Seizoen 4: 2025
Het voorjaar
Het programma van dit jaar staat als gegoten. De belangrijkste doelstellingen zijn de Giro, de Tour en het WK. De triple, de magische triple, die alleen behaald is door Merckx en Roche. Dat betekent overigens niet dat ik de klassiekers links zal laten liggen. Absoluut niet zelfs. Het zijn alleen niet de hoofddoelstellingen, dus de kans dat ik daar win, zal kleiner zijn dan normaal. Maar de dubbel, Giro-Tour, pakken tegen een frisse Pogacar is ook niet zomaar even gedaan natuurlijk. En zoals Lorraine al zei: ‘Dat WK-parcours is compleet op de maat geschreven van Wout van Aert.’
Mijn jaar begint in Spanje met de GP Murcia. Op de langste klim test ik hoe goed ik ben. Goed genoeg om iedereen uit het wiel te rijden dus. Een grote groep komt terug, omdat het een gekkenwerk is om vanaf daar naar de meet te rijden. Op de slotheuvel schud ik iedereen af en win ik alsnog.
Dat gemak van winnen zit er niet in voor de Omloop. Ik heb de benen niet. In de finale rijd ik nog een gat dicht voor Christophe, maar hij komt niet verder dan een derde plaats. De beste renner uit mijn lichtjaar ben ik niet. Dat is namelijk Lienson die zevende voort. Een dag later gaat het Kuurne-Brussel-Kuurne, die totaal niet op mijn maat geschreven is, al beter. De chaos is enorm groot. Valpartijen, lekke banden, tientallen aanvallen, waaronder van Lienson. Maar in de finishstraten demarreer ik ervandoor. 1,5 kilometer voor de finish doe ik maar eens wat ik zo vaak gedaan heb. En weer pakt het goed uit. De tweede zege van het jaar is binnen!
Strade Bianche is een prachtige koers, ook als je de benen niet hebt. Ik heb ze niet en dus offer ik mij in de slotfase op voor Julian en Christophe. Zij maken het uiteindelijk waar, want ze worden respectievelijk eerste en tweede. Zelf kom ik als zevende over de meet, in dezelfde groep als Jerkovski, die negende word.
Een paar dagen later staat de Tirreno op de planning. Deze begint zeer goed voor de ploeg, met de overwinning in de ploegentijdrit. Een dag daarna kan ik weer juichen, want ik win, terwijl ook Ethan (Vernon) een derde plaats binnenhaalt. Ook op derde dag wint onze ploeg weer. Ditmaal wint Fabio, terwijl ik tiende word.
Na een ploegentijdrit, een heuvelrit en een vlakke rit is de vierde rit een echte bergrit. Ik heb redelijke benen. Niet goed, niet slecht. Eigen tempo is dus het verstandigste, zeker ook, omdat Pogacar op de eerste dag genoeg tijd verloren heeft. Tadej blijkt over goede benen te beschikken en rijdt mij eraf in de slotklim. Ilan die een belangrijke rol speelde als knecht wordt vierde. Een dag daarna win ik een nieuwe heuvelrit voor Christophe. Lienson en Curridori herbergen ook een plek in de top tien. In de slotetappe komen we als ploeg goed voor de dag. Met vier man finishen we in de top zes, maar winnen doet de vertrokken Belg. De andere renner in de top zes is Khumalo. De eindoverwinning is in elk geval binnen.
Milaan-San Remo is misschien wel het moeilijkste monument voor mij om te winnen. Het parcours is gemaakt voor een sprinter, of voor een aanvaller die iedereen laat rijden. Ik ben geen van beide. Dus ik heb geen idee hoe ik dit moet winnen, maar goed we zien wel wat er gebeurt. Met 303 kilometer is het natuurlijk een lange rit, waarna het uiteindelijk pas op of na de Poggio beslist wordt. Eenmaal daar voel ik me nog fris en dus demarreer ik er vandoor. Een clubje springt mee, waarna we met een te grote groep bovenkomen. In de afdaling probeer ik het nogmaals en niemand zit vervolgens mee. In de finishstraat komen de sprinters nog wel dichtbij, maar ook dit monument mag op mijn lijstje geschreven worden.
