Iedereen kent het wel in Football Manager: je hebt net een speler aangetrokken die er op het eerste oog geweldig uit ziet en die voor een schijntje op te pikken was. Je denkt de deal van je (managers)leven te hebben gemaakt, maar komt er in de loop van e tijd achter dat een speler toch niet helemaal tot zijn recht komt. Hij is bijvoorbeeld vaak geblesseerd, laat het afweten in grote wedstrijden of wisselt geweldige potten voetbal af met wedstrijden waarin hij niet eens in de hoogtepunten voor komt. Grote kans dat je hier een speler aan de haak hebt geslagen met ongunstige verborgen attributen.
De zichtbare attributen zijn voor alle spelers van Football Manager wel duidelijk. Ze staan voor de technische, mentale en fysieke kwaliteiten van een speler en spreken verder grotendeels voor zich. Moeilijker te begrijpen, maar vooral ook te achterhalen zijn de verborgen eigenschappen van spelers. In totaal zijn er dertien verborgen eigenschappen: zeven die betrekking hebben op het karakter van een speler en zes die nog andere zaken aangeven. Over de zeven eigenschappen die het karakter van een speler bepalen zullen we het in deze gids verder niet hebben, want hierover staat nog een vierdelige serie artikelen op onze site die nog altijd volledige bruikbaar is. We zullen het in deze gids dus gaan hebben over de zes overgebleven verborgen eigenschappen.
Voordat we het over de individuele eigenschappen gaan hebben, zullen we eerst nog even moeten behandelen hoe we erachter kunnen komen hoe een speler scoort op deze verborgen eigenschappen. Ze zijn per slot van rekening niet direct in het spelersprofiel te vinden. De enige manier om een indicatie te krijgen over deze eigenschappen is dan ook via het scout- of trainersrapport. Hierin zullen aanwijzingen te vinden zijn over het feit of een speler extreem goed of slecht scoort op bepaalde verborgen eigenschappen. Hoe hoger ze staan onder de plus- of minpunten in het rapport, hoe extremer de score zal zijn. Wat er precies te lezen valt voor elke eigenschap, zal ik bij hieronder voor elk van de zes individueel vermelden. We zullen dan maar beginnen met de eerste eigenschap.
Een voorbeeld van een scoutingsrapport waarin verborgen eigenschappen aan bod komen
Blessuregevoeligheid
Dit is misschien wel de verborgen eigenschap die het meest voor zich spreekt: hoe hoger de spelers scoort op blessuregevoeligheid, hoe makkelijker hij geblesseerd raakt. En niemand is natuurlijk gebaat bij een speler die meer op de tribune zit dan dat hij op het veld staat. Bedenk echter meteen weer wel, dat blessuregevoeligheid niet de enig factor is in het bepalen hoe vaak een speler geblesseerd zal raken. Ook eigenschappen als lef, anticiperen, beslissingen, uithoudingsvermogen en evenwicht zijn bepalende factoren, naast natuurlijk ook de speelstijl van jou en je tegenstanders. Het is dus niet per definitie gezegd dat een blessuregevoelige speler ook alleen maar permanent geblesseerd is.
Het is vrij makkelijk te zien in scout- en trainingsrapporten of een speler blessuregevoelig is, want dit wordt onder de negatieve punten aangegeven. Bedenk echter wel dat er dus alleen een melding wordt gemaakt als een speler meer dan gemiddeld blessuregevoelig is. Geen nieuws in het rapport is in dit geval dus goed nieuws
Aanpassingsvermogen
Een attribuut dat verborgen is, maar dat door vele spelers over het hoofd wordt gezien of af wordt gedaan als onbelangrijk is het aanpassingsvermogen van een speler. Vooral als je de neiging hebt om buitenlandse spelers naar jouw club te halen die ook nog nooit in het land van jouw club hebben gespeeld, is aanpassingsvermogen zeker van belang. Het is bepalend in hoe snel een speler zich thuis zal voelen in een nieuwe omgeving, als hij dat überhaupt ooit zal gaan doen. Een speler die zich niet snel aanpast, zal moeite hebben met het leren van de nieuwe taal, waardoor hij slechter met zijn teamgenoten kan communiceren en in extreme gevallen zelfs heimwee kan krijgen, waardoor hij ongelukkig wordt. En zoals we allemaal wel weten, spelen ongelukkige spelers een stuk slechter dan gelukkige spelers.
Je kan een speler met een slecht aanpassingsvermogen natuurlijk wel helpen om zich sneller thuis te voelen. Dit doe je vooral door andere spelers of stafleden te hebben waarmee hij in zijn eigen taal kan spreken en door een nieuwe aankoop meteen lekker te laten spelen. Hoe minder reden hij heeft om te denken aan zijn aanpassingsproblemen in het land, hoe minder snel hij ook heimwee zal ontwikkelen.
In tegenstelling tot de blessuregevoeligheid van spelers, wordt het aanpassingsvermogen zowel in positieve als in negatieve gevallen aangegeven in het scoutingsverslag. Een afwezigheid van een melding over het aanpassingsvermogen in het verslag betekent hier dus dat een speler niet perse makkelijk of moeilijk aanpast aan een nieuwe omgeving.
