Football Manager; het spel is zo breed opgezet dat je alle facetten in het spel op heel veel verschillende manieren kunt benaderen. Iedereen speelt het spel op zijn eigen manier. De één zet alles op zijn eigen jeugdopleiding en de ander stelt zijn team liever samen door middel van transfers. Vele virtuele managers bekijken hun wedstrijden in 3D, maar er zijn toch ook nog veel mensen die de klassieke 2D modus de voorkeur geven. Sommigen stellen zelf hun staf samen, waar anderen dit door hun technisch directeur laten doen en de één leidt het liefst een amateur club naar glorie, terwijl de ander het liefst vanaf dag één op de grootste prijzen jaagt.
Submod Bolderbast startte in november vorig jaar een topic met de naam: ‘Hoe speel jij FM?’. Hierin wordt duidelijk dat iedereen het spel inderdaad op zijn eigen manier speelt. In dit topic deelde hij om de zoveel tijd een stelling, waarop andere forumusers konden reageren en daarmee kunnen ze aangeven hoe zij de gegeven stelling benaderen. Een goed initiatief met veel respons. Tijd dus om dit eens uit te lichten op de frontpage! Op het moment van schrijven zijn er maar liefst 31 stellingen behandeld. In deze mini-serie behandelen we tien stellingen per artikel om het zo overzichtelijk te houden.
Stelling 1: Ik speel de wedstrijden altijd met de 3D-engine, want dit geeft een extra dimensie aan het spel.
Het gros van de users lijkt zijn wedstrijden te spelen met de 3D-engine. Het meest voorkomende argument hiervoor is, dat je ziet daadwerkelijk wat er gebeurd en niet alleen een aantal rondjes die zich over het veld bewegen. Het is op deze manier ook beter te zien of een rode kaart ook echt een rode kaart zou moeten zijn en hierdoor kun je beter reageren in de pers of op je spelers.
Er zijn echter ook mensen die de 2D optie nog gebruiken. Iemand met een wat zwakkere computer geeft de voorkeur aan deze, meer vloeiende, vorm van wedstrijden bekijken. Ook worden er argumenten genoemd die te maken hebben met het goed neerzetten van je tactiek. De 2D optie zou hier volgens sommige managers een wat beter overzicht voor geven.
Stelling 2: Ik huur nooit spelers. Ik geef liever de jeugd een kans.
Er zijn een aantal managers die sowieso geen gebruik maken van huurspelers en zij sturen zelfs spelers terug naar hun club als zij de leiding nemen bij een club die een aantal van deze spelers in de selectie heeft.
Het merendeel maakt wel gebruik van deze optie, maar het huren van spelers wordt veelal gelinkt aan de financiële situatie waarin de club zich bevindt. Wanneer ze op zoek zijn naar versterking maar geen budget beschikbaar hebben, wordt er gebruik gemaakt van de huur-constructie, mits er geen talenten aanwezig zijn die de rol van back-up kunnen vervullen. Forumlid Sophomore geeft in deze post aan in welke verschillende situaties hij gebruik maakt van deze opzet.
Stelling 3: Ik laat de trainingen over aan mijn assistent. Ik wil daar zelf niet te veel tijd insteken.
Er zijn enkele Football Managers die niets aan het lot overlaten en dus ook de training volledig in eigen beheer houden. Toch zijn de meeste mensen het erover eens: ik wil daar niet te veel tijd in steken. Victor zegt zelfs: “ik ben manager, geen veldtrainer.” De meesten kiezen er dan ook voor om de individuele trainingen zelf te doen maar de teamtraining en de intensiteit te laten bepalen door hun assistent manager.
Stelling 4: Ik pas mijn tactiek nooit aan op de tegenstander.
Opnieuw een stelling die mensen op dezelfde manier aanpakken. Managers willen vooral uitgaan van hun eigen krachten maar passen daar waar nodig wel enkele dingen aan. Welke aanpassingen worden gedaan, is dan wel weer heel verschillend. De één veranderd zijn formatie iets waar de ander ervoor kiest om een andere mentaliteit te hanteren.
