Wat als je een blik kon werpen in de toekomst van het voetbal? Stel je voor dat je 100 jaar vooruit kon kijken en kon ontdekken welke ongelooflijke veranderingen, triomfen en verrassingen de wereld van voetbal te wachten staan. Wel, het is tijd om je voorstellingsvermogen te overtreffen en je te laten meeslepen door onze nieuwe reeks artikelen. Vandaag werpen we onze blik op het land van de Catenaccio en nemen we de Italiaanse Serie A onder de loep.
Goed nieuws wel. In deze honderd jaar is de Serie A vrij gebleven van omkoopschandalen, malversaties en gedwongen degradaties. Het voetbal is een stuk aantrekkelijker geworden en er zitten momenteel gemiddeld ruim 48.000 toeschouwers per duel in de stadions. Stadions als de Giampiero Boniperti Arena in Turijn, dat plaats biedt aan 118.000 toeschouwers. Of het Giacinto Facchetti Stadium in Milaan, wat Inter heeft doen scheiden van AC, dat nog steeds in het bijna 200 jaar oude San Siro speelt.
Een hoop charmes zijn behouden gebleven, maar wat is er in de jaren gebeurd met de machtsverhoudingen? Welke ploegen hebben het de traditionele topploegen moeilijk kunnen maken en welke teams zijn er juist tegen alle verwachtingen in gedegradeerd? En natuurlijk werpen we een blik op Europese successen, want die kunnen natuurlijk in Italië niet uitblijven.
De jaren 20-40: Inter, nationaal succes.
Wie begin deze eeuw Serie A zei, zei Juventus. De club kende meerdere schandalen, een gedwongen degradatie en vanaf 2012 ook negen landstitels op een rij. De val van Juventus kwam als een verrassing, maar niemand zou denken dat zó’n serie op korte termijn nogmaals door een club kon worden neergezet. Dat was dus buiten Internazionale gerekend. Tussen 2022 en 2040 pakte de blauw-zwarte brigade liefst 12 van de 18 landstitels, waaronder negen titels op rij van 2031 tot en met 2039. Juventus opende het bal met twee titels, gevolgd door eenmaal Napoli. Atalanta Bergamo pakte twee titels en AC Milan één.
Het grote succes van Inter was te danken aan een goed beleid, aan Lautaro Martinez die in 2035 afzwaaide na 272 goals in 579 competitiewedstrijden en aan diens partner/opvolger Paul Skinner, een Britse jongen die sinds januari ’32 bij de ploeg speelde en in 343 wedstrijden liefst 202 keer trefzeker was.
Wie na honderd jaar weer in de Hall of Fame van Internazionale kijkt, ziet daar niet een van die spitsen terug. Wel zien we een hele bijzondere naam opduiken: Marco Carnesecchi. Carnesecchi is een opvallend verhaal, want de doelman die in 2015 zijn carrière startte bij Cesena en via Trapani, Atalanta en Cremonese in 2025 bij Inter terecht zou komen staat bekend als beste keeper ooit voor de ploeg. Zijn 677 wedstrijden voor de club wegen zwaarder bij de fans dan de 812 van Francisco Figueirido, die vanaf het einde van de 21e eeuw tot 2113 onder de lat stond. Misschien juist wel door het track record van Carnesecchi in competitieduels, want in 466 Serie A-wedstrijden wist hij de schade te beperken tot slechts 239 tegendoelpunten, wat hem elf landstitels opleverde.
Er gebeurde verder niet heel veel verrassends in deze jaren in de Serie A. Oude bekende Perugia speelde een paar seizoenen Serie A en ook teams uit de toeristische steden kenden een korte fase in de hoogste Italiaanse competitie, met Pisa en Venezia. Maar ploegen verdwenen net zo snel als dat ze kwamen en ook in de top was het vrij rustig. Natuurlijk, Cagliari dat een aantal keer Europees voetbal haalde, dat was een verrassing. En de laatste jaren kwam Udinese nogal stevig opzetten en zich nadrukkelijk melden om de bovenste plaatsten. Maar verder was het allemaal vrij ‘steady’.