Regelmaat
De derde verbogen eigenschap is er een waar de laatste jaren in Nederlandse praatprogramma’s vaak aan wordt gerefereerd: hoe consistent is een speler. Haalt een speler altijd een zes of zeven en misschien af en toe een acht of haalt een speler de ene wedstrijd een negen en komt hij in de twee daarop volgende duels niet verder dan een vier. Natuurlijk is het niet erg om één of twee spelers in je elftal te hebben die niet altijd even consistent spelen, maar een team vol met zulke spelers gaat je uiteindelijk natuurlijk opbreken, zoals ook is aangegeven door verschillende trainers in de Eredivisie.
Net als het aanpassingsvermogen wordt ook regelmaat zowel positief als negatief uitgelicht in verslagen van trainers en scouts. Een onregelmatig spelende speler is echter niet per definitie slecht, maar het is aan jou als manager om ervoor te zorgen dat jouw team genoeg consistente spelers bevat om die paar minder consistente spelers op te vangen als ze weer eens bezig zijn aan een van hun mindere wedstrijden.
Vuile overtredingen
Spelers met een hoge waardering voor vuile overtredingen doen er alles aan om te winnen, ook als hun dit brengt op of zelfs over het randje van wat is toegestaan. Het zijn de bijters die niet schuwen er af en toe in te kleunen zonder ontzag voor de tegenstander. Natuurlijk zijn dit soort spelers altijd handig om erbij te hebben, maar bedenk je ook meteen dat dit de spelers zijn die vaak onnodige overtredingen maken of kaarten pakken, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Spelers die echter ook hoge beoordelingen hebben voor beslissingen en kalmte zullen minder snel zich laten gaan bij een hoge beoordeling voor vuile overtredingen en zullen dus vaker nuttig hard ingrijpen en het team daardoor ook minder snel benadelen.
Mark van Bommel was typisch een speler met een hoge beoordeling voor vuile overtredingen
De beoordeling van vuile overtredingen van een speler is net als de blessuregevoeligheid alleen terug te vinden in scout- en trainersverslagen als deze opvalt door een hoge waarde en dus alleen verschijnen als minpunt. Geen nieuws in het verslag betekent dus dat een speler gemiddeld of laag scoort voor deze eigenschap. Het is aan jou als manager vervolgens om te beslissen of jij het wenselijk vindt om een speler binnen te halen die af en toe het randje opzoekt.
Grote wedstrijden
Een eigenschap waar ik recent wat problemen mee heb gehad met een van mijn spelers is de beoordeling voor prestaties in grote wedstrijden. Dit geeft aan of een speler alleen maar beter gaat spelen als er meer op het spel staat of juist dichtklapt en domme fouten gaat maken. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij Mike van der Hoorn. Voor veel Nederlandse clubs is de verdediger van Ajax een aanwinst en dus haalde ik hem naar mijn langzaam groeiende VVV. Ik hoopte hiermee een goede aanwinst te hebben aangezien Van der Hoorn wel zeer constant is. Echter, in grote wedstrijden maakt hij vaak beslissende fouten. Hij bleek dus niet om te kunnen gaan met de druk rondom belangrijke wedstrijden. Het is dus duidelijk een punt waarop je moet letten als je meerdere malen per seizoen belangrijke wedstrijden speelt.
Ook hoe goed een speler kan omgaan met grote wedstrijden wordt vermeld in verslagen, zowel positief als negatief. Natuurlijk is het hier wel duidelijk een negatieve beoordeling alleen maar nadelig is voor een speler en in je beslissing mee moet worden genomen bij je beslissing wie je aan gaat trekken om je team te versterken.
Mike van der Hoorn kan, zoals gezegd, slecht omgaan met grote wedstrijden
Veelzijdigheid
De laatste verborgen eigenschap is veelzijdigheid: de mate waarin een speler zich kan aanpassen aan het spelen op een voor hem onbekende positie. Dit is dus bepalend in hoe snel een speler om is te trainen naar een andere positie, maar ook hoe een speler ermee om kan gaan als je hem opstelt in een wedstrijd op een positie die voor hem onbekend is. Het is dus absoluut een meerwaarde als een speler veelzijdig is, zeker als je graag met een flexible mentaliteit speelt waardoor spelers vaak taken van elkaar over moeten nemen. Haal je echter een speler voor een bepaalde positie en hoeft die ook alleen maar die positie te bespelen, dan is veelzijdigheid natuurlijk niet van belang.
Veelzijdigheid is eigenlijk de enige eigenschap die niet op de juiste manier wordt aangegeven in verslagen. Hierin wordt alleen een oordeel geveld over het feit of een speler momenteel goed op meer dan één positie uit de voeten kan, niet of hij zich makkelijk aan kan passen aan een onbekende positie. Dit is dan ook een eigenschap die zelfs in het spel eigenlijk compleet verborgen blijft.
Dat waren dan de zes verborgen eigenschappen. Hopelijk heb ik je met dit artikel kunnen doordringen van het feit dat deze eigenschappen, ondanks dat ze niet direct te zien zijn in het profiel van een speler, zeker van invloed zijn op hun functioneren binnen jouw team en dat je deze in overweging moet nemen bij het aantrekken van een nieuwe speler.