De volgende koers op mijn programma is de Ronde van Vlaanderen, maar de benen zijn niet genoeg. Van Aert en Van der Poel zijn twee maten te groot. Ik word nog wel derde, maar meer zat er absoluut niet in. Dat is ook wielrennen. Soms lukt het niet. Datzelfde geldt voor Roubaix, waar ik zesde werd, terwijl van der Poel kon juichen na zijn overwinning in de gigantische groepssprint.
In Amstel ging het veel beter. Na een zware koers met veel aanvallen moest Julian nog aan het werk om het gat te dichten in de finale, nadat hij voor de tweede keer was gevallen, maar uiteindelijk kwam het goed voor de ploeg. Julian maakte tempo om te zorgen dat iedereen bij elkaar bleef en uiteindelijk wist ik zijn werk te belonen met een zege, vlak voor mijn leeftijdsgenoot Jerkovski.
De Waalse Pijl was een matte koers die Van der Poel won, terwijl ikzelf derde werd. Luik-Bastenaken-Luik daarentegen was een stuk leuker. Er wordt hard gekoerst en in de finale werd er veel aangevallen. Pogacar probeerde het, maar op de slotbeklimming, vlak voor de finish, snel ik hem hard voorbij, waarna ik solo naar de meet reed. Mijn tweede monument van het jaar dus, terwijl Ghirmay in de achtergrond nog de tweede plaats van Tadej afneemt.
Giro
De ploegentijdrit ging echt geweldig voor onze ploeg. Niet dus, want negentien seconden verliezen is niet ideaal, net als twee dagen op rij, inclusief één valpartij, vijfde worden ook niet geweldig is. De vierde etappe was gelukkig wel een mooie voor de ploeg. Alvaro (Hodeg) wist namelijk te winnen. En dat winnen blijven we vervolgens doen als ploeg. In de twee dagen daarna win ik, waarna ik de roze trui aan mag doen.
In etappe zeven trek ik nog de sprint aan voor Fabio, maar hij komt helaas niet verder dan een tweede plek. Een dag daarna zet ik de Giro naar mijn hand. Het exacte tijdsverschil is zo groot met de rest dat alleen een valpartij of een extreem slechte dag mij nog in de problemen kan brengen. De dag daarna mag de vlucht van ons rijden, terwijl etappe tien een sprint is, waar ik niets te zoeken heb.
Na een rustdag volgt er een derde plaats voor mij. Hartstikke leuk natuurlijk, maar winnen is nog leuker en dat doe ik in de heuveltijdrit en twee dagen later. In diezelfde etappe rijd ik de nummer twee in het algemeen klassement nog eens op grotere afstand, terwijl Khumalo vijfde wordt. Mas, die dag ervoor nog af moest, mag van mij de vijftiende etappe winnen. Ik word tweede, zonder al te diep te gaan, wat prima is met oog op de Tour.
Sparen doe ik niet op mijn verjaardag. Het loopt van het begin op en op de eerste klim rijd ik er gelijk vandoor. Niemand volgt en zo heb ik vier minuten op de top. In de afdaling naar de volgende klim herstel ik wat, maar ik verlies amper tijd. De klim daarna loopt de voorsprong op naar zes minuten, waarna ik in de afdaling en het vlakke stuk tussen de slotklim rustig aan doe. De groepen daarachter komen nog tot 2 minuten en 24 seconden, maar op de slotklim loopt de voorsprong weer weg. Wat een dominante zege, misschien wel de mooiste uit mijn carrière.
