De vijf keuzes van MU: clubs met een suikeroom

In het hedendaagse voetbal kijken we niet meer gek op van clubs met rijke (buitenlandse) eigenaren. De bekendste clubs die in de afgelopen jaren een flinke opmars hebben gemaakt zijn natuurlijk Manchester City en Paris Saint-Germain. Zonder de investeringen die er allemaal in die clubs zijn gedaan, zouden zij waarschijnlijk niet zo ver zijn gekomen, als dat ze nu zijn. Welke clubs beschikken er allemaal nog meer over een ambitieuze investeerder? We kijken naar vijf clubs met een suikeroom in Football Manager. Deze clubs hebben allemaal een suikeroom op de voorgrond, zij zullen niet schromen om flink wat geld in de club te investeren.

Larne FC (Noord-Ierland)

Na het kampioenschap op het tweede niveau van Noord-Ierland voetbalt Larne FC weer op het hoogste niveau. De club wist vorig seizoen op een degelijke zesde plek te eindigen, vanuit daar moet er nu doorgebouwd worden om de club succesvol te maken. Er wordt verwacht dat de focus volop op het Premiership komt. In de nationale competitie verwacht het bestuur dat er mee wordt gestreden om de titel. De andere competities, zoals de Irish Cup en de NIFL Cup vindt het bestuur minder interessant. Aan het einde van het seizoen 2021/2022 moet de competitie gewonnen worden en in de jaren daarop verwacht het bestuur ook dat jaar na jaar het kampioenschap gewonnen wordt.

De financiën van Larne FC zijn veilig, er staat een kleine €4,5 miljoen op de bank. Het transferbudget is echter niet hoog. Er mag maar een kleine €16.500 uitgegeven worden aan transfers, maar de verwachting is dat dit gaat oplopen in de komende jaren wanneer er goed gepresteerd wordt. Het salarisbudget is vastgesteld op €19.000 per week, daar zit de club momenteel nog onder. De faciliteiten kunnen in de komende jaren nog wel wat upgrades gebruiken. Het team beschikt over een adequate trainings- en jeugdaccomodatie, een redelijke jeugdopleiding en een bescheiden jeugdscoutingsnetwerk.

Belangrijkste spelers: Fuad Sule, Dean Jarvis en Mark Randall.
Grootste talenten: Andrew Scott, Luke Wade-Slater en Ronan Hale.

Atlanta United (Verenigde Staten)

Atlanta United is in 2014 opgericht, het is dus nog een relatief jonge club. Echter zijn ze wel ambitieus en gebrand op succes. De prijzenkast is momenteel al gevuld met twee prijzen. In 2018 werden de Eastern Conference en de MLS Cup gewonnen. De club heeft dus al even mogen proeven hoe het is om succesvol te zijn. Wanneer je met Atlanta aan de slag gaat wordt er van je verwacht dat je meespeelt om de MLS-titel, in de Supporters’ Shield is een plek in de top drie een must. Aan het einde van 2021 wordt er van je verwacht dat de MLS Cup gewonnen wordt en dit zal in de jaren daarop ook zo blijven.

Atlanta United kent een rijke financiële status. Bij aanvang van de game staat er een goede €40 miljoen op de bank. Voor transfers is met €15 miljoen ook een mooi budget vrijgemaakt. Aan salarissen mag er wekelijks zo’n €1,4 miljoen uitgegeven worden. De club zit daar momenteel nog ruim onder, want bij de start van de game wordt er nog maar €155.000 uitgegeven aan salarissen. The Five Stripes kent verder een zeer goed trainingscomplex en een goed jeugdcomplex. Verder kan er nog wel geïnvesteerd worden in de jeugd. Met een adequate jeugdopleiding en een gemiddeld jeugdscoutingsnetwerk is daar nog werk aan de winkel voor de club.

Belangrijkste spelers: Josef Martínez, Ezequiel Barco en Marcelino Moreno.
Grootste talenten: Erik López, George Bello en Franco Ibarra.

Almería (Spanje)

Door naar het zuiden van Spanje. Almería speelt sinds het seizoen 2015/2016 in LaLiga SmartBank, het tweede niveau van Spanje. Met een eigenaar uit Saoedi-Arabië probeert de club zichzelf weer op te werken naar het hoogste niveau van Spanje. De laatste jaren zit er weer een stijgende lijn in, met als resultaat een vierde plek in het afgelopen seizoen. Het bestuur heeft hoge verwachtingen: in het eerste seizoen moet promotie afgedwongen worden, door middel van het kampioenschap. Een andere belangrijke vereiste is dat in de Copa del Rey minimaal de vierde ronde behaald wordt. Wanneer de club eenmaal gepromoveerd is, verwacht het bestuur dat je op het hoogste niveau actief blijft. Vanuit daar kan er doorgebouwd worden om de club stap voor stap succesvoller te maken.