Europees succes werd er ook geboekt, al zou dat misschien niet zo veel zijn als dat je mogelijk zou verwachten van de Italianen. Slechts twee keer werd er de afgelopen jaren een Champions League finale gehaald, maar beiden werden wel gewonnen. In 2029 was Internazionale te sterk voor Real Madrid. In het hol van de leeuw werd er met 0-1 gewonnen door een treffer van Bruno Fernandes kort na rust.
In 2037 was het Juventus dat de hoofdprijs pakte na een sensationeel duel met Tottenham. In Belgrado stond het na vijf minuten al 1-1, na treffers van de Belgische legende John Odhiambo en één van de Noorse revelaties, Andreas Schjelderup. Een goed kwartier later stond het 2-2, waarna er niet meer gescoord werd, ondanks dat Tottenham na een uur met een man minder kwam te staan. Uiteindelijk werd het dus beslist na strafschoppen, waarin Juventus er drie van de vier raak schoot. Ruim voldoende na de wanprestatie van de Spurs, die er juist drie van de vier misten.
De Europa League kende in deze periode meerdere finales met Italiaanse ploegen. Grote opvallende (wan)prestatie was er van Napoli, dat liefst vijf keer de finale haalde, maar telkens aan het kortste eind trok. In 2023 tegen Dortmund, een jaar later tegen Tottenham, in 2029 wéér tegen de Spurs, in 2031 tegen Leipzig, en in 2039 tegen Chelsea.
Ook Udinese verloor een finale, in 2038, tegen Leipzig. De laatste verliezer is AC Milan, zij kregen in 2032 klop van landgenoot Atalanta Bergamo. Zeven jaar eerder had ook Lazio al een EL-titel gepakt, door Hertha BSC te kloppen in de finale.
De verloren finales van Napoli
In de Conference League hadden de Italianen wel een eer hoog te houden. AS Roma was tenslotte winnaar geworden van de eerste editie, in 2022. Het jaar erop wist Fiorentina West Ham te verslaan in de finale. In 2025 was AS Roma de grote winnaar door RC Lens te kloppen en in 2030 was Sassuolo de sterkste na winst op Marseille. In 2034 was Udinese te sterk voor Liverpool en tegenover al dit succes staan er ook nog twee verloren finales. Lazio kon het in 2035 niet bolwerken tegen Espanyol en drie jaar later werd Cagliari geklopt door Arsenal.
2040-2060: de eerste verschuivingen zichtbaar
Deze periode staat, naast de strijd om de landstitel, in het teken van verlies. Zo verliest Napoli haar status als topclub, door gedurende deze twintig jaar vaker naast Europees voetbal te grijpen dan dat ze het pakken. Ook degradatiezorgen zijn enkele jaren heel actueel in Napels, maar dit noodlot weten ze af te wenden. Fiorentina, nog zo’n grote club met een grote naam en rijke historie, lukt dat niet. De ploeg is tegenwoordig vaker in de Serie B te vinden dan in de Serie A, al weten ze zich in 2060 te kronen tot kampioen van de Serie B en daarmee weer promotie terug af te dwingen.
Juventus heeft inmiddels de rol van dominante club (weer) van Internazionale overgenomen. Zowel Inter als Atalanta pakten 3 van de laatste 20 titels, de overige 14 gingen allemaal naar de Oude Dame. Die hebben dat mede te danken aan één speler…
Álex Val, de Magiër van Cantabrië
Alex Val zag het levenslicht op de dag waarop er duizenden contracten aflopen in de voetbalwereld: 30 juni. Dit gebeurde in het jaar 2025 in Santander, in de Spaanse regio Cantabrië.
