sano op het middenveld, Önal die over de vleugel sprintte en Alexander aan de zijlijn, handen in zijn zakken, met zijn ogen op hen gericht. Hij gaf hen de vrijheid om te spelen, maar de begeleiding om niet te verdwalen in de druk. Dit seizoen was anders dan alle anderen. Niet alleen omdat de club beter presteerde, maar omdat Alexander zichzelf in zijn jonge spelers zag. Hij zag zijn eigen onzekerheden, zijn eigen drang om te slagen. En voor het eerst besefte hij dat zijn rol als coach niet alleen ging over winnen. Het ging over begeleiden, over het vormen van de volgende generatie — niet alleen op het veld, maar ook daarbuiten. Terwijl hij met Sano en Önal op het trainingsveld stond, dacht hij aan zijn eigen vader. De lessen die hij had geleerd, de steun die hij had gemist. Hij wist dat hij het anders wilde doen, voor zijn spelers en binnenkort ook voor zijn eigen kind. Hij zou de mentor zijn die hij zelf altijd had willen hebben.
-
Hoofdstuk 3: De Toekomst aan de Onderhandelingstafel De ochtendzon baande zich een weg door de hoge ramen van het kantoor, waar het geluid van het geroezemoes van Nijmegen ver buiten bleef. Het hoofdkantoor van NEC had iets sereens, iets vertrouwds. Aan de eikenhouten tafel zaten vier mannen die de toekomst van de club bespraken: Alexander Iversen, de coach die het hart van NEC had veroverd, Carlos Aalbers, de ervaren technisch directeur, Wilco van Schaijk, de algemeen directeur, en Marcel Boekhoorn, de stille, maar invloedrijke eigenaar. Iversen had de afgelopen maanden dromen gekoesterd, maar dit was het moment om ze uit te spreken. Terwijl de geur van versgezette koffie de ruimte vulde, keek hij zijn gesprekspartners aan. Het was stil, een soort spanning die niet ongemakkelijk was, maar geladen met verwachtingen. Iedereen wist dat deze bijeenkomst de weg naar de toekomst zou bepalen. “Laten we eerlijk zijn,” begon Iversen, terwijl hij zijn notitieboek voor zich opende. “We hebben een prachtige start gemaakt, maar wat we hier bespreken gaat verder dan de komende maanden. Dit gaat over de lange termijn. Dit gaat over wat NEC kan worden.” Hij liet zijn woorden bezinken terwijl hij zijn blik richtte op Boekhoorn, die kalm knikte. Korte Termijn: De Fundering “Ik denk dat we moeten beginnen met de korte termijn, de komende een à twee jaar,” vervolgde Iversen. “Ons doel is helder: we willen in het linkerrijtje eindigen. Dat betekent consistentie, stabiliteit, en de eerste stappen naar een competitiever team. Maar belangrijker nog, we moeten vertrouwen opbouwen in onze jeugd. Ik wil elk seizoen minimaal vijf jeugdspelers hebben die minimaal 500 minuten maken in het eerste elftal. Niet alleen omdat het ons DNA is, maar omdat deze club altijd bekend heeft gestaan om zijn jeugdopleiding.” Aalbers leunde naar voren. “Die vijf jeugdspelers, denk je dat ze er nu al zijn, of moeten we nog meer investeren in de academie?” Iversen glimlachte. “Ze zijn er. Het talent zit er al, maar we moeten geduld hebben en vertrouwen geven. Kijk naar de jongens die al minuten maken. Als we ze goed begeleiden, groeien ze vanzelf. En daarnaast, de kwartfinales van de beker moeten haalbaar zijn. We zijn een team dat niemand onderschatten mag.” Boekhoorn nam een slok van zijn koffie en keek over zijn bril naar Iversen. “Dat klinkt haalbaar,” zei hij met zijn zachte, maar beslissende stem. “Maar ik neem aan dat je verder kijkt dan alleen de komende twee jaar?” Iversen knikte. “Absoluut.” Middellange Termijn: Europese Dromen De sfeer in de ruimte veranderde subtiel toen Iversen verderging. Dit was waar hij echt van droomde, en hij kon het niet verbergen. “De middellange termijn, over drie tot vijf jaar, is waar we écht stappen moeten zetten,” zei hij met vastberadenheid in zijn stem. “We moeten onszelf stevig in de top zes van Nederland vestigen. Dat betekent Europees voetbal halen, jaar in jaar uit. Niet alleen voor de sportieve ambities, maar ook om financieel gezond te blijven. Spelen op het Europese toneel brengt geld binnen, maar ook aandacht. Spelers willen dan bij NEC komen, jeugdspelers willen bij ons ontwikkelen.” Van