In etappe zeventien heb ik weinig te zoeken en in etappe 18 mag de vlucht van mijn ploeg de strijd om de rit beslissen, zeker omdat er etappe 19 een klimtijdrit volgt. Ik rijd op een leuk tempo en ik kom precies tot het achterwiel voor Mas, die twee minuten eerder is gestart. Wat een vernedering.
Etappe 20 is er eentje voor de vluchters. Fortunato behaalt een ritwinst. In de slotetappe willen wij winnen met de sprinters en tot de slotkilometers loopt alles volgens plan. Ik zet mijzelf kort van het einde op kop, voor Alvaro, maar opeens heb ik een groot gat, waardoor ik de rit per ongeluk win. Alvaro wordt nog wel tweede, maar dit was niet bedoeling. Veel maakt het overigens ook niet uit. Want de eindoverwinning is binnen.
Nederlandse kampioenschappen
Newsflash: De snelste tijdrijder van Nederland: Bergius Alvarez
Newsflash: Lorraine Stella Toupa domineert
Newsflash: Van der Poel troeft Bergius Alvarez af, Jeurissen maakt het podium compleet
Newsflash: Lorraine Stella Toupa wint ondanks valpartij
Tour de France
Etappe 1 is voor Van Aert, maar de witte trui gaat naar mij. Dat scheelt mij dus weer door het peloton rijden in dag daarna. Jumbo Visma raakt daarnaast Remco Evenepoel en Olav Kooij kwijt, waardoor de plannen van de ploeg voor een deel al de prullenbak in kunnen. Alle ballen op Roglic dus. Een dag nadien word ik wederom achtste en zie ik dat mijn landgenoot Klaas van der Molen de bollen een aantal dagen mag dragen.
De derde etappe is een belangrijke, maar in de ploegentijdrit verliezen we tien seconden op mijn directe concurrent, Pogacar. Het resultaat, zevende, is ook niet best. Daarnaast ben ik mijn witte trui kwijt, die ik pas in etappe vijf zou terugkrijgen. In diezelfde etappe word ik vijfde en verlies ik zes seconden aan bonificatieseconden (Pogacar wordt tweede).
In Bretagne finishen we op de bekende muur daar. Het is een etappe die ik normaal zou moeten kunnen winnen, maar vandaag is Primoz gewoon net wat beter. Wel loop ik weer zes tellen in op Pogacar. In de zevende etappe verlies ik een belangrijke helper voor de bergen (Dennis). Alleen Van Wilder en Kruijswijk, die al lang voorbij zijn top is, zijn nog over. Ik vrees dat te weinig is. Etappe 8 is weer zo’n vlakke rit, waar ik niets te zoeken heb.
Etappe negen is eindelijk een leuke rit, met veel kasseien, die genoeg zijn om de eerste groep uit te dunnen tot een aantal kleiner dan twintig. Roglic en Jeurissen overleven, terwijl Van Aert wint voor Pogacar en mij, waardoor ik weer twee tellen verlies. Een dag nadien verlies ik wederom vier tellen, omdat Pogacar mij klopt. Roglic lijkt omhoog niet sterk genoeg voor de eindoverwinning die vermoedelijk tussen mij en Tadej zal gaan.
In etappe tien lijkt Pogacar sterker te zijn dan ik. Ik word namelijk weer tweede, waardoor ik dus weer vier tellen verlies. Dan moet het maar gebeuren op de Nederlandse Berg, Alpe d'Huez. De laatste keer dat daar een Nederlander won was in 1989, maar misschien word ik wel de volgende. Ik voel mij goed en ik trek van onderop de berg door. Alleen Pogacar kan nog een tijdje volgen, maar ook hij moet passen, waarna hij een smak tijd verliest. De slag op deze berg mag dan wel voor mij zijn, maar de Tour is nog lang niet beslist. In etappe dertien gebeurt er dan weer weinig van belang.
In etappe veertien verlies ik Kruijswijk, terwijl ik ondertussen naar de overwinning punch. Het was overigens Bora die op kop reed, maar voor wie is voor mij morgen nog steeds een raadsel. De extra seconden betekenen nu een gat van 1:26 met Pogi. Het kan dus nog alle kanten op. Een dag nadien wint Van Aert en word ik vierde.
Na de rustdag volgt er een bergetappe zonder aankomst bergop. Vaquelin kroont zich tot winnaar, terwijl Pogacar, ik en Van Aert (ja, je leest het goed: Wout van Aert) in dezelfde groep finishen. Etappe zeventien voel ik mij niet goed en dat betekent dat Pogacar weer 34 seconden kan inlopen, zeker ook, omdat hij wint. Een dag nadien volgt een vlakke rit, waarbij ik gewoon op de fiets moet blijven zitten. Dat ik doe dan ook, maar Roglic duikt naar de grond en Pogacar kan er niet meer om heen. De nummers twee en drie verlaten daarmee de Tour, waarmee de strijd om de eindoverwinning en het podium (Jeurissen versus Roglic) gelijk voorbij is. Zonde.
De dag nadien valt ook Christophe uit, waardoor de ploeg volledig uitgeschakeld is. In de afdaling ben ik iets te fanatiek, waardoor ik mijzelf ook nog eens ten val breng. Zonder erg overigens, want ik sluit gewoon weer aan bij de klassementsmannen die ik er net afgereden had.
In de tijdrit (etappe twintig) heb ik geen topbenen en dus zit er niet meer in dan een zesde plaats. De slotrit in Parijs is chaotisch en levert uiteindelijk een sprint op, waarin ik vierde word en Wout van Aert wederom een ritzege pakt. De eindoverwinning is binnen, waardoor ik de Dubbel voltooid heb. Achter mij wordt Jeurissen tweede. Mooi voor hem. Het kan eigenlijk niet uitblijven, een grote ronde voor hem
Najaar
Koers in het nieuws
Bemer Cyclassics: Sam Bennett wint Bemer Cyclassics, ondanks late uitvalspoging Bergius Alvarez
Bretagne Classic - Quest-France: Pidcock klopt Bergius-Alvarez, terwijl de dappere Dolfson met lege handen blijft
EK Tijdrijden: Wout van Aert wint, Bergius-Alvarez teleurstellend vijfde
Het Europees kampioenschap is niet een parcours dat mij echt geweldig ligt, maar toch wil ik wat proberen in mijn vrije rol, zeker ook, omdat Fabio het moet opnemen tegen drie Belgen met een sterke sprint. Tijdens het rijden van de plaatselijke ronde ontdek ik een mooie plek voor een aanval. Het parcours is immers niet kaasvlak. In de slotronde ga ik ervandoor op precies die plek. Ik blijf weg, terwijl achter mij Merlier tweede wordt voor Fabio. Eindelijk een internationale kampioenstrui!
Met een eerste internationale titel op zak vertrek ik met veel vertrouwen naar het Wereldkampioenschap. Niet alleen voor mijzelf, ook voor mijn vriendin, die net als mij de triple kan pakken. Zij sloeg het EK overigens over, waar ik dat niet deed. De tijdrit loopt voor Lorraine uit op een drama door twee lekke banden. Hopelijk gaat het voor mij beter. Ik voel mij goed op dit niet vlakke parcours. Indeling is belangrijk, maar inhouden in een tijdrit gaat nu eenmaal ook niet makkelijk. Toch deel ik mijn tijdrit goed in en kan ik toch een snel laatste gedeelte rijden, voor mijn gevoel. Aan de finish zie ik al snel dat het genoeg is. Lorraine komt op mij af gesprint. De eerste wereldtitel is eindelijk binnen. Eindelijk!
Voor de wegkoers is het wederom eerst de buurt voor Lorraine. Het parcours gaat zeer vaak over het Bos van Wallers-Arenberg. Een parcours dat haar moet liggen, maar ze zeker niet de op de topfavoriet. Ik weet echter dat ze hier kan winnen. De koers is bij de vrouwen zeer hard en met nog 69 kilometers te gaan is Lorraine begon haar solotocht naar haar triple. Niemand rijdt het gat nog dicht en zo kan ze uitgebreid vieren. Ik wacht bij de finish. Ze komt feestend op mij afgereden. Ik geef haar een knuffel als ze tot stilstaand is gekomen. Yes!
Een dag daarna is het aan mij. Ik voel mij heel sterk. Dit is een parcours dat voor Asgreen en Wout van Aert perfect is, maar ik geloof in mijzelf. Voor de koers komt de NOS langs. De journalist stelt de volgende vraag: ‘Wie is voor jou de favoriet voor vandaag.’ ‘Ik zie mijzelf als favoriet voor vandaag. Ik ga hem winnen, dat durf ik wel te zeggen. Vooral omdat je als topsporter altijd moet geloven in je eigen kansen.’
De koers begint heel vroeg. Er wordt namelijk hard gekoerst vanaf de eerste keer Bos van Wallers-Arenberg. Ik probeer mezelf te sparen, maar dat kan eigenlijk niet. Het wordt een afvalkoers, zoals bij de Parijs-Roubaix ook het geval is. Op zestig kilometers vallen de eerste favorieten aan, maar ze slagen er niet om weg te komen. Rond veertig kilometer gaat Asgreen ervandoor. Ik blijf zitten en ik gok erop dat de Belgen het dichtrijden. Met nog een klein groepje van een man of achttien gaan we dan de laatste twee plaatselijke rondes in. Asgreen probeert het opnieuw op de kasseienstrook en dit keer dicht ik het gat samen met Van Aert. Op het vlakke volgen er voor volgens vele aanvallen, maar niemand komt echt weg en zo lijkt het beslist te gaan worden op de laatste keer in het Bos, echter glipt Van Aert er vandoor voordat we bij de strook zijn. Ik blijf wachten en knal vervolgens het gat naar hem dicht op de strook. Geen seconde ben ik bereid om over te pakken, want ik weet dat hij mij klopt in de sprint. Van Aert rijdt door naar de finish, maar op moment dat ik door heb dat hij begint stil te vallen, peer ik hem ervandoor. Dat blijkt de juiste keuze. Van achter komt niemand meer terug en zo pak ik niet alleen de triple, maar ook de dubbel op het wereldkampioenschap. Achter mij zijn nog drie renners voorbij van Aert gegaan. Lecavalier wordt tweede, terwijl Colbrelli het laatste plekje op het podium vult.
In mijn eerste koers in mijn nieuwe trui, schiet ik gelijk raak. De Giro dell’Emilia is voor mij, maar Il Lombardia is natuurlijk mijn laatste doel van het jaar (niet mijn laatste koers, want dat is Paris-Tours). Het wordt een duel met Pogacar op deze zware beklimmingen. Op de eerste grote zware beklimming in de echte finale kan ik de Sloveen niet volgen. Hij gaat er samen met een aantal anderen vandoor. Na de afdaling en het vlakke stuk volgen nog twee beklimmingen. Ik reed enkele voorgangers voorbij en kom tot aan een halve minuut van Pogacar. Er komt nog één beklimming en op deze kom ik tot een fietslengte. In de afdaling daarna sluit ik terug aan en wordt het een sprint tussen ons twee. Tadej gaat aan, ik zet ook aan. We gaan gelijk op richting de meet en beide doen we nog een push over de finish. Het is een fotofinish, waarop uiteindelijk besloten wordt dat ik gewonnen heb. Wat een duel! Een dag nadien word ik vlak voor Dolfson zevende in Tours en behaalt Van Aert wederom een zege, wat betekent dat de honderdste zege pas zal volgen in 2026.