Dat Álex goed kon voetballen werd al snel duidelijk en hij zou uiteindelijk dan ook doorbreken in het elftal van zijn geboortestad, bij Racing Santander. Na 54 competitiewedstrijden op het tweede niveau in Spanje (9 goals) vertrok de jonge aanvaller (slechts 17 jaar oud) voor ruim negen miljoen euro naar Atalanta Bergamo. Toch zou het lang duren voor hij daar door zou breken, want de stap naar Italië was een lastige voor Val. In zijn eerste drie seizoenen kwam hij slechts tot 16 duels in de Serie A, met maar één enkel doelpunt. Een verhuurperiode aan Leeds (dat in de Engelse Championship speelt) leverde vooral heel veel speeltijd op en in het seizoen 45/46 komt de dan nog altijd slechts 21-jarige Spanjaard tot 22 duels (3 doelpunten).
Wat Juventus dan bezielt weet niemand, maar voor iemand met niet heel indrukwekkende statistieken legt de oude dame liefst 88 miljoen euro neer. En dan gaat het hard.
In zijn eerste twee seizoenen scoort Val telkens tien competitietreffers, maar tussen 2048 en 2055 kroont Val zich liefst zes keer tot topscorer van de Serie A.
Zo zagen de attributen van Val er uit op zijn 27e. CA: 188, PA: 188.
Uiteindelijk zou Val, die vooral opviel door zijn snelheid in combinatie met een fluwelen techniek, tot aan zijn voetbalpensioen in Turijn blijven. Met 497 doelpunten in 804 duels ontpopt Val zich dan ook tot een van Juventus’ legendes. Met 76 treffers in 134 duels blijkt hij dan ook nog eens van waarde voor de Spaanse selectie.
Europees ging het heel lekker met de Italianen. Juventus bereikte liefst zes keer de Champions League-finale, waarvan het er twee won. In 2047 werd Manchester City opzij gezet en twee jaar later AS Monaco. Helaas stonden er dus vier verloren finales tegenover (’50, ’55, ’56 en ’58). Relatief gezien scoorde Internazionale beter. Zij behaalden twee finales. De eerste, in ’53 werd verloren van Arsenal, maar een jaar later volgde hun sportieve wraak tegen Borussia Dortmund. Ook Atalanta haalde een finale, maar was in ’57 niet opgewassen tegen Atlético Madrid.
Inter won overigens ook de Europa League, in 2040. Een kunstje dat gevolgd zou worden door Udinese in ’55, nadat zij eerder al twee finales verloren (’44 tegen Marseille en ’48 tegen Liverpool). Ook AC Milan haalde de finale, maar verloren de finale van ’51 tegen Newcastle United. AS Roma verloor uiteindelijk ook nog, de finale van ’60 in en tegen Leicester.
In de Conference League was er Italiaans succes voor Napoli (’48) en AC Milan (’49 & ’53). Voor Napoli was het één gewonnen finale, tegenover liefst vier verloren finales (’45, ’46, ’50 & ’59).
2060-2080: De pittige tweestrijd
Juventus en Internazionale zouden tussen 2060 en 2080 alle titels onderling verdelen. Uiteindelijk zou dit flink in het voordeel van Juventus uitvallen, maar het leverde wel mooie strijd op. Beide teams haalden het beste uit elkaar en dat kwam tot uiting in het seizoen 2062/63, toen Internazionale maar liefst 101 punten wist te veroveren. Echter waren dit er nog steeds drie minder dan Juventus…
De eindstand van het seizoen 2062/2063
Dat Inter de Milanese eer hoog hield was wel nodig, want de rood-zwarte broer liet het aardig afweten. AC Milan is, op een incidentele derde plaats na, veredeld tot het spelen van voetbal in de middenmoot van de Serie A. Europees voetbal wordt dan ook nog maar zelden gehaald.