Schaijk knikte. “En wat met de concurrentie? Vitesse is altijd een factor in deze regio. Hoe denk je dat we ons ten opzichte van hen kunnen positioneren?” Er viel een korte stilte. Iversen had altijd een afkeer gevoeld voor Vitesse, de rivaal aan de overkant van de Waal. Maar nu, als coach van NEC, voelde hij het meer dan ooit. “Het is simpel,” zei hij met een vastberaden blik. “We moeten elk jaar boven Vitesse eindigen. Dat moet onze standaard zijn. Niet alleen voor het team, maar voor de fans, voor de stad. Het is een kwestie van trots.” Boekhoorn grinnikte, en de anderen volgden. “Dat is wat ik wil horen,” zei hij. “Maar als je zo ambitieus bent, wat is dan het ultieme doel?” Lange Termijn: De Toekomstige Gigant Iversen leunde iets naar voren, zijn stem lager, maar gevuld met passie. “We bouwen aan iets groters. Op de lange termijn, zes tot tien jaar, moet NEC zich ontwikkelen tot een club die meedoet om het kampioenschap. We moeten de top van Nederland aanvallen. Niet alleen dat, we moeten de Champions League bereiken. De groepsfase. We moeten dromen, heren. We moeten de naam NEC verbinden met het hoogste niveau van Europa.” Aalbers keek naar hem, sceptisch maar nieuwsgierig. “Champions League, echt?” Iversen liet zich niet van zijn stuk brengen. “Ja. Maar het begint bij de jeugdopleiding. In die tien jaar moeten we een van de drie beste jeugdopleidingen van Nederland hebben. Niet alleen talent opleiden, maar toptalent produceren dat het eerste elftal naar een hoger niveau tilt. En als we dat doen, komt de rest vanzelf. Financieel zullen we gezond zijn, we zullen attractief zijn voor grote investeerders en partners.” Boekhoorn keek naar buiten, waar de zon langzaam hoger aan de hemel klom. Hij dacht even na en sprak toen rustig. “Ik vind je ambitie geweldig, Alex. Dit is wat ik wil horen. Ik wil dat deze club over tien jaar in de top 50 van de wereld staat. Een naam die in Europa weerklank vindt. Maar weet ook: we moeten voorzichtig zijn. Het gaat om balans.” Iversen knikte instemmend. “Zeker. Het blijft een proces van bouwen. Maar als we deze route volgen, bouwen we niet alleen een team, maar een erfenis. NEC moet een club worden waar mensen niet omheen kunnen. De tijd van dromen is voorbij. Dit is de tijd om ze te verwezenlijken.” De bijeenkomst eindigde in een sfeer van ambitie en vastberadenheid. Terwijl ze opstonden van de tafel, wist Iversen dat de koers was uitgezet. NEC had een helder doel, een plan voor de toekomst. Maar het werk was nog maar net begonnen.
-
De Verzoening met Zijn Verleden - 1 Het was een namiddag in oktober toen Alexander Iversen door de straten van zijn geboortedorp Wijchen liep. De bomen langs het dorpsplein kleurden langzaam van groen naar geel, een rustige overgang die herinnerde aan hoe de seizoenen veranderden, net als het leven. Hij had hier zijn hele jeugd doorgebracht, en nu voelde het alsof alles hetzelfde was gebleven — maar toch ook niet. Zijn jeugd was simpel geweest. Een dorpse jongen die opgroeide met voetbal in zijn bloed en de geur van vers gemaaid gras in zijn neus. De voetbalvelden waar hij als jongen speelde, lagen net buiten het dorp, dicht bij de school waar hij onderwijs genoot. Hij was er bijna elke dag te vinden. Daar, op het veld, had hij zich altijd vrij gevoeld. Het was zijn toevluchtsoord, een plek waar hij kon ontsnappen aan de verwachtingen die zijn vader — en later de wereld — van hem had. Maar de laatste tijd voelde Alexander zich gevangen in de nostalgie van die jeugd. Hij keerde steeds vaker terug naar Wijchen, alsof hij antwoorden zocht op vragen die hij zichzelf nog niet durfde te stellen. Zijn huis in Nijmegen voelde soms te groot, te stil. Het was een prachtige plek, modern en comfortabel, maar er hing een leegte die hij niet kon vullen. Zijn partner, Laura, had hem hier vaak op aangesproken. Ze voelde de afstand tussen hen groeien, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel. “Je bent altijd weg,” zei ze vaak, terwijl ze in de keuken een kop thee zette. “Zelfs als je hier bent, ben je niet echt hier.” Alexander wist dat ze gelijk had. Hij was