Seizoen 5: 2026
Voorjaar
Mijn jaar start dit jaar gelijk met een World Tour-koers, de UAE Tour. De eerste rit wordt een sprint, waarin ik achtste word, terwijl Girmay, net als een aantal anderen valt. De tweede rit is zeker niet vlak en dat blijkt ook aan de uitslag. Ik word derde, waar Tadej vierde wordt en Dolfson zesde. Een dag daarna verlies ik weer een seconde op dezelfde Sloveen, terwijl Bissegger wint. Maar een andere gevaarlijke concurrent, Jeurissen, heeft eveneens weinig tijd verloren.
De vierde etappe kent een aankomst bergop. Ik heb niet mijn beste dag ooit, maar de benen zijn redelijk genoeg om in elk geval de schade te beperken, indien dat nodig is en dat blijkt nodig, want Jeurissen is net wat te sterk. Kelderman maakt de Nederlandse top drie compleet door derde te worden op Jebel Jais. Chickenwings wordt overigens zevende. Het gat in het algemeen klassement is echter slechts acht seconden. De ritten daarna gebeurt er weinig. Het wordt dus beslist op Jabel Hafeet. De benen voor mij zijn goed en ik rijd iedereen en alles uit wiel. De 100e en 101e zege worden daarmee gegrepen. Hartstikke top. Jeurissen wordt tweede, waar Kelderman derde wordt. Nederland boven dus in de UAE.
In Frankrijk (Parijs-Nice) begint het uitstekend. In de heuvelachtige sprintetappe weet ik te winnen door een late aanval. Davide wordt daarnaast nog derde. De dagen daarna is het weinig. Elfde in de vlakke rit en vijfde in tijdrit, waarin Ganna domineert. In de vierde etappe gaat het goed voor de ploeg. Julian wint, Gaudu wordt tweede en ik derde. Uitstekend ons voordeel van een man meer uitgespeeld.
De vijfde etappe is heel vreemd. De hele dag veel chaos. Veel paniek, om eigenlijk helemaal niets. De kopgroep wordt op zeventig kilometer van de meet bijgehaald, maar het tempo blijft hoog. In de heuvelachtige finale zakken een aantal sprinters door het ijs en door de bochten in de slotfase wordt het geen gemakkelijke finale. Ik doe hetzelfde als in de eerste rit en wederom pakt het goed uit. De zesde etappe wordt wederom geworden door Julian. De dagen daarna kus ik het asfalt en ik weet ik nog een tweede plaats te behalen. Ondanks de valpartijen handhaaf ik mijn leiding, verworven in etappe 4.
Het eerste monument van het jaar is Milaan San Remo. De valpartijen houden voor mij niet op, want ik word zelf getackeld door een teamgenoot. Ik kan gemakkelijk terugkomen en dan kan ik me opmaken voor de finale. Net als vorig jaar begin ik van onderop op de Poggio. De enige andere renner die meekomt, is Narveaz. Samen gaan we op de finishlijn af, aangezien hij niet lost in de afdaling. In de sprint tussen ons ben ik sneller. In de achtergrond wordt zijn landgenoot, Banana, derde.
In Gent-Wevelgem gaat het mis voor de ploeg. We zitten met weinig renners vooraan in de finale en aangezien ik mijn eigen kansen als gering inschatte, besloot ik voor Christophe te rijden, maar bij de laatste aanvalspoging loopt hij te slapen, waardoor niemand van ons meezit. Van Aert wint, en Banana eindigt als zesde, als tweede renner achter de kopgroep.
Het moet beter in de Ronde van Vlaanderen, zoveel is duidelijk. In Wevelgem was het helemaal niets. De koers is open en het is eigenlijk de hele dag chaos. Net als Wevelgem missen we elke keer de slag, maar in de laatste kasseienheuvels zit ik toch voorin. Ik rijd samen met Benoot en Asgreen van Aert en Pogacar eraf, waardoor we het met ons drieën naar de meet gaan. Benoot rijdt echter niet mee, waardoor ik heel traag overneem en van Aert nog bijna terugkomt. Benoot wordt gelukkig niet beloond, want ik grijp mijn tweede monument van het jaar.