Dat je erger in verval kan geraken dan AC Milan bewijst Fiorentina. De ploeg uit Florence heeft zojuist eindelijk weer promotie naar de Serie B afgedwongen, nadat het een aantal jaar in de Serie C tegen degradatie had gevochten. Ook ploegen als Monza, SPAL en Spezia (in het begin van de simulatie nog Serie A-ploegen) dobberen ergens in de onderste regionen van de Serie C rond.
Europees gezien gaat het de Italianen ook voor de wind, zeker op het hoogste niveau. Juventus wist deze periode weer vijf Champions League-finales te halen. Die van ’63, ’65 en ’76 werden gewonnen, in ’64 en ’70 dropen ze teleurgesteld af. Ondertussen zorgde AS Roma voor een daverende verrassing, zij wonnen de cup met de grote oren in ’73.
Drie jaar eerder had AS Roma al de Europa League gewonnen, iets dat Udinese in 2061 ook had gedaan. Ook Napoli zou de Europa League pakken, maar dat werd overschaduwd door het succes van AS Roma in de Champions League op hetzelfde moment. De enige verloren finale van deze periode komt op naam van Atalanta Bergamo, dat in ’62 verloor van Marseille.
In de Conference League was er helemaal geen Italiaans succes. De verloren finale van Udinese in 2070 tegen Lyon bleek daar het enige wapenfeit te zijn.
2080 – 2100: Romeinse invallen en rood-zwarte frustratie
Richting het einde van de 21e eeuw is het nog steeds stuivertje wisselen tussen Inter en Juventus. Beide ploegen kennen sterke fases, zonder dat er één ploeg echt heel erg bovenuit steekt. Wel zijn er een paar verrassingen, want AS Roma pakt pardoes drie titels af van de grote twee.
De grootste frustratie zit aan de rood-zwarte kant van Milaan, want AC Milan wacht inmiddels al 70 jaar op een titel, ondanks dat ze drie keer tweede zijn geworden de laatste twintig jaar. Een magere oogst, maar inmiddels het ‘nieuwe normaal’.
Ook opvallend is de mooie derde plaats van Venezia in 2081, hoewel de ploeg inmiddels weer in de Serie B speelt.
Als we wat lager in de voetbalpiramide gaan kijken zien we enkele grote clubs van ‘vroeger’ in moeilijkheden. Zowel Cagliari als Bologna spelen inmiddels in de Serie C, waar ook Benevento komend jaar uit zal komen. Fiorentina speelt ook tussen 2066 en 2083 meer in de Serie C dan in de Serie B, maar laten aan het einde van de eeuw hun neus weer zien in de Serie A, waar ze echter snel weer uitvliegen.
Op transfergebied is het net zo spannend als de kampioensstrijd. Zowel Juventus als Inter smijt regelmatig met geld en de rest is nergens te bekennen, hoewel AS Roma en Venezia ook een enkele keer meer dan honderd miljoen euro over de balk gooien voor één speler. Toch zijn ‘de grote twee’ het meest enthousiast en zo wisten zij niet alleen de traditionele grote clubs, maar ook ploegen als Luton, Vitesse en Kaiserslautern van de nodige centen te voorzien.
De grootste transfers: 2060 – 2100.
Uiteraard nemen we ook de Europese prestaties van de Italianen mee en deze zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. Italië blijft een grootmacht in het voetbal en de Champions League titels van Internazionale (in ’82 en ’84), AS Roma (in ’91) en de ‘double header’ van Juventus (’95 & ’96) onderstrepen dat. Internazionale verloor tevens één finale (van Bayern), Juventus flikte dat zelfs vier keer (tweemaal tegen Manchester United, één keer tegen Bayern, één keer tegen Watford).
Een trend die al wel ingezet was in de laatste periode, is dat de kleinere clubs moeite hebben om Europees mee te komen. Slechts één finaleplaats was er deze periode in de Europa League en daarin was Napoli niet opgewassen tegen Arsenal, dat in ’93 op Wales met 1-0 te sterk was.
