Ons favoriete virtuele voetbalspelletje is weer een editie rijker. Opnieuw schitteren weer vijf veelbelovende Belgische talenten als opkomende sterren. Deze jonge knapen gaan ongetwijfeld een stralende toekomst tegemoet in de wereld van het voetbal, en wij stellen ze graag aan u voor in dit artikel. Ontdek de uiteenlopende vaardigheden, potentieel en het verhaal achter deze talenten, die de harten van de voetbalmanagers over de hele wereld sneller doen slaan.
Jérémy Doku, Manchester City (21)
Als jonge knaap van 16 jaar kwam Jérémy Doku in het seizoen van 2018 piepen bij de hoofdmacht van RSC Anderlecht. Hij was meteen de zevende jongste speler die zijn profdebuut maakte voor de A-kern van paars-wit. Anderlecht had letterlijk goud in handen want Stade Rennes nam Doku op de laatste dag van de transferperiode in 2020 over voor maar liefst zevenentwintig miljoen euro. Voor de Bretoense club kwam ‘Docks’ op drie seizoenen vijfenzeventig keer in actie en vond tien keer de weg naar het doel. Op het einde van de zomer van 2023 kwam het grote Manchester City kloppen aan de deur van ‘Les rouges et noirs’. Met een zak bomvol geld, omgerekend 65 miljoen euro, wisten ze de Franse club te overtuigen en de snelheidsduivel trok naar de blauwe kant van Manchester. Onder Guardiola bereikt hij stillaan de vorm van zijn leven. De club, supporters en wie weet ook wel jijzelf zullen nog veel plezier beleven aan de youngster.
Arthur Vermeeren, Royal Antwerp FC (18)
Arthur Vermeeren is momenteel misschien wel het grootste talent dat op de Belgische voetbalvelden terug te vinden is. Hij straalt een nuchterheid en maturiteit uit die je nog niet elke week verwacht van het voetbalequivalent van een broekventje. De ‘Prins van Deurne Noord’ is elke week de draaiende motor op het middenveld van de ‘Great Old’ en staat in de belangstelling van heel wat Europese topclubs. Op het einde van vorig seizoen had hij een heel belangrijk aandeel bij de titelwinst van de oudste club uit België, met onder meer een winning goal in blessuretijd tegen rivaal Club Brugge in de Champions Playoff. Een mooie tussenstap naar een Europese subtopper is wellicht aan te raden, vooraleer hij de stap maakt naar een absolute topclub.
Johan Bakayoko, PSV Eindhoven (20)
Johan Bakayoko is dit seizoen helemaal klaar om door te breken bij PSV. De club uit Eindhoven kon de Belgische smaakmaker deze zomer verleiden tot een langer verblijf en op dit moment lijkt dat een schot in de roos te zijn. Met Noa Lang en Hirving Lozano hebben ze al heel wat kwaliteit op de flanken staan, maar daar moet de kersverse Rode Duivel helemaal niet voor onder doen. Het twintigjarige talent werd recent nog ‘De Nieuwe Robben’ genoemd, maar zelf blijft hij altijd heel nuchter onder zijn eigen prestaties. Een volwassen mannetje voor zijn leeftijd dus en laat dat nu net één van de dingen zijn die je nodig hebt om het te maken op het hoogste niveau.
Roméo Lavia, Chelsea FC (19)
Als het over Belgische talenten gaat komen we vaak uit bij spelers die opgeleid zijn bij RSC Anderlecht. Dat is met Roméo Lavia ook het geval. Op jonge leeftijd kwam Manchester City de ruwe diamant wegplukken op Neerpede, zonder een transfersom te moeten betalen. Omdat zijn debuut bij Manchester city destijds uitbleef besloot hij om te vertrekken naar Southampton FC, dat maar liefst veertien miljoen euro over had voor Roméo. Bij ‘The Saints’ kwam hij tot negenentwintig wedstrijden en maakte hij één goal. Jammer genoeg degradeerde de club, maar omdat Lavia één van de lichtpuntjes was in dat seizoen, besloten Chelsea en Liverpool de strijd met elkaar aan te gaan om de handtekening van de jonge Belg. Na een lange zomerse transfersoap tekende de Brusselaar eindelijk een contract bij Chelsea FC. De fans zullen nog even geduld moeten uitoefenen om hem aan het werk te kunnen zien, want zijn debuut werd uitgesteld door een zware blessure. Naar verwachting zal hij pas in december zijn wederoptreden kunnen maken.
Zeno Debast, RSC Anderlecht (20)
Zeno Debast speelt sinds 2010 bij Sporting Anderlecht. Als kind van de club mocht hij op 2 mei 2021 zijn officiële debuut maken in het eerste elftal van ‘Les Mauves’. In het seizoen daarop was het mede door de komst van Lisandro Magallán en Wesley Hoedt dat Zeno wat meer naar het achterplan verdween. Zijn teller bleef uiteindelijk steken op vijf wedstrijden voor de A-kern. Het jaar dat volgde betekende zijn grote doorbraak. Onder de ervaren vleugels van oude rot Jan Vertonghen komt de jonge verdediger helemaal tot zijn recht en speelt hij vierendertig wedstrijden. In september 2022 werd hij voor de eerste keer opgeroepen voor de nationale ploeg van België en met ondertussen vier interlands achter zijn naam mag hij zich een echte Rode Duivel noemen. Wanneer zijn maatje en recordinternational ‘Super Jan’ er een punt achter zou zetten, kan het wel eens zijn dat Debast zijn stokje zal overnemen.