Almeriá kent momenteel een veilige financiële status. Er staat iets meer dan €5 miljoen op de bank. Het transferbudget is vastgesteld op €1,7 miljoen. Er is dus nog niet veel ruimte om in het begin te stunten met grote namen. Ook in het salarisbudget is er niet veel ruimte meer, deze is bepaald op €230.000 per week. Ondanks dat staat er al een prima selectie in het eerste seizoen, waarmee er gestreden kan worden voor promotie. Almería heeft een goed trainingscomplex en een adequate jeugdaccomodatie. Daarnaast beschikt de club over een redelijke jeugdopleiding en een gemiddeld jeugdscoutingsnetwerk.

Belangrijkste spelers: Lucas Robertone, Manu Morlanes (gehuurd) en Juan Villar.
Grootste talenten: Jordi Escobar, Juan Manuel Gutiérrez en Brian Rodríguez (gehuurd).

Hertha BSC (Duitsland)

In onze clubgids van Hertha BSC gaven we het al aan; de club uit de hoofdstad is ambitieus en wil het in de komende tien jaar Bayern München moeilijk gaan maken. Met het grote geld van investeerder Lars Windhorst moet dat mogelijk gemaakt worden. De verwachting is dat de club in het eerste seizoen een plek in het linkerrijtje weet te bemachtigen en in de DFB-Pokal dient de halve finale bereikt te worden. In het seizoen 2023/2024 verwacht het bestuur mee te kunnen strijden om de winst van de DFB-Pokal. In de Bundesliga blijft de verwachtingen in de jaren daarop dat er een plek wordt behaald in het linkerrijtje, maar dit kan natuurlijk bijgesteld worden wanneer je beter weet te presteren.

Hertha BSC heeft na Bayern München het meeste transferbudget beschikbaar in de Bundesliga. Er mag €24,5 miljoen uitgegeven worden aan transfers. Daarnaast is er voor salarissen ook een ruim budget vrijgemaakt, de salariskosten zijn vastgesteld op €1 miljoen per week. Met een banksaldo van €70 miljoen kent de club ook een rijke financiële status. Qua faciliteiten beschikt Hertha BSC over een uitstekend trainingscomplex en een goed jeugdcomplex. De jeugdopleiding kent een adequate status (die kan dus nog wel wat verbetering gebruiken de komende jaren) en een goede werving van jeugdspelers.

Belangrijkste spelers: Sami Khedira, Krzysztof Piątek en Niklas Stark.
Grootste talenten: Luca Netz, Matheus Cunha en Arne Maier (verhuurd).

AS Monaco (Frankrijk)

AS Monaco is de laatste club die we behandelen. De Franse club wist met een leuk team in het seizoen 2016/2017 kampioen te worden in de Ligue 1. Veel spelers zijn er echter niet meer over uit dat team, zo snel kan het gaan in het voetbal. Wanneer je zelf met Les Rouge et Blanc aan de slag gaat is de verwachting dat er Champions League voetbal behaald wordt in het eerste seizoen. In de Coupe de France wil het bestuur zien dat minimaal de halve finale bereikt wordt. In de jaren daarop verwacht het bestuur dat je het Paris Saint-Germain moeilijk gaat maken, ze willen namelijk dat je meespeelt om het kampioenschap. Er wordt echter nog niet van je verwacht dat er binnen vijf jaar ook een titel gewonnen wordt.

AS Monaco kent een riant banksaldo, bij aanvang staat er namelijk een goede €146 miljoen op de bank geparkeerd. Voor transfers mag je daarvan €15 miljoen spenderen. Het salarisbudget wordt met een kleine €1,3 miljoen volledig gebruikt. Je moet dus iets moeten schuiven met het transferbudget, mocht je een paar aankopen willen doen. Met de faciliteiten zit het goed bij de Franse club. De club heeft een uitstekend trainings- en jeugdcomplex en een goede jeugdopleiding en werving van spelers.

Belangrijkste spelers: Kevin Volland, Wissam Ben Yedder en Alexandr Golovin.
Grootste talenten: Florentino Luís (gehuurd), Krépin Diatta en Sofiane Diop.

Andere artikelen in de serie de vijf keuzes van MU (clubs)

Clubs in handen van (ex-)voetballers
Vervallen clubs
Uitdagende clubs in Zuid-Amerika
Teleurstellende clubs