Spring naar bijdragen

Featured Replies

Geplaatst

We zaten allemaal rond een vuur, we waren met ze zessen, de krakende en dansende vlammen van het vuur reflecteerden in onze ogen. Onze ogen toonden geen enkele emotie, op het zelfde tijd het toonde een teken van zwakte. We waren allemaal zo moe, zo zwaar bevangen van alles. Dat de in gedachten gedane gevechten zijn gewonnen en we hebben onze doel gevonden: het heilige stad Amsterdam.

 

Ik voelde angst mij aanraken in mijn nek, zijn koude vingers raakten mijn huid. Mijn gedachten waarnamen alles perfect, een kristalen helderheid dat je kon zeggen dat het ordinair was. Zo veel dingen dwaalden in mijn gedachten, ik kon ze niet allemaal plaatsen en begon ze één voor één voorzichtig naar me toe te trekken. Ik boog mijn knieën tegen mijn kin en ik hield ze daar. Mijn lichaam schokte licht om niet gek te worden van alles en mij te behouden om te gillen.

 

David zat naast mij, starend met zijn ogen naar het vuur, het leek of hij versteend was. Wanneer ik naar hem keek voelde ik een golf van verdriet over mij heen komen. Hij stond op en liep naar mij toe. Hij keek naar mij en plaatste zijn hand op me schouder, het voelde warm en veilig, ik legde mijn hoofd op zijn hand en deed mijn ogen dicht en droomde, het voelde zo veilig dat hij naast me stond.

 

Opeens, trok hij zijn hand op en ik opende mijn ogen en keek om mij heen. Hij liep langzaam naar een rots achter mij, een rots die voor eeuwig staarde naar de ruines van Amsterdam. De hele tijd dat ik hem kende, wist ik dat hij geboren was in Amsterdam. Ik wou dat ik wist wat er in zijn gedachten afspeelde toen hij naar de eenden keek, die een mooie dans uitvoerden in het water dat de licht van de maan weerkaatste. Volgens mij wou hij dat hij ook eend was.

 

‘Luister…. Luister naar mijn verhaal.’ Stotterde David, die zijn ogen niet weerhield van de gebeurtenissen dat zich op het meertje afspeelde. ‘Dit is onze laatste kans’ fluisterde hij, toen hij zich omdraaide en in mijn ogen keek, zag ik verdriet in zijn mooie blauwe ogen. Het verdriet kon zich niet verbergen of vluchten. hij verliet niet zijn plaats op de rots, terwijl hij staarde naar Amsterdam toen hij begon te praatten.

 

Hij begon te praten over zijn tijden als voetballer, het slachtveld dat Michael aanrichten, het ontwaken in de kerk van Utrecht en zijn ontdekking van The Hells Angels, hoe hij de Veluwe bereikte en mij ontmoete. Hij liet zijn gevoelens gaan en vertelde alles wat er gebeurd was. De hele tijd, bedacht ik wat hij ging vertellen wanneer we elkaar kusten in Zaa-land.

 

‘….Ik had Safia gevonden en ik vrolijkte haar op.’ zei hij. Met deze woorden, zag ik dat Denise Michael aanstootte en ze vergingen in een geluidloze lach. Welk een glimlach naar de hoeken van mijn mond bracht. Waarom kon ik mij zelf niet amuseren? Waarom kon ik niet met ze samen lachen? Ik deed mijn ogen dicht en herinnerde mij een lied van uit mijn jeugd, dat zo ver weg in tijd leek te zijn.

 

Eindelijk, stopte David met praatten, zijn stem stierf in de koele wind en iedereen was opeens stil. Het enige geluid kwam van de eenden af die zongen in de nacht. De zon is al onder gegaan, en de donkere heldere nacht werd bijgewoond door de vele sterren.

 

We stonden allemaal op en rekten ons uit, voor het laatste hoofdstuk van onze reis. David kwam naast me staan, wanneer we onze wapens op de grond legden en zei: ‘Zullen we?’ mijn adem stokte om na te denken wat hij bedoelde.

 

‘Je hoeft niet bang te zijn, Safia, je hoeft niet bang te zijn’

 

De zwarte grote rookpluimen van de ruines van Amsterdam, begaven zich hoog in de lucht om zicht te versmelten met de donkere nacht.