afwezig, steeds meer verloren in gedachten. Er was iets in hem dat niet kon settelen. Een deel van hem bleef hangen in zijn jeugd, zijn onschuld, de tijden dat alles simpel was. Maar hij wist ook dat hij volwassen was geworden en met die volwassenheid kwam een verantwoordelijkheid die hij niet kon ontvluchten. Die middag besloot hij zijn vader te bezoeken. Het was lang geleden dat ze echt hadden gesproken, echt hadden gezeten om samen hun verleden en toekomst te delen. Jan Iversen, een man van weinig woorden maar diepe gedachten, woonde nog steeds in het oude huis waar Alexander was opgegroeid. Een eenvoudig huis met rode bakstenen en een tuin die volstond met bloemen waar zijn moeder ooit voor had gezorgd. “Pap,” zei Alexander toen hij de voordeur opendeed. De geur van koffie en oude boeken sloeg hem meteen tegemoet, vertrouwd en warm. Zijn vader zat zoals altijd in zijn leunstoel, de krant opgevouwen op zijn schoot. Jan keek op en glimlachte. “Alex, jongen. Goed dat je er bent.” Ze zaten samen aan de eettafel, precies zoals ze dat vroeger deden, toen Alexander nog een kind was dat droomde van grootse avonturen. Maar nu, als volwassen man, voelde hij de behoefte om iets anders te bespreken. Iets diepers. “Pap,” begon hij, aarzelend. “Denk je dat ik het juiste doe met mijn leven? Niet alleen met mijn werk, maar... met alles?” Jan zette zijn koffiekopje neer en keek zijn zoon aan, zijn ogen vermoeid maar vol begrip. “Waarom vraag je dat, jongen? Wat zit je dwars?” Alexander haalde diep adem en keek naar zijn handen. “Het voelt alsof ik soms vastzit in het verleden. Alsof ik niet vooruit kan omdat ik bang ben wat ik achterlaat. De dromen die ik als kind had... ze zijn anders nu. En ik weet niet of ik nog weet wat mijn eigen dromen zijn.” Zijn vader zweeg even, alsof hij zijn woorden zorgvuldig overwoog. “Weet je, Alex,” zei hij uiteindelijk, “...dromen veranderen. Dat hoort bij het leven. De jongen die jij was, heeft je gebracht waar je nu bent. Maar je hoeft niet altijd vast te houden aan die oude dromen. Het is oké om nieuwe te vinden, nieuwe wegen te bewandelen.” Alexander knikte langzaam, de woorden van zijn vader sijpelden in. Hij wist dat hij al die tijd zo bezig was geweest met het vervullen van verwachtingen — van zijn vader, van zichzelf, van de wereld om hem heen — dat hij vergeten was wie hij werkelijk was. Wie hij buiten het voetbal om was. Later die avond, toen hij weer alleen door de straten van Wijchen wandelde, op weg terug naar Nijmegen, voelde hij zich iets lichter. De regen was opgehouden en de lucht rook fris, alsof de wereld zelf hem een nieuwe kans bood. Hij wist dat hij nog veel te verwerken had, veel om over na te denken, maar één ding was duidelijk: het was tijd om los te laten. Niet alles, maar genoeg om ruimte te maken voor nieuwe dromen, nieuwe verhalen die hij zelf zou schrijven.
-
Hoofdstuk 2: Vliegende Start? De lucht was grijs boven het Yanmar Stadion in Almere, maar Alexander Iversens gedachten waren helder. De competitie begon en hoewel de verwachtingen voor NEC laag waren, voelde hij de spanning van de ongeschreven toekomst. Niemand durfde het hardop te zeggen, maar NEC had een 'gemakkelijk' programma in de openingsmaand. Almere City, Fortuna Sittard en NAC Breda – dit waren tegenstanders die NEC kon en móést verslaan om een solide basis te leggen voor het seizoen. Iversen wist dat deze wedstrijden cruciaal zouden zijn, niet alleen om vertrouwen op te bouwen, maar om een statement te maken: NEC was niet gekomen om deel te nemen; ze waren hier om te strijden, als Nijmeegse Romeinen. De eerste wedstrijd, uit tegen Almere, was een test. Met een 4-1 overwinning in de zak werd de toon gezet. Koki Ogawa opende de score al vroeg en NEC speelde met een agressie die de Almeerse verdediging simpelweg niet kon bijbenen. In de kleedkamer na afloop hing er een euforische sfeer. “Dit is wat we kunnen en dit is pas het begin,” sprak Iversen zijn mannen toe. De week daarna, thuis tegen Fortuna Sittard, werd de druk groter. Het Goffertstadion was gevuld met hoopvolle supporters die verlangden naar de eerste thuiszege van het seizoen. “...Dat zijn onze kleuren!” galmde het vanaf de tribunes toen NEC met een solide 2-0 won. Ogawa en Hansen lieten hun klasse zien en Iversen stond aan de zijlijn met zijn armen over elkaar, niet glimlachend, maar in stilte genietend. Zes uit twee. Maar hij wist dat september het echte meetmoment zou worden. De Maand van Waarheid De kalmte die in de eerste wedstrijden heerste, maakte plaats voor een groeiende spanning. September was een maand vol obstakels. Feyenoord, PSV, Ajax – drie van de sterkste teams van het land stonden op het programma. Maar in plaats van nervositeit te voelen, leek er iets te veranderen binnen de ploeg. De trainingen werden intenser, de scherpte groeide. Dit was hun kans om te bewijzen dat NEC niet alleen tegen de kleintjes kon winnen, maar dat ze konden meedoen met de groten. NEC – Feyenoord (1-0 winst) Feyenoord kwam als favoriet naar Nijmegen, maar het waren de fans die voor het echte vuur zorgden. “...dat zijn onze kleuren!” rolde als een golf over het veld terwijl NEC fel startte. De druk op Feyenoord was zichtbaar. In een felbevochten duel viel in de 15e minuut de enige en beslissende treffer. Dirk Proper, de motor van het team, schoot vanaf de penaltystip en liet het Goffertstadion ontploffen. Iversen juichte met gebalde vuisten, het voelde als een statement naar de rest van de competitie. PSV – NEC (1-3 winst) Een week later volgde de trip naar Eindhoven, waar PSV NEC met een arrogante glimlach ontving. Niemand gaf NEC een kans. Maar de mannen van Iversen voelden de energie van de Feyenoord-zege nog steeds in hun benen. Het werd een tactische masterclass. NEC drukte PSV met 1-3 in hun eigen stadion. Ogawa was wederom de held een treffer, Róber en Kas de Wit openden tevens hun rekening in de Eredivsie. Alexander Iversen liep na afloop met een mengeling van trots en vastberadenheid het veld af. Twee overwinningen tegen topclubs in één maand. Dit was ongekend. Het bestuur was al in zijn kantoor geweest met lovende woorden, maar Iversen bleef bescheiden. NEC – LASK Linz (3-0 winst, Europa League) De week daarop werd de focus verlegd naar Europa. De tegenstander: LASK Linz. Hoewel de druk van de competitie nog steeds voelbaar was, ging NEC met een zekere flair het Europese duel aan. Een comfortabele 3-0 overwinning volgde, met de jonge talenten die zich langzaam begonnen te onderscheiden. Iversens NEC bewees niet alleen op nationaal niveau mee te doen, maar ook in Europa kon NEC verrassen. NEC – Ajax (2-2 gelijkspel) Het duel tegen Ajax was misschien wel de grootste test. Ajax had al jaren een dominante positie in de Eredivisie en kwam naar Nijmegen met de verwachting te winnen. Maar NEC, gesterkt door de recente successen, weigerde zich te laten intimideren. De eerste helft was een tactisch steekspel, maar na precies een halve helft te hebben gespeeld, brak de wedstrijd open. Ogawa scoorde na amper 23 minuten en NEC nam brutaal de leiding. Er volgde een zenuwslopend schouwspel, waarbij NEC zelfs de 2-0 tegen de touwen schoot: Koki Ogawa. Het laatste kwartier werd Ajax echter gesterkt door hun ervaring: Kenneth Taylor (‘77) en Wout Weghorst (‘85) beslechtten het lot van NEC. Het fluitsignaal klonk en ondanks het gelijkspel voelde het als een overwinning. Het Goffertstadion stond op zijn kop, de spelers voelden de trots van hun supporters. Quick – NEC (2-7 winst, KNVB Beker) De maand werd afgesloten met een eenvoudige 2-7 overwinning op Quick in de KNVB Beker. NEC, hoewel vermoeid na een zware reeks wedstrijden, toonde hun klasse en liet geen twijfel bestaan over hun superioriteit. De Reactie van de Stad De stad leefde op. De woorden “...dat zijn onze kleuren!” werden de slogan van de fans. Er hing een gevoel van hoop en hernieuwde ambitie in de lucht. NEC, het team dat vorig seizoen nog werd gezien als een middenmoter, begon langzaam te geloven dat er meer mogelijk was. Iversen werd een held in Nijmegen. De pers prees zijn tactische scherpte en rustige, doch vastberaden leiderschap. Maar Alexander bleef nuchter. Hij wist dat dit pas het begin was van een lang seizoen.