Er zijn ook een aantal mensen die aangeven dat ze sowieso gebruik maken van verschillende tactieken. Zij laten hun selectie trainen op drie verschillende tactieken, die geschikt zijn voor drie verschillende situaties. Een aanvallende tactiek, een controlerende tactiek en een verdedigende tactiek.
Stelling 5: Ik ga nooit op vakantie
Je zou haast denken dat de mensen op MU allemaal overspannen zouden moeten zijn. Stuk voor stuk zijn we enorme workaholics. De enige mensen die zichzelf weleens een vakantie gunnen, zijn degenen die een bondscoachschap zijn aangegaan. Logisch, want tussen de interlands door is er vaak niet veel te beleven in FM.
Stelling 6: Ik ben liever een bondscoach dan een clubtrainer in FM.
De antwoorden die komen op deze stelling zijn in lijn met de werkethos die hierboven al is beschreven. Op MU houden we er niet zo van om alleen maar bondscoach te zijn, een bondscoachschap in combinatie met het leiden van een club kan dan weer wel. Het zijn van bondscoach wordt vooral “saai” genoemd. We vinden het leuker om alles in eigen hand te houden, te werken met budgetten en om iets op te bouwen.
Stelling 7: Tijdens een carrière maak ik als manager nooit een transfer naar een andere club. Ik blijf bij de club waar ik de carrière mee ben begonnen.
Opnieuw een stelling waar iedereen zich zo’’n beetje achter hetzelfde antwoord schaart. Iedereen is het wel eens met de stelling die hier geschreven staat. We stappen liever niet over naar andere clubs tijdens een carrière. Vaak wordt een savegame opgestart met een aantal doelen in het achterhoofd. Wanneer deze uiteindelijk bereikt zijn, willen we ons wel eens aan een overstap wagen, maar vaak gaat dit ten koste van het spelplezier.
Stelling 8: Ik heb een favoriete tactiek (4-3-3, 4-4-2 etc) en gebruik deze tactiek altijd, maakt niet uit bij welke club ik zit.
Bij het maken van tactieken kun je vaak twee kanten op: je past de selectie aan, aan jouw favoriete tactiek of je past de tactiek aan op het aanwezige spelersmateriaal. De meesten die reageerden in het topic op het forum geven aan te gaan voor de eerste optie. Een enkeling past zich aan op het aanwezige materiaal. Het gros van de managers heeft toch een bepaalde succesformule en houdt daar het liefst aan vast. Spelersrollen en instructies willen nog wel eens aangepast worden maar het basisprincipe blijft vaak toch hetzelfde.
Stelling 9: Ik maak nooit gebruik van samenwerkingsclubs.
Een stelling waar opnieuw iedereen het wel over eens is. Iedereen maakt gebruik van samenwerkingsverbanden. Forum gebruiker Niejo101 gaf misschien wel de beste argumentatie: “Als kleine club is een moederclub vaak een zegen om gratis goede spelers te huren. Bij een grotere club is een satellietje wel fijn om je spelers te stallen, maar dan moet je wel zorgen dat het een club is met ideale omstandigheden voor je jonge spelers. Verder is het natuurlijk altijd van toegevoegde waarde om in Azië of de USA een samenwerkingsverband op te zetten om je naamsbekendheid (en dus merchandise inkomsten) te vergroten.” Dus, samenwerkingsverbanden? Dikke ja!”
Stelling 10: Ik koop nooit spelers ouder dan 33 jaar.
We jagen met z’n allen het liefst op de jongere talenten, maar toch worden er uitzonderingen gemaakt voor de dertig-plussers. Als het gaat om een clublegende of een speler die écht nog wat kan toevoegen aan het team, willen we ze wel eens aantrekken. Mits natuurlijk de prijs er naar is en de salariseisen niet te hoog liggen. Ook geven we de dertig-plusser het liefst een contract voor slechts één jaar.
Daarmee hebben we de eerste tien stellingen gehad. Heb jij ook een boeiende stelling of wil jij jouw eigen speelwijze delen? Neem dan gauw een kijkje in het topic en doe mee aan de discussie!