 

Ik beloofde mijzelf om te huilen wanneer we aankwamen in de volgende stad, de stad waar onze reis moest eindigen. Een paar heldere tranen vielen van mijn gezicht, langzaam bereikten ze mijn wangen om mij te verlaten en te vallen op de hete zwarte grond en dan te verdampen.

 

Mijn tranen sloten zich aan bij de tranen van de andere mensen die deze reis moesten maken. De tranen die zo veel emoties met zich mee brachten en zo veel herinneringen, goed of slecht. Ze waren allemaal een deel van de Aarde, in een spiraal van dood en verdriet, en haar wereld of corruptie

 

En nog steeds waren er mensen wier schouders uitstaken tussen de dood en verdriet, ze offerden hun eigen levens op om de wereld te redden die zij lief hadden, en de mensen waar zij van hielden. Ik dacht aan mijn vader en de tranen kwamen sneller.

 

Binnenkort zou ik één van hen zijn, mijn reis zal net zo’n legende, net een zo’n mystiek en een stuk geschiedenis zijn, zoals zij.

 

De eenden kwaakten rondom mij en hun stem smolten samen tot een lied dat mooi was en ergens toch eng.

  • Antwoorden 52
  • Weergaven 98
  • Aangemaakt
  • Laatste antwoord

Bijdrages in dit topic

Geplaatst
  • Auteur

We zaten allemaal rond een vuur, we waren met ze zessen, de krakende en dansende vlammen van het vuur reflecteerden in onze ogen. Onze ogen toonden geen enkele emotie, op het zelfde tijd het toonde een teken van zwakte. We waren allemaal zo moe, zo zwaar bevangen van alles. Dat de in gedachten gedane gevechten zijn gewonnen en we hebben onze doel gevonden: het heilige stad Amsterdam.

 

Ik voelde angst mij aanraken in mijn nek, zijn koude vingers raakten mijn huid. Mijn gedachten waarnamen alles perfect, een kristalen helderheid dat je kon zeggen dat het ordinair was. Zo veel dingen dwaalden in mijn gedachten, ik kon ze niet allemaal plaatsen en begon ze één voor één voorzichtig naar me toe te trekken. Ik boog mijn knieën tegen mijn kin en ik hield ze daar. Mijn lichaam schokte licht om niet gek te worden van alles en mij te behouden om te gillen.

 

David zat naast mij, starend met zijn ogen naar het vuur, het leek of hij versteend was. Wanneer ik naar hem keek voelde ik een golf van verdriet over mij heen komen. Hij stond op en liep naar mij toe. Hij keek naar mij en plaatste zijn hand op me schouder, het voelde warm en veilig, ik legde mijn hoofd op zijn hand en deed mijn ogen dicht en droomde, het voelde zo veilig dat hij naast me stond.

 

Opeens, trok hij zijn hand op en ik opende mijn ogen en keek om mij heen. Hij liep langzaam naar een rots achter mij, een rots die voor eeuwig staarde naar de ruines van Amsterdam. De hele tijd dat ik hem kende, wist ik dat hij geboren was in Amsterdam. Ik wou dat ik wist wat er in zijn gedachten afspeelde toen hij naar de eenden keek, die een mooie dans uitvoerden in het water dat de licht van de maan weerkaatste. Volgens mij wou hij dat hij ook eend was.

 

‘Luister…. Luister naar mijn verhaal.’ Stotterde David, die zijn ogen niet weerhield van de gebeurtenissen dat zich op het meertje afspeelde. ‘Dit is onze laatste kans’ fluisterde hij, toen hij zich omdraaide en in mijn ogen keek, zag ik verdriet in zijn mooie blauwe ogen. Het verdriet kon zich niet verbergen of vluchten. hij verliet niet zijn plaats op de rots, terwijl hij staarde naar Amsterdam toen hij begon te praatten.

 

Hij begon te praten over zijn tijden als voetballer, het slachtveld dat Michael aanrichten, het ontwaken in de kerk van Utrecht en zijn ontdekking van The Hells Angels, hoe hij de Veluwe bereikte en mij ontmoete. Hij liet zijn gevoelens gaan en vertelde alles wat er gebeurd was. De hele tijd, bedacht ik wat hij ging vertellen wanneer we elkaar kusten in Zaa-land.