-
Het Opbouwen van een Nieuw Thuis Het was een frisse herfstochtend in Nijmegen toen Alexander voor de eerste keer de voordeur van hun nieuwe huis opende. De geur van pas gemaaid gras hing in de lucht, en het huis straalde een gevoel van nieuwheid en belofte uit. Het was nog leeg, op enkele dozen na die verspreid in de woonkamer stonden, maar voor Alexander voelde het als een nieuwe start — niet alleen voor hem, maar voor zijn gezin. Hij liep door de hal, zijn vingers langs de gladde muren glijdend, en dacht aan hoe snel alles was gegaan. Zijn vrouw, Laura, stond in de tuin, zachtjes glimlachend terwijl ze een hand op haar groeiende buik legde. Ze was zes maanden zwanger, en met elke dag die voorbijging, groeide bij Alexander het besef dat hij binnenkort vader zou worden. Het vooruitzicht maakte hem opgewonden, maar bracht ook een vleugje angst met zich mee. De verantwoordelijkheid die hij op het veld droeg als coach leek niets vergeleken met wat hem te wachten stond. Toch voelde hij zich klaar. Dit huis, dit nieuwe leven in Nijmegen, zou de stabiele basis zijn die hij als kind vaak had gemist. Ze hadden het huis met zorg gekozen, niet alleen vanwege de nabijheid tot het stadion en het trainingscomplex, maar ook vanwege de rustige, groene omgeving. Het was een plek waar hun kind veilig zou kunnen opgroeien, waar hij en Laura de rust zouden vinden die ze zochten. Een lange oprijlaan leidde naar de voordeur, en aan de achterkant van het huis lag een tuin die grensde aan een klein bos, perfect voor wandelingen en later misschien een potje voetbal met hun zoon of dochter. Alexander liep naar Laura toe, die met gesloten ogen van de herfstzon genoot. Hij legde zijn hand op haar schouder en keek naar haar buik. "Kun je het geloven?" vroeg hij zacht. "Over een paar maanden lopen we hier rond met een kleintje." Laura opende haar ogen en glimlachte naar hem. "Ik weet het. Het voelt nog steeds onwerkelijk." Ze draaide zich naar hem toe en pakte zijn hand. "Maar het voelt goed, Alex. Dit is waar we moeten zijn." Die woorden troffen hem diep. Laura was altijd degene geweest die hem kalmeerde, die hem hielp de wereld in perspectief te zien wanneer de druk van zijn werk hem soms dreigde te overweldigen. Terwijl hij zich in zijn hoofd bezighield met tactieken, wedstrijden en spelers, was Laura degene die hem eraan herinnerde dat er meer was dan voetbal. De verhuizing naar Nijmegen had niet alleen praktische redenen gehad. Alexander had altijd een bepaalde onrust gevoeld, een drang om zichzelf te bewijzen, om zijn plaats in de wereld te vinden. Hij had dat jarenlang op het voetbalveld gezocht, in zijn carrière als speler en nu als coach. Maar nu, met Laura aan zijn zijde en hun kind op komst, begon hij te begrijpen dat het bouwen van een thuis net zo belangrijk was als het bouwen van een carrière. Hij dacht aan zijn jeugd, aan het huis in Wijchen waar hij was opgegroeid. De warme geur van zijn moeders keuken, de geluiden van een huis gevuld met liefde en verhalen. Maar hij dacht ook aan de leegte die was ontstaan toen zijn moeder was overleden en hoe dat gevoel van verlies zijn vader en hem uit elkaar had gedreven. Dit nieuwe huis in Nijmegen voelde anders. Het was geen plek van herinneringen en verlies, maar van hoop en toekomst. Hier zou hij het beter doen, hier zou hij de warmte en liefde geven die hij zelf had gezocht. Binnen, in de woonkamer, stonden de eerste babyspullen al klaar: een kleine wieg in een hoek, een stapel ingepakte knuffels en wat babykleertjes uitgestald over de vloer. Laura had de kleuren zorgvuldig gekozen, zachte tinten van groen en beige, passend bij de rustige omgeving van het huis. Alexander had het meeste overgelaten aan haar, wetende dat haar oog voor detail altijd beter was dan het zijne. Maar toch, elke keer als hij naar die wieg keek, voelde hij een warme, maar onbekende golf van emotie. Hij zou vader worden. En die gedachte vulde hem met een gevoel dat hij moeilijk kon beschrijven. De tijd tikte langzaam weg, en terwijl de dagen korter werden en de lucht kouder, groeide de vreugde en spanning om wat komen ging. Alexander had zijn hele leven opgebouwd rond het idee van succes, rond het najagen van doelen en het behalen van overwinningen. Maar nu, in dit stille huis, besefte hij dat het grootste succes misschien wel hier lag, in het creëren van een thuis, in het verwelkomen van nieuw leven. Terwijl hij naast Laura in de tuin stond, keek hij naar de bomen die hun bladeren verloren en de lucht die helder en koud was. Hij voelde de aarde onder zijn voeten en ademde diep in. De toekomst, hoe onzeker die soms ook leek, voelde nu minder beangstigend. Hier, in hun nieuwe huis, was hij niet alleen een coach die strategieën moest bedenken of wedstrijden moest winnen. Hij was een man die zijn eigen leven aan het opbouwen was, samen met de vrouw van wie hij hield, en het kind dat ze binnenkort in hun armen zouden houden. En ergens, diep van binnen, wist Alexander dat hij alles zou doen om dit thuis te beschermen en te laten bloeien, net zoals hij dat met NEC zou doen. De twee werelden — het veld en het huis — waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. En in beide, zo beloofde hij zichzelf, zou hij er staan.
-
Hoofdstuk 1: De Voorbereiding De ochtendzon gleed over het trainingscomplex van NEC Nijmegen, waar Alexander Iversen vastberaden rondliep. Dit was geen gewone dag; het was de start van een nieuw seizoen, een schone lei met eindeloze mogelijkheden. Alexander voelde de opwinding in de lucht. Dit was zijn moment, zijn kans om NEC naar een hoger niveau te tillen. Zijn eerste zet? Het fundament versterken: zijn staf. Het Scoutingapparaat “Welkom in Nijmegen, Vadym. We gaan samen schitteren,” zei Alexander glimlachend, terwijl hij de hand schudde van Vadym Komardin, zijn nieuwe scout. Vadym was een meester in de Oost-Europese markt. Zijn scherpe oog voor verborgen talent zou van onschatbare waarde worden. Aan zijn zijde stond Luciano Canepa, een man die even gepassioneerd was over Zuid-Amerikaans voetbal als Alexander zelf over NEC. Luciano zou de geheime parels uit Argentinië, Brazilië en daarbuiten opsporen. Alexander had grootse plannen voor zijn scoutingteam. Met hun expertise zou hij niet alleen spelers voor het heden aantrekken, maar ook de sterren van de toekomst veiligstellen. En daar stopte het niet. De Jeugdopleiding Dirk Mack liep zelfverzekerd het kantoor van Alexander binnen. Zijn reputatie was hem vooruitgesneld: een man die jeugdspelers omvormde tot volwaardige profs. Alexander wist dat Dirk het gouden ingrediënt zou zijn voor NEC's jeugdopleiding. Met Dirk aan het roer zou de academie jaarlijks nieuw bloed leveren, iets waar Alexander heilig in geloofde. De Coachingstaf Toen Hannah Herbert de kamer binnenstapte, voelde Alexander een frisse wind van innovatie. Haar scherpe analytische geest en technologische inzicht zouden een nieuw tijdperk van datagedreven prestaties inluiden. Thomaz Koerich, de Braziliaanse technicus, zou haar ondersteunen, met zijn expertise in prestatie-analyse. Samen vormden ze een duo dat de spelers niet alleen beter wilde maken, maar ook slimmer. “Cees, je weet wat er op het spel staat,” zei Alexander later, toen hij de hand schudde van zijn nieuwe hoofd van de medische staf, Cees van der Linden. Cees knikte serieus. Samen met zijn team van nieuwe, ambitieuze fysiotherapeuten – Marc van den Ingh en Jesper Larsen – zou hij ervoor zorgen dat blessures een uitzondering werden, geen norm. De Aanloop naar het Seizoen De eerste weken vlogen voorbij in een draaikolk van activiteiten. Alexander organiseerde teambuildingdagen waarbij zelfs de staf zich net zo vastberaden voelde als de spelers. De stafleden werkten alsof ze al jaren samen waren, ideeën stuiterden door de vergaderruimtes en trainingsvelden. Er hing een gevoel van energie, een vernieuwd elan. Terwijl de zon dieper zakte achter de bomen van het trainingscomplex, wist Alexander één ding zeker: hij was klaar. NEC was klaar. Samen stonden ze aan de vooravond van een nieuw seizoen, en de toekomst was niet zomaar veelbelovend. Die voelde onafwendbaar. Dit was het begin van iets groots.
-
Proloog: Het Leven van Alexander Iversen Alexander Iversen groeide op in het rustige Wijchen, een dorp in de schaduw van Nijmegen. Zijn jeugd was doordrenkt van sport, maar voetbal was de constante factor. Zijn vader, een enthousiaste amateurvoetballer, nam hem al vroeg mee naar wedstrijden van NEC en liet hem op jonge leeftijd kennismaken met de sfeer en passie van het stadion. Hoewel hij nooit uitblonk op het veld, was het vanaf het begin duidelijk dat Alexander iets speciaals had: een scherp oog voor detail en een liefde voor het analyseren van het spel. Invloed van Familie en Omgeving Het gezin Iversen hechtte veel waarde aan studie en intellectuele ontwikkeling. Zijn moeder, een lerares, moedigde hem aan om altijd verder te kijken dan de oppervlakte van een onderwerp, een houding die later zijn aanpak als coach zou beïnvloeden. Alexander was van nature nieuwsgierig en altijd op zoek naar het 'waarom' achter beslissingen, patronen en acties – zowel op het veld als in het dagelijks leven. Zijn vader bracht hem de liefde voor het spel bij, maar zijn moeder leerde hem kritisch te denken. Als jonge jongen was hij vaak te vinden bij de amateurclub in de buurt, niet zozeer als speler, maar als toeschouwer en observator. Terwijl zijn vrienden speelden en droomden van een carrière als profvoetballer, stond Alexander vaak langs de kant, gefascineerd door hoe een team samenkwam, hoe een trainer de tactiek bepaalde en hoe spelers communiceerden, al dan niet met succes. Hij was vooral geïnteresseerd in de rol van de coach en de invloed die een goede leiding kon hebben op een team. Deze vroege observaties vormden de basis voor zijn latere carrière. Vorming van zijn Karakter Iversen was een introverte, bedachtzame jongen die liever de tijd nam om situaties te begrijpen voordat hij actie ondernam. Op school had hij een brede interesse in zowel sport als wetenschap, maar vooral psychologie trok zijn aandacht. Hij was gefascineerd door hoe mensen dachten, handelden en reageerden in verschillende situaties, zowel op als buiten het veld. In groepsverband viel hij vaak op als degene die problemen kon oplossen en conflicten kon de-escaleren, kwaliteiten die later van pas zouden komen als leider. Zijn jeugdvrienden herinneren zich Alexander als iemand die, ondanks zijn rustige aard, altijd strategisch nadacht over hoe je een spelletje kon winnen. Of het nu ging om een simpel potje voetbal op straat of een bordspel, Alexander zag overal een kans om te leren en te verbeteren. Hij stond bekend om zijn kalme aanwezigheid en zijn vermogen om anderen beter te laten presteren door hen kleine, subtiele adviezen te geven. Liefde voor Analyse Wat Iversen onderscheidde van andere kinderen was zijn vroege interesse in wedstrijdanalyses. Waar anderen tevreden waren met het kijken naar een wedstrijd op televisie, keek hij met een kritischer oog. Hij stelde vragen over waarom een team bepaalde beslissingen nam, hoe individuele spelers hun rol vervulden en hoe een formatie kon veranderen afhankelijk van de tegenstander. Deze vragen bleven hem intrigeren, en hij begon boeken te lezen over tactiek en voetbaltheorie, vaak lange avonden doorbrengend met het bestuderen van oude wedstrijden van legendarische coaches. Band met NEC Zijn liefde voor NEC was onmiskenbaar. Van jongs af aan volgde hij trouw de prestaties van de club. Zijn band met het team was meer dan die van een gewone supporter; hij zag het als een club die kansen bood voor jonge talenten en waarin groei en ontwikkeling centraal stonden. NEC vertegenwoordigde voor Iversen een cultuur van hard werken en doorzettingsvermogen, waarden die hij in zijn eigen leven en latere carrière zou omarmen. Langetermijnvisie Wat Iversen vanaf jonge leeftijd al duidelijk was, is dat succes niet alleen een kwestie is van talent, maar van strategie, samenwerking en mentale veerkracht. Dit inzicht vormde de kern van zijn visie, nog voordat hij aan zijn carrière begon. Hij begreep dat een coach meer was dan iemand die enkel een team samenstelde: een coach was een psycholoog, een mentor en een strateeg. Hoewel hij nog ver verwijderd was van zijn latere loopbaan, legde zijn jeugd de basis voor de manier waarop hij later naar coaching en teamontwikkeling zou kijken. Zijn unieke combinatie van intellectuele nieuwsgierigheid, liefde voor analyse en diepgewortelde band met NEC vormden de eerste bouwstenen voor de coach die hij uiteindelijk zou worden. Wat toen nog latent aanwezig was, zou later tot volle bloei komen in zijn carrière als een bedachtzame en innovatieve coach.
-
Heerlijke overwinning, benieuwd of je deze voorsprong op PSV kan behouden / uitbouwen!
-
V. Op eigen benen Het wordt mijn eerste seizoen waarin ik de ploeg volledig ga leiden. Vorig jaar heb ik natuurlijk mijn collega, MIchele Santoni, opgevolgd. Dit jaar sta ik voor het eerst écht op eigen benen: mijn regels, mijn beslissingen, mijn verdiensten! Zoals eerder aangegeven is er deze periode flink wat geld in omloop geraakt via Nijmegen. Het seizoen is gestart met drie wedstrijden die ik leuk vind om te spelen, maar die voor mij nog weinig waarde hadden. Jeugdspelers kregen de kans zich te etaleren en zich in het eerste elftal te spelen, maar verder kon ik nog weinig met de resultaten. De eerste uitdaging stond mij te wachten op 26 juli 2029: Universitatea Craiova uit Roemenië moest verslagen worden voor het behalen van de volgende ronde. ''Mannen, dit is een speciale en belangrijke wedstrijd voor ons, maar ook voor heel Nijmegen,'' sprak ik mijn selectie toe. ''We hebben de kans om een Europese groepsfase te behalen, laten we ervoor vechten!'' En vechten deed de ploeg op meerdere vlakken. Al na 7 minuten stond een 2-0 voorsprong voor ons elftal op het scorebord, ware het niet dat Pablo Piñeyro al na 11 minuten zwart voor zijn ogen werd en een rode prent pakte. Craiova werd echter amper gevaarlijk en na 67 minuten werd de wedstrijd eigenlijk al beslist: 3-0 namens Czelej. Rivaldinho wist de spanning in de 93e minuut nog enigszins terug te brengen, maar het mocht niet baten: de uitwedstrijd werd gelijkgespeeld en daarmee lootten wij weer mee. In de derde kwalificatieronde lootten we Espanyol, de ploeg die tot op heden vier maal de Spaanse Beker wist te winnen. In de uitwedstrijd waren de Nijmegenaren de betere ploeg, maar wist enkel oud-NEC'er Landry Dimata het doel te treffen. Espanyol ging met een goede uitgangspositie van 1-0 richting ons koude kikkerlandje. De verhoudingen lagen in de terugwedstrijd ietwat anders; beide ploegen waren redelijk aan elkaar gewaagd. In een wedstrijd waarin in totaal liefst 35 keer werd geschoten, waarvan 15 maal op doel, werd de uitslag in de 72e minuut bepaald op 2-0 voor NEC. Door een op papier makkelijke loting tegen Ruzomberok, lag de Europese groepsfase voor het grijpen. De Nijmegenaren verzaakten dan ook niet door met 2-1 en 2-0 te winnen. Een groepsfase met enige tegenstand was een feit. Achtereenvolgens spelen de Nijmegenaren tegen de volgende tegenstanders: Hapoel Beer Sheva (T), Heart (U), Molde (U), Tobol Kostanay (T), Norrköping (U) en Empoli (T). In de Conference League is nieuwkomer Bojan Popovic tot op heden de uitblinker met drie doelpunten, waar Baldursson het hoogste cijfer behaalt: 7,63. In de competitie zijn we op dit moment zeven wedstrijden bezig, waarbij we een mooie vierde plek hebben weten te bemachtigen. Tot op heden een prima positie, zeker te bedenken dat we PSV (1-2 verlies) en Ajax (0-2 verlies) al als tegenstanders hebben gehad. FC Utrecht wist één punt in eigen Galgenwaard te houden daar waar NAC (4-0), Willem II (1-0) en Heracles Almelo (3-1) allen hun meerderen moesten erkennen. De tweede wedstrijd in het seizoen was tot op heden de meest gedenkwaardige, Sparta-thuis. NEC - Sparta (6-2) Liberio ('16, '42) Longelo ('13) Török ('48) Kehl ('83) Czelej ('63) Mattsson ('71) Antonucci ('81) We schrijven 26 augustus 2029: NEC - Sparta Rotterdam. Het is een gure zomeravond in Nijmegen, 13 graden. Daar waar Popovic in Europees verband goed presteert, krijgt Liberio in de competitie steevast de voorkeur in de spits. Dit vertrouwen betaalde zich dan ook al na 16 minuten uit. Een fantastische solo van Liberio werd laag in de linkerhoek geschoten door de 19-jarige Italiaan. Dezelfde Italiaan wist er na 42 minuten 2-1 van te maken door een slechte bal van de Sparta-verdediging te verzilveren. Deze wedstrijd stond in het teken van fouten. Daar waar de uitslag anders doet vermoeden, deed Sparta niet heel erg onder voor NEC. Sparta vuurde bijna net zoveel schoten af als NEC (20 vs. 22) en behaalde een xG van slechts 1.03 minder dan de Nijmegenaren. Mede door de twee doelpunten in deze wedstrijd, sluit Liberio de zevende speelronde af als nummer twee op de topscorersranglijst waar hij Feyenoorder Tsadjout voor zich moet dulden met negen treffers. De komende wedstrijden staan Hapoel, FC Twente, Hearts en Cambuur op het programma. Op papier zou dit voor NEC toch zeker negen punten moeten kunnen opleveren. ''De komende vier wedstrijden en met name de potten in Europa gaan ons vertellen hoe we er dit jaar voor staan. Weet je deze potten niet te winnen gaat het Europees sowieso een heel zwaar avontuur worden. We zullen scherper dan ooit moeten zijn, zeker nu Cambuur in een flow zit. Ik verwacht veel van deze gasten,'' sluit Cillessen zijn persconferentie af.