In de Conference League was er ook geen hoofdprijs voor de Italianen. Palermo verloor in ’82 van Hertha, Atalanta in ’94 van Everton en in ’97 was Bordeaux een niet te nemen horde voor Hellas Verona. Toch blijft Italië een vaste klant in de top-4 van de coëfficiëntenranglijst.
2100 – heden: 90 en 133 jaar wachten…
AC Milan, topclub van ‘vroeger’, de club van legendes als Van Basten, Gullit, Shevchenko, Maldini, Costacurta, Baresi en Leão. Dat AC Milan, dat in 2030 haar laatste scudetta pakte, heeft het eindelijk weer geflikt. In 2120, liefst negentig jaar na de laatste titel werd de ploeg kampioen van de Serie A. En wat het mooie is, het afgelopen seizoen weer, al was het nipt en niet zonder hulp..
2121/2122: de laatste speelronde
De eindstand van het seizoen 2121/2122.
Deze eeuw eindigde AC Milan vaak bij de beste drie. De verschillen werden kleiner, AS Roma werd wederom driemaal kampioen en zelfs Hellas Verona wist haar eerste titel in 133 jaar (!) binnen te slepen. Een fenomenale prestatie van de ploeg die zich de laatste jaren opzichtig bemoeide in de strijd om de Champions League tickets. Juventus en Internazionale wisten ook nog zat titels onderling te verdelen en dat is knap, want dat beeld is al honderd jaar hetzelfde gebleven.
Wie naar de eindstand kijkt van het afgelopen seizoen ziet weinig bijzondere namen, al is het verhaal van Pergolettese wel mooi. De ploeg speelde in het seizoen 2019/2020 voor het eerst in de Serie C, maar is inmiddels al 36 jaar onafgebroken bezig in de Serie A. Hoogtepunt voor de club was de winst in de Coppa Italia, in 2115.
Grotere clubs als Fiorentina, Sampdoria, Bologna en Venezia spelen momenteel in de Serie B, terwijl Genoa in de Serie C ternauwernood aan degradatie wist te ontsnappen.
De eindstand van de Serie C, Girone B, 2121/2122.
Europees gezien gaat het prima met de Italianen. Momenteel bezitten ze een derde plaats op de coëfficiëntenranglijst, dus daar is weinig veranderd de laatste jaren. De prestaties zijn vrij constant, hoewel de echte oogst van prijzen deze eeuw nog wat tegenvalt. Juventus won in 2119 de laatste Champions League, door in Bergamo van Everton te winnen. AC Milan klopte in 2107 Leipzig in Frankrijk en verder was een verloren finale van Juventus in 2110 tegen Aston Villa nog een hoogtepunt.
In de Europa League speelden de Italianen een grotere rol. Zo was Sassuolo liefst driemaal verliezend finalist (2105, 2106, 2114) en stond er tweemaal een volledig Italiaanse finale op het programma. In 2117 won Torino van AC Milan en twee jaar later namen de Milanezen wraak door Hellas Verona in de finale te kloppen. Verder was er nog Italiaans succes voor AS Roma, dat in 2109 Liverpool klopte in het Fernando Morientes Stadion in Valladolid.
In de Conference League was er prijs voor Sassuolo (2102) en Hellas Verona (2120), waarbij beide ploegen net als Napoli één finaleplaats niet bekroond zag worden met goud.
Transfers, records en stadions.
We sluiten af met het overzicht van de duurste inkomende transfers, een update van de recordspagina en een overzicht van alle stadions momenteel in de Serie A.
Alle transfers van 120+ miljoen
Alle stadions in de Serie A, seizoen 2121/2122.
Hebben jullie vragen, willen jullie nog bepaalde zaken zien of willen jullie gewoon reageren? Dat wordt van harte gewaardeerd en daarvoor nodigen we jullie uit op ons forum.
Op dit moment is de savegame nog niet publiekelijk beschikbaar, zodra dit het geval is wordt dit door ons gecommuniceerd.
Eerder in deze serie verschenen:
En van onze ‘spin-off’-series: