Denny’s dominantie

Er zijn veel managers die het willen, maar het lukt lang niet iedereen. Hier zal ik proberen één en ander uit te leggen over hoe ik dominant probeer te voetballen. Het moet niet gezien worden als een tactiek die voor iedereen werkt, maar als een begeleidende gids.

Persoonlijk speel ik graag met een versterkt middenveld met veel creatieve mensen. Dat betekent wel dat ik vaak maar met één echte spits speel. Voor deze gids ga ik uit van de volgende formatie:

 

 

 

Zoals je ziet is het middenveld aardig bezet. Op het middenveld domineer je tenslotte, nietwaar? Ik speel met korte passing, in een langzaam tempo. De middenvelders moeten voor de combinaties zorgen. Dat doe ik omdat ik veel balbezit wil hebben zodat ik kan domineren. Meer daarover later. Laat ik bij het begin beginnen.

 

Mentaliteit

Teammentaliteit
De mentaliteit van het team. Hier verander ik eigenlijk niet zoveel aan. Afhankelijk van de situatie zet ik hem op normaal of aanvallend. Alleen in de laatste tien minuten van een wedstrijd zou ik hem op verdedigend kunnen zetten, als ik een voorsprong verdedig.

Spelersmentaliteit
Dit stel ik wel allemaal voor elke speler apart in. Hieronder een overzichtje met de mentaliteit en de belangrijkste rol voor elke speler.

DM: 13 -> De doelman moet goed meedoen, omdat de verdediging ver mee opschuift.
VC: 11 -> Precies in het midden. Het is de bedoeling dat de verdedigers goed mee naar voren gaan, en niet achter blijven hangen.
VR/L: 13 -> Deze zullen voortdurend mee naar voren komen en de middenvelders overlappen.
VMC: 6 -> De controleur. Zijn taak is in principe verdedigend. Als hij een goede pass in de benen heeft kan hij ook goed worden gebruikt voor een soepelere opbouw.
MC: 12 -> De centrale man. Hij zal combinaties moeten maken met de middenvelders voor en naast hem. De meeste aanvallen beginnen bij hem.
MR/L: 15 -> Ze beginnen in principe aan de zijkant, maar zullen veel naar binnen trekken. Dit heeft twee redenen:
– Zo kunnen er combinaties gemaakt worden tussen de middenvelders doordat ze dicht bij elkaar staan.
– Zo maken ze ruimte voor de backs om mee op te komen.
AMC: 17 -> Een soort tweede spits. Hij zal vlak rond de spits lopen, en ook meedoen met het middenveld.
SP: 20 -> Een pure afmaker, meer niet. Hij hoeft zich alleen maar te concentreren op het doelpunten maken. Voor de rest mag hij zijn energie sparen.

Zoals je kan zien, loopt de mentaliteit op per positie. Wat opvalt is de VMC. Om het evenwicht te bewaren in het team vind ik het nodig om een controleur vlak voor je verdediging te hebben. Die moet verdedigend zeker zijn mannetje staan. Een extra is als hij ook goed kan passen, want dan kunnen de aanvallen vaker bij hem beginnen.
De aanvaller is puur een afmaker. De spelers tussen de VMC en SP zullen voor het voetballende gedeelte moeten zorgen met hun techniek, creativiteit, flair en passing. Over belangrijke atributen per positie later meer.

Passingstijl
De passingstijl van het team is kort. Om precies te zijn: 6. Ik vind dat je kort moet tikken naar elkaar. Niet te gehaast, maar gewoon rustig zoeken naar de vrije man. De passingstijl van de spelers is bij sommige hetzelfde als bij het team, maar bij anderen is het anders. Daarom even een overzicht met wat uitleg.

DM: Team. -> De opbouw begint bij de keeper. Hij zal de bal af moeten geven aan een verdediger in de buurt.
VC: 11 -> Aangezien de centrale verdedigers meestal niet de beste passers zijn, mogen zij wat directer passen de rest. Mochten ze een middenvelder vrij zien staan aan de andere kant van het veld, zijn ze vrij om de lange bal te geven. Maar de basis blijft toch dat ze kort blijven passen. Vandaar precies in het midden.
VR/L: 11 -> Hetzelfde als de centrale verdedigers. Omdat ze vaak mee opkomen, kunnen ze wel eens iemand zien vrij staan bij de goal bijvoorbeeld. Daarom mogen zij ook wat minder kort passen. Ze kunnen bijvoorbeeld een vroege voorzet geven aan de spitsen of een lange bal over de breedte.
VMC: Team -> Hij zal veel middenvelders bij zich in de buurt hebben, dus kan hij kort naar hun passen.
MC: 8 -> Net iets minder kort dan de rest. Hij is letterlijk het middelpunt, dus zal meer opties hebben om een iets langere bal te spelen. Maar in principe speelt hij gewoon korte passes.
MR/L: Team -> Combineren met de andere middenvelders, zoals al aangegeven.
AMC: 1 -> Wat!!?? denk je. Inderdaad, er staat een 1. Hier raken verdedigers in de war. Omdat hij zo aanvallend is, speelt hij tussen de VMC en VC’s van de tegenstander in. Door dan direct te combineren met de middenvelders achter hem of met de aanvaller, is de verdediging even het spoor kwijt en voor je het weet loop je één tegen één met de keeper.
SP: 1 -> Hetzelfde verhaal als de AMC. De spits zal in één keer moeten terugleggen en dan zelf de ruimte ingaan.

