‘Als je met twaalf werken tot tweemaal toe als Novelle van het Jaar kan worden verkozen, wat gaat dat dan niet geven met zeven Wereldwonderen ?’ Dit moet welhaast de gedachtengang geweest zijn van Titan toen hij kort na de release van FM15 ons liet kennis maken met zijn hoofdpersonage Ravic. De aandachtige lezer (met een notie van Oudheidkunde) heeft het al vrij snel door: Ravic is niet zomaar een doorsnee Afrikaans jongetje dat een beetje doelloos de woestijnen door struint. We hebben hier te maken met een halfgod, zoon van de Egyptische zonnegod Ra. En ja hoor, zoals het een beetje een halfgod betaamt was het leven van onze held reeds lang voor zijn geboorte voorbestemd. Het verval en zelfs de complete vernietiging van de reeds gebouwde Wereldwonderen was een doorn in het oog van de Goden, en zo werd het Ravic’ levenswerk er zeven nieuwe te bouwen.
Om zoiets te kunnen volbrengen had onze Egyptische versie van Hercules natuurlijk stenen nodig. Daarom kan het geen toeval zijn dat de eindbestemming van zijn pelgrimstocht de Chinese Muur werd. Daar verneemt hij van nonkel Yuqiang, plaatselijke god van de Wind, de details over zijn missie. De lokale voetbalclub van de Koreaanse autonome prefectuur Yanbian, niet toevallig de club met de laagste reputatie in zijn land, wordt de thuishaven voor Ravic. De hekele ligging van de stad als grenspost met Noord-Korea én Rusland zullen er het verzamelen van de bouwstenen niet op vergemakkelijken. Maar hij moet en zal er komen, die Tempel van Pangu, en zo de eerste worden van… De Zeven Wereldwonderen!