Vervolgens moet het gebeuren in het enige monument dat ik nog niet gewonnen heb. Parijs-Roubaix. De gehele koers rijd ik achter de feiten aan, maar uiteindelijk geraak op het juiste moment voorin. In de volle finale, op de laatste strook. Het is echter Ruben Rubinho die aan zijn solo begint. Hij komt, heel ver, maar niet dichtbij genoeg. Zijn solo strandt in het zicht van de haven, op de baan. Ik kom hem als eerste voorbij en win Parijs-Roubaix. Lienson wordt vijfde, Rubinho wordt negende en Lecavalier wordt dertiende. Wat een koers.
De Amstel is geen leuke koers, maar ik rijd samen met Pogacar weg. Met zijn tweeën maken we er ook hier weer een duel van. Het wordt een sprint tussen ons twee en uiteindelijk blijk ik de betere. Achter ons finisht een groep van achttien. Een paar dagen later lukt het voor mij niet op de Muur (4e) en voor Curridori (2e) net niet. Maar goed, zelfs ik kan niet altijd zes gooien. Vandaag was het zo’n dag. In Luik-Bastenaken-Luik wordt de koers gekleurd door aanvallers, zoals van der Molen, maar de koers is voor de rest afwachten. Dat het uiteindelijk van mij komt in de finale is niet zo vreemd, maar we gaan met 22 man richting de meet. Uiteindelijk versla ik Pogacar en Aleotti in de sprint. Mijn vierde monument in één seizoen! Wat een prestatie!
In het nieuws
Derde ritzege en eindwinst voor Bergius Alvarez in Romandië
Jeurissen wint de Giro d’Italia!
Voorbereiding op de Tour
De Dauphine begon goed met twee ritzeges, maar door slechte benen in tijdrit verlies in de vierde etappe mijn trui. Een dag daarna raak ik samen met van Aert betrokken in een valpartij. Hij kan niet verder en mist de Tour. Ik kom zonder hulp terug in het peloton, maar een goede prestatie zit er niet in. Van blessures heb ik geen last, want een dag later pak ik mijn derde ritzege en de leiderstrui. Etappe zeven is voor de vluchters en de laatste etappe wederom voor mij.
De nationale kampioenschappen gaan voor het gouden koppel niet perfect. De tijdritten wel, want die winnen we beide. Echter, in de wegkoers hebben we beide slechte benen, waardoor we niet verder komen dan een derde plaats. Ach ja, kan gebeuren. Liever nu dan in de Tour natuurlijk. Zo simpel is het ook.
Tour de France
Heerlijk vallen in de eerste rit. Het overkwam mij en daarna ook Julian en Pavel. Zij verliezen tijd. Ik gelukkig niet. Van der Molen pakte de bergtrui. Mooi voor hem. De rit daarna is er geen topprestatie voor ons team. We worden weliswaar derde als ploeg, maar verliezen vier seconden op Pogacar en de rest van zijn ploeg. Een dag daarna pak ik die vier seconden weer terug met een derde plaats in een rit die gewonnen wordt door van der Poel. Hirschi blijft aan de leiding en Banana heeft de bergtrui opgepikt tijdens zijn werk als knecht. De vierde etappe gebeurt er voor mij niets.
De vijfde etappe is een zware en een leuke. Ik win weliswaar niet, maar er is koers, want we finishen met een eerste groep van zestien renners. De rit gaat naar Colbrelli, terwijl ik en Dolfson de top drie volmaken. Jeurissen zit eveneens mee, met een negende plaats. Ik pak eveneens de gele trui mee. De volledige rit win ik vervolgens in de gele trui, terwijl Ruben Rubinho helaas moet opgeven. Zonde.
In etappe acht besluiten mijn knechten gewoon te laten lopen, waardoor in de finale niemand het gat naar Carapaz en Gaudu dichtrijdt. Ik word daarachter vierde, terwijl Pogacar door een valpartij twee minuten verliest, waardoor mijn grootste concurrent ineens veel tijd achter mij staat. Een dag later heeft hij nog last van zijn val, waardoor hij nog een minuut verliest. Ik reed met Aleotti in mijn wiel naar de meet. Aangezien hij geen seconde over heeft gepakt, grijp ik zelf de ritzege en loop ik dus nog extra seconden uit.
In de tiende rit trek ik de sprint aan voor Christophe in een listige heuvelrit. Hij weet gelukkig te winnen. Dus dat is mooi. Twee dagen later kan ik wederom weer winnen, omdat ik gewoon mag wegrijden en niemand mij achtervolgt. De tijdrit in etappe dertien is een mooie opsteker voor tot nu toe ongelukkige Pogacar. Hij wint namelijk de rit. De volgende dag weet hij mij wederom te kloppen, maar ditmaal blijft vluchter Vaquelin hem voor. Helaas valt Pogacar de dag daarna opnieuw, waardoor ik vierde minuten op hem, en eveneens de rit, win.
Blijf ik dan maar winnen? Nee, eigenlijk niet. Florian wint namelijk de zestiende etappe. De zeventiende rit is voor de sprinters en de dagen daarna voor de vluchters. In een extreem korte bergit pak ik nog wel mijn laatste ritzege, waarna ik in Parijs wederom mijn truien mag ophalen. Het was geen spannende Tour door de pech die Pogacar kende. Zonde, wat een duel was toch echt mooier geweest.
Najaar
San Sebastian was dit jaar niet voor mij. Ik had de benen gewoon niet en ik werd helaas slechts vijfde. Kan gebeuren. De overgebleven koersen daarna zijn voor mij de kampioenschappen en Il Lombardia. Tijdens mijn trainingen voor die koersen zie ik dat Jerkovski in de Vuelta zes ritzeges boekt en eveneens de puntentrui mee naar huis neemt.
Op de Europese kampioenschappen word ik zesde en zevende. Dat laatste was niet gek. Het parcours was zo vlak als een biljartlaken. Het mooie was gelukkig wel dat Fabio wist te winnen, waardoor de trui bij Nederland bleef. Op het WK tijdrijden heb ik geen topbenen en toch kom ik slechts vijf seconden tekort om te winnen van Wout van Aert. Helaas geen trui en datzelfde geldt voor Lorraine die door een valpartij een zege kon vergeten.
De wegkoers ligt haar en mij als gegoten. Het terrein is als de Ronde van Vlaanderen. Dat geeft Nederland dus ook goede kansen. Lorraine heeft moeite, maar in de finale klopt ze haar Italiaanse en Franse concurrenten met enkele millimeters. Ik doe het echter solo en alleen. Ik vlieg over de Vlaamse kasseien. Mathieu van der Poel wint achter mij de sprint om zilver. Mijn tweede wereldtitel op weg is binnen. Heel vet!
Il Lombardia is het vijfde monument dat ik dit jaar kan winnen. Ik voel goed. Ik voel mij heel goed. Het parcours is zwaar genoeg om verschillen te maken en dat het uiteindelijk ook tussen mij en Pogacar gaat, is niet meer verbazingwekkend te noemen. Helaas ben ik alleen een maatje te groot vandaag en volgt er geen duel, zoals vorig jaar. Ik win gewoon alle monumenten in één jaar. Heel bizar. Ik kan het niet geloven. Wat een jaar voor mij, en het Nederlandse wielrennen.
Note: Jullie renners beginnen het steeds beter te doen. Overigens heb ik ook een deel van de koersen gesimuleerd (zoals het WK (weg), het EK (tijdrit) en ritten in etappekoersen (ik won nog steeds het grootste gedeelte van die koersen). De screens wederom in de drive.
@chrisje1993 @neva @FlyD @NicoHaak @Svenpunt @RubenS2 @ElMarcos @Blom