Tempo
Als je dominant wil spelen, moet je wel de bal hebben en behouden. Je behoudt de bal het langst met een langzaam tempo. De spelers hebben tijd om te bedenken naar wie ze gaan passen en hebben dus meer kans dat ze de goede keuze maken en balbezit houden. Daarom is het tempo 6. Door de korte passing zullen er alsnog snelle combinaties gemaakt worden.

Breedte
Door de korte passes is het handig om de spelers dicht bij elkaar te laten spelen. Dan komen de passes makkelijker aan dan wanneer ze over een langere afstand gegeven moeten worden. Daarom is ook de breedte 6.

Creatieve vrijheid
De creatieve vrijheid van het team staat niet zo hoog, ook op 6. Dat doe ik zodat de verdedigers en de verdedigende middenvelder hun creatieve vrijheid op ‘team’ kan laten staan. Voor de andere spelers heb ik het wel per positie anders gedaan:

MC: 8 -> Hij moet het grootste deel van de tijd gewoon in het midden van het veld blijven. Af en toe mag hij eens uitwijken.
MR/L: 14 -> Zij moeten voor de geniale ideen zorgen en zichzelf vrijlopen. Daarom krijgen ze redelijk veel creatieve vrijheid.
AMC: 20 -> Deze positie krijgt zoveel creatieve vrijheid mogelijk. Daardoor kan hij zich overal op het veld vrijlopen en als het ware om de diepe spits heen zwerven. Dit is voor de verdediging van de tegenstander ook moeilijk op te vangen.
SP: 4 -> Hij moet altijd op zijn positie in de spits blijven, want hij moet altijd klaar staan om te scoren. Laat het voetballen maar aan de rest over.

Pressing
Pressing is een belangrijk onderdeel als je geen balbezit hebt. In hoeverre wil je de tegenstander de bal laten rondspelen? Wil je gelijk storen? Dat verschilt per positie. Hieronder een overzichtje.

VC: 4 -> Het is niet de bedoeling dat de centrale verdedigers uit positie raken, vandaar weinig pressing.
VR/L: 14 -> Ze moeten proberen de buitenspelers van de tegenstander al vroeg aan te pakken zodat ze de bal niet voor kunnen geven.
VMC: 18 -> Hij moet veel pressen om de middenvelders van de tegenstander tegen te houden. Vooral belangrijk tegen AMC’s.
MC: 11 -> Pressen wanneer nodig, anders niet.
AMC: 1 -> Hij mag zich op creatief zijn concentreren.
SP: 14 -> Als het kan proberen de verdediging een beetje op te jagen zodat ze de lange bal gaan spelen en wij de bal weer kunnen veroveren.

Tijd winnen en verdedigende lijn
Je wil je tegenstander overklassen, dus wil je zoveel mogelijk de bal hebben en aanvallen. Dan moet je natuurlijk niet veel tijd gaan proberen te winnen. Daarom weinig tijd winnen.

Met kort passen is het belangrijk dat de spelers niet te ver van elkaar af staan. Daarom moet de verdedigende lijn opschuiven, om het veld klein te houden. Als je een hechte en snelle verdediging hebt kan je ook nog op de buitenspelval spelen.

Spelersinstructies

Aanvallende impulsen
DM: Zelden
VC: Zelden
VR/L: Vaak
VMC: Zelden
MC: Gevarieerd
MR/L: Gevarieerd
AMC: Vaak
SP: Vaak

Lopen met bal
Omdat ik van passen hou, laat ik mijn spelers nooit zoveel lopen met de bal. Ik heb liever dat ze gewoon overtikken. Daarom:
DM: Zelden
VC: Zelden
VR/L: Gevarieerd
VMC: Zelden
MC: Zelden
MR/L: Gevarieerd
AMC: Gevarieerd
SP: Zelden

Doorsteekballen
DM: Zelden
VC: Zelden
VR/L: Gevarieerd
VMC: Zelden
MC: Vaak
MR/L: Gevarieerd
AMC: Vaak
SP: Zelden

Afstandsschoten
DM: Zelden
VC: Zelden
VR/L: Zelden
VMC: Zelden
MC: Zelden
MR/L: Gevarieerd
AMC: Gevarieerd
SP: Zelden

Vrije rol
Ik geef mijn AMC meestal een vrije rol, zodat hij kan gaan en staan waar hij wil. Hij zal dan over het hele veld zwerven. Als je wil dat je spits dat ook doet, kan je hem ook een vrije rol geven. Wel moet je dan z’n creatieve vrijheid ook verhogen.

De cijfers bij creatieve vrijheid, passingstijl, mentaliteit enz. moet je niet te letterlijk nemen. Het is meer bedoeld als indicatie voor weinig, gevarieerd of veel. Het kan altijd een paar puntjes verschillen zodat het voor jouw ploeg beter werkt.

Er is nu een download van de tactiek beschikbaar!

 

Voor verdere discussie over deze tactiek willen we je doorverwijzen naar dit topic op het forum.

CATEGORIEËN