 

‘….Ik had Safia gevonden en ik vrolijkte haar op.’ zei hij. Met deze woorden, zag ik dat Denise Michael aanstootte en ze vergingen in een geluidloze lach. Welk een glimlach naar de hoeken van mijn mond bracht. Waarom kon ik mij zelf niet amuseren? Waarom kon ik niet met ze samen lachen? Ik deed mijn ogen dicht en herinnerde mij een lied van uit mijn jeugd, dat zo ver weg in tijd leek te zijn.

 

Eindelijk, stopte David met praatten, zijn stem stierf in de koele wind en iedereen was opeens stil. Het enige geluid kwam van de eenden af die zongen in de nacht. De zon is al onder gegaan, en de donkere heldere nacht werd bijgewoond door de vele sterren.

 

We stonden allemaal op en rekten ons uit, voor het laatste hoofdstuk van onze reis. David kwam naast me staan, wanneer we onze wapens op de grond legden en zei: ‘Zullen we?’ mijn adem stokte om na te denken wat hij bedoelde.

 

‘Je hoeft niet bang te zijn, Safia, je hoeft niet bang te zijn’

 

De zwarte grote rookpluimen van de ruines van Amsterdam, begaven zich hoog in de lucht om zicht te versmelten met de donkere nacht.

 

Ik beloofde mijzelf om te huilen wanneer we aankwamen in de volgende stad, de stad waar onze reis moest eindigen. Een paar heldere tranen vielen van mijn gezicht, langzaam bereikten ze mijn wangen om mij te verlaten en te vallen op de hete zwarte grond en dan te verdampen.

 

Mijn tranen sloten zich aan bij de tranen van de andere mensen die deze reis moesten maken. De tranen die zo veel emoties met zich mee brachten en zo veel herinneringen, goed of slecht. Ze waren allemaal een deel van de Aarde, in een spiraal van dood en verdriet, en haar wereld of corruptie

 

En nog steeds waren er mensen wier schouders uitstaken tussen de dood en verdriet, ze offerden hun eigen levens op om de wereld te redden die zij lief hadden, en de mensen waar zij van hielden. Ik dacht aan mijn vader en de tranen kwamen sneller.

 

Binnenkort zou ik één van hen zijn, mijn reis zal net zo’n legende, net een zo’n mystiek en een stuk geschiedenis zijn, zoals zij.

 

De eenden kwaakten rondom mij en hun stem smolten samen tot een lied dat mooi was en ergens toch eng.

Geplaatst
  • Auteur

We zaten allemaal rond een vuur, we waren met ze zessen, de krakende en dansende vlammen van het vuur reflecteerden in onze ogen. Onze ogen toonden geen enkele emotie, op het zelfde tijd het toonde een teken van zwakte. We waren allemaal zo moe, zo zwaar bevangen van alles. Dat de in gedachten gedane gevechten zijn gewonnen en we hebben onze doel gevonden: het heilige stad Amsterdam.

 

Ik voelde angst mij aanraken in mijn nek, zijn koude vingers raakten mijn huid. Mijn gedachten waarnamen alles perfect, een kristalen helderheid dat je kon zeggen dat het ordinair was. Zo veel dingen dwaalden in mijn gedachten, ik kon ze niet allemaal plaatsen en begon ze één voor één voorzichtig naar me toe te trekken. Ik boog mijn knieën tegen mijn kin en ik hield ze daar. Mijn lichaam schokte licht om niet gek te worden van alles en mij te behouden om te gillen.

 

David zat naast mij, starend met zijn ogen naar het vuur, het leek of hij versteend was. Wanneer ik naar hem keek voelde ik een golf van verdriet over mij heen komen. Hij stond op en liep naar mij toe. Hij keek naar mij en plaatste zijn hand op me schouder, het voelde warm en veilig, ik legde mijn hoofd op zijn hand en deed mijn ogen dicht en droomde, het voelde zo veilig dat hij naast me stond.

 

Opeens, trok hij zijn hand op en ik opende mijn ogen en keek om mij heen. Hij liep langzaam naar een rots achter mij, een rots die voor eeuwig staarde naar de ruines van Amsterdam. De hele tijd dat ik hem kende, wist ik dat hij geboren was in Amsterdam. Ik wou dat ik wist wat er in zijn gedachten afspeelde toen hij naar de eenden keek, die een mooie dans uitvoerden in het water dat de licht van de maan weerkaatste. Volgens mij wou hij dat hij ook eend was.

 

‘Luister…. Luister naar mijn verhaal.’ Stotterde David, die zijn ogen niet weerhield van de gebeurtenissen dat zich op het meertje afspeelde. ‘Dit is onze laatste kans’ fluisterde hij, toen hij zich omdraaide en in mijn ogen keek, zag ik verdriet in zijn mooie blauwe ogen. Het verdriet kon zich niet verbergen of vluchten. hij verliet niet zijn plaats op de rots, terwijl hij staarde naar Amsterdam toen hij begon te praatten.

 

Hij begon te praten over zijn tijden als voetballer, het slachtveld dat Michael aanrichten, het ontwaken in de kerk van Utrecht en zijn ontdekking van The Hells Angels, hoe hij de Veluwe bereikte en mij ontmoete. Hij liet zijn gevoelens gaan en vertelde alles wat er gebeurd was. De hele tijd, bedacht ik wat hij ging vertellen wanneer we elkaar kusten in Zaa-land.

 

‘….Ik had Safia gevonden en ik vrolijkte haar op.’ zei hij. Met deze woorden, zag ik dat Denise Michael aanstootte en ze vergingen in een geluidloze lach. Welk een glimlach naar de hoeken van mijn mond bracht. Waarom kon ik mij zelf niet amuseren? Waarom kon ik niet met ze samen lachen? Ik deed mijn ogen dicht en herinnerde mij een lied van uit mijn jeugd, dat zo ver weg in tijd leek te zijn.

 

Eindelijk, stopte David met praatten, zijn stem stierf in de koele wind en iedereen was opeens stil. Het enige geluid kwam van de eenden af die zongen in de nacht. De zon is al onder gegaan, en de donkere heldere nacht werd bijgewoond door de vele sterren.

 

We stonden allemaal op en rekten ons uit, voor het laatste hoofdstuk van onze reis. David kwam naast me staan, wanneer we onze wapens op de grond legden en zei: ‘Zullen we?’ mijn adem stokte om na te denken wat hij bedoelde.

 

‘Je hoeft niet bang te zijn, Safia, je hoeft niet bang te zijn’

 

De zwarte grote rookpluimen van de ruines van Amsterdam, begaven zich hoog in de lucht om zicht te versmelten met de donkere nacht.

 

Ik beloofde mijzelf om te huilen wanneer we aankwamen in de volgende stad, de stad waar onze reis moest eindigen. Een paar heldere tranen vielen van mijn gezicht, langzaam bereikten ze mijn wangen om mij te verlaten en te vallen op de hete zwarte grond en dan te verdampen.

 

Mijn tranen sloten zich aan bij de tranen van de andere mensen die deze reis moesten maken. De tranen die zo veel emoties met zich mee brachten en zo veel herinneringen, goed of slecht. Ze waren allemaal een deel van de Aarde, in een spiraal van dood en verdriet, en haar wereld of corruptie

 

En nog steeds waren er mensen wier schouders uitstaken tussen de dood en verdriet, ze offerden hun eigen levens op om de wereld te redden die zij lief hadden, en de mensen waar zij van hielden. Ik dacht aan mijn vader en de tranen kwamen sneller.

 

Binnenkort zou ik één van hen zijn, mijn reis zal net zo’n legende, net een zo’n mystiek en een stuk geschiedenis zijn, zoals zij.

 

De eenden kwaakten rondom mij en hun stem smolten samen tot een lied dat mooi was en ergens toch eng.

Geplaatst

het verhaal is zeer sterk, zal ik zeker volgen. Enkel spijtig van de vele grammaticale fouten.

Geplaatst
  • Auteur

Hoi Erre Dankje, ik dacht dat ik de fouten er gisteren uit had gehaald maar ik heb het 10 minuten geleden tijdens mijn pauze nog een keer doorgelezen en ik schrok me rot. Ik ga vanavond even de andere fouten wijzigen en verbeteren. Dank u

 

Ok verbeterd. ;)

Geplaatst
  • Auteur

Water noch warm noch koud klotste tegen Davids lijf, elke stukje huid gaf een signaal af dat er is mis moest zijn. Hij ontwaakte uit een diepe dromerige slaap, zijn handen vastgeklampt aan een stuk rots met vreemde inscripties. Wild keek David om zich heen overal waar hij keek zag hij water en rotsen, het leken wel vergane gebouwen minstens honderden jaren oud. ‘Hallo? Is er iemand?’ gilde David alsof er ergens iemand moest zijn die hem kon horen. ‘Is er hier iemand?’ gilde hij nogmaals, maar nergens klonk enige tegenspraak, geen enkel teken van leven. ‘Hallllloooooo!!’ het geluid wat er uit Davids keel vloeide overstemde de immense stilte van het gebied, was er dan echt geen leven?

 

Het enige wat hij zich kon herinneren was dat Aron (De vriend van zijn overleden vader) hem vastpakte en iets mompelde over dat hij ergens moet zijn, dat het zijn tijd was, hij kon zich ook een grote draaikolk in de lucht herinneren, een soort zwarte gat, maar het was heel vaagjes, geen beelden maar plaatjes, sommige stukken ontbraken en hij kan zijn herinneringen niet aan elkaar lijmen om het onbrekende stukje te vinden.

 

‘Ik moet uit het water.’ Mompelde David binnensmonds, verwoed keek hij om zich heen en realiseerde zich dat er een trap aan de waterkant stond. Zo snel mogelijk als hij kon begon hij te zwemmen naar het trapje en klom met alle kracht die hij had in zijn benen om het droge te bereiken.

 

De gure wind schuurde tegen zijn natte lijf aan, zijn kleren waren drijfnat. Hij kreeg het koud, alsof er een koude wolk op hem neersteeg en hem beval dood te gaan door onderkoeling. David wist dat hij zo snel mogelijk zichzelf moest opwarmen.

 

De ene gedacht na de andere gedachte voerden hem langs muren waar vreemde inscripties op getekend waren, het leken wel op woorden, een taal. Al lezend begon hij de muren af te speuren na enige teken van leven of informatie. ‘Als er inscripties op deze muren staan, dan moeten er ook mensen wonen dit plek der onheil.

 

Enige minuten later gaf hij het op hij kon niet meer, zijn lijf vocht een oneerlijk gevecht tegen Koning Winter, een strijd waarbij je wist dat de ene kant met dubbele punten kon winnen en waar bij de andere zich vernederde door een grote nederlaag.

 

David vocht tegen de kou, al snel begon de vermoeidheid toe te slaan en het leek of het gevecht verloren was, maar schijn bedriegt. Er scheen licht door een kier. ‘Een deur? Fluisterde David in zichzelf. Hij keek op en zag een deur van wel twintig meter hoor en wel ruim dertig meter breed. Trilled en knikkend door de kou, schoof David de deur open. Opeens bevond hij zich in een hele grote ruimte, schilderijen sierden de muren en lichtbundels dansten fier in de lucht maar hij had het nog steeds koud.

 

David rukte in een waas doordrenkt met overlevingsinstinct de schilderijen van de muur en gooide ze midden in de zaal op de grond, hij had alleen nog vuur nodig. Hij keek nog eens goed wat deze ruimte te bieden had en zag een donkere schim in een muur, hij wist zeker dat er een deur open stond, hij liep naar het donkere schim, en zijn vermoedens waren juist achter de schim verborg zich een andere ruimte veel kleiner dan de ruimte achter zich.

 

De ontdekte ruimte leek op een kamer, hij zag een oude houten bureau en rukte de laatjes eruit. Er viel iets op de grond, hij bukte zich en raapte het op. ‘Vuurstenen, net wat ik nodig heb’ grinnikte David, snel rende hij weer terug naar de schilderijen die verscheurd en verwoest waren door wat hij had gedaan. Langzaam knielde David door zijn knieën en sleep de twee vuurstenen tegen elkaar aan zodat er een gloed van geel en rood de grote ruimte vulden en warmte viel als een deken over zijn lijf. Vermoeid en uitgeput viel hij in slaap, David hoopte dat hij alles gedroomd had en wakker werd in zijn wereld waar hij hoorde.

Geplaatst

Hehe, die topictitel doet me denken aan Discovery-Channel. Hadden altijd zo'n stukje met: 'Luister naar zijn verhaal, haar verhaal, mijn verhaal..'

 

Goed geschreven hoor! Ga zo door!

Geplaatst

weer een sterke update, blijf schrijven.

Geplaatst

Dat je kan schrijven weten we ondertussen maar ook nu weer gelezen met open mond!!

je doet het weer zéér sterk!!

Geplaatst
  • Auteur

‘Ben je weer aan het huilen, David? Wat ben je toch een zwakkeling.’ ‘Ik huil niet! Papa, stop ermee.’

 

David slaapt, zijn knieën opgetrokken en zijn hoofd in zijn schoot, op zijn schouder viel spontaan een druppel van het dak en David schrok wakker, verwoed keek hij naar links maar daar was niets te zien, toen keek hij naar rechts en daar was ook niets te zien, zijn hart bonkte als een bezetene in zijn lichaam voordat hij doorkreeg dat het vuur bijna uit ging. ‘Nee, blijf aan! Ga niet uit.’ gilde David en in een fractie van een seconde sprong hij overeind en bukte zich om het vuur aan te blazen. ‘Ik heb meer hout nodig.’

 

Opeens in een flits schoot er iets voorbij in de hoeken van zijn ogen, en weer! Schoot er iets langs de hoeken van zijn ogen. David dacht dat hij het zich verbeelde toen hij beter keek besefte David dat hij een gigantisch monster zag dat schijnbaar tegen de muur vast zat genageld. Het monster was zwart en zijn armen leken op vlijmscherpe messen keek David strak in de ogen, plotseling maakte het beest aanstalten om een sprint te trekken en rende via de muur door de hele ruimte. David probeerde hem te volgen met zijn ogen, hij kon hem bijna niet bijhouden zo snel ging het monster. Het monster stopte abrupt, spande zijn poten en sprong naar David, het probeerde hem te vermorzelen, David sprong achteruit en viel languit op de grond. ‘AUW!’ kon David alleen maar uitbrengen want dit had hij nog nooit eerder gezien. Zo’n beest bestaat niet, het kan niet dacht hij in enkele luttele seconden, voordat hij wist dat hij oog in oog stond met een beest dat uit de televisie leek te komen om hem te vermoorden.

 

David kon niets anders doen dan opstaan en vluchten, of in zekere zin hij kon alleen maar hopen dat hij niet werd gedood. Strompelend stond David op en maakte zich klaar om te vluchten maar het beest leek versteend, alsof er iets groots achter David stond. Toen David achterom keek, knalde een grote deur er met een explosie uit en zag hij vijf personen door de rook vandaan komen, vooraan stond een meisje, ze was blijkbaar de bendeleider. Zij en de vier mannen hanteerden een paar geweren, zonder te aarzelen liep het meisje naar David en gaf hem een gigantisch zwaard. ‘Wat moet ik er mee?’ vroeg David maar het meisje gaf geen antwoord, David pakte het zwaard vast, het was zo zwaar dat David bijna voorover viel, toch kon hij zijn evenwicht behouden en viel het zwaard reuze mee. ‘Ik hoop dat je weet hoe je hem moet hanteren.’ Sprak het meisje kalm alsof ze hem jarenlang kende. ‘Wat moet ik doen? Hem neersteken?’ het meisje knikte en zo was David samen met het meisje ineens in gevecht met een monster.

Geplaatst

Ik luister, maar ik hoor niks...? ;)

 

Erg mooi geschreven :thumb: Top dat je jezelf zo herpakt!

Geplaatst

Prima verhaal. Echt erg mooi. Wat ik een beetje mis is het voetbalaspect erin. Ik bedoel, een intro znoder wat voetballerigs kan heel best, maar maak hem niet te lang;) Voor de rest KUTGW.

Geplaatst

Een mooi stukje verhaal weer Rinus.

Wordt dit net zoiets als je vorige(A Noir Drama Story) of is het de bedoeling dat hier ook een club bij komt kijken?

Geplaatst

mooie en verrassende update weer. Een verhaal waar je je fantasie kan laten werken, tof!

Geplaatst

Mooi verhaal, jammer dat voetbal een ondergeschikte rol speelt...

Geplaatst
Mooi verhaal, jammer dat voetbal een ondergeschikte rol speelt...

 

Ik wilde het al niet zeggen gisteren, maar het is wel vreemd om het op de achtergrond te houden op zich terwijl je hier toch echt op een FM forum zit maar dat mag hij zelf weten natuurlijk. Vreemd is en blijft het wel dan nog.

Geplaatst
  • Auteur

Het monster hief één van zijn mesachtige armen en haalde uit naar David, hij kon nog net wegduiken want anders was hij onthoofd, zijn gedachten waren overal maar niet bij het gevecht. Hij dacht hoe het kon gebeuren dat hij hier verzeilt was geraakt en hoe het kon dat er zomaar een monster opdoemt die hij nog nooit van zijn leven had gezien. Het zweet stond op zijn voorhoofd, David zwaaide wat rond met zijn zwaard in de hoop dat hij het monster pijn deed maar het haalde niets uit, in zijn ooghoeken zag hij het meisje stiekem glimlachen, toen David wat beter keek zag hij hoe het meisje haar hand in een verfrommelde en half versleten tasje deed en er een granaat uit haalde, met haar ene hand trok ze de pin er uit en met haar andere hand kneep ze in de granaat en strekte haar arm om aan te geven dat ze ging gooien, opeens gebeurde het haar arm veerde naar voren en lanceerde de granaat met enige precisie – het ontplofte met een ferme knal zo hard dat alle meubels die in de ruimte stonden wel een meter naar achteren werden geblazen, het zelfde gebeurde met David en het meisje, desondanks overleefde het monster de aanval, zachtjes hoorde David het meisje vloeken en wist dat er iets groots moest gebeuren om het monster te verslaan.

 

Beiden stonden ze op, klaar voor de volgende aanval, de kop van het monster zwaaide boven zijn grote slanke lichaam net of hij in trance was, zijn ogen werden rood. ‘Zoek Dekking!!!!’ hoorde David iemand schreeuwen voordat hij het wist werd de kamer gevuld door rood licht, en voelde alles heel warm en klam aan. ‘De ogen van het monster!’ hoorde David iemand gillen voor de tweede keer. Hij had zich inmiddels achter een stuk groot hout verscholen, David stak zijn hoofd boven het hout uit ondanks de hitte die hij voelde. De ogen van het beest waren heel erg rood en waren de oorzaak van de hitte. Niemand wist wat hij moest doen, David niet, het meisje niet, de vier mannen niet. David dacht bij zichzelf dat hij iets moest doen anders zou niemand het overleven, plotseling stond het meisje op en rende als een gek door de rood gevulde kamer dat erg heet aan voelde, het meisje rende telkens langzamer, haar spieren verlapten, ze zakte in elkaar, roerloos lag het meisje op de grond voor de voeten van het monster.

 

David kon het niet aanzien, het meisje zou vermoord worden als er niemand ingreep. Hij had altijd nog het zwaard stevig in zijn handen. ‘Ik moet iets doen, ik moet iets doen.’ Sprak David tegen zichzelf om hem moed in te praten. Hij stond op en voelde altijd nog de felle hitte tegen zijn lichaam, stapje voor stapje kwam hij dichterbij, een hand voor zijn hoofd en zijn andere hand stevig om het gevest van het zwaard, zijn hart pompte sneller dan ooit , in een paar tellen versnelde hij zijn passen en rende als een gek naar het beest toe en haalde uit! Het monster ontweek net op tijd de aanval van David, - hij was bezig met het meisje te vermoorden – in een zwiep maaide hij David tegen de grond, Davids arm bloeden als een rund maar hij gaf niet op. Hij stond op, zijn handen stevig om het gevest van het zwaard en rende weer met een snelheid nog sneller dan een cheeta op het monster af en trof hem in zijn buik.

 

Het monster slaakte een kreet David liet het zwaard los, en maakte dat hij weg kwam, hij wou niet gedood worden door een monster dat bovenop hem zal vallen. Met een knal van wel honderd megaton viel het monster dood ter aarde en verdween tot enkele lichtjes, dat omhoog steeg en verdween. Eenmaal uit zijn verbazing gekomen keek David om zich heen en voelde een lichte paniek opkomen, het meisje! Met een sneltreinvaart rende hij naar het meisje en bekeek of ze niet gewond was of nog erger….. ‘Gaat het? Leef je nog?’ vroeg David in paniek. ‘Ja, het gaat, mijn naam is Denise…’

Geplaatst
  • Auteur

Dank jullie wel allemaal, maar het gaat om het verhaal he en of jullie het leuk vinden om te lezen..

Geplaatst

Leuk om te lezen is dit inderdaad zeker wel ja. Het is ook zo mooi dat je spannende en minder spannende dingen afwisselt man.

Geplaatst

Of wij het leuk vinden om te lezen doet er natuurlijk ook toe... anders kun jij net zo goed in je eigen Word dit verhaal typen...;)

Geplaatst
Ik heb veel verbeterd, Dankzij mijn moeder ^^

 

Bedoel je qua spelfouten of zaten die er niet in? Wat bedoel je dan eigenlijk als ik vragen mag?

Onlangs hier 0

  • Er kijken geen geregistreerde gebruikers